fbpx

Deel 1 Tijdige Groeten Nrs. 23, 24

Ter Correctie

Tijdige Groeten

De enige gemoedsrust

Vol 1. Nr. 23

                                                                                                              

Plaatje

Het lot van Assyrië en de overwinning van de kerk

GEDACHTEN TER MEDITATIE EN GEBED

We zullen lezen uit “Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen,” p. 109, de eerste alinea. De lezing is gebaseerd op het schrift gedeelte dat zegt, “Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder ?” {1TG23: 2.1}

GBZ. p. 109—“Zelf de zin, “gij, die oordeelt doet dezelfde dingen,” geeft niet volkomen de omvang weer van hem, die zich aanmatigt zijn broeder te kritiseren en te veroordelen. … Wanneer hij meent, dat hij een gebrek in het karakter of in het leven heeft ontdekt, is hij buitengewoon ijverig om daarop te wijzen; maar Jezus verklaart, dat juist de karaktertrek die ontwikkeld wordt voor dit onchristelijke werk, in vergelijking met de fout waarop kritiek geleverd wordt, gelijk is aan een balk in verhouding tot een splinter. Het is iemands eigen gebrek aan verdraagzaamheid en liefde, dat hem ertoe brengt van een atoom een wereld te maken. …Volgens de beeldspraak die onze Heiland gebruikt, is hij die toegeeft aan een veroordelende geest schuldig aan een grotere zonde dan de persoon die door hem beschuldigd wordt; want niet alleen begaat hij dezelfde zonde, maar hij voegt daar nog zelfgenoegzaamheid en een kritische geest aan toe.” {1TG23: 2.2}

Satan doet zijn uiterste best om ons in dit opzicht een overtreding te laten begaan, zodat wij de eeuwigheid zullen verliezen. God heeft niemand aangesteld om een ander te bewaken. Alleen God bestraft zonde, door zijn profeten, maar nooit wordt er kracht in welke vorm dan ook gebruikt. {1TG23: 2.3}

Zullen we nu knielen, en bidden voor een bewustwording dat het onze taak niet is om aderen te bekritiseren of hun fouten te vergroten, maar om de Waarheid te spreken en uit te oefenen? Verder dan dat, Broeder, Zuster, mogen wij niet gaan. De rest is aan onze toehoorders en metgezellen. Laat ze voor zichzelf beslissen wat het beste is voor beiden, ziel en lichaam. Waarheid dient niet door het keelgat gestoten te worden. {1TG23: 2.4}

2

HET LOT VAN ASSYRIE EN DE OVERWINNING VAN DE KERK

LEZING  DOOR V. T. HOUTEFF

BEDIENAAR DER DAVIDIAANSE ZEVENDE DAG ADVENTISTEN

SABBAT, 11 JANUARI, 1947

CARMEL KAPEL

WACO, TEXAS

Laat ons gaan naar Zefanja 3, en beginnen met het eerste vers. {1TG23: 3.1}

Zef. 3: 1—“Wee aan haar, der ijseljke, en der bevlekte, der verdrukkende stad!”

Het voorafgaande van het voornaamwoord “haar” wordt gevonden in het dertiende vers van het voorgaande hoofdstuk. Daarin is het te zien dat de “stad” die hier aangewezen wordt Ninevé is, de hoofdstad van het oude Assyrië. Om nu vast te stellen of dit Ninevé, werkelijk de hoofdstad van het oude Assyrië is of van een andere Assyrié, zullen we de overgebleven verzen van het hoofdstuk bestuderen. {1TG23: 3.2}

Zef. 3: 2—“Zij hoort naar de stem niet; zij neemt de tucht niet aan; zij vertrouwt niet op den Heere; tot haar God nadert zij niet.”

Dit vers wijst hier het feit aan dat de stad en de volkeren hier genoemd het voorrecht hadden om de stem van Inspiratie te horen, om Gods Waarheid te kennen, maar te kort is geschoten, om er acht op te slaan—geen verbetering ontving, niet op de Heer vertrouwde, en niet dichter bij God ging. {1TG23: 3.3}

Zef. 3: 3— “ Haar vorsten zijn brullende leeuwen,

3

in het midden van haar, haar rechters zijn avondwolven, die de beenderen niet breken tot aan den morgen.”

Haar vorsten, die als brullende leeuwen zijn, moeten angstaanjagende personen zijn, die blijkbaar denken “macht maakt recht.” Haar rechters, zijn als het ware, avondwolven; dat is, ze doen zaken, niet om oordeel, gerechtigheid en rechtvaardigheid ten uitvoer te brengen, maar om te vangen en verscheuren, om hun leger te vullen met prooien hoewel, ze meer hebben dan dat ze weten wat ermee te doen. “Die de beenderen niet breken tot aan de morgen.” {1TG23: 4.1}

Zef. 3: 4— “Haar profeten zijn lichtvaardig, gans trouweloze mannen;h aar priesters verontreinigen het heilige, zij doen der wet geweld aan.”

In de hedendaagse taal zou dit vers gelezen worden als, “Haar leraren zijn lichthartig, niet ernstig en matig-gezind; ze zijn onbeduidend; ze zijn van geen belang; ze zijn onbetrouwbare personen. Haar predikanten, hebben in plaats van de kerk schoon te houden, het vervuild, en hebben de wet geweld aan gedaan.”(hebben het ongeldig verklaard). {1TG23: 4.2}

Tot zover is het te zien dat het Assyrië van dit hoofdstuk een volk is dat goed onderricht is in de dingen van God, de wet en het heiligdom. Maar in plaats van gehoorzaam te zijn aan de Heer en billijk en rechtvaardig te heersen, hebben ze grote overtredingen begaan, zo diep in de zonde gegaan als ooit een volk mogelijk kon gaan. {1TG23: 4.3}

Zef. 3 : 5— “ De rechtvaardige Heere is in het midden van haar, Hij doet geen onrecht; allen morgen geeft Hij Zijn recht in het licht, er ontbreekt niet; doch de verkeerde weet van geen schaamte.”

4

Met het oog op het feit dat God in haar midden is, moeten ze goed op de hoogte zijn van de dingen van God, goed bewust dat Hij op zijn tijd Zijn oordeel aan hen bekend maakt. Met het oog op dit alles, is de enige mogelijke conclusie die men kan maken, dat Gods kerk in hun midden moet zijn. {1TG23: 5.1}

Zef. 3: 6-8—“Ik heb de heidenen uitgeroeid, hun hoeken zijn verwoest. Ik heb hun straten eenzaam gemaakt, dat niemand daardoor gaat; hun steden zijn verstoord, zodat er niemand is, dat er geen inwoner is. Ik zeide: Immers zult gij Mij vrezen, gij zult de tucht aannemen, opdat haar woning niet uitgeroeid zou worden; al wat Ik haar bezocht hebbe, waarlijk, zij hebben zich vroeg opgemaakt, zij hebben al hun handelingen verdorven. Daarom verwacht Mij spreekt de Heere, ten dage als Ik Mij opmake tot den roof; want fMijn oordeel is, de heidenen te verzamelen, de koninkrijken te vergaderen, om over hen Mijn gramschap, de ganse hittigheid Mijns toorns uit te storten, want dit ganse land zal door het vuur van Mijn ijver verteerd worden.”

De Heer Zelf waarschuwt dat Hij volkeren uitroeit, dat Hij hun torens verlaten heeft gemaakt en hun straten eenzaam, dat Hij hun steden heeft vernietigd en er geen inwoners in heeft gelaten. Hij wijst aan dat Hij dit alles heeft gedaan als een aanschouwelijke les voor toekomstig goed, dat ze als een natie Hem mogen vrezen en zijn tucht aannemen, dat hun woningen niet uitgeroeid worden. Maar ondanks deze voorbeelden, staan ze vroeg op en verderven al hun handelingen. Daarom is het dat uiteindelijk de Heer opstaat tot den roof, de heidenen verzamelt, de koninkrijken vergadert, en Assyrië haar straf krijgt. {1TG23: 5.2}

Hieraan zien wij dat het Assyrië waar over gesproken wordt bestaat in de tijd van het einde, de tijd waarin de

5

grote en geduchte dag des Heren plaats vind. Dit Assyrië is daarom een antitype van het oude Assyrië net zoals het Babylon van Openbaring 17 en 18 een antitype is van het oude Babylon. {1TG23: 5.3}

Assyrië, legt Inspiratie ten laste, is een stad die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer.”

Zef. 2: 15. {1TG23: 6.1}

Laten we bij dit punt even halt houden en de karakteristieken samenvatten waardoor dit moderne Assyrië geïdentificeerd zal worden. (1) zoals de mens de dingen bekijkt, is ze zo groot dat er geen gelijk haar is. Ze is goed op de hoogte van de dingen van God. (2) Ze is onderdrukkend, een hard regerende natie. (3) Ze heeft het heiligdom vervuild en de wet van God van geen waarde verklaard. (4) Ze heeft rijkdom opgestapeld door het na te jagen als avondwolven gaan achter hun prooi. (5) Ze herbergt de kerk van God. (6) Ze bestaat in de tijd dat de Heer Zijn macht zal manifesteren en al de heidense volkeren zal vernietigen. (7) Ze is een natie die op Assyrië lijkt, wijdverspreid, een natie van veroveringen. {1TG23: 6.2}

Er is slechts een volk onder de zon die voldoet aan deze beschrijving, en dat volk is, vanzelfsprekend, het Engels sprekende volk, in wiens midden de kerk is, en van wiens midden het Evangelie en de Bijbel voortvloeien naar al de natiën, zo duidelijk als de taal het kan weergeven, is de last van de profeet Zefanja voor de Engels sprekende Christelijke wereld. {1TG23: 6.3}

God zegt nu tot de hoofdstad van Assyrië, “ Inderdaad, bega je al deze walgelijkheden, maar je zult zo niet langer verder gaan. De tijd is nabij. “Breng een einde aan je dwaasheden. {1TG23: 6.4}

6

Zef. 3: 9— “Gewisselijk, dan zal Ik tot de volken een reine spraak wenden; opdat zij allen den Naam des Heeren aanroepen, opdat zij Hem dienen met een eenparigen schouder.”

Inspiratie verklaart met zekerheid, dat Assyrië haar straf ontvangt, en dat nadat de slechten uit de kerk zijn gehaald, dan zal het Evangelie in een zuivere taal (in zuivere Evangelie Waarheid) verkondigt worden, zodat wie ook maar wil, de naam des Heren mag aanroepen , “om Hem te dienen” met hart en ziel. Dan is het dat “alleen zij die de verlokkingen hebben weerstaan in de kracht van de Almachtige het recht hebben om het [Drie Engelen Boodschap] te verkondigen, wanneer het zal zwellen tot de Luide Roep.”—

“Review en Herald,” Nov. 19, 1908. {1TG23: 7.1}

Zef. 3: 10,11— “Van de zijden der rivieren der Moren zullen Mijn ernstige aanbidders, met de dochter Mijner verstrooiden, Mijn offeranden brengen. Te dien dage zult gij niet beschaamt wezen vanwege al uw handelingen, waarmede gij tegen Mij overtreden hebt; want alsdan zal Ik uit het midden van u wegnemen,die van vreugde opspringen over uw hovaardij, en gij zult u voortaan niet meer verheffen om Mijns heiligen bergs wil.

Wanneer het Evangelie verkondigt is in “een zuivere taal,” dan zal Gods volk zelf van de uithoeken der aarde komen met een offerande voor de Heer. {1TG23: 7.2}

Als ze iedereen die zich in haar trots verheugen, verwijdert hebben, zal de kerk niet meer hoogmoedig zijn. {1TG23: 7.3}

Zef. 3: 12— “ Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des Heeren betrouwen.”

7

Het feit dat Hij arme en ellendige mensen in haar midden laat, is voldoende bewijs op zich zelf dat de reiniging van de kerk plaats vind voor het Millenium, vóór Jesaja 33: 24 is vervult en voordat Hij het koninkrijk daarin genoemd opzet. {1TG23: 8.1}

Zef. 3 : 13—“ De overgeblevenen van Israel zullen geen onrecht doen, noch leuge spreken, en in hun mond zal geen bedrieglijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en nederliggen, en niemand zal hen verschrikken.”

Het overblijfsel, zij die overblijven nadat de reiniging heeft plaatsgevonden, zullen niet meer zondigen. Ze zullen daarna voor eeuwig staan zonder leugen in hun monden. {1TG23: 8.2}

Zef. 3: 14–  “ Zing vrolijk, gij dochter Sion, juich, Israel; wees blijde, en spring op van vreugde van ganser harte, gij dochter Jeruzalems.”

Een grote dag breekt aan voor de rechtvaardigen, een verschrikkelijke voor de slechten. Wij daarom, als kinderen van Sion, worden aangemoedigd te zingen en te juichen van vreugde omdat we uiteindelijk komen tot de tijd van Gods grote bevrijding. {1TG23: 8.3}

Zef. 3: 15— “ De Heere heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd; de Koning Israels, de Heere is in het midden van u, gij zult geen kwaad meer zien.

Zeker zouden deze profetische openbaringen iedere gelovige aanmoedigen om te juichen van vreugde, als hij zich bewust wordt dat de dag dat hij geen kwaad meer zal zien heel nabij is, dat de Heer zijn enige koning zal zijn. {1TG23: 8.4}

Zef. 3 : 16-20— “ Te dien dage zal tot Jeruzalem

8

gezegd worden; Vrees niet, o Sion! Laat uw handen niet slap worden. De Heere, uw God, is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met gejuich. De bedroefden om der bijeenkomst wil, zal Ik verzamelen, zij zijn uit u; die schimpig is een last op haar. Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdoen; en de uitgestotenen verzamelen; en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse land, waar zij beschaamd zijn geweest. Te dier tijd zal Ik ulieden herwaarts brengen, ten tijde namelijk, als Ik u verzamelen zal; zekerlijk Ik zal ulieden zetten tot een naam entot een lof, onder alle volken der aarde, als Ik uw gevangenissen voor uw ogen wenden zal, zegt de Heere.”

De Heer wil dat wij weten dat wanneer Hij onze gevangenschap afkeert, Hij ons ook tot een naam en een tot een lof zal stellen onder al de volkeren van der aarde. Dit koninkrijk van Juda (de kerk gereinigd en apart gezet), is daarom, niet alleen voor de duizend jaar, maar ook voor de genadetijd. En hoe blij horen wij niet te zijn voor dit voorrecht om onder de eersten van de eerste vruchten te zijn. {1TG23: 9.1}

9

Ter Correctie

Tijdige Groeten

De enige gemoedsrust

Vol 1. Nr. 24

                                                                                                        

Plaatje

Is de Tweede Wereld oorlog reeds ten einde, worden de heiligen reeds bevrijdt?

OPMERKINGEN TER OPENING EN GEBED

Ik zal lezen uit”Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen,”beginnend met de tweede alinea op pagina 110. {1TG24: 10.1}

GBZ. p. 110, 111— “. . . Er is wellicht een wonderlijke scherpzinnigheid om de fouten van anderen te ontdekken, maar tot een ieder die aan deze geest toegeeft, zegt Christus: “Huichelaar, doe eerst de balk uit uw oog weg, dan zult gij scherp kunnen zien om de splinter uit het oog van uw broeder weg te doen.”Hij die schuldig is aan kwaad, zal het eerst kwaad vermoeden. Door een ander te veroordelen tracht hij het kwaad van zijn eigen hart te verbergen of te verontschuldigen. . . {1TG24: 10.2}

“Wanneer mensen toegeven aan deze beschuldigende geest, stellen zij zich niet tevreden met het wijzen op datgene, wat zij zien als een gebrek in hun broeder. Indien zachtere middelen falen om hem te laten doen, wat zij menen dat hij behoort te doen, zullen zij hun toevlucht nemen tot dwang. Zover het in hun macht is, zullen zij mensen dwingen om zich te schikken naar hun ideeën van wat goed is.” {1TG24: 10.3}

We moeten bidden voor kracht om het bekritiseren van anderen dan onszelf te weerstaan, en zodoende dichter en dichter bij God te gaan en Zijn genade overvloedig te ontvangen. Nog nooit heb ik toch een vader of een moeder hun eigen zoon of dochter zien bekritiseren. Wanneer ouders, anderen hun nakomeling horen bekritiseren, dan hebben de critici vaak een probleem. Maar die zelfde verdedigers van hun eigen zonen en dochters, bekritiseren vaak anderen met het idee dat ze het ten goede doen van degene die zij bekritiseren. Als ze echt geloven dat hun kritiek wordt gedreven door liefde om te helpen in plaats van te verwonden, en niet om hun reputatie op te vijzelen en zonde te bedekken, dan verzoek ik u mij te vertellen, waarom deze critici hun eigen kinderen niet wat daarvan geven? {1TG24: 10.4}

Laten we bidden dat de genade van Christus ons in staat zal stellen om anderen te behandelen zoals wij willen dat ze ons behandelen, in plaats van ons zelf in zonde te houden door fouten te vinden in hun manier van godsdienst praktiseren. Op onze eigen stappen letten is alles wat we kunnen doen. {1TG24: 10.5}

10

IS DE TWEEDE WERELD OORLOG REEDS TEN EINDE, WORDEN DE HEILIGEN REEDS BEVRIJDT ?

(Door Nahum)

LEZING  DOOR V. T. HOUTEFF

BEDIENAAR DER DAVIDIAANSE ZEVENDE DAG ADVENTISTEN

SABBAT, 18 JANUARI, 1947

CARMEL KAPEL

WACO, TEXAS

Deze middag zullen we het boek Nahum bestuderen. Het hoofdmotief van dit hele boek, drie hoofdstukken in totaal, is betreffende twee afzonderlijke volken. Om vast te stellen wie deze volken zijn, zullen we beginnen met—

{1TG24: 11.1}

Nah. 1: 1; 3: 18–  “De last van Ninevé. Het boek des gezichts van Nahum, den Elkosie. … Uw herders zullen sluimeren,o koning van Assur! Uw voortreffelijken zullen zich leggen, uw volk zal zich op de bergen wijd uitbreiden, en niemand zal ze verzamelen.”

Assyrië met haar hoofdstad, Ninevé zijn duidelijk het ene volk. {1TG24: 11.2}

Om nu uit te vinden wie het andere volk is, zullen we hoofdstuk 1, verzen 12, 13 en 15 lezen ( die delen van de verzen weglatend die betrekking op Assyrie hebben). {1TG24: 11.3}

Nah. 1: 12, 13, 15– “Alzo zegt de Heere: … Ik heb u wel gdrukt, maar Ik zal u niet meer drukken. Maar nu zal Ik mijn juk van u breken, en zal uw banden verscheuren. . . Ziet op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! Betaal uw geloften;

11

want de Belialsman zal voortaan niet meer door u doorgaan, hij is gans uitgeroeid.”

Het volk dat God heeft getroffen (door hun verspreiding onder de natiën) en die Hij beloofd niet meer te treffen, en het Assyrische juk van hun schouders af te breken, zijn Zijn volk, Zijn kerk—het antitypische Juda. Zij zijn daarom het andere volk. {1TG24: 12.1}

De titel van Gods volk, merkt u op is “Juda”. “Zij worden geadviseerd de boodschapper van God te aanschouwen, die bij de vervulling van deze profetie het goede boodschapt, die vrede doet horen… de boodschap van het Koninkrijk van vrede (Jes. 11: 6-9). De Heer adviseert hen om eerlijk met Hem te zijn, oprecht in hun geloofsbetuiging. Ze worden, bovendien verzekerd dat bij de vervulling van deze profetie, de verdervende engelen de slechten uit het midden van de rechtvaardigen zal verwijderen. Zo zullen de slechten “weggevoerd” worden om niet meer te bestaan. {1TG24: 12.2}

Zo is het dat terwijl Nahum bevrijding en vrede voor Gods getrouwe volk voorspelt, hij rampspoed en vernedering voorspelt voor het antitypische Assyrië (de macht die ze dienen) en voor de slechten in de kerk. {1TG24: 12.3}

Deze verzen van hoofdstuk twee zullen voldoende zijn om het lot van Assyrië te tonen: {1TG24: 12.4}

Nah. 2: 6, 10, 13–  “De poorten der rivieren zullen geopend worden, en het paleis zal versmelten. …Ze is geledigd, ja uitgeledigd, uitgeput,e n haar hart versmelt, en de knieën schudden, en in al de lenden is smart, en hun aller aangezichten betrekken als een pot…Ziet, Ik wil aan u, spreekt de Heere der heirscharen, en Ik zal haar wagenen in rook verbranden, en het

12

zwaard zal uw jonge leeuwen verteren, en Ik zal uw roof uitroeien van de aarde, en de stem uwer gezanten zal niet meer gehoord worden.”

Hier voorspelt de profeet dat de hoofdstad van Assyrië, geledigd zal worden, en haar paleis versmolten. Het koninkrijk van Juda wordt dus duidelijk opgezet in een tijd van oorlog en beroering. Welke toegevoegde tekenen zullen de tijd aanduiden? –Laten we lezen uit hoofdstuk twee: {1TG24: 13.1}

Nah. 2: 3,4–   “De schilden zijner helden zijn rood gemaakt, de kloeke mannen zijn scharlakenvervig; de wagens zijn in het vuur der fakkelen, ten dage als hij zich bereidt; en de spiesen worden geschud. De wagens razen door de wijken, zij lopen ginds en weder op de straten; hun gedaanten zijn als der fakkelen, zij lopen door elkander henen als de bliksemen.”

Aangezien deze profetie zijn vervulling vind in de dagen dat de wagens als “fakkelen”zijn; zij lopen als de bliksem; wanneer ze ginds weder op de straten en de zijwegen, en daar het autoverkeer heden ten dage volkomen en precies voldoet aan de beschrijving ervan van de profeet, is er geen andere gevolgtrekking dan dat de dagen waar we nu in leven de dag is waarin Nahum’s profetie zal worden vervult. {1TG24: 13.2}

Met het oog nu, op het feit dat we in zo’n periode leven zoals beschreven door Nahum, tezamen met het feit dat voorbereidingen voor Nahum”s oorlog gemaakt worden gedurende een tijd van zulk een bliksemachtig voortbewegen, is het opmerkelijke bewijs dat fNahum’s profetie zijn vervulling in onze dagen zal vinden, en dat “Assyrië” hier in de  profetie, daarom niet oud Assyrië is, maar een andere wijd verspreide macht die bestaat “in de dagen van het einde” (Dan. 12: 9, 10) de tijd waarin hoor juk verwijderd zal

13

worden van Gods volk. {1TG24: 13.3}

Bovendien, daar de val van dit antitypische Assyrië, Gods volk bevrijd, en aangezien de slechten niet meer door het midden van haar zullen gaan, zijn de tijd en de gebeurtenis stevig vastgeklemd: Al deze voorspellingen geschieden in de tijd van de reiniging van de kerk, op het Oordeels dag van de levenden, gedurende de grote en geduchte dag van de Heer. {1TG24: 13.4}

Nah. 2: 1–   “Hij die aan stukken slaat, trekt tegen uw aangezicht op, bewaar de vesting; bezichtig de weg, sterk de lenden, versterk de kracht zeer.”

Het is duidelijk te zien dat een die aan stukken slaat, en die voor Assyrië’s aangezicht komt, diegene is die Assyrië dwingt om zich voor te bereiden, zichzelf machtig te bewapenen. Haar gedwongen militaire voorbereidingen, aangedreven door hem die in stukken slaat, is het beginpunt van de ondergang van Assyrië. {1TG24: 14.1}

Om nu te weten te komen wat er gebeurt met diegene die in stukken slaat—

hij die Assyrië verplicht om zich machtig voor te bereiden, zullen we lezen—{1TG24: 14.2}

Nah. 2: 5–  “Hij zal aan zijn voortreffelijken gedenken, doch zij zullen struikelen in hun tochten; zij zullen haasten naar hun muur, als het beschutsel vaardig zal wezen.”

Zijn voortreffelijken ( zijn machtige generaals) struikelen in hun tochten; dat wil zeggen, ze maken een fout als ze voort marcheren in de hoop op een overwinning. Met het oog op hun rampzalige blunder, en met het oog op het feit dat “hij die aan stukken slaat”niet meer vermeld wordt in Nahum’s boek, is het duidelijk dat door zijn struikeling hij de oorlog verliest. Volgens de verzen die volgen in de hoofdstukken van Nahum is de ondergang van Assyrië desondanks zeker. {1TG24: 14.3}

14

De vraag, komt dan op, als Assyrië zal vallen, en als degene die de oorlog begint, de “hij die aan stukken slaat” zelf eerst verliest, door wiens handen gaat Assyrië dan ten onder? Voor het antwoord, laten we gaan naar Jesaja 31, waar ditzelfde Assyrië opnieuw wordt bekeken: {1TG24: 15.1}

Jes. 31: 6-8—“Bekeert u tot Hem, van Denwelken de kinderen Israels diep afgeweken zijn. Want te dien dage zullen zij verwerpen, een ieder zij zilveren afgoden en zijn gouden afgoden, welke u uw handen tot zonde gemaakt hadden; en Assur zal vallen door het zwaard niet eens mens, en het zwaard niet eens mensen, zal hem verteren; en hij zal voor het zwaard vlieden, en zijn jongelingen zullen versmelten.”

Assyrié zal vallen en zal verteerd worden, maar niet door het zwaard van een gemene man, niet door hem die aan stukken slaat. {1TG24: 15.2}

Het feit nu dat Gods volk aangemoedigd wordt om tot Hem te keren van Wie oud Israel afgeweken is, toont opnieuw aan dat Inspiratie spreekt tot het antitypische Israel, tot Gods volk in de Christelijke eeuw. {1TG24: 15.3}

Jes. 31: 7– Want te dien dage zullen zij verwerpen, een ieder zij zilveren afgoden en zijn gouden afgoden, welke u uw handen tot zonde gemaakt hadden.”

De profeet is duidelijk langs de tijdslijn aan het kijken, naar een tijd van een algehele reformatie, een tijd waarin alleen zij die elke zonde nalaten en de Waarheid en gerechtigheid belichamen in de kerk gelaten zullen worden. Geen anderen zullen in de gemeenschap van de Heer gevonden worden. Dan zal Assyrië vallen en zo zal haar juk verwijderd worden van de nek van Gods volk. {1TG24: 15.4}

15

Assyrië valt vanwege zijn verdorvenheid, en omdat Gods volk naar Hem terugkeert, door een grondige herleving en hervorming. {1TG24: 16.1}

Jes. 31: 9—“En hij zal van vreze doorgaan naar zijn rotssteen en zijn vorsten zullen voor de banier verschrikken, spreekt de Heere die te Sion vuur en te Jeruzalem een oven heeft.”

Zodra Gods volk naar Hem wederkeert, zodra ze al hun afgoden wegdoen, overkomen al dit onheil Assyrië. {1TG24: 16.2}

Wat dient de Heer Zijn vuur te Sion en Zijn oven te Jeruzalem voor? Het antwoord zullen we vinden in – {1TG24: 16.3}

Mal. 3: 1, 2—“Ziet, Ik zend Mijn engel, die voor Mijn aangezicht de weg bereiden zal; en snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden zoekt, te wegen de Engels des verbonds, aan Denwelken gij lust hebt; ziet, Hij komt zegt de Heere der heirscharen. Maar wie zal de dag Zijner komst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van een goudsmid, en als zeep der vollers.”

De profetie van Jesaja, tezamen met de profetie van Maleachi, maken het onderwerp heel eenvoudig: volgens deze profetieën, gedurende het Oordeel der levenden, terwijl de eerste vruchten,  de dienstknechten van God, de 144.000 –met het Lam staan op de Berg Sion, zullen de hoofdkwartieren van het evangelie in Sion en Jeruzalem zijn.” {1TG24: 16.4}

Voor nu een oordeel te vellen of Nahum profeteerde over “de Tweede Wereld oorlog, zou het goed zijn om ons verstand op te frissen door de belangrijkste punten van onze studie samen te vatten” {1TG24: 16.5}

16

  1. Er worden twee volkeren bekeken—de kerk en een volk vergelijkbaar met het oude Assyrië, waar de kerk aan onderworpen is. {1TG24: 17.1}
  2. Gods volk, Juda, wordt gevraagd om de boodschapper van God te aanschouwen, die bij de vervulling van deze profetie en in een tijd verhit door oorlog hun het goede boodschapt over het Koninkrijk van vrede. {1TG24: 17.2}
  3. Deze profetie wordt vervuld in de dagen van ongekende gemotoriseerde autoverkeer, de dagen waarin de wagens (auto’s)als fakkelen zijn en wanneer ze ginds en weder razen in de wegen—ongetwijfeld, in onze dagen. {1TG24: 17.3}
  4. “Hij die aan stukken slaat” is in deze dagen in oorlog met dit antitypische Assyrië. Hij is het begin van haar ondergang. {1TG24: 17.4}
  5. Assyrië versterkt haar krachten op machtige wijze als haar vijand voor haar aangezicht komt. {1TG24: 17.5}
  6. Op weg naar de overwinning, maakt de vijand van Assyrië—“hij die aan stukken slaat een fout en als gevolg daarvan valt hij, en verliest de oorlog. {1TG24: 17.6}
  7. Assyrië, valt later toch ook, maar niet door het zwaard van een gemene man. {1TG24: 17.7}
  8. De oorlog, de snel-razende wagens, en een herleving en hervorming, zoals de wereld nooit gezien had, zijn aanwijzingspunten van de vervulling van de profetie van Nahum. {1TG24: 17.8}
  9. Wanneer Gods volk al haar afgoden wegdoen, geheel wederkeert naar Hem, dan is het dat Assyrié valt. Dan is het dat de slechten uit het midden van

17

het volk van God worden verwijderd, het Assyriche juk verbroken en de dienstknechten van God, de eerste vruchten, de 144.000, zichtbaar staan met het Lam op de Sion. {1TG24: 17.9}

Laten we nu de feiten die reeds geschiedenis zijn beschouwen: {1TG24: 18.1}

Hitler trof zijn voorbereidingen voor oorlog in een eeuw dat de wagens door de straten heen raasden, bliksemachtig snellend, en ginds en weder lopend op de straten; dat na de geallieerden, Hitlers legermachten, waar hij zijn geweren ook bracht, alles aan stukken sloegen, was het dat zij zelf gigantisch oorlogsmachines begonnen te bouwen; Hitler struikelde als het ware, door in oorlog te geen tegen Rusland, terwijl hij nog steeds in oorlog verwikkeld was met Groot Britannië; hoewel Duitsland de oorlog verloor, raakt Engeland in plaats van toch beter in te burgeren vanaf de neergang van Hitler, uitgeput, en de worden de neerstortende geluiden van haar koninkrijk luider met elke dag die voorbij gaat; Hitlers oorlog heeft de hele wereld aan stukken geslagen, en nieuwe afbrokkelingen en breuken worden gaandeweg meteen gehoord en gezien—dat er nieuwe politieke aanhangers van binnen en van buiten in ieder natie en volk zijn. {1TG24: 18.2}

Aangezien Nahum zijn beschrijving van de stad en het stadsverkeer tegen de tijd dat zijn oorlogsprofetie is vervuld, volkomen aan de voorwaarden voldoet voor De Tweede Wereld oorlog, zijn wij ervan verzekerd, dat de oorlog die Hitler begon feitelijk ten einde zal komen, wanneer Assyrië valt, en wanneer haar juk verwijderd wordt van de nek van Gods volk. Van dan af aan zullen de slechten, niet meer in de bijeenkomst van de rechtvaardigen gevonden worden. {1TG24: 18.3}

Wat is het alles omvattende doel van Nahum’s profetie? Het is om Gods volk te verlichten betreffende de tekenen des tijds, hun bewust maken, dat “de grote en geduchte dag des Heere” nabij is, dat de reiniging

18

van de kerk, het “oordeel in het huis van God” (1 Petr.4: 17) spoedig zal plaatsvinden, dat de verdorvenen, niet veel langer in hun midden zullen zijn, dat de verlossing van de rechtvaardigen op handen is, dat ze niet moeten tekort schieten om hun God gegeven taken uit te voeren. Inderdaad, Nahum’s profetie stelt de identiteit van Gods volk heden ten dage vast onder het Assyrische juk, en toont hun bevrijding aan. {1TG24: 18.4}

Het meest belangrijkste van dit alles echter, dat de profeet duidelijk verteld dat al deze dingen plaats vinden in onze dagen, en dat de val van Assyrië plaats vind terwijl Gods volk zich tot Hem terug keert, terwijl een herleving en hervorming  op succesvolle wijze uitgevoerd wordt door hem die ”vrede boodschapt” (Nah. 1: 15). Als wij daarom tekort schieten om de boodschap vast te pakken, en als we tekort schieten om te hervormen, zoals het aanbeveelt, dan is het niet mogelijk om de dag des Heren te overleven. {1TG24: 19.1}

(Voor een gedetailleerde studie van het boek van Nahum, bestudeer traktaat nr. 14, “Oorlogs nieuws voorspelling.”)

19

>