Opkomende in 1930 van binnen in het kerkgenootschap der Zevende Dags Adventisten (“de kerk der Laodiceeërs”), is het Davidiaanse Zevende Dags Adventistische genootschap altijd toegewijd geweest aan het profetisch werk (voorspeld in Jesaja 52:1) van de voorbereiding van de Laodiceese kerk, de laatste met “het onkruid” onder “het tarwe,” op de laatste verkondiging van het evangelie “in de gehele wereld.” Matt. 24:14.
Dit Genootschap houdt zich, gemeenschappelijk met het kerkgenootschap der Zevende Dags Adventisten,”aan bepaalde fundamentele geloofspunten, waarvan de voornaamste kenmerken, tezamen met enkele Bijbelse verwijzingen, waarop deze zijn gebaseerd,” oorspronkelijk als hiernavolgend worden opgesomd:
TER TOEVOEGING tot deze fundamentele geloofsstellingen waaraan het zich overeenkomstig houdt met het Kerkgenootschap der Zevende Dags Adventisten, gelooft het Davidiaanse Genootschap: