fbpx

Deel 2 Tijdige Groeten Nrs. 36,37

Ter Correctie)

GEDACHTE DER GEBED

Christus Zichtbaar In Zijn Volk

Christ’s Object Lessons, blz.69, beginnend met de eerste alinea{Lessen Uit Het Leven Van Alledag, blz. 37, vierde alinea}: {2TG36: 2.1}

A>Wanneer dan de oogst rijp is, laat hij er terstond de sikkel in slaan, omdat de oogsttijd aangebroken is.= Christus wacht met hunkerende verlangen op de openbaring van Zichzelf in zijn gemeente. Wanneer het karakter van Christus in zijn volk volmaakt zichtbaar is, zal Hij komen om hen op te eisen als zijn eigendom. Het is het voorrecht van iedere christen niet alleen uit te zien naar de komst van onze Here Jezus Christus, maar deze ook te verhaasten. Wanneer allen die zijn naam belijden, vrucht zouden dragen tot zijn eer, hoe spoedig zou dan het zaad van het evangelie in heel de wereld zijn gezaaid! De laatste grote oogst zou rijp zijn en Christus zou komen om het kostbare graan te oogsten.@ {2TG36: 2.2}

Hierin is de waarheid ingesloten dat ons vertelt wanneer wij Christus= komst om de zijnen op te eisen kunnen verwachten: AWanneer het karakter van Christus in zijn volk volmaakt zichtbaar is.@ {2TG36: 2.3}

Wij zullen nu bidden dat wij blijven pogen om te groeien als Christenen, om anderen lief te hebben en voor hen te werken, om Christus= karakter in ons zichtbaar te maken, dan zal deze wereld ten einde komen, en de nieuwe wereld zal voor ons beginnen. {2TG36: 2.4}

2

——0—–

2 TIJDIGE GROETEN 36

DEMOCRATIE, COMMUNISME, KATHOLICISME, OF PROTESTANTISMEBWELKE ZAL VERVOLGENS OVER DE WERELD REGEREN?

LEZING DOOR V.T.HOUTEFF

PREDIKANT DER D.ZEVENDE DAG ADVENTISTEN

SABBAT, 15 MEI, 1948

MT.CARMEL KAPEL

WACO, TEXAS

Zullen de natiën van nu aan in twee werelden leven? De mens mag dan wel speculeren, maar hij kan niets voorspellen. Alleen God kent de toekomst, en als Hij het ons niet vertelt, zullen wij het nooit voor de tijd weten. {2TG36: 3.1}

Daniël 7; Openbaring 13,17

Op deze in kaart gebrachte symbolisme wordt de wereld in profetie gezien vanaf de profeet Daniël=s tijd tot aan onze tijd, en verder. Daarom moeten wij in deze symbolische profetie onderzoeken of er enige informatie wordt gegeven over het desbetreffende onderwerp. {2TG36: 4.1}

Wij, en de meerderheid in het Christendom geloven over >t algemeen, dat de leeuw het vroegere Babylonisch koninkrijk voorstelt, de beer Medo-Perzië, de luipaard Griekenland, en het moeilijk-te-beschrijven beest in zijn twee fasen de koninkrijken van Heidens en Pauselijk Rome. Maar wat het luipaard-achtig beest betreft, zullen wij niet dezelfde standpunt innemen.  Daarom moeten wij nu als nooit tevoren studeren als wij de Waarheid willen weten. {2TG36: 4.2}

Als de beesten van Daniël, de eerste vier beesten op de kaart, vier tijdsperioden voorstellen, de een de ander opvolgend, waarom zouden dan de laatste drie ook niet op gelijkerwijze drie tijdsperioden voorstellen, de een de ander opvolgend?BDat zouden zij logischerwijs ook moeten zijn. Wij hoeven echter niet alleen van logica afhankelijk te zijn, want de symbolen zelf zouden de tijd en het systeem dat zij voorstellen kunnen definiëren. {2TG36: 4.3}

In tegenstelling tot de kroonloze horens bij het moeilijk-te-beschrijven beest (Daniëls vierde beest) merkt u op dat de horens, bij het luipaard-achtig beest van Openbaring 13, gekroond zijn. {2TG36: 4.4}

Waarom zijn er wel kronen op de een en geen kronen op de ander?BHet enige logisch en bijbels antwoord dat geven kan worden is deze: De engel verklaarde aan Daniël, dat de horens op het moeilijk-te-beschrijven beest, een symbool zijn van koningen die nog geen koninkrijk hadden, dat zij eens zouden opkomen, hun kronen zouden opnemen en regeren (Daniël 7:24). En de geschiedenis vermeldt dat

4

dit plaatsvond toen Heidens Rome viel, en dat de koningen die toen aan de macht kwamen, de koningen zijn die vanaf toen tot aan onze tijd reiken.Deze koningen zijn nu haast in macht afgenomen, daar hun tronen zijn overgenomen door Fascisme, Communisme, of door een andere vorm van Republicanisme. {2TG36: 4.5}

Daarom duidt het luipaard-achtig beest, hebbende zijn gekroonde horens, duidelijk aan dat hij tot ontstaan komt na de periode van het moeilijk-te-beschrijven beest, na de ondergang van Heidens Rome, en gedurende periode dat de koningen hun koninkrijken ontvangen, want gekroonde horens stellen gekroonde koningen voor. {2TG36: 5.1}

Bovendien lasterde het luipaard-achtig beest tegen God en Zijn tabernakel twee-en-veertig maanden lang, wat precies dezelfde tijdslengte is waarin de kleine horen-macht van het moeilijk-te-beschrijven beest woorden zou spreken tegen de Allerhoogste en de heiligen te gronde zou richten. Hij zou dit doen voor een tijd (een jaar), tijden (twee jaren), en een halve tijd (een half jaar), wat gelijk is aan twee-en-veertig maanden (Dan.7:25). Zowel het luipaard-achtig beest als het moeilijk-te-beschrijven beest in de tweede fase, traden op tegen God en Zijn volk in dezelfde tijdsperiode B twee-en-veertig symbolische maanden. {2TG36: 5.2}

Het is dan duidelijk, dat het luipaard-achtig beest gelijktijdig regeerde met de tweede fase van het moeilijk-te-beschrijven beest. {2TG36: 5.3}

Wat nog bijkomt, is dat het luipaard-achtig beest een samenstelling is van al de beesten die ervoor zijn geweest! Het feit dat hij de mond van een leeuw, de voeten van een beer, het lichaam van een luipaard, en tien horens heeft, zijn tekenen die hem identificeren als zijnde een afstammeling van de vier vroegere wereldrijken– Babylon, Medo-Perzië, Griekenland, en Rome. Daarom is hij het symbool van de tegenwoordige wereld, het vijfde symbolisch beest. {2TG36: 5.4}

5

Het feit nu, dat de gewonde kop van het luipaard-achtig beest zou genezen, en ook het feit  dat het scharlakenrood beest van Openbaring 17 een beest is dat dezelfde karaktertrekken heeft als het luipaard-achtig beest, hebbende tien horens en zeven koppen, maar zonder een wond op een van de koppen, bewijst dat het laatste beest een symbolische voorstelling is van de tijd nadat de dodelijke wond is genezen, van een zevende tijdsperiode, want het twee-hoornig beest treedt op voor het scharlakenrood beest, en hij is degene die een beest maakt van het beest dat ervoor was. {2TG36: 6.1}

Wij zijn nu klaar om door middel van dit symbolisch beest, de zevende, de soort wereld in te zien die wij zullen ingaan,B of het Democratie, Communisme of Protestantisme zal zijn die vervolgens zal regeren. Licht over het onderwerp schijnt voort vanuit de horens, en de vrouw die het beest berijdt, beheerst. {2TG36: 6.2}

Laat ons eerst vaststellen wie de vrouw voorstelt. De eerste aanwijzing wordt gevonden in het alom bekende feit dat Inspiratie nooit burgerlijke regeringen symboliseert door een vrouw, maar Het symboliseert wel herhaaldelijk een godsdienstige instelling, een kerk, door een vrouw, een die bekeerlingen brengt door haar bevel. Het beest stelt, zoals wij bij al de andere symbolische beesten hebben gezien, de wereld voor, terwijl de horens de regeerders voorstelt. De horens, tien in getal, betekenen bovendien universeelheid, net als de tien tenen bij het groot beeld van Daniël 2, en de tien maagden van Mattheus 25. De koppen, zeven in getal, betekenen ook volledigheid, het geheel. {2TG36: 6.3}

Het feit nu, dat de horens nog geen koninkrijk hebben terwijl de vrouw het beest berijdt, en ook het feit dat de vrouw het berijdt, beheerst, is

6

 genoeg bewijs dat de wereld als volgt geregeerd zal worden door een geestelijke organisatie, niet uitsluitend door Democratie of door Communisme. {2TG36: 6.4}

Dat de vrouw die het beest berijdt de wereld in deze tijd en eeuw symboliseert, is te bewijzen uit het feit dat de tien horens, de burgerlijke machten die bestaan gedurende de regering van Babylon, de vrouw, namelijk de kerk, haten. Aangezien Communisme de enige wereldwijde regerende macht is sinds het begin van de wereld, die tegen godsdienst is, de kerk, is op zich een vast bewijs dat de tien horens een voorstelling zijn van Communisme, en dat het beest een tijdsperiode voorstelt waarin Communisme de regeringstroon zal overheersen.  God zal echter tussenbeide komen door het in hun hart te geven om @hun kracht en macht aan het beest over te geven,@ Aen dat zij hun konikrijk aan het beest te geven, totdat de woorden Gods voleindigd zullen zijn.@ {2TG36: 7.1}

 Aldus ontvangen zij  één symbolisch uur macht met het beest, waarbij zij geen eigen koninkrijk bezitten. En aan het eind van dat Auur@zullen zij haar Awoest maken, en naakt; en zij zullen haar vlees eten, en zij zullen haar met vuur verbranden.@ Openb.17:16. {2TG36: 7.2}

Aangezien de vrouw een Amoeder der hoeren@ is (vers 5), is het vanzelfsprekend dat andere sekten van haar afkomstig zijn. {2TG36: 7.3}

Wij hebben nu gezien dat de wereld als volgt niet geregeerd zal worden door Democratie, noch door Communisme, noch door Protestantisme, noch door Katholicisme. Het zal geregeerd worden door een godsdienstig systeem waarin al haar dochters zullen deelnemenBeen kerk en staat regering, wat een beeld of gelijkenis zal zijn van het luipaard-achtig beest, voordat het de dodelijke wond had ontvangen. {2TG36: 7.4}

7

Spoedig, broeder, zuster, zullen wij deze periode van vervolging ingaan, en hoe dankbaar moeten wij dan niet zijn dat er geen noodzaak is om te vrezen, geen noodzaak om verrast te worden. Want met het Licht dat nu op ons pad schijnt, zouden wij moeten weten wat te verwachten en hoe met de situatie om te gaan. Waarlijk, voor Ade oprechten gaat het licht op in de duisternis.@ Ps.112:4. {2TG36: 7.5}

8

The Lord Is Coming{De Here Komt}

The Lord is coming! Seas, retire!{De Here komt! Zeeën, trekt u terug!

Ye mountains, melt to liquid fire!{Gij bergen, versmelt tot vloeibaar vuur!}

Ye oceans, cease to ebb and flow!{Gij oceanen, houdt op tot eb en vloed over te gaan}

His stately steppings ye should know.{Zijn statige stappen zoudt gij moeten kennen.}

The Lord is coming! Who shall stand?{De Here komt! Wie zal standhouden?}

Who shall be found at His right hand?—{Wie zal er aan Zijn rechterhand bevonden worden?}

He with the righteous garment on {Hij die het rechtvaardige kleed aanheeft}

Which Christ our glorious King hath won.{Welke Christus onze heerlijke Koning heeft gewonnen.}

The Lord is coming! Watch and pray!{De Here komt! Waakt en bidt!}

So shalt thou hasten that glad day;{Zo zult gij die blijde dag verhasten;}

So shalt thou then escape the snare,{Zo zult gij dan aan de valstrik ontkomen,}

And Christ=s eternal glory share.{En deel hebben aan Christus’eeuwige heerlijkheid.}

 BAnon.

(Ter Correctie)

GEDACHTE TER GEBED

Het Goede En Het Slechte Zaad

Ik zal lezen uit Lessen Uit Het Leven Van Alledag, beginnend met bladzijde 38(Christ=s Object Lessons, blz.70). {2TG37: 10.1}

A>Het koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand die goed zaad gezaaid had in zijn akker. Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen het koren en ging weg. Toen het graan opkwam en vrucht zette, toen kwam ook het onkruid tevoorschijn.= >De akker,=zei Christus,> is de wereld.= Maar wij moeten dit zien als de kerk in de wereld. De gelijkenis is een beschrijving van wat betrekking heeft op Gods koninkrijk en zijn werk van verlossing onder de mensen. Dit werk komt tot stand door de gemeente…Met het goede zaad worden degenen voorgesteld die geboren zijn uit Gods Woord, de waarheid. Het onkruid stelt een groep voor die de vruchten of de belichaming zijn van dwaling of van verkeerde beginselen. >De vijand die het gezaaid heeft, is de duivel.=God noch een van zijn engelen heeft ooit zaad gezaaid dat onkruid heeft voortgebracht. Het onkruid wordt altijd gezaaid door Satan, de vijand van God en van de mensen.@ {2TG37: 10.2}

Volgens deze lezing zou ons gebed voor deze middag moeten zijn dat wij beseffen dat God door middel van door Hemzelf toegewezen dienstknechten Zijn werk vervult voor het redden van zielen, dat noch Hij noch Zijn engelen ooit onkruid gezaaid heeft, maar dat Satan, de vijand van God en van mensen, het onkruid zaait. Laat ons dan ook bidden, dat wijzelf tot het goede zaad mogen behoren, zij die uit de Waarheid zijn geboren, en niet uit het slechte zaad, niet degenen zijn die het vrucht zijn van het vlees, afgeweken van de Geest. {2TG37: 10.3}

10

—-0—-

2 TIJDIGE GROETEN 37

GESCHIEDENIS EN PROFETIE, GEBODEN EN INZETTINGENBDE BIJBEL

Lezing Door V. T. Houteff,

Predikant der D.Zevende-dag Adventisten,

Sabbat, 17 Juli, 1948

Mt.Carmel Kapel

Waco, Texas

Hoe somber zou het leven wel niet zijn, als er geen geschiedenis bestondBals er geen enkele manier mogelijk was om het verleden te weten komen. Nog erger zou het zijn als er geen profetie bestondBals er geen manier was om erachter te komen hoe de toekomst eruit zal zien. Maar het allerergste zou zijn als er geen licht was om het heden te zien. {2TG37: 11.1}

Laat mij dit illustreren: Stelt u zich voor dat u uit uw raam zou uitkijken naar zowel het oosten als naar het westen, en u zou zien dat het land mijlenver verlicht is, zelf tot aan de horizon, maar er is helemaal geen licht in uw eigen huis! Nogmaals, stelt u zich voor dat u ergens heen wilt rijden, en u had een zee van licht zowel voor als achter uw auto, maar de motor wil niet op gang komen. Wat zou de auto u dan baten? En wat het licht? Dat is de exacte situatie waarin u zich zou bevinden als u kennis (of begrip) had van geschiedenis en van profetie, maar niets wist over uw eigen geestelijke toestand, niet wist dat u werd overweldigd door de vurige pijlen van de duivel. Het zou zijn alsof u onwetend over een brug zou lopen, die gaat instorten. {2TG37: 11.2}

Ik weet zeker dat u het met mij eens bent, dat het absoluut

11

 noodzakelijk is om zowel geschiedenis als profetie te kennen, dat het absoluut noodzakelijk is om het verleden en de toekomst te kennen. Maar dat zal u op zichzelf genomen niet van nut zijn als uw ziel in duisternis vertoeft, als u geestelijk dood bent zonder dat te weten; Bneen, dat zal u niet meer van nut zijn dan dat een auto met een zee van licht van voren en van achteren, maar met een uitgeschakelde motor, dat zou zijn.. Het leven tot uw ziel, en het licht dat het dichts bij uw voeten schijnt, zijn daarom het meest belangrijkste. En hoe worden dezen verkregen? {2TG37: 11.3}

De Bijbel bestaat, zoals u weet, uit drie onderdelen : (1)Geschiedenis, (2)Geboden en Verordeningen, (3)Profetie. De Psalmen en de Spreuken vallen, samen met het Hooglied, onder dezelfde drie categorieën. Geschiedenis vertelt over het verleden, en profetie vertelt over de toekomst, maar het onderhouden van de geboden en verordeningen (of wetten) brengen de zegeningen mee die wij heden zouden moeten bezitten, zoals het verlichten van de ziel, en het beschermen van het lichaam. Natuurlijk is Jezus in de geboden en wetten onze enige heil. Spreek ik niet de waarheid?BLaat ons zien wat Jezus zelf te zeggen heeft: {2TG37: 12.1}

Openb.22:16,13,14BIk, Jezus, heb Mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen in de gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht van David, de blinkende Morgenster. Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste. Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat  zij recht mogen hebben tot  de boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. –K.J.V.

Matt.5:17-22,27,28BMeent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet

12

voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.  Wie dan een van de minste van deze geboden ontbindt en de mensen zo leert, die zal de minste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen. Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger is, dan van de Schriftgeleerden en van de Farizeeën, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan. Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; en: wie doodslag pleegt, die zal vallen onder het gericht. Doch Ik zeg u: Wie ten onrechte op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! Die zal strafbaar zijn door de grote raad; maar wie zegt: Gij dwaas! Die zal strafbaar zijn door het helse vuur. Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen. Maar Ik zeg u, dat wie een vrouw aanziet, om haar te begeren, die heeft reeds overspel in zijn hart met haar gedaan.

Zoals u ziet, kunnen alleen zij, die Gods geboden onderhouden, de Heilige Stad binnengaan. Niemand anders is zodanig bevoorrecht.  Neen, Jezus kwam niet om misdaad en wetteloosheid tot stand te brengen, maar eerder gerechtigheid en vrede, door de zonden van allen weg te nemen, die berouw hebben om het overtreden van de wet. Om gered te worden houdt veel meer in dan alleen maar Hem Heer en Heiland te noemen en halleluja te roepen. {2TG37: 13.1}

ANiet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik

13

 tot hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid. Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.@ Matt.7:21-24. {2TG37: 13.2}

Jezus zei: A Indien gij Mozes geloofdet, zoudt gij ook Mij geloven.@ Johannes 5:46. Om in Mozes te geloven betekent te geloven wat hij heeft geschreven; om te geloven in Jezus betekent te geloven in wat Hij zegt. Als u niet in Mozes kunt geloven, kunt u ook niet in Jezus geloven. En hoe zullen wij geloven? BJezus antwoordt: AO, onverstandigen en tragen van hart, dat gij niet gelooft alles wat de profeten gesproken hebben!@ Lukas 24:25. Als wij alles moeten geloven, laat ons dan eerst lezen– {2TG37: 14.1}

Mal. 4:4,5BGedenkt de wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem op Horeb geboden heb voor gans Israël, met de inzettingen en verordeningen. Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt.

U weet nu dat Maleachi hoofdstuk 3 en 4 profetisch spreekt tot het volk van vandaag, tot het volk dat leeft net voor de grote en geduchte dag, tot het volk aan wie de antitypische profeet Elia is gezonden. En welke wijze raad geeft de Heer bij monde van Maleachi?BHij zegt: AGedenk de wet van Mozes, Mijn knecht.@Welke wet?BDe wet van Ainzettingen en verordeningen@ die de Heer Aop Horeb@ heeft geboden. Aangezien dit Gods getrouwe raad is tot Zijn volk, zouden wij er goed aan doen om deze wet van Mozes weer te bestuderen, en het te onthouden, want wij kunnen Zijn raad niet veronachtzamen, en alsnog Zijn zegeningen verwachten. {2TG37: 14.2}

In grote lijnen, bestaat de wet van Mozes uit

14

 drie delen. Het eerste is de ceremoniële wet, de wet van de tempelBde wet voor de offerdienst. Deze wet moeten wij nu natuurlijk niet onderhouden, tenzij in antitype, want het voorspelde de dingen die zouden komen, in het bijzonder Christus= eerste komst. Aldus is het dat indien wij in de tijd van het Oude Testament hadden geleefd, en verzuimd hadden om te leven volgens de ceremoniële wet en het systeem in die tijd, dan zouden wij daardoor ongeloof getoond hebben in Christus, die komen zou. Maar aangezien wij leven in de Christelijke tijdperk, dan zouden wij, door nu de ceremoniële wet en het systeem te onderhouden, daarmee ongeloof tonen in Christus, Die {reeds} is gekomen. {2TG37: 14.3}

Aangezien deze wet dus aan het kruis is genageld (Kol.2:14), dan is het ook  niet nodig om het nu te onderhouden, en dat moeten wij ook niet doen. {2TG37: 15.1}

Het tweede deel van Mozes= wet is de wet waarmee Israël haar volk moest regeren, de burgerlijke of juridische wet,Bde wet die uitmaakt welk vonnis de regering moet uitvoeren tegen degenen die worden aangehouden wegens stelen, doden, en dergelijke. Aangezien wij als Christenen geen eigen regering hebben, maar nog steeds leven onder de regeringen van de tegenwoordige naties, dan wordt er van ons, zowel persoonlijk als in een groep, ook niet vereist dat wij de burgerlijke wetten van Mozes uitvoeren. {2TG37: 15.2}

De enige wet van Mozes, die ons daarom mogelijk aanbevolen wordt om te gedenken, is het derde deel van de wet: de morele wet, die bestaat uit zaken die betrekking hebben op ons als individuen, dingen die wij individueel moeten presteren, dingen die ons karakter perfectioneren, zaken die ons tot een uitverkoren volk maken. Daarom moeten wij de dingen onderzoeken en doen die in de morele wet van Mozes zijnBAde geboden, inzettingen en verordeningen.@ Deut. 5:31. {2TG37: 15.3}

15

En de meest zekere manier om deze morele belangrijkheden te onderscheiden van tussen de dingen die betrekking hebben op de ceremoniële en burgerlijke systemen, is door naar het boek Deuteronomium te gaan. Dit boek is de samenvatting van al de wetten en verordeningen die Mozes gesproken heeft tot het oude Israël, dit waren zijn laatste woorden. {2TG37: 16.1}

Wij zullen beginnen met zijn voorspelling van onze eigen situatie, ons verblijf in het land van de heidenen, zoals het vandaag het geval is, met als bewijs het feit dat de raad van Mozes= geschriften ook op ons betrekking heeft. {2TG37: 16.2}

Deut.4:26-31BIk neem heden de hemel en de aarde tegen u tot getuigen, dat gij zeker spoedig zult omkomen in het land, dat gij na het overtrekken van de Jordaan in bezit zult nemen; gij zult daarin niet lang leven, maar zeker verdelgd worden; de Here zal u onder de natiën verstrooien en gij zult met een klein getal overblijven onder de volken, bij wie de Here u brengen zal; dan zult gij daar goden dienen; werk van mensenhanden, hout en steen, die niet zien, noch horen noch eten noch ruiken. En dan zult gij daar de Here, uw God, zoeken en Hem vinden, wanneer gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel. Wanneer u in benauwdheid zal verkeren en in de laatste dagen al deze dingen u zullen overkomen, dan zult gij u keren tot de Here, uw God, en gehoorzaam zijn aan Zijn stem. Want de Here, uw God, is een barmhartig God, Hij zal u niet verlaten noch u verderven en Hij zal niet vergeten het verbond met uw vaderen, dat Hij hun onder ede bevestigd heeft.

Hier voorspelde Mozes het uiteenvallen van het toen verwachte koninkrijk, en de verstrooiing van het volk Israël over de natiën, de

16

exacte situatie waarin wij ons vandaag bevinden. Hij voorspelde ook onze bezoeking in de laatste dagen, onze tijdBde tijd waarin wij als Christenen ons als vluchtelingen en zondaars onder de natiën bevinden, de tijd waarin wij bezocht worden door Inspiratie en worden geadviseerd om te Akeren tot de Here,@om Agehoorzaam te zijn aan Zijn stem.@ En als wij gehoorzamen, zal Hij ons horen en redden. {2TG37: 16.3}

Wij zouden daarom nu gehoor moeten geven aan Zijn stem, en wat Hij ook gebiedt, moeten wij doen, als wij Zijn zegeningen over ons willen hebben. {2TG37: 17.1}

         Gedenk dat wij in vroegere tijden het Koninkrijk hebben verloren wegens ongehoorzaamheid aan Zijn geboden en verordeningen, en het staat vast dat Hij ons niet terug zal nemen zolang wij verzuimen om naar Zijn stem te luisteren. En dit is de Stem, die in onze oren vandaag net zo hard luidt als in de oren van de mensen in Mozes=dagen: {2TG37: 17.2}

Deut.5:11-21BGij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken, want de Here zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt. Onderhoudt de sabbatdag, dat gij die heiligt, zoals de Here, uw God, u geboden heeft. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw rund, noch uw ezel, noch uw overige vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont, opdat uw dienstknecht en uw dienstmaagd rusten zoals gij; want gij zult gedenken, dat gij dienstknechten in het land Egypte geweest zijt, en dat de Here, uw God, u vandaar heeft uitgeleid met een sterke hand en met een uitgestrekte arm; daarom heeft u de Here, uw God, geboden de sabbatdag te houden. Eer uw vader en uw moeder, zoals de Here, uw God, u geboden heeft,

17

 opdat uw dagen verlengd worden en het u wel ga in het land, dat de Here, uw God, u geeft. Gij zult niet doodslaan. En gij zult niet echtbreken. En gij zult niet stelen. En gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste. En gij zult niet begeren uws naasten vrouw, gij zult uw zinnen niet zetten op uws naasten huis, noch op zijn akker, noch op zijn dienstknecht, zijn dienstmaagd, zijn rund, zijn ezel, noch op iets, dat van uw naaste is.

Deut. 6:5,8BGij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.(….)Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn.

Deut. 7:6,12,15BWant gij zijt een volk, dat de Here, uw God, heilig is; u heeft de Here, uw God, uit alle volken op de aardbodem, uitverkoren, om tot Zichzelf een bijzonder volk te zijn.(….)Het zal geschieden, omdat gij aan deze verordeningen gehoor geeft en ze naarstig onderhoudt, dat de Here, uw God, jegens u het verbond en de goedertierenheid zal bevestigen, die Hij aan uw vaderen met een eed bekrachtigd heeft:(…)De Here zal alle ziekten van u afwenden, en geen van de boze kwalen van Egypte, die gij kent, zal Hij u opleggen, Maar Hij zal die brengen over allen die u haten.

Volgens deze verzen worden de meeste ziekten die wij hebben veroorzaakt door ongehoorzaamheid. En het feit dat er zo veel ziekten zijn in onze tijd, is op zichzelf genomen het bewijs dat de wereld de volledige oogst binnenhaalt van haar ongehoorzaamheid. En zo zal onze toestand, zolang wij doorgaan met onze zonden, steeds erger worden. {2TG37: 18.1}

Deut. 10:12,13,19,20BNu dan, Israël, wat vraagt

18

de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen en in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wel ga.(…) Daarom zult gij de vreemdeling liefde bewijzen, want vreemdelingen zijt gij geweest in het land Egypte. De Here, uw God, zult gij dienen, Hem aanhangen en bij Zijn naam zweren.

Deut. 11:26-28BZie ik houd u heden zegen en vloek voor: zegen, wanneer gij gehoorzaam bent aan de geboden van de Here, uw God, die ik u heden opleg; maar vloek, indien gij aan de geboden van de Here, uw God, niet gehoorzaam bent en afwijkt van de weg die ik u heden gebied, door het achterna lopen van andere goden, die gij niet gekend hebt.BK.J.V.

Deut. 12:32BAl wat ik u gebied, zult gij naarstig onderhouden; gij zult daaraan niet toevoegen, noch daarvan afnemen.–K.J.V.

Deut. 14:3BGij zult niets eten, dat een gruwel is.

Deut. 18:10-12BOnder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar, geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt. Want ieder die deze dingen doet, is de Here een gruwel, en ter wille van deze gruwelen drijft de Here, uw God, hen voor u weg.

Deut. 22:5-11BEen vrouw zal geen

19

mansklederen dragen en een man geen vrouwenkleed aantrekken, want ieder die deze dingen doet, is de Here, uw God, een gruwel. Wanneer gij onderweg een vogelnest aantreft in een of andere boom of op de grond, met jongen of eierenBen de moeder zit op de jongen of de eierenBdan zult gij met de jongen niet ook de moeder wegnemen; de moeder zult gij in elk geval laten wegvliegen, maar de jongen moogt gij meenemen; opdat het u wel ga en gij lang leeft. Wanneer gij een nieuw huis bouwt, dan zult gij aan uw dak een borstwering maken, opdat gij geen bloedschuld over uw huis brengt, als er iemand af valt. Gij zult uw wijngaard niet met tweeërlei zaad bezaaien, opdat niet de gehele oogst van het zaad dat gij gezaaid hebt, en de opbrengst van de wijngaard aan het heiligdom vervalt. Gij zult niet ploegen met een rund en een ezel tezamen. Gij zult u niet kleden met een kleed van tweeërlei stof, wol en linnen tezamen.

In deze bijzondere catalogus van geboden en inzettingen, zien wij dat God zich zorgen maakt over wat Zijn volk draagt en eet. Hij verwacht van hen dat zij lief zijn voor de dieren. Hij wil dat zij erop moeten toezien dat er geen valstrikken achterblijven zodat de onwetenden daarin vallen, of dat niemand op welke manier dan ook pijn zal lijden. Ook moet Zijn volk de landbouw bedrijven overeenkomstig met Zijn wijsheid, als zij Zijn zegeningen op hun arbeid uitgestort willen hebben, en als zij gezondheid willen verkrijgen van het voedsel dat zij eten. {2TG37: 20.1}

Deut. 23:19-23BGij zult van uw broeder geen rente nemen noch van geld noch van levensmiddelen noch van iets, dat men tegen rente lenen kan. Van de buitenlander moogt gij rente nemen, maar van uw broeder zult gij geen rente nemenBopdat de Here, uw God, u zegene in alles wat gij onderneemt in het land, dat gij

20

 in bezit gaat nemen.

           Wanneer gij de Here, uw God, een gelofte doet, zult gij er niet mee talmen haar in te lossen, want de Here, uw God, zou ze toch van u eisen en dan zoudt gij u bezondigen. Maar, wanneer gij u onthoudt van het doen van een gelofte, bezondigt gij u niet. Wat over uw lippen gegaan is, moet gij stipt volbrengen; gij hebt de Here, uw God, immers volkomen vrijwillig een gelofte gedaan, die gij hebt uitgesproken met eigen mond. {2TG37: 21.1}

Deut.24:6,10-15BMen zal de handmolen of de bovenste molensteen niet tot pand nemen, want dan neemt men het leven tot pand(….)

Wanneer gij van uw naaste enige schuld te vorderen hebt, zult gij zijn huis niet binnengaan om een pand van hem weg te nemen. Gij zult buiten blijven staan, en de man, van wie gij een schuld te vorderen hebt, zal het pand buiten bij u brengen. Indien hij een arm man is, zult gij u niet te ruste leggen in wat hij u als pand gaf ; gij zult hem in ieder geval dat pand bij zonsondergang teruggeven, opdat hij zich in zijn eigen mantel te ruste legge en u zegene. Zo zal het u tot gerechtigheid zijn voor de Here, uw God. Gij zult de arme, behoeftige dagloner niet hard behandelen, hetzij hij behoort tot uw broeders, hetzij tot de vreemdelingen, die zich in uw land, in uw steden zullen bevinden. Op de dag zelf zult gij zijn loon uitbetalen, de zon mag daarover niet ondergaan, omdat hij behoeftig is en er dus naar uitzietBopdat hij niet over u tot de Here roepe en gij u bezondigt. {2TG37: 21.2}

Gods volk wordt hier verteld dat zij hun middelen of gereedschappen, waarmee zij hun brood verdienen, niet tot pand moeten nemen (niet Ade handmolen of de bovenste molensteen@  tot pand nemen). En zij moeten ook geen vorderingen (eisen) stellen tot

21

 hun arme broeders. Zij mogen ook niet met geweld de schuld opeisen, en zij mogen niet nalatig zijn in het uitbetalen van de loon aan de armen. {2TG37: 21.3}

Deut. 25:13-16BGij zult de dorsende os niet muilbanden(…)Gij zult in uw buidel geen tweeërlei gewicht hebben, een groot en een klein. Gij zult in uw huis geen tweeërlei efa hebben. Gij zult een vol en zuiver gewicht hebben; gij zult een volle en zuivere efa hebben, opdat gij lang leeft in het land, dat de Here, uw God u geven zal. Want ieder die deze dingen doet, ieder die onrecht doet, is de Here, uw God, een gruwel.

Deut. 27:17,21,24, 26BVervloekt is hij, die de grensscheiding van zijn naaste verlegt. En het gehele volk zal zeggen: Amen. (…)Vervloekt is hij, die gemeenschap heeft met een dier. En het gehele volk zal zeggen: Amen.(…) Vervloekt is hij, die in het geheim zijn broeder doodt. En het gehele volk zal zeggen: Amen.(…) Vervloekt is hij, die de woorden van deze wet niet metterdaad volbrengt. En het gehele volk zal zeggen: Amen.

Deut. 28:1-4,6,15-19,20-22,27,35BEn het zal geschieden , indien gij aandachtig zult luisteren naar de stem van de Here, uw God, en al zijn geboden, die ik u heden opleg, naarstig zult onderhouden, dat de Here, uw God, u zal verheffen boven alle volkeren der aarde. De volgende zegeningen zullen alle over u komen en uw deel worden, indien gij luistert naar de stem van de Here, uw God: Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn op het veld. Gezegend zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw bodem en de vrucht van uw vee: de worp van uw runderen, de dracht van uw kleinvee, en de kudden van uw schapen.

22

Gezegend zult gij zijn bij uw ingang en gezegend zult gij zijn bij uw uitgang(…)

Maar het zal geschieden, indien gij niet luistert naar de stem van de Here, uw God, en niet al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de volgende vervloekingen alle over u komen en u treffen: Vervloekt zult gij zijn in de stad en vervloekt op het veld. Vervloekt zullen zijn uw mande en uw baktrog. Vervloekt zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw land, de dracht van uw kleinvee, en de kudde van uw schapen. Vervloekt zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw uitgang. De Here zal over u de vloek, de verwarring en de bedreiging doen komen in alles wat gij onderneemt en wat gij doet, totdat gij verdelgd wordt en snel te gronde gaat vanwege de slechtheid uwer handen, omdat gij Mij verlaten hebt. De Here zal de pest aan u doen kleven, totdat Hij u heeft weggevaagd uit het land, dat gij in bezit gaat nemen. De Here zal u slaan met tering, koorts, extreme brand, ontstekingen, het zwaard, brandkoren en honingdauw : zij zullen u vervolgen, totdat gij te gronde gaat(…) De Here zal u slaan met Egyptische zweren, met builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt genezen(…) De Here zal u slaan met boze zweren aan de knieën en aan de benen, waarvan gij niet kunt genezenBvan uw voetzool af tot uw schedel toe.BK.J.V. {2TG37: 23.1}

Deze verzen hebben geen uitleg nodig. De voorwaarden zijn voor en ieder duidelijk. {2TG37: 23.2}

Deut. 30:15BZie, ik houd u heden het leven

23

 en het goede voor, maar ook de dood en het kwade.

1 Johannes 1:4-6–En deze dingen schrijven wij, opdat onze blijdschap volkomen zij. En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben, en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet.

Jakobus 2:19,20BGij gelooft, dat er één God is? Daaraan doet gij wel, (maar) dat geloven de boze geesten ook en zij sidderen. Wilt gij weten, gij ijdel mens, dat het geloof zonder werken dood is?BK.J.V.

Het gehoorzamen aan Aal de geboden, inzettingen en verordeningen@ van de morele wet van Mozes is, zoals u ziet, uw bewijs dat u wedergeboren bent, dat u begiftigd bent met hemelse macht, dat u het goede kunt kiezen en het kwade kunt weerstaan, dat u allen kinderen van God bent. Het onderhouden van de geboden en inzettingen in de Here, is dan het licht en schild van uw leven. Het is het uiterlijk teken, dat u, door het leven van Christus, de vijand van uw ziel en lichaam hebt overwonnen. Dit systeem van aanbidding is daarom waarlijk de Gerechtigheid door het geloof, dat de Gerechtigheid van Christus voortbrengt in Gods volk. Laat ons nu met wijd open gespreide oren luisteren naar de kreet van hij die roept:  {2TG37: 24.1}

Jes. 52:1,7BWaak op, waak op, bekleed u met sterkte, o Sion; bekleed u met uw pronkgewaden, o Jeruzalem, de heilige stad. Want geen onbesnedene of onreine zal meer in u komen(…) Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van hem, die goede berichten brengt, die vrede publiceert, die goede berichten brengt van het goede, die heil verkondigt, die tot

24

Sion spreekt: Uw God regeert!BK.J.V.

Nahum 1:15BZie, op de bergen de voeten van hem, die goede berichten brengt, die vrede PUBLICEERT! Onderhoud, o Juda, uw plechtige feesten, betaal uw geloften! Want voortaan zal de GODDELOZE niet meer door u heentrekken, hij is geheel en al AFGESNEDEN.BK.J.V.

Hier verklaart het profetisch Woord van God duidelijk bij monde van zowel de profeten Jesaja als Nahum, dat wanneer wij deze goede boodschappen zien, gepubliceerd door hem wiens voeten gezien worden op de bergen (en dit vindt nu voor het eerst plaats sinds de profeten dit schreven), het een teken zal zijn dat de goddelozen, de overtreders van de wet van Mozes, spoedig van Gods volk afgesneden zullen worden.. {2TG37: 25.1}

En nu, aangezien u bevoorrecht bent om al deze dingen te horen, Azalig zijt gij,@ zegt de Heer, Aals gij het doet.@ Joh. 13:17. {2TG37: 25.2}

Voor de samenvatting van deze studie, wens ik graag dat u ernstig deze afbeelding bekijkt. Bekijkt u het, slaat het op in uw verstand, en bestudeer het in uw eigen tijd. Ja, wees overtuigd van de waarheid die ik geprobeerd heb tot u te brengen, want het betreft uw leven, uw voorspoedigheid, uw gezondheid en geluk, uw eeuwigheid. {2TG37: 25.3}

25

—-0—-

(Ter Correctie)

GEDACHTE TER GEBED

Het Goede En Het Slechte Zaad

Ik zal lezen uit Lessen Uit Het Leven Van Alledag, beginnend met bladzijde 38(Christ=s Object Lessons, blz.70). {2TG37: 10.1}

A>Het koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand die goed zaad gezaaid had in zijn akker. Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen het koren en ging weg. Toen het graan opkwam en vrucht zette, toen kwam ook het onkruid tevoorschijn.= >De akker,=zei Christus,> is de wereld.= Maar wij moeten dit zien als de kerk in de wereld. De gelijkenis is een beschrijving van wat betrekking heeft op Gods koninkrijk en zijn werk van verlossing onder de mensen. Dit werk komt tot stand door de gemeente…Met het goede zaad worden degenen voorgesteld die geboren zijn uit Gods Woord, de waarheid. Het onkruid stelt een groep voor die de vruchten of de belichaming zijn van dwaling of van verkeerde beginselen. >De vijand die het gezaaid heeft, is de duivel.=God noch een van zijn engelen heeft ooit zaad gezaaid dat onkruid heeft voortgebracht. Het onkruid wordt altijd gezaaid door Satan, de vijand van God en van de mensen.@ {2TG37: 10.2}

Volgens deze lezing zou ons gebed voor deze middag moeten zijn dat wij beseffen dat God door middel van door Hemzelf toegewezen dienstknechten Zijn werk vervult voor het redden van zielen, dat noch Hij noch Zijn engelen ooit onkruid gezaaid heeft, maar dat Satan, de vijand van God en van mensen, het onkruid zaait. Laat ons dan ook bidden, dat wijzelf tot het goede zaad mogen behoren, zij die uit de Waarheid zijn geboren, en niet uit het slechte zaad, niet degenen zijn die het vrucht zijn van het vlees, afgeweken van de Geest. {2TG37: 10.3}

10

—-0—-

2 TIJDIGE GROETEN 37

GESCHIEDENIS EN PROFETIE, GEBODEN EN INZETTINGENBDE BIJBEL

Lezing Door V. T. Houteff,

Predikant der D.Zevende-dag Adventisten,

Sabbat, 17 Juli, 1948

Mt.Carmel Kapel

Waco, Texas

Hoe somber zou het leven wel niet zijn, als er geen geschiedenis bestondBals er geen enkele manier mogelijk was om het verleden te weten komen. Nog erger zou het zijn als er geen profetie bestondBals er geen manier was om erachter te komen hoe de toekomst eruit zal zien. Maar het allerergste zou zijn als er geen licht was om het heden te zien. {2TG37: 11.1}

Laat mij dit illustreren: Stelt u zich voor dat u uit uw raam zou uitkijken naar zowel het oosten als naar het westen, en u zou zien dat het land mijlenver verlicht is, zelf tot aan de horizon, maar er is helemaal geen licht in uw eigen huis! Nogmaals, stelt u zich voor dat u ergens heen wilt rijden, en u had een zee van licht zowel voor als achter uw auto, maar de motor wil niet op gang komen. Wat zou de auto u dan baten? En wat het licht? Dat is de exacte situatie waarin u zich zou bevinden als u kennis (of begrip) had van geschiedenis en van profetie, maar niets wist over uw eigen geestelijke toestand, niet wist dat u werd overweldigd door de vurige pijlen van de duivel. Het zou zijn alsof u onwetend over een brug zou lopen, die gaat instorten. {2TG37: 11.2}

Ik weet zeker dat u het met mij eens bent, dat het absoluut

11

 noodzakelijk is om zowel geschiedenis als profetie te kennen, dat het absoluut noodzakelijk is om het verleden en de toekomst te kennen. Maar dat zal u op zichzelf genomen niet van nut zijn als uw ziel in duisternis vertoeft, als u geestelijk dood bent zonder dat te weten; Bneen, dat zal u niet meer van nut zijn dan dat een auto met een zee van licht van voren en van achteren, maar met een uitgeschakelde motor, dat zou zijn.. Het leven tot uw ziel, en het licht dat het dichts bij uw voeten schijnt, zijn daarom het meest belangrijkste. En hoe worden dezen verkregen? {2TG37: 11.3}

De Bijbel bestaat, zoals u weet, uit drie onderdelen : (1)Geschiedenis, (2)Geboden en Verordeningen, (3)Profetie. De Psalmen en de Spreuken vallen, samen met het Hooglied, onder dezelfde drie categorieën. Geschiedenis vertelt over het verleden, en profetie vertelt over de toekomst, maar het onderhouden van de geboden en verordeningen (of wetten) brengen de zegeningen mee die wij heden zouden moeten bezitten, zoals het verlichten van de ziel, en het beschermen van het lichaam. Natuurlijk is Jezus in de geboden en wetten onze enige heil. Spreek ik niet de waarheid?BLaat ons zien wat Jezus zelf te zeggen heeft: {2TG37: 12.1}

Openb.22:16,13,14BIk, Jezus, heb Mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen in de gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht van David, de blinkende Morgenster. Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste. Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat  zij recht mogen hebben tot  de boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. –K.J.V.

Matt.5:17-22,27,28BMeent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet

12

voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.  Wie dan een van de minste van deze geboden ontbindt en de mensen zo leert, die zal de minste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen. Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger is, dan van de Schriftgeleerden en van de Farizeeën, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan. Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; en: wie doodslag pleegt, die zal vallen onder het gericht. Doch Ik zeg u: Wie ten onrechte op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! Die zal strafbaar zijn door de grote raad; maar wie zegt: Gij dwaas! Die zal strafbaar zijn door het helse vuur. Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen. Maar Ik zeg u, dat wie een vrouw aanziet, om haar te begeren, die heeft reeds overspel in zijn hart met haar gedaan.

Zoals u ziet, kunnen alleen zij, die Gods geboden onderhouden, de Heilige Stad binnengaan. Niemand anders is zodanig bevoorrecht.  Neen, Jezus kwam niet om misdaad en wetteloosheid tot stand te brengen, maar eerder gerechtigheid en vrede, door de zonden van allen weg te nemen, die berouw hebben om het overtreden van de wet. Om gered te worden houdt veel meer in dan alleen maar Hem Heer en Heiland te noemen en halleluja te roepen. {2TG37: 13.1}

ANiet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik

13

 tot hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid. Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.@ Matt.7:21-24. {2TG37: 13.2}

Jezus zei: A Indien gij Mozes geloofdet, zoudt gij ook Mij geloven.@ Johannes 5:46. Om in Mozes te geloven betekent te geloven wat hij heeft geschreven; om te geloven in Jezus betekent te geloven in wat Hij zegt. Als u niet in Mozes kunt geloven, kunt u ook niet in Jezus geloven. En hoe zullen wij geloven? BJezus antwoordt: AO, onverstandigen en tragen van hart, dat gij niet gelooft alles wat de profeten gesproken hebben!@ Lukas 24:25. Als wij alles moeten geloven, laat ons dan eerst lezen– {2TG37: 14.1}

Mal. 4:4,5BGedenkt de wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem op Horeb geboden heb voor gans Israël, met de inzettingen en verordeningen. Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt.

U weet nu dat Maleachi hoofdstuk 3 en 4 profetisch spreekt tot het volk van vandaag, tot het volk dat leeft net voor de grote en geduchte dag, tot het volk aan wie de antitypische profeet Elia is gezonden. En welke wijze raad geeft de Heer bij monde van Maleachi?BHij zegt: AGedenk de wet van Mozes, Mijn knecht.@Welke wet?BDe wet van Ainzettingen en verordeningen@ die de Heer Aop Horeb@ heeft geboden. Aangezien dit Gods getrouwe raad is tot Zijn volk, zouden wij er goed aan doen om deze wet van Mozes weer te bestuderen, en het te onthouden, want wij kunnen Zijn raad niet veronachtzamen, en alsnog Zijn zegeningen verwachten. {2TG37: 14.2}

In grote lijnen, bestaat de wet van Mozes uit

14

 drie delen. Het eerste is de ceremoniële wet, de wet van de tempelBde wet voor de offerdienst. Deze wet moeten wij nu natuurlijk niet onderhouden, tenzij in antitype, want het voorspelde de dingen die zouden komen, in het bijzonder Christus= eerste komst. Aldus is het dat indien wij in de tijd van het Oude Testament hadden geleefd, en verzuimd hadden om te leven volgens de ceremoniële wet en het systeem in die tijd, dan zouden wij daardoor ongeloof getoond hebben in Christus, die komen zou. Maar aangezien wij leven in de Christelijke tijdperk, dan zouden wij, door nu de ceremoniële wet en het systeem te onderhouden, daarmee ongeloof tonen in Christus, Die {reeds} is gekomen. {2TG37: 14.3}

Aangezien deze wet dus aan het kruis is genageld (Kol.2:14), dan is het ook  niet nodig om het nu te onderhouden, en dat moeten wij ook niet doen. {2TG37: 15.1}

Het tweede deel van Mozes= wet is de wet waarmee Israël haar volk moest regeren, de burgerlijke of juridische wet,Bde wet die uitmaakt welk vonnis de regering moet uitvoeren tegen degenen die worden aangehouden wegens stelen, doden, en dergelijke. Aangezien wij als Christenen geen eigen regering hebben, maar nog steeds leven onder de regeringen van de tegenwoordige naties, dan wordt er van ons, zowel persoonlijk als in een groep, ook niet vereist dat wij de burgerlijke wetten van Mozes uitvoeren. {2TG37: 15.2}

De enige wet van Mozes, die ons daarom mogelijk aanbevolen wordt om te gedenken, is het derde deel van de wet: de morele wet, die bestaat uit zaken die betrekking hebben op ons als individuen, dingen die wij individueel moeten presteren, dingen die ons karakter perfectioneren, zaken die ons tot een uitverkoren volk maken. Daarom moeten wij de dingen onderzoeken en doen die in de morele wet van Mozes zijnBAde geboden, inzettingen en verordeningen.@ Deut. 5:31. {2TG37: 15.3}

15

En de meest zekere manier om deze morele belangrijkheden te onderscheiden van tussen de dingen die betrekking hebben op de ceremoniële en burgerlijke systemen, is door naar het boek Deuteronomium te gaan. Dit boek is de samenvatting van al de wetten en verordeningen die Mozes gesproken heeft tot het oude Israël, dit waren zijn laatste woorden. {2TG37: 16.1}

Wij zullen beginnen met zijn voorspelling van onze eigen situatie, ons verblijf in het land van de heidenen, zoals het vandaag het geval is, met als bewijs het feit dat de raad van Mozes= geschriften ook op ons betrekking heeft. {2TG37: 16.2}

Deut.4:26-31BIk neem heden de hemel en de aarde tegen u tot getuigen, dat gij zeker spoedig zult omkomen in het land, dat gij na het overtrekken van de Jordaan in bezit zult nemen; gij zult daarin niet lang leven, maar zeker verdelgd worden; de Here zal u onder de natiën verstrooien en gij zult met een klein getal overblijven onder de volken, bij wie de Here u brengen zal; dan zult gij daar goden dienen; werk van mensenhanden, hout en steen, die niet zien, noch horen noch eten noch ruiken. En dan zult gij daar de Here, uw God, zoeken en Hem vinden, wanneer gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel. Wanneer u in benauwdheid zal verkeren en in de laatste dagen al deze dingen u zullen overkomen, dan zult gij u keren tot de Here, uw God, en gehoorzaam zijn aan Zijn stem. Want de Here, uw God, is een barmhartig God, Hij zal u niet verlaten noch u verderven en Hij zal niet vergeten het verbond met uw vaderen, dat Hij hun onder ede bevestigd heeft.

Hier voorspelde Mozes het uiteenvallen van het toen verwachte koninkrijk, en de verstrooiing van het volk Israël over de natiën, de

16

exacte situatie waarin wij ons vandaag bevinden. Hij voorspelde ook onze bezoeking in de laatste dagen, onze tijdBde tijd waarin wij als Christenen ons als vluchtelingen en zondaars onder de natiën bevinden, de tijd waarin wij bezocht worden door Inspiratie en worden geadviseerd om te Akeren tot de Here,@om Agehoorzaam te zijn aan Zijn stem.@ En als wij gehoorzamen, zal Hij ons horen en redden. {2TG37: 16.3}

Wij zouden daarom nu gehoor moeten geven aan Zijn stem, en wat Hij ook gebiedt, moeten wij doen, als wij Zijn zegeningen over ons willen hebben. {2TG37: 17.1}

         Gedenk dat wij in vroegere tijden het Koninkrijk hebben verloren wegens ongehoorzaamheid aan Zijn geboden en verordeningen, en het staat vast dat Hij ons niet terug zal nemen zolang wij verzuimen om naar Zijn stem te luisteren. En dit is de Stem, die in onze oren vandaag net zo hard luidt als in de oren van de mensen in Mozes=dagen: {2TG37: 17.2}

Deut.5:11-21BGij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken, want de Here zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt. Onderhoudt de sabbatdag, dat gij die heiligt, zoals de Here, uw God, u geboden heeft. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw rund, noch uw ezel, noch uw overige vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont, opdat uw dienstknecht en uw dienstmaagd rusten zoals gij; want gij zult gedenken, dat gij dienstknechten in het land Egypte geweest zijt, en dat de Here, uw God, u vandaar heeft uitgeleid met een sterke hand en met een uitgestrekte arm; daarom heeft u de Here, uw God, geboden de sabbatdag te houden. Eer uw vader en uw moeder, zoals de Here, uw God, u geboden heeft,

17

 opdat uw dagen verlengd worden en het u wel ga in het land, dat de Here, uw God, u geeft. Gij zult niet doodslaan. En gij zult niet echtbreken. En gij zult niet stelen. En gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste. En gij zult niet begeren uws naasten vrouw, gij zult uw zinnen niet zetten op uws naasten huis, noch op zijn akker, noch op zijn dienstknecht, zijn dienstmaagd, zijn rund, zijn ezel, noch op iets, dat van uw naaste is.

Deut. 6:5,8BGij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.(….)Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn.

Deut. 7:6,12,15BWant gij zijt een volk, dat de Here, uw God, heilig is; u heeft de Here, uw God, uit alle volken op de aardbodem, uitverkoren, om tot Zichzelf een bijzonder volk te zijn.(….)Het zal geschieden, omdat gij aan deze verordeningen gehoor geeft en ze naarstig onderhoudt, dat de Here, uw God, jegens u het verbond en de goedertierenheid zal bevestigen, die Hij aan uw vaderen met een eed bekrachtigd heeft:(…)De Here zal alle ziekten van u afwenden, en geen van de boze kwalen van Egypte, die gij kent, zal Hij u opleggen, Maar Hij zal die brengen over allen die u haten.

Volgens deze verzen worden de meeste ziekten die wij hebben veroorzaakt door ongehoorzaamheid. En het feit dat er zo veel ziekten zijn in onze tijd, is op zichzelf genomen het bewijs dat de wereld de volledige oogst binnenhaalt van haar ongehoorzaamheid. En zo zal onze toestand, zolang wij doorgaan met onze zonden, steeds erger worden. {2TG37: 18.1}

Deut. 10:12,13,19,20BNu dan, Israël, wat vraagt

18

de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen en in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wel ga.(…) Daarom zult gij de vreemdeling liefde bewijzen, want vreemdelingen zijt gij geweest in het land Egypte. De Here, uw God, zult gij dienen, Hem aanhangen en bij Zijn naam zweren.

Deut. 11:26-28BZie ik houd u heden zegen en vloek voor: zegen, wanneer gij gehoorzaam bent aan de geboden van de Here, uw God, die ik u heden opleg; maar vloek, indien gij aan de geboden van de Here, uw God, niet gehoorzaam bent en afwijkt van de weg die ik u heden gebied, door het achterna lopen van andere goden, die gij niet gekend hebt.BK.J.V.

Deut. 12:32BAl wat ik u gebied, zult gij naarstig onderhouden; gij zult daaraan niet toevoegen, noch daarvan afnemen.–K.J.V.

Deut. 14:3BGij zult niets eten, dat een gruwel is.

Deut. 18:10-12BOnder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar, geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt. Want ieder die deze dingen doet, is de Here een gruwel, en ter wille van deze gruwelen drijft de Here, uw God, hen voor u weg.

Deut. 22:5-11BEen vrouw zal geen

19

mansklederen dragen en een man geen vrouwenkleed aantrekken, want ieder die deze dingen doet, is de Here, uw God, een gruwel. Wanneer gij onderweg een vogelnest aantreft in een of andere boom of op de grond, met jongen of eierenBen de moeder zit op de jongen of de eierenBdan zult gij met de jongen niet ook de moeder wegnemen; de moeder zult gij in elk geval laten wegvliegen, maar de jongen moogt gij meenemen; opdat het u wel ga en gij lang leeft. Wanneer gij een nieuw huis bouwt, dan zult gij aan uw dak een borstwering maken, opdat gij geen bloedschuld over uw huis brengt, als er iemand af valt. Gij zult uw wijngaard niet met tweeërlei zaad bezaaien, opdat niet de gehele oogst van het zaad dat gij gezaaid hebt, en de opbrengst van de wijngaard aan het heiligdom vervalt. Gij zult niet ploegen met een rund en een ezel tezamen. Gij zult u niet kleden met een kleed van tweeërlei stof, wol en linnen tezamen.

In deze bijzondere catalogus van geboden en inzettingen, zien wij dat God zich zorgen maakt over wat Zijn volk draagt en eet. Hij verwacht van hen dat zij lief zijn voor de dieren. Hij wil dat zij erop moeten toezien dat er geen valstrikken achterblijven zodat de onwetenden daarin vallen, of dat niemand op welke manier dan ook pijn zal lijden. Ook moet Zijn volk de landbouw bedrijven overeenkomstig met Zijn wijsheid, als zij Zijn zegeningen op hun arbeid uitgestort willen hebben, en als zij gezondheid willen verkrijgen van het voedsel dat zij eten. {2TG37: 20.1}

Deut. 23:19-23BGij zult van uw broeder geen rente nemen noch van geld noch van levensmiddelen noch van iets, dat men tegen rente lenen kan. Van de buitenlander moogt gij rente nemen, maar van uw broeder zult gij geen rente nemenBopdat de Here, uw God, u zegene in alles wat gij onderneemt in het land, dat gij

20

 in bezit gaat nemen.

           Wanneer gij de Here, uw God, een gelofte doet, zult gij er niet mee talmen haar in te lossen, want de Here, uw God, zou ze toch van u eisen en dan zoudt gij u bezondigen. Maar, wanneer gij u onthoudt van het doen van een gelofte, bezondigt gij u niet. Wat over uw lippen gegaan is, moet gij stipt volbrengen; gij hebt de Here, uw God, immers volkomen vrijwillig een gelofte gedaan, die gij hebt uitgesproken met eigen mond. {2TG37: 21.1}

Deut.24:6,10-15BMen zal de handmolen of de bovenste molensteen niet tot pand nemen, want dan neemt men het leven tot pand(….)

Wanneer gij van uw naaste enige schuld te vorderen hebt, zult gij zijn huis niet binnengaan om een pand van hem weg te nemen. Gij zult buiten blijven staan, en de man, van wie gij een schuld te vorderen hebt, zal het pand buiten bij u brengen. Indien hij een arm man is, zult gij u niet te ruste leggen in wat hij u als pand gaf ; gij zult hem in ieder geval dat pand bij zonsondergang teruggeven, opdat hij zich in zijn eigen mantel te ruste legge en u zegene. Zo zal het u tot gerechtigheid zijn voor de Here, uw God. Gij zult de arme, behoeftige dagloner niet hard behandelen, hetzij hij behoort tot uw broeders, hetzij tot de vreemdelingen, die zich in uw land, in uw steden zullen bevinden. Op de dag zelf zult gij zijn loon uitbetalen, de zon mag daarover niet ondergaan, omdat hij behoeftig is en er dus naar uitzietBopdat hij niet over u tot de Here roepe en gij u bezondigt. {2TG37: 21.2}

Gods volk wordt hier verteld dat zij hun middelen of gereedschappen, waarmee zij hun brood verdienen, niet tot pand moeten nemen (niet Ade handmolen of de bovenste molensteen@  tot pand nemen). En zij moeten ook geen vorderingen (eisen) stellen tot

21

 hun arme broeders. Zij mogen ook niet met geweld de schuld opeisen, en zij mogen niet nalatig zijn in het uitbetalen van de loon aan de armen. {2TG37: 21.3}

Deut. 25:13-16BGij zult de dorsende os niet muilbanden(…)Gij zult in uw buidel geen tweeërlei gewicht hebben, een groot en een klein. Gij zult in uw huis geen tweeërlei efa hebben. Gij zult een vol en zuiver gewicht hebben; gij zult een volle en zuivere efa hebben, opdat gij lang leeft in het land, dat de Here, uw God u geven zal. Want ieder die deze dingen doet, ieder die onrecht doet, is de Here, uw God, een gruwel.

Deut. 27:17,21,24, 26BVervloekt is hij, die de grensscheiding van zijn naaste verlegt. En het gehele volk zal zeggen: Amen. (…)Vervloekt is hij, die gemeenschap heeft met een dier. En het gehele volk zal zeggen: Amen.(…) Vervloekt is hij, die in het geheim zijn broeder doodt. En het gehele volk zal zeggen: Amen.(…) Vervloekt is hij, die de woorden van deze wet niet metterdaad volbrengt. En het gehele volk zal zeggen: Amen.

Deut. 28:1-4,6,15-19,20-22,27,35BEn het zal geschieden , indien gij aandachtig zult luisteren naar de stem van de Here, uw God, en al zijn geboden, die ik u heden opleg, naarstig zult onderhouden, dat de Here, uw God, u zal verheffen boven alle volkeren der aarde. De volgende zegeningen zullen alle over u komen en uw deel worden, indien gij luistert naar de stem van de Here, uw God: Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn op het veld. Gezegend zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw bodem en de vrucht van uw vee: de worp van uw runderen, de dracht van uw kleinvee, en de kudden van uw schapen.

22

Gezegend zult gij zijn bij uw ingang en gezegend zult gij zijn bij uw uitgang(…)

Maar het zal geschieden, indien gij niet luistert naar de stem van de Here, uw God, en niet al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de volgende vervloekingen alle over u komen en u treffen: Vervloekt zult gij zijn in de stad en vervloekt op het veld. Vervloekt zullen zijn uw mande en uw baktrog. Vervloekt zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw land, de dracht van uw kleinvee, en de kudde van uw schapen. Vervloekt zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw uitgang. De Here zal over u de vloek, de verwarring en de bedreiging doen komen in alles wat gij onderneemt en wat gij doet, totdat gij verdelgd wordt en snel te gronde gaat vanwege de slechtheid uwer handen, omdat gij Mij verlaten hebt. De Here zal de pest aan u doen kleven, totdat Hij u heeft weggevaagd uit het land, dat gij in bezit gaat nemen. De Here zal u slaan met tering, koorts, extreme brand, ontstekingen, het zwaard, brandkoren en honingdauw : zij zullen u vervolgen, totdat gij te gronde gaat(…) De Here zal u slaan met Egyptische zweren, met builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt genezen(…) De Here zal u slaan met boze zweren aan de knieën en aan de benen, waarvan gij niet kunt genezenBvan uw voetzool af tot uw schedel toe.BK.J.V. {2TG37: 23.1}

Deze verzen hebben geen uitleg nodig. De voorwaarden zijn voor en ieder duidelijk. {2TG37: 23.2}

Deut. 30:15BZie, ik houd u heden het leven

23

 en het goede voor, maar ook de dood en het kwade.

1 Johannes 1:4-6–En deze dingen schrijven wij, opdat onze blijdschap volkomen zij. En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben, en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet.

Jakobus 2:19,20BGij gelooft, dat er één God is? Daaraan doet gij wel, (maar) dat geloven de boze geesten ook en zij sidderen. Wilt gij weten, gij ijdel mens, dat het geloof zonder werken dood is?BK.J.V.

Het gehoorzamen aan Aal de geboden, inzettingen en verordeningen@ van de morele wet van Mozes is, zoals u ziet, uw bewijs dat u wedergeboren bent, dat u begiftigd bent met hemelse macht, dat u het goede kunt kiezen en het kwade kunt weerstaan, dat u allen kinderen van God bent. Het onderhouden van de geboden en inzettingen in de Here, is dan het licht en schild van uw leven. Het is het uiterlijk teken, dat u, door het leven van Christus, de vijand van uw ziel en lichaam hebt overwonnen. Dit systeem van aanbidding is daarom waarlijk de Gerechtigheid door het geloof, dat de Gerechtigheid van Christus voortbrengt in Gods volk. Laat ons nu met wijd open gespreide oren luisteren naar de kreet van hij die roept:  {2TG37: 24.1}

Jes. 52:1,7BWaak op, waak op, bekleed u met sterkte, o Sion; bekleed u met uw pronkgewaden, o Jeruzalem, de heilige stad. Want geen onbesnedene of onreine zal meer in u komen(…) Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van hem, die goede berichten brengt, die vrede publiceert, die goede berichten brengt van het goede, die heil verkondigt, die tot

24

Sion spreekt: Uw God regeert!BK.J.V.

Nahum 1:15BZie, op de bergen de voeten van hem, die goede berichten brengt, die vrede PUBLICEERT! Onderhoud, o Juda, uw plechtige feesten, betaal uw geloften! Want voortaan zal de GODDELOZE niet meer door u heentrekken, hij is geheel en al AFGESNEDEN.BK.J.V.

Hier verklaart het profetisch Woord van God duidelijk bij monde van zowel de profeten Jesaja als Nahum, dat wanneer wij deze goede boodschappen zien, gepubliceerd door hem wiens voeten gezien worden op de bergen (en dit vindt nu voor het eerst plaats sinds de profeten dit schreven), het een teken zal zijn dat de goddelozen, de overtreders van de wet van Mozes, spoedig van Gods volk afgesneden zullen worden.. {2TG37: 25.1}

En nu, aangezien u bevoorrecht bent om al deze dingen te horen, Azalig zijt gij,@ zegt de Heer, Aals gij het doet.@ Joh. 13:17. {2TG37: 25.2}

ILLUSTRATION GOES HERE

Voor de samenvatting van deze studie, wens ik graag dat u ernstig deze afbeelding bekijkt. Bekijkt u het, slaat het op in uw verstand, en bestudeer het in uw eigen tijd. Ja, wees overtuigd van de waarheid die ik geprobeerd heb tot u te brengen, want het betreft uw leven, uw voorspoedigheid, uw gezondheid en geluk, uw eeuwigheid. {2TG37: 25.3}

25

—-0—-

 

>