fbpx

Deel 03 Symbolische Code Nr. 05,06

Deel 3 Symbolische Code Nr. 5, 6

De Symbolische Code Nieuws Artikel

Deel 3 Nr. 1

Mei – Juni 1937

Mt. Carmel Center

Lake Waco Texas

De Aarde Verlichtend

GROETEN VAN MT. CARMEL

ENGELEN VAN BOVEN EN DE SCHEPPING VAN BENEDEN HIELDEN MIJ OP HET RECHTE PAD

Door Zr. V.T. Houteff

Slechte ongeveer zeven jaren geleden, kwam een wonderbaarlijke oproep van de hemelse gewesten tot mij. Een engel, met hemelse heerlijkheid bekleed, genoeg om de gehele aarde met luisterrijk licht te verlichten, was de boodschapper, en hij, sprak niet mis te verstaan goddelijk tot mij door menselijke lippen. Zijn stem was sterk en helder, toen hij verkondigde, dat de tijd van “de grote en geduchte dag van de Heer,” genaderd was. Maar jammer genoeg, in plaats van mij als een geschikte onderdaan van het koninkrijk te vinden, vond hij mij in een “trieste misleiding,” in slaap gevallen. En toen plotseling ontwaakt uit mijn “diepe slaap,” stond ik stomverbaasd, berouwvol, en als ik aandachtig luisterde naar hem om zijn redevoering voort te zetten, begonnen mijn ogen langzaam te openen. {3SC5,6: 2.1.1}

Tot mijn onbeschrijflijke vreugde, viel er niet een veroordelend woord over mijn overtredingen van zijn lippen, maar eerder, werd een gelegenheid aan mij gegeven, om mijn zonden te belijden, en de hoge en verheven voorrecht om een van de 144.000 te zijn, die zullen “staan met het Lam op Mt. Sion.” {3SC5,6: 2.1.2}

Als ik over deze goede tijden nadacht, vulde mijn hart zich met verrukking en ik werd blijmoedig opgewekt om ijverig snel de noodzakelijke voorbereidingen te treffen, en mijn voeten richting Sion te richten, om de afspraak te houden, waarvan ik niet eens dacht om die af te slaan. {3SC5,6: 2.1.3}

Maar vanaf toen heb ik ondervonden, dat er een veel grotere hoeveelheid werk te doen is in het gereed maken, dan ik mij in het begin realiseerde, en dat ik zonder “smet of vlek, of iets dergelijks,” moet zijn. Dit scheen een onmogelijkheid, maar hoe harder ik de nodige veranderingen probeerde te maken in mijn leven, hoe helderder ik in staat was om de glorierijke gelegenheden en voorrechten waar te nemen, die het liefhebbende vooruitzicht biedt, van de tijd wanneer de profetieën, die de profeten zelf verlangden vervult te zien, tot stand gebracht zou worden. {3SC5,6: 2.1.4}

O wat een onherroepelijke tegenstelling is er tussen dit, onze gelukkige uitzicht van een “ gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid,” en dat van diegene die van dag tot dag lege, doelloze levens leven, die alleen plezier zoeken, die slechts tijdelijk duurt, spoedig verdwijnt in nietigheid, en de arme verspilde levens slecht laat met het vereenzaamde en hopeloze vooruitzicht van de dag van dood en verdoemenis! {3SC5,6: 2.1.5}

Verder gaande in de tijd, gingen mijn ogen geleidelijk steeds meer open, voor de reikwijdte van het werk – dat van het bijeen vergaderen van de 144.000 en de niet te tellen menigte- verbonden aan de glorierijke waarheid, gebracht door de engel van Openbaring 18:1. {3SC5,6: 2.1.6}

Deze plechtige en zwaarwegende verantwoordelijkheid, lag zwaar op mijn hart, en ik deed mijn best om de plaats te vervullen waartoe de Heer mij had aangesteld, in het helpen het ‘woord des levens,’ te verspreiden. {3SC5,6: 2.1.7}

Mijn ervaring in de boodschap heeft mij geleerd, dat in mijn arbeid voor Hem, Hij mij meer zegeningen heeft gegeven, dan ik ooit zou kunnen natellen, velen die in de vorm van onschatbare lessen zijn gekomen, waarvan de meest belangrijke is, dat wanneer men betrokken is bij het werk van de Heer, hij niet alleen vele verzoekingen vermijd, maar ook grote beloningen ontvangt, terwijl wanneer hij niets doet, heel weinig, of minder dan hij in staat is te doen, hij in verzoeking vervalt, hetgeen zorgt dat hij of al zijn belangstelling in zijn “Vaders zaak,” kwijt raakt, of iedere voortgaande stap, bekritiseert, dat de getrouwe en Ware getuige mag aangeven. Tevens heb ik velen gezien, die ogenschijnlijk grote ijver in het belang van Tegenwoordige Waarheid ten toon spreiden, maar die, omdat zij geen ervaring met God hebben gehad, geen enkele zegen hebben ontvangen. Deze trieste toestand, heeft mij constant herinnerd aan de waarschuwing die ons door Ezechiël is gegeven: {3SC5,6: 2.2.1}

“Ziet, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sodom; hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid had zij en haar dochteren; maar zij sterkte de hand des armen en nooddruftigen niet. En zij verhieven zich, en deden gruwelijkheid voor Mijn aangezicht; daarom deed Ik ze weg, nadat Ik het gezien had.” (Ezech. 16: 49, 50) KJV {3SC5,6: 2.2.2}

Maar mijn meest recente roeping om mij met Broeder Houteff te verenigen, heeft op mij een veel grotere verantwoordelijkheid geplaatst, dan datgene dat tot zo ver de mijne was geweest. Deze roeping, besef ik maar al te goed, kwam niet tot mij door wat voor waardigheid van mij dan ook, en hoewel ik immens dankbaar en gelukkig ben in mijn lot, ben ik toch alle zelfverzekering kwijt, nog vollediger dan ooit te voren de nooit falende zekerheid van de belofte van de Heer beseffend, Die nu, in het “afsluitingswerk van de kerk,” niet minder voor wie dan ook van ons zal doen, dan Hij voor Zijn volk gedaan heeft in verleden tijd. {3SC5,6: 2.2.3}

En Nu Zal Ik Trachten de Stem van de Natuur van Mt. Carmel tot u te Brengen

Midden in het oogsten, kunnen wij nu beter sommige van de lessen uit de natuur begrijpen, dan wij enige maanden geleden konden, toen de gewassen slechts een overvloed aan granen beloofden. De vooruitzichten ware zodanig dat wij ons bijna zeker voelden, van het oogsten van een grotere oogst van tarwe en haver dan deze omgeving ooit had gezien. Hoewel onze hoge verwachtingen, echter niet helemaal teleurgesteld werden, hebben wij toch minder verzameld dan twee derde van de hoeveelheid, die slechts een paar weken geleden een verzekerd vooruitzicht scheen. {3SC5,6: 2.2.4}

Het tekort is omdat de gewassen geen regen in april ontvingen. Vandaar dat alles dat tussen ons veld stond om slechts een gedeelte van de gewassen te geven en het de volledige gewassen geven, slechts een keer regen was. {3SC5,6: 2.2.5}

Daar het waar is dat de natuur Gods open boek is voor alle natiën, talen en volkeren, of ze nou klein of groot zijn, geleerd of analfabeet, worden wij aangemoedigd, door de les van de oogst van dit jaar, om onszelf te voorzien van het vocht (waarheid) van boven, terwijl wij nu in de tijd van de late regen zijn, die ons de ontwikkeling zal geven, die ons zal aanbevelen bij de hemelse graanschuur. Vandaar dat precies zoals het volledige succes van Mt. Carmels gewassen afhankelijk was van de April – Mei regens, is zo de volledigheid van onze heiligheid en verlossing afhankelijk van de stromen van de “late regen,” (leraar der gerechtigheid – Joel 2: 23, kantlijn) daar God Zelf,  de “Landman,” van het veld is en de Schepper van de regen, zal Hij ervoor zorgen dat noch te veel of te weinig regen (Tegenwoordige Waarheid) op het graan (kerk) valt. Dientengevolge, wij die de gelegenheid hebben, gebruik te maken van al de Tegenwoordige Waarheid (regen) die God zend, zullen, als wij op welke wijze dan ook, onszelf ervan beroven, tekort schieten in onze Christelijke ontwikkeling, zoals de velden van Mt. Carmel te kort schoten in hun ontwikkeling, tekort schoten om een volledige oogst te geven aan de “Landman,” Die lang had gewacht voor Zijn “eerste vruchten,” van het beloofde zaad. {3SC5,6: 3.1.1}

Als secretaris van de hervormingsbeweging, heb ik in mijn observaties van het veld van “tarwe,” (Tegenwoordige Waarheid gelovigen) gezien, dat sommige de stromen voorbij laten gaan. Zij schieten, niet alleen tekort om gebruik te maken van de ‘regen,” maar strijken zelf de druppels van hun klederen af, vrezend dat het hun schade zal toedoen! Zij zien de regen vallen, maar in plaats van zichzelf ermee te helpen, verspillen zij hun tijd, door naar de wolken (boodschappers) te staren, die ze dragen,  aldus denkende dat zij zullen weten of de wolken, op de weg reizen, waarin menselijke gedachten juist denken dat de regen moet gaan, of op de weg waarin God hen liet gaan om hun regen te laten vallen. {3SC5,6: 3.1.2}

Als ik met smart kijk naar deze trieste toestand, kan ik mij niet inhouden om luid tot het veld te roepen: “Zal een bijl zich beroemen tegen dien, die daarmede houwt? Zal een zaag pochen tegen dien, die ze trekt? Alsof een staf bewoog degenen, die hem opheffen? Als men een stok opheft, is het geen hout?” (Jes. 10:15) KJV {3SC5,6: 3.1.3}

Oh broeder, Oh zuster, bestudeert u “het aangezicht van de hemel,” of  de “tekenen des tijds”? (Matt 16: 3) Bent u meer geïnteresseerd in de bewegingen van de wolken dan in de regen die zij voor u laten vallen? Ontwaakt! Ontwaakt! Geliefde Tegenwoordige Waarheid gelovigen, die weer in slaap zijn gevallen! Beseft u niet dat u zelf het minste van de stromen nodig heeft, en dat uw groei en bekwaamheid, “tot de mate van de grootte der volheid van Christus,” afhankelijk is van het door u opnemen van alle stromen? U heeft iedere druppel regen nodig, die God zend, en u zult rekenschap moeten geven, voor alles waar u toegang toe had. {3SC5,6: 3.1.4}

Wij worden opgedragen door de grote Ik BEN, om “trouw en zonder vrees, “diegene” te “waarschuwen die slechts een gedeelte van de waarheden omarmen, die in verband staan met de drie engelen boodschap, dat zij blijmoedig al de boodschappen zoals God ze gegeven heeft moeten ontvangen, of geen deel moeten hebben aan de zaak.” – “ Ealry Writings,” p. 189. {3SC5,6: 3.2.1}

“Is het u te weinig, dat gij de goede weide afweidt? Zult gij nog het overige uwer weide met uw voeten vertreden? En zult gij de bezonkene wateren drinken, en de overgelatene met uw voeten vermodderen?

19 Mijn schapen dan, zullen zij afweiden, wat met uw voeten vertreden is, en drinken, wat met uw voeten vermodderd is?” (Ezech. 34: 18,19) KJV {3SC5,6: 3.2.2}

Misbruik broeders en zusters niet Gods genade, en keer geen doof oor aan Zijn smeekbeden, door nu, “in het ontvouwen van de waarheid,” alles in twijfel te trekken en te bekritiseren, wanneer u zich zou moeten voeden met de “grazige weiden,” en de heilige “regen,” zodat Hij u niet verrast bij uw “onheilige feest.” (“Testimonies for the Church,” Vol. 5, p. 690. Waarom zouden wij als de joden vanouds moeten zijn, die Christus Zijn werk, Zijn karakter en Zijn ervaring in twijfel trokken en bekritiseerden, helemaal vanaf zijn afkomst tot aan Zijn opstanding? Zij vonden zichzelf wijs door dit te doen, maar zoals hun daden later bewezen, zowel aan henzelf als aan de wereld, waren zij slechts dwazen. En nu mogen wij, broeder, zuster, ons voordeel doen uit hun ervaring, en het advies van de Heer aannemen, om alle menselijke wijsheid aan de kant te zetten, en als een kind te worden, zo dat Hij ons mag vullen met goddelijke wijsheid, aldus aantonend aan beide, onszelf, en aan de wereld, dat wij niet zijn als de joden vanouds. God heeft aan niemand Zijn werk gedelegeerd, om op te letten of toezicht te houden. Hij is zeker in staat om ervoor te zorgen, en zonder onze kritiek, maar Hij kan niet voor onze verlossing zorgen, als wij niet toestaan dat Tegenwoordige Waarheid, “geheel ons verstand, de gehele aandacht inneemt.” (“Early Writings,” p. 118) om ons aan te sporen de boodschap te verspreiden, en om onze lang aangekweekte kwade gewoonten, uit te roeien, in plaats van toe te staan dat satan bij ons aandringt om te trachten het werk te leiden. {3SC5,6: 3.2.3}

“De tijd is aangebroken, om besliste pogingen te doen, in plaatsen waar de waarheid nog niet verkondigd is geworden. De methoden van de Heer moeten nagevolgd worden. Het is niet uw zaak om geïntimideerd te worden door uiterlijke verschijningen, hoe afschrikwekkend zij ook mogen zijn. Het is uw zaak, het werk voorwaarts te dragen, zoals de Heer gezegd heeft dat het gedragen moet worden. Predik het woord, en de Heer, door Zijn Heilige Geest, zal de overtuiging sturen naar het verstand van de hoorders. Het woord is: “En zij, uitgegaan zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede, en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop volgden.” Marc. 16: 20. KJV {3SC5,6: 3.2.4}

“Vele arbeiders moeten hun deel doen, huis aan huis werk doen en Bijbel lezingen geven in gezinnen. Zij moeten hun groei in genade door onderwerping aan de wil van Christus tonen. Zodoende zullen zij een rijke ervaring verkrijgen. Wanneer zij in geloof het woord van Christus ontvangen, geloven en gehoorzamen, zal de bekwaamheid van de Heilige Geest in hun levenswerk gezien worden. Er zal een intensiteit van ernstige moeite gezien worden. Er zal een geloof gekoesterd worden dat werk door liefde en die de ziel zuivert. De vruchten van de Geest zullen gezien worden in het leven.” – “Testimonies for the Church,” Vol. 9, p. 141. {3SC5,6: 3.2.5}

Ik kan niet uitdrukken, hoe ernstig ik hoop en bidt dat iedere Tegenwoordige Waarheid gelovige, een ervaring met God kan verkrijgen, en nog grotere zegeningen ontvangen dan ik heb gehad. Ik zal mijn deel doen om mijn eigen gebeden ten gunste van u te beantwoorden, en om mijn harte wens in vervulling te doen gaan, door het weinige te doen wat ik kan voor u, mijn broeders en zusters, of het nou persoonlijk is, of via correspondentie, of door mijn pogingen om het soort invloed uit te oefenen, dat uw gedachten, zal richten op Die Ene, Die door Zijn dood, het mogelijk heeft gemaakt voor ons om zelf “grotere werken,’ te doen dan Hij. {3SC5,6: 4.1.1}

Ik dank allen hartelijk, die geholpen hebben, om onze lasten lichter te maken, door hun hartgrondige medewerking met ons in dit grote werk van verzamelen van de eerste vruchten, en voor uw aanhoudende gebeden voor ons. {3SC5,6: 4.2.1}

“WIE ZIJT GIJ DIE DE DIENSKNECHT VAN EEN ANDER OORDEELT?” (ROM. 14:4)

LS

Geliefde broeder———

Broeder W heeft vriendschappelijk uw laatste brief aan hem aan mij doorgegeven, en daar het een tijd geleden is dat ik van u gehoord heb, was ik zeer geïnteresseerd om het te lezen en te weten te komen, dat u het zo goed doet op uw boerderij. Maar bovenal, ben ik verheugd te weten dat uw geloof in de boodschap goed is. Ik ben echter weliswaar verdrietig door uw onrechtmatige verklaringen met betrekking tot het management van het verzegelingswerk. Vandaar dat ik de gelegenheid te baat neem om u te schrijven. {3SC5,6:4.1.2}

In uw brief, las ik: “Ik geloof de boodschapper en de boodschap meer dan ooit, maar ik kan sommige dingen niet begrijpen, en het enige verenigbare ding te doen onder deze omstandigheden, is niet te vechten tegen de boodschap of te Boodschapper, maar uw tijd op zulke wijze besteden, dat u kan voelen dat u blij bent in de Heer en de resultaten afwachten.” {3SC5,6:4.1.3}

Het is eerder fataal dan wijs, mijn broeder, om te stellen dat u gelooft in de boodschap en de boodschapper,’ en u dan meteen keren en door uw schrijven, anderen te verzoeken om uw voorbeeld te volgen, door slechts hun tijd te benutten en te wachten op “resultaten,” wanneer in tegenstelling tot uw filosofie, de boodschap waarin u zegt te geloven, u instrueert, om niet “u tijd te besteden,” zoals u dat nu doet, maar te “Pleiten met uw moeder, pleiten want (zegt de Heer), ze is niet Mijn vrouw, nog ben Ik haar man.” (Hos. 2.2) “Keer het hart.. van de kinderen tot hun vaderen, zodat ik niet kom en u sla met de ban” (Mal. 4: 6) KJV {3SC5,6:4.1.4}

Bovendien, adviseert de Geest der Profetie: “Diegene die weigeren, God Woord te aanvaarden en te gehoorzamen, totdat iedere tegenstand verwijdert is, en er geen gelegenheid meer is voor twijfel, zullen nooit tot het licht komen.”- “The Great Controversy,” p. 527. {3SC5,6:4.1.5}

Met het oog op deze specifieke instructies, kan ik broeder….. niet zien, hoe u op verstandige wijze kan zeggen: “Ik geloof,” terwijl u niet voldoet aan de vereisten van de boodschap waar u in geloofd. U brief openbaart duidelijk dat u op “uw stijf geworden bent op uw droesem,” en zonder vrees bent, voor het kwaad dat aan uw deur licht, wachtend op “resultaten,” zodoende, precies datgene doen dat God in de volgende taal veroordeelt. {3SC5,6:4.1.6}

“En het zal geschieden te dien tijde, Ik zal Jeruzalem met lantaarnen doorzoeken; en Ik zal bezoeking doen over de mannen, die stijf geworden zijn op hun droesem, die in hun hart zeggen: De HEERE doet geen goed, en Hij doet geen kwaad.” (Zef. 1: 12) KJV {3SC5,6:4.2.2}

Als u leefde in de dagen van Lot, als u in zijn boodschap geloofde, maar eenvoudigweg omdat u “sommige dingen niet begreep,” u, zoals zijn zonen en dochters, niet acht sloeg op zijn ernstige smeekbede – “vlucht deze nacht voor uw leven,” maar wachtte op “resultaten,” zou u ontkomen zijn van het “vuur en zwavel,” die de meest trotse stat op de vlakte, tot as verminderde? {3SC5,6:4.2.3}

U zegt ook: : Ik ben volledig overtuigd van een ding… en dat is het feit dat Broeder Houteff’s management, menselijk is… zijn werk is dat van een uitlegger, in deze hoedanigheid, schijnt hij naar mijn inschatting.” {3SC5,6:4.2.4}

Ik zal helemaal niet trachten mijn zaak te verdedigen broeder, maar ik zal het overlaten aan Hem, Die de “Heer des Huizes,” is, Hem, Zijn Eigen werk en management laten verdedigen. Stel echter, dat mijn management “menselijk” is, moet ik de blaam krijgen, als God, volgens uw denken, niet geïnteresseerd genoeg is in Zijn werk, om menselijke wijsheid toe te laten het te managen? Ben ik verantwoordelijk, als Hij niet het management in Zijn Eigen handen neemt? {3SC5,6:4.2.5}

Ik geloof dat Hij meer geïnteresseerd is in het werk het haar management dan u en ik ooit zullen zijn, en als om de een of andere reden, Hij het niet van toepassing vind om mij te instrueren, in alle details van het werk, zoals u denkt; dan moet Hij om wij en consequent te zijn, iemand anders geroepen hebben, om het management van Zijn grote werk op zich te nemen. Waarom komt die persoon dan niet ervoor uit, om deze zware last van mijn schouders te nemen? En als God niet iemand anders behalve mij geroepen heeft om deze grote verantwoordelijkheid aan te nemen, wat zullen u en ik daaraan doen? Zullen wij op “onze droesem,” neerzitten en wachten, hoewel Hij zegt: “Ga”? In het geval van zo een netelige positie, als wij iemand zouden uitkiezen die een speciale roeping van God heeft, zal zijn management van het werk, goddelijk zijn, als mijn management dat niet is? U zult mij vergeven van mijn oprechte vragen, hoewel zij een beetje onbescheiden mogen zijn, want ik tracht u te helpen om de situatie te zien van uit een optiek waar het licht het helderst schijnt. Als wij iemand moeten aanstellen, die niet door God Zelf, aangesteld is, in het bijzonder, als diegene minder geïnformeerd is in de boodschap, dan hij die nu managet, zou de menselijke wijsheid van onze aangestelde persoon, minder geneigd zijn van mismanagement, of maken van fouten? {3SC5,6:4.2.6}

In ieder geval, als u denkt dat er sommige verbeteringen gemaakt moeten worden in het managemen, waarom “wacht u op resultaten,”?  Waarom komt u niet tot de hulp van de Heer? Waarlijk broeder,–diegene die het beste geschikt zijn om een actief deel te nemen in het werk, zijn precies diegene, die wachten, om “resultaten,” te zien, van ons als kameraden, die noch talent noch ervaring hebben. En wanneer het werk goed genoeg vooruitgang boekt, in onze handen, veronderstelt u dat zij dan zullen stoppen “te wachten,” en zich met geheel hun hart aansluiten bij het werk? En als zij dan zouden komen om te helpen, wilt u mij alstublieft zeggen, wat wij of de Heer hen zo laat nodig hebben? Bovendien, zou hun nu “wachten op resultaten,” hun aanbevelen tot het management dan? {3SC5,6:5.1.1}

U zegt, wezenlijk, dat het werk van “Broeder Houteff,” dat van een uitlegger is, en niet van een manager, maar ons traktaat Nr. 1, waar u beweert in te geloven, en waarvan u zegt dat “Hij” in de manier van uitleggen, naar uw inzicht “daarin schijnt,” legt uit dat Ezechiël de boodschapper van heden is, daarin zijn de woorden van God geciteerd, die zeggen: “Zoon des mensen, Ik heb u als een wachter over het huis Israëls aangesteld.” (Ezech. 3: 17) KJV {3SC5,6:5.1.2}

Nadat u de boven genoemde beweringen heeft gemaakt in uw brief, trachtte u ze dan een beetje op te poetsen, en ze te bevestigen door enerzijds, de profeten van oudsher in te brengen, en het pausdom anderzijds. U beweert, “Dat de profeten zelf niet altijd zeker waren, waar zij stonden, in advies aangelegenheden.” U heeft echter niet alleen tekort geschoten om een verwijzing van zo een gebeuren te geven, maar tevens het getuigenis van de koning te overwegen, van het wijze advies van de profeten, en de toepasselijke vermaning die Christus gaf tegen zo een onrechtmatige verklaring. Vandaar dat ik citeer: “Geloof in de Heer uw God, zo zult u bevestigd worden, geloof in Zijn profeten, en gij zult voorspoedig zijn.” (2 Kron. 20: 20) KJV “O dwazen, en onverstandigen van hart, om te geloven al hetgeen, de profeten hebben gesproken.” (Lucas 24: 25) KJV {3SC5,6:5.1.3}

“Ik dring er niet bij u op aan om ieder woord te geloven, dat door mij gesproken is, in de voorbij gaande gesprekken van iedere dag, maar ik tracht u te doen beseffen, dat omwille van Christus, evenals uw eigen ziel, u alles moet geloven dat geschreven is. Nu vraag ik u broeder —–, wat als koning Jehosophat, in de tijd toen “de kinderen van Ammon, Moab en Mt. Seir, opkwamen tegen Judah, door tekort te schieten te geloven en gehoor te geven aan het advies dat de profeet Jahaziel gaf in de zaak van de strijd, het standpunt ingenomen hadden dat u ingenomen heeft, of dat welke koning Saul innam, zou hij de vijand verslagen hebben, of zouden zij hem hebben verslagen?  Of wanneer heeft God ooit de menigte verschoont, die tekort schoot gehoor te geven aan ieder detail van het management van Mozes? {3SC5,6:5.1.4}

U houdt vast aan, dat absolute gehoorzaamheid aan de woorden van de profeten, in pauselijke slavernij zal drijven! Dit is een veel te buitensporige bewering voor een Tegenwoordige Waarheid gelovige om te maken, en u heeft deze keer niet alleen tegen mij een bezwaar aangelegd, of tegen God, maar zowel tegen Hem en Mozes in de tijd van de Exodus beweging. Want als u nu denkt, dat zo een bestuur met de pauselijke geest doordrenkt is, suggereert uw bewering niet ook, dat figuurlijk gesproken, de Exodus beweging de mensen uit de frituurpan nam, alleen maar om ze in het vuur te gooien? {3SC5,6:5.2.1}

De boodschap en haar Schriftuurlijke uitleggingen, waar u voorgeeft in te geloven, bewijzen dat de Mozaïsche beweging, een type was van de ene die nu in gang is, en tenzij u, mijn geliefde broeder —–, radicaal uw gedachten verandert, en de mening die u nu onderhoudt, en Christus toe laat om het bestuur in Zijn Eigen handen te nemen, zult u nooit deel hebben in het koninkrijk, welke deze boodschap op het punt staat op te richten. {3SC5,6:5.2.2}

Verder citerend uit uw brief, zegt u: “Broeder Houteff is een boodschapper van de Heer, maar hij beseft niet in zijn menselijke zwakheid dat hij, een veel te groot probleem aangaat, in het ondernemen om, ”alles” te managen. Diegene die kunnen en zouden moeten helpen in het management hebben mij allen gelaten om het werk te doen met kinderen, zieke vrouwen en een kreupele man, terwijl diegene die mogen helpen veraf staan, om te bekritiseren en te wachten op “resultaten.”  Ja ik onderneem meer dan u misschien ooit zal weten – meer, omdat gedeeltelijk, zelf diegene die bekwame artsen zijn, ook hun werk voor mij gelaten hebben om te doen, en zelf niets doen om ons te helpen in onze lichamelijke ziekten, maar tijd… verspillen … en wachten op resultaten.” {3SC5,6:5.2.4}

Vandaag moest ik zes patiënten behandelen, en mijn echtgenote moest nog 2 behandelen. Ik ben toen de stad ingegaan om een band voor onze truck te kopen en heb geholpen om het erop te zetten, waarna ik vijf brieven heb geschreven, behalve deze ene, de volledige manuscript van de Code heb bewerkt, om andere zakelijke problemen niet te noemen, die de hele dag door mijn aandacht vroegen. Ja, ik moest zelf twee maal naar de boerderij gaan om achter dingen aan te gaan, een maal naar de dam, om voor een gewond paard te zorgen, en twee maal naar het project van de water tank, en plannen te teken voor de tank en voor andere bouwconstructies. {3SC5,6:6.1.1}

Terwijl ik dit schrijf, ben ik onderbroken door een plotselinge oproep, en ben net terug van het verbinden van een zekere broeder zijn borstfractuur. En nu de klok op het punt staat 9.30 ‘s avonds te slaan, zal ik op dit moment, mij terug trekken om te rusten totdat het alarm, om 5:00 ’s morgens afgaat. {3SC5,6:6.1.2}

Goede morgen, broeder —–! Hoewel ik mij voornam om tot 5:00 uur te rusten, werk ik eerder wakker, omdat mijn gedachten bezeten waren van dezelfde gedachten die daar waren, toen ik gisteravond naar bed ging, en aangezien mijn slaap verdwenen is, vond ik dat ik beter mijn taken voor de dag kon oppakken, door te trachten mijn schrijven aan u af te ronden. Het is nu 3: 45 in de ochtend, en het weer lijkt alsof het wil gaan regenen. Hoewel de zuidelijke bries heel koel is en verfrissen, ben ik blij dat ik voor dat de hitte van de dag voortkomt, vooruit kan zijn op  het werk, maar mijn gedachten gaan weer naar de boerderij, mij afvragend of de regen ons haver zal schaden, daar sommige van de schoven niet geschud op het veld liggen. Maar ik zal u niet belasten maken met de boerderij. {3SC5,6:6.1.3}

Ik heb reeds Jethro horen spreken, maar ik heb nog niet, zoals Mozes, de mannen om sommige van de verantwoordelijkheden in te investeren, en toch, met slechts weinig hulp, wordt van mij verwacht, om binnen korte tijd, dit kamp te bouwen, en tegelijkertijd, te zorgen voor het werk erom heen. Mijn hulp op deze heuvel, bestaat uit tien mannen, waarvan een slechts in staat is niet veel meer te doen, dan voor zichzelf te zorgen. Wij hebben ongeveer zes maanden voor hem gezorgd, toen hij ziek in bed was. Twee van de anderen zijn kreupel, een van hen is een zenuwpees, waarvan de andere met een stok loopt en twee beugels. Twee anderen zijn jong en onervaren. Slechts vijf van deze tien mannen zijn ervaren werkers, en twee van deze vallen onder diegene met een slechte gezondheid, zoals boven genoemd. Een is een timmerman in beroep, (en in de nacht een dokter uit noodzaak, die regelmatig behandelingen geeft van twee halve uren) een andere een loodgieter, de derde een stukadoor, de vierde een boekhouder en de vijfde een onderwijzer. Met dit aantal van mannen, wordt van mij verwacht het land op te ruimen, gebouwen op te zetten, het watersysteem te construeren, wegen te bouwen, lessen op school te geven, landbouw te doen, te zorgen voor het vee, etc., etc. {3SC5,6:6.1.4}

Ik ben het hartgrondig met u eens dat er grote “veranderingen sinds ooit te voren in de zelfde lijn in Waco” zullen zijn, –niet in het neerzitten en “op resultaten wachten,” maar meer in dat u als broeders naar voren treden en het gewicht van de last delen. {3SC5,6:6.1.5}

Ik vind het jammer, Bro ——— dat u de vijand heeft toegestaan, om u zo te verwarren, maar wat nog erger is, is dat in plaats van de boodschap te onderwijzen, u door uw schrijven, zaden van verwarring rondstrooit! Stel uzelf de vraag: Helpen mijn brieven op welke manier dan ook diegene die ze lezen? Zetten zij anderen, aan tot werken voor de boodschap, of dringen zij zelf erop aan bij diegene die aan het werk zijn, om mijn voorbeeld na te volgen? Deze bladzijden, bewijzen dat uw brief totaal geen wijsheid bevat, en toch, velt u er een oordeel in, over het gehele werk! {3SC5,6:6.2.1}

De bel voor de ochtendwijding staat op het punt te rinkelen, en aangezien ik maar vijf minuten heb, om daar te zijn, moet ik niet laat zijn. Vandaar dat ik precies hier stop, en zal trachten, na het ontbijt te eindigen met aan u te schrijven. {3SC5,6:6.2.2}

Het ontbijt is nu voorbij, maar voordat ik aan mijn taken in het kantoor begin, het nam wat tijd in om iedere persoon zijn werk te geven, en nu ik de post van vanmorgen heb gelezen, ben ik gereed deze ongebruikelijke lange brief te beëindigen. {3SC5,6:6.2.3}

Uw brief vraag om meer, maar daar ik reeds teveel van uw tijd heb ingenomen, stop ik hier, erop vertrouwend dat dit antwoord, geen hindernis voor u zal zijn, maar eerder om u te helpen in uw eeuwige strijd, en dat u nog minder blind oordeel op het werk zal vellen, noch uw dierbare tijd zal verspillen, door de fouten van anderen door te geven, aan diegene die niet in de fout zijn. Geloof mij Bro —–, ik heb getracht u te redden van deze verschrikkelijke geest van vernietigende bekritisering, en mijn gebed is dat God u zal zegenen, en uw voeten op vaste grond zal plaatsen. {3SC5,6:6.2.4}

Vanwege het feit dat er anderen zijn, die als slachtoffer zijn gevallen van deze zelfde “onreine geest,” en die ook de gedachten van anderen hebben vergiftigd, zal ik deze brief in de Code publiceren, ten gunste van iedereen, hopend hen te verlossen. Verder citeer ik in de volgende alinea, van de Geest der Profetie een paar, regels ter instructie met betrekking hiertoe. {3SC5,6:6.2.5}

“Satan weet hoe hij zijn aanvallen moet uitvoeren. Hij bewerkt het verstand om jaloezie en ontevredenheid op te wekken tegen degenen, die leiding geven aan het werk. Vervolgens worden de gaven in twijfel getrokken, dan leggen die natuurlijk maar weinig gewicht in de schaal, en vervolgens worden de instructies uit visioenen in de wind geslagen.’… ‘Door ruimte te geven aan twijfel en ongeloof met betrekking tot het werk van God, en door gevoelens van wantrouwen en wrede jaloezie te koesteren, openen zij de weg naar volledige misleiding en bedrog. Met bittere gevoelens, komen zij in opstand tegen degenen, die het wagen over hun fouten te spreken en hun zonden te berispen.” – “Testimonies for the Church,” Vol. 5, p. 672. {3SC5,6:6.2.6}

Uw oprechte broeder in Christus

Voor meer ijver, meer “ogenzalf,”

Minder vinden van fouten en niet meer

“wachten op resultaten.”

V.T. Houteff

VRAGEN EN ANTWOORDEN

Is Mt. Carmel een Kolonie of een Training Centrum?

Vraag Nr. 158:

“Spoedig nadat het hoofdkwartier opnieuw verhuisde van Los Angeles naar Mt. Carmel, stelde “De Symbolische Code, dat Mt. Carmel geen plaats was om gezonde mensen om zich te vestigen, maar meer een trainingscentrum waar werkers, snel en grondig voorbereid werden, voor het veld, maar wij worden verteld, dat bijna allen die daar gaan, blijven, en dat hun training, bijna geheel langs, handmatige wegen is, en tevens, dat de plannen gevormd worden, voor meer uitgebreidere vestigingen. Is deze informatie correct?” {3SC5,6:7.7.1}

Antwoord:

Al de bewoners van Mt. Carmel, zijn of op school of werken, voor het instituut. Wij hebben hier niemand, wiens verblijf in aanmerking komt voor het soort vestiging dat de “Geest der Profetie,” of de “Code,’ veroordeelt. {3SC5,6:7.1.2}

Wij vinden het jammer, dat niet allen het verschil tussen een kolonie en een trainingscentrum kunnen onderscheiden. {3SC5,6:7.1.3}

Wie Is de Koning van Mt. Carmel Centrum— God of Mens?

Vraag Nr. 159:

“Hoeveel van het werk van Mt. Carmel is precies onder de leiding van de Heer? De meesten van ons hebben een strijd gehad om onszelf los te maken van de banden die op ons gelegd werden door de huidige leiding van de kerk, en het lijkt niet meer dan redelijk dat wij de verzekering hebben, of de Heer wel of niet de leiding heeft, in alle bewegingen op Mt. Carmel, voordat wij aan enkelen, de onderwerping geven, waarvan sommigen schijnen te denken dat er nu om geroepen wordt.” {3SC5,6: 7.1.4}

Als alle Tegenwoordige Waarheid gelovigen, helder de zaak zouden doordenken, zouden zij beseffen, dat aangezien, God beloofd heeft om het bestuur in Zijn Eigen handen te nemen, het Zijn taak is om Zijn belofte te vervullen. Dan zou al hun verwarring en verbijstering over sommige aspecten van het werk, die onredelijk ondervragen en bekritiseren, veroorzaakt, als gevolg daarvan zou ophouden. {3SC5,6: 7.1.5}

Antwoord:

Bovendien, zouden zij dan weten, dat “het werk op Mt. Carmel,” in dezelfde aard van de dingen, “onder de leiding van de Heer, is” en zou geen enkele fase van de vraag zelf in hun gedachten opkomen. {3SC5,6: 7.1.6}

Verder nog, met het oogpunt op het feit, dat het werk op Mt. Carmel, in tegenstelling is tot alle menselijke plannen, bewijst de volgende verklaring, dat het werk hier onder leiding van de Heer Zelf is: “De arbeiders zullen verrast zijn, door de eenvoudige middelen, die Hij zal gebruiken, om Zijn werk van gerechtigheid tot stand te brengen.” {3SC5,6: 7.1.7}

De Geest der Profetie zegt: “nauwgezette beredeneerders en logische denkers zijn er maar weinig.” “Hoe veel mensen in deze eeuw schieten te kort om diep genoeg te gaan. Zij scheren alleen over de oppervlakte. Zij willen niet nauwgezet genoeg denken, om moeilijkheden te zien en met deze te worstelen, en zullen niet ieder belangrijk onderwerp, onderzoeken, die hen voorgelegd wordt, onder aandachtige, biddende studie, en met voldoende zorgvuldigheid en interesse, om het ware punt van belang te zien. Zij praten over zaken, die zij niet volledige en zorgvuldig afgewogen hebben.”- “Fundamenstals of Christian Education,” blz. 27,  “Testimonies for the Church,” Vol. 4, blz. 361.  {3SC5,6: 7.1.8}

“Het is niet aan u om geïntimideerd te worden door uiterlijke schijn, hoe afstotelijk zij ook mogen zijn. Het is aan u om het werk voorwaarts te dragen, zoals de Heer gezegd heeft dat het gedragen moet worden.” – “Testimonies for

the Church,” Vol. 9, blz. 141. {3SC5,6: 7.2.1}

Wat Zal het Antwoord, van de Arme Predikant Zijn?

Vraag Nr. 160.

Aangezien wij geplaagd worden, door vele beschuldigingen tegen Broeder Houteff, en daar wij niet de exacte waarheid over deze beschuldigingen, weten, vragen wij vriendelijk aan de Code, om ons de ware toedracht van hen te geven, zodat wij verstandelijk  en waarheidsgetrouw, en met zachtmoedigheid en bevreesd, in staat zullen zijn, een antwoord te geven aan iedereen die ons de reden vraagt, van de hoop die in ons is. Een van de grootste zonden, waar zij Broeder Houteff van beschuldigen, is, dat hij twee echtgenoten heeft, de eerdere die hem verlaten heeft, omdat zij niet van de Tegenwoordige Waarheid hield, de laatste die te jong voor hem is. Zijn deze dingen waar?” {3SC5,6: 7.2.2}

Antwoord:

Satan vertelt nooit de waarheid, en zo heeft hij zijn agenten gebruikt om valse verslagen te verspreiden, zoals de voorgaande, betreffende Broeder Houteff, die een alleenstaande man was, tot achttien jaren geleden, hij in contact kwam met de boodschap van de Zevende Dag Adventisten, en die nooit gedurende deze tijd gescheiden is van iemand, of getrouwd is met iemand, behalve de ene met wie hij nu leeft. {3SC5,6: 7.2.3}

Met betrekking tot de zaak van de leeftijd, vertonen de volgende Bijbelse huwelijken, een grote ongelijkheid in leeftijd: Abraham, de vader van de getrouwen, nam zichzelf zeker een echtgenote, veel jonger dan zichzelf, want toen hij de tweede keer trouwde, moet hij meer dan 140 jaren geweest zijn, aangezien hij honderd jaren oud wat toen Izaak geboren was (Gen. 21:5), en Izaak was veertig jaren out, toen hij Rebekka nam (Gen. 25: 20), in welke tijd Sara, Abrahams eerste vrouw nog leefde (Gen. 24: 67) en Keturah, zijn tweede vrouw, blijkbaar ergens onder de veertig jaren out was, want zij baarde hem zes zonen (Gen. 25: 1,2) feiten, die een verschil van ten minsten honderd jaren tussen de leeftijden van Abraham en zijn tweede echtgenote aantonen. {3SC5,6: 7.2.4}

Wederom, koost de Heer Zijn bloedlijn, Boaz (een Jood) een oude man, en Ruth (een Moabietische) een jonge vrouw (Ruth 3: 10) – een principe in tegenstelling tot de principes gehouden door zij die Broeder Houteff bekritiseren. {3SC5,6: 8.1.1}

Bovendien was de joodse Ester, die verboden was door de algemene regel van de Joden, om buiten haar stam te trouwen, gezegend in haar genegenheid voor de oude Medo-Perzische koning, vanwege het feit, dat haar volk daardoor behouden was. {3SC5,6: 8.1.2}

Jozef, om nog verder te gaan, trouwde de dochter van een afgodische priester van Egypte, en Mozes nam een Ethiopische vrouw tot echtgenote. {3SC5,6: 8.1.3}

Aldus zien wij van de bovenstaande verbintenissen, dat er geen vaste regel kan worden vastgesteld om ieders persoonlijke zaak te besturen. Bovendien, als wij hadden geleefd in de dagen van de eerder genoemde gebeurtenissen, en hen geoordeeld hadden, door onze eigen standaarden, zouden wij onszelf van Abraham hebben gescheiden, in wiens boezem de rechtvaardigen beschermd zijn, van de kwellende verbranding van de hel. (Lukas 16: 23-25);  van Jozef, waarin de levens van de oude wereld gespaard was; van Mozes, door wiens handen de eerstgeborene in Egypte of gespaard of vernietigd werden, en geheel Israël bevrijd werd van de Egyptische ballingschap; van Esther, door wiens handeling, zoals de Joden, wij onszelf vernietigd zouden hebben, door de handen van de slechte Haman; en van Christus, Die ons enige leven is. {3SC5,6: 8.1.4}

Broeder Houteff’s huwelijk is veel meer in overeenstemming met de aanvaarde gewoonten heden ten dage, dan de bovenstaande huwelijken in hun dagen dat waren. Abrahams geval alleen al is voldoende, voor diegene die de waarheid niet kan overtuigen. Bovendien, aangezien God vooraf wist dat Broeder Houteff, zo zou doen, zou zijn huwelijk dan een schaduw (verwijt) werpen op de reinigende boodschap, en daardoor veroorzaken wie dan ook het eeuwige leven kwijt te raken, dan zou God, om dat ene leven, en om Zijn Eigen eer, niet Zijn boodschap aan Broeder Houteff, hebben toevertrouwd. {3SC5,6: 8.1.5}

Verder nog, voor zover als God voort is gegaan, waarheid door Broeder Houteff te openbaren, vanaf zijn huwelijk, zou er geen reden voor wie dan ook moeten zijn, te twijfelen, dat God niet alleen zijn huwelijk goed keurden, maar tevens hem geleid heeft om deze stap te nemen. {3SC5,6: 8.1.6}

Sommigen beredeneren, dat vroegere tijden, de mensen langer leefden, dan zij nu doen, en dat, er daarom grote verschillen in leeftijden van man en vrouw toegestaan werden. Wij zien echter geen logica in zo een beredenering, want hoewel de man langer leefde, dan hij dat nu doet, toch ook de vrouwen langer leefden in die dagen dan zij heden ten dage doen. {3SC5,6: 8.1.7}

Diegene die in Tegenwoordige Waarheid geloven, en toch voortgaan fouten te vinden in Broeder Houteff’s huwelijk, bewijzen aan ons een of twee dingen, of dat zij oppervlakkige denkers zijn, of dat zij geen geloof hebben in wat zij geloven, want de boodschap leert, dat wij, als deel van de 144.000, niet zullen sterven. Vandaar dat als God ooit reden had, huwelijken die betrekking hadden met grote verschillen in leeftijden te bestraffen, Hij dat zeker nu had gedaan. {3SC5,6: 8.1.8}

Het probleem is niet met het huwelijk van Broeder Houteff, maar eerder met diegene, die Broeder Houteff naar hun eigen standaarden, oordelen. Was Broeder Houteff om dezelfde reden getrouwd, dat de meeste anderen trouwen, dan had hij vanzelfsprekend, een echtgenote van bijna welke leeftijd dan ook kunnen nemen, en het zou voor hem geen verschil hebben uitgemaakt. Maar zij die Broeder Houteff bekritiseren, schijnen volledig te vergeten, dat hij een enorm werk te doen had, en dat hij niet alleen een echtgenote nodig had om alleen een thuis voor hem te maken, maar eerder een die goed in staat was om hem te assisteren in zijn werk. Vandaar dat een oudere vrouw, of een zonder ervaring in het werk, voor hem een hindernis zou zijn in plaats van een hulp. Vandaar, dat God hem van een “hulp” had voorzien, die hem echt zou helpen, daar hij niet succesvol het werk kon uitvoeren terwijl hij alleenstaand was. {3SC5,6: 8.1.9}

Wij hebben reeds gezien, dat in de meeste gevallen, de wortel van het kwaad of ligt bij diegene die belijden vrienden van de zaak der waarheid te zijn, maar die zelf, niet in het licht wandelden, voordat de verzegelende boodschap hen vond, en dat nu niet doen, of bij diegene die openlijk alles eraan doen, om de waarheid geen enkel effect te laten hebben. Sommige van deze, hoewel zij belijden te geloven, hebben ieder voortschrijdende stap tegen gestaan, die de boodschap heeft gemaakt, terwijl anderen, in een ander geval, zich gescheiden hebben van hun eerste vrouw en weer getrouwd zijn, en in een ander geval, of tegen het huwelijk van Broeder Houteff zijn geweest, of verdriet voelden, omdat hij niet bij hen voor advies gegaan is om te beslissen met wie hij zou trouwen! Anderen die buiten de waarheid zijn getrouwd, waarvan het feit bewijst, dat zij door hun eigen zonden verblindt zijn geweest, en dat hoewel zij ijverig de gebreken van uitzoeken, die “de woorden des levens,” hebben, treden zij, in plaats van hervormd te worden, alleen dieper omlaag in de duisternis. Dit is satans meest effectieve manier van werken, want door zo te doen, is hij in staat hen in hun zonden te houden, weg van de kudde, die de stem van de Goede Herder volgt. {3SC5,6: 8.2.1}

Het grootste probleem met de meeste van de Z.D.A’s  is dat zij gedoopt zijn in de naam van het kerkgenootschap, in plaats van in de naam van de Drie Eenheid. Als gevolg daarvan, als zij zien dat de kerk iets doet wat voor hen, niet prettig is, trekken zij zichzelf terug van haar lidmaatschap, verwerpen de waarheid, en zodoende keren zij hun ruggen voor het eeuwige leven, met het vooruitzicht van de eeuwige dood! Terwijl als Christus hun roept om Hem te volgen, en de kerk Zijn stem niet hoort, zij zich tegen Hem keren, om de kerk te volgen! {3SC5,6: 8.2.2}

Mijn broeders, maak uw beslissing ten gunste van de boodschap zelf, in plaats van op Broeder Houteff’s goede of slechte daden. God heeft geen van u gedelegeerd te beslissen voor Hem over Broeder Houteff’s huwelijk. Nog minder heeft Hij wie dan ook van u, geïnstrueerd, om als een Broeder Houteff’s huwelijk als criteria te nemen om uw eigen zaak te bepalen. Wie weet dan God of Hij u aan het beproeven is, die zoals Petrus, dacht dat u zou staan met de boodschap, ongeacht wat er komen zou, maar die nu uw ware relatie ertoe toont? {3SC5,6: 8.2.3}

Wij vertrouwen erop, dat u niet langer toestaat dat de grote misleider-satan- voortgaat uw gedachten te verwarren, en zodoende ervoor zorgt, dat u ons valselijk beschuldigd, of datgene in twijfel trekt wat van dit ambt uitgaat. Gods advies voor u is: “Hoort gij de roede, en Die hem aangesteld heeft,” (Micha 6:9) {3SC5,6: 8.2.4}

“Sta op, schijn voort,” eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal….opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla. Want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.” (Jes. 60:1; Mal. 4: 5, 6) KJV {3SC5,6: 9.1.1}

Ziet op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! betaal uw geloften; want de Belialsman zal voortaan niet meer door u doorgaan, hij is gans uitgeroeid. (Nah. 1: 15) KJV {3SC5,6: 9.1.2}

Satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders.” (Lukas 22: 31, 32) KJV {3SC5,6: 9.1.3}

Wordt daarom niet gevonden onder diegene die trachten de ark te ondersteunen, of die kunnen zeggen” U bent te ernstig, u legt de Schriften niet op de juiste wijze uit. Laat mij u vertellen hoe u uw boodschap moet onderwijzen.”-“Testimonies to Ministers,” p. 475. {3SC5,6: 9.1.4}

Haal u ogen af van Broeder Houteff en kijk naar Jezus door de boodschap die Hij zend. Iedereen die de boodschap in twijfel trekt vanwege het huwelijk van Broeder Houteff, zou niet alleen grote zwakheid tonnen, maar tevens dat hij broeder Houteff volgt in plaats van de boodschap. U zou minder bezorgd moeten zijn, over wat Broeder Houteff doet, dan u bezorgt bent over wat de oude profeten van de Bijbel deden. Wees een student van de boodschap in plaats van de boodschapper, net zoals u een student bent van de Bijbel, in plaats van een student van de profeten. Dit is uw enige veiligheid, om aan het einde niet bitter teleurgesteld te zijn. {3SC5,6: 9.1.5}

Wie Zijn de Beschermers van de Kinderen, Mt. Carmel of de Ouders?

Vraag Nr. 161:

“Is het waar dat de leerlingen die aan Mt. Carmel Academie beginnen, niet toegestaan worden, te vertrekken, hoewel hun ouders kunnen wensen dat zij naar huis terug keren? Ik heb gehoord dat er geen acht wordt geslagen op de wensen en instructies van de ouders, in sommige gevallen, en ik kan niet begrijpen, waarom Mt. Carmel zoveel te zeggen heeft met betrekking tot onze kinderen, en waarom de wensen van de ouders niet gehonoreerd worden? {3SC5,6: 9.1.6}

Antwoord:

Hoewel het niet waar is dat wij studenten hier houden tegen de uitdrukkelijke wensen van hun ouders, is het toch een feit dat van ons vereist wordt dat wij niet slechts een zeer zorgvuldig toezicht over hen uitoefenen terwijl zij hier zijn, maar tevens dat wij een zeer kritische verantwoordelijkheid in de zaak van hun op school hier zijn, innemen. En onze hoop is dat de ouders, ons niet zullen dwingen, om niet nauwgezet om te gaan met hetgeen aan ons toevertrouwt is. De ouders moeten voelen dat Mt. Carmel, als een geestelijke moeder, net alleen deze verantwoordelijkheid ten opzichte van al haar kinderen moet innemen, maar tevens dat van, aan hen een training geven, van een enorm verschillend en minder inferieure orde, dan datgene wat zij ooit gekend hebben, of in de huizen van hun aardse ouders, of in andere scholen. Als dit niet het geval was, dan zou Mt. Carmel, niets beters voor de jeugd hebben dan datgene wat zij ergens anders kunnen ontvangen. Als hun ouders niet van Mt. Carmel verwachten dat zij deze verantwoordelijkheid innemen, en hen een opvoeding geven, die superieur is, aan datgene wat zij thuis kunnen ontvangen, of op een andere school, waarom zouden zij er dan zelf over nadenken om hen hier te zenden? Bovendien, als Mt. Carmel, waarvan als de kennis en wijsheid verwacht wordt, die de Hemel geschikt ziet om te geven, zelf, door aardse ouders onderwezen en geïnstrueerd moet worden, die zelf, slechts kinderen van Mt. Carmels zijn, dan is Mt. Carmel of niet wat zij moet zijn, of anders, zijn de aardse ouders diep in slaap en weten niet wat zij geloven! {3SC5,6: 9.1.7}

De regels van de school voorzien niet erin dat studenten, naar willekeur hier weggaan, of bij elk voorwendsel, naar huis gaan of naar welke ander plaats dan ook, maar vereisen eerder een zeer beslist begrip, op een zakelijke wijze, voordat welke student dan ook, die hier onder onze supervisie geplaatst is vrij gesteld wordt. {3SC5,6: 9.2.1}

Als de wereld, die onder de heerschappij van satan is, in haar morele filosofie, zo jaloers is voor de tijdelijke toekomst, niet slechts van haar eigen nakomelingen, maar ook van de onze, dat het vastbesloten en streng, allen die de schoolleeftijd hebben bereikt, verplicht, om bij benadering negen maanden ieder jaar instructies te ontvangen, zou men dan minder van ons verwachten, die de eerste heerschappij moeten herstellen, een Theocratie onder God? Horen wij niet als Tegenwoordige Waarheid gelovigen, die het “woord des levens,” aan de wereld moeten brengen, zelf nog jaloerser te zijn voor zowel de eeuwige als het tijdelijke toekomst van haar jeugd, dan de wereld is van het verwachtte einde van haar kinderen? Mt. Carmel, neemt door goddelijk bevel, al de verantwoordelijkheden voor het welzijn van de kinderen, en vereist niet alleen dat allen die de schoolleeftijd hebben bereikt, de school van de profeten bezoeken, tenminste gedurende de reguliere schoolperioden, maar ook als moeder van een hogere orde, neemt zij de verantwoordelijkheid over de jeugd gedurende de zomer vakantie. {3SC5,6: 9.2.2}

Mt. Carmel is echter, vooralsnog, nog niet op de juiste wijze georganiseerd, om voor iedereen te zorgen, of ze nou oud of jong zijn, maar haar plan is hierin beschreven, en zij zal alles doen wat zij kan, om alle Tegenwoordige Waarheid gelovigen, op een lijn te brengen met het programma van de Heer, en diegene die hun grote noodzaak niet met hun hele hart zien, om zich met het lichaam te verenigen, zullen niet alleen in geest van de beweging afgescheiden worden, maar ook lichamelijk van het koninkrijk. {3SC5,6: 9.2.3}

Wil u dan niet, mijn broeders God prijzen, voor “het nemen van het bestuur in Zijn Eigen handen”? Wil u niet zingen: “Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die den vrede doet horen; desgenen, die goede boodschap brengt van het goede, die heil doet horen; desgenen, die tot Sion zegt: Uw God is Koning. Er is een stem uwer wachters; zij verheffen de stem, zij juichen te zamen; want zij zullen oog aan oog zien, als de HEERE Sion wederbrengen zal. (Jes. 52: 7,8) KJV {3SC5,6: 9.2.4}

Wij hebben de opdracht: “Verzamelt het volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten, verzamelt de kinderkens, en die de borsten zuigen, en om “de harten van de vaderen tot de kinderen te keren, en de harten van de kinderen tot de vaderen.” (Joel 2: 16, Mal. 4: 6) KJV {3SC5,6: 10.1.1}

God acht diegene die tekort schieten om aan Zijn vereisten te voldoen, als ontrouw en overspelig aan Christus, De Meester Leraar, en aan Zijn zaak. Ouders dienen te leren dat de kinderen die God aan hen toevertrouwd heeft, God Eigen erfenis zijn en niet van hun zelf. Als zij tekort schieten, om aan Zijn ernstige smeekbede gehoor te geven, wat zullen zij antwoorden, wanneer Hij hen vraagt: Waar is de kudde, die u gegeven was, de schapen uwer heerlijkheid? Wat zult gij zeggen, wanneer Hij bezoeking over u doen zal, daar gij hem geleerd hebt tot vorsten, tot een hoofd over u te zijn; zullen u de smarten niet aangrijpen, als een barende vrouw?” (Jer. 13: 20, 21) KJV {3SC5,6: 10.1.2}

Vanzelfsprekend dan, wanneer ouders, die hun kinderen hier onder onze leiding hebben geplaatst, en ons aldus verantwoordelijk hebben gemaakt voor hun “kudde,” plotseling beslissen, onder de kracht van een of andere onrechtvaardige uitlokking, om hen van de Academie te halen, voordat de schoolperiode voorbij is, wij krachtig hun beslissing protesteren, en alles doen wat binnen onze macht is, om de kinderen hier op school te houden. {3SC5,6: 10.1.3}

Zo een situatie zou onmogelijk kunnen bestaan, als het niet om het trieste feit was, dat verreweg, de grootste meerderheid, zelf van Tegenwoordige Waarheid gelovigen, slechts vaag de ware natuur en het doel van Christelijke opvoeding begrijpt. “Velen die veronderstellen, dat zij naar de hemel gaan, worden geblinddoekt door de wereld. Hun ideeën van wat een godsdienstige opvoeding en godsdienstige discipline inhoudt, zijn vaag, en berusten slechts op waarschijnlijkheden.”- “Fundamentals of Christian Education.” p. 311. {3SC5,6: 10.1.4}

“Het onderwijs en training van de jeugd is een belangrijk en plechtig werk. Het grote doel dat zeker gesteld moet worden, is de ontwikkeling van het juiste karakter, zodat de persoon op de juiste wijze geschikt is om zich van zijn  verplichtingen van het huidige leven te kwijten, en ten slotte, het toekomstige onsterfelijke leven in te gaan.” – “Testimonies for the Church,” Vol. 4, p. 418. {3SC5,6: 10.1.5}

“Het ware doel van onderwijs is om mannen en vrouwen geschikt te maken voor dienst, door ontwikkeling en in actieve beoefening te brengen van al hun bekwaamheden.”-“Counsels to Teachers,” p. 493. {3SC5,6: 10.1.6}

“Om de mens terug in harmonie met God te brengen, en zo zijn morele natuur te verhogen en te verfijnen, dat hij weer het beeld van de Schepper mag weerspiegelen, is het grote doel van alle onderwijs en discipline van het leven.”-“Counsels to Teachers,” p. 49. {3SC5,6: 10.1.7}

“Het systeem van onderwijs dat opgericht is in Eden, had de familie als middelpunt.” Bovendien, was het onderwijs dat de familie als middelpunt had, datgene wat de overhand had in de dagen van de profeten.”-“Education,” p. 33. {3SC5,6: 10.2.1}

“Vanuit deze korte verklaringen, zien wij, dat het ware onderwijs, is om de persoon volmaakt te maken in Christus, en dat in Gods originele plan voor het onderwijs van Zijn kinderen, de familie de school moest zijn, en ook, “Dat dit de methode van onderwijs was, die God wenste op te richten in Israël. Maar toen zij uit Egypte gebracht waren, waren er onder de Israëlieten, slechts weinig voorbereid om werkers tezamen met Hem te zijn, in het trainen van hun kinderen. De ouders zelf hadden instructies en discipline nodig. Als slachtoffers van een levenslange slavernij, waren zij onwetend, niet getraind, vervallen. Zij hadden weinig kennis van God en weinig geloof in Hem. Zij waren verwart door valse leerstellingen, en verdorven door hun lange contact met het heidendom.” -Id. 34. {3SC5,6: 10.2.2}

Zo is het met ons vandaag aan de dag. In feite: “Zegt de engel, heb gij erger gedaan dan hen” (Testimonies for the Church,” Vol. 1, p. 129), met als resultaat, dat ouders nu, meer dan de kinderen, in een grotere behoefte verkeren dan ooit tevoren, van “instructies en discipline.” Vandaar, dat hoewel, in Gods plan de familie de ideale school is, en daarom, bij voorkeur, de plaats, voor “kinderen van kwetsbare leeftijden, “openbaren toch, ervaring en het woord van God dat, wij de voetsporen van het oude Israël zijn nagevolgd, om erger te doen dan hen, door met onze praktijken de idealen van de familie als een school te schenden. {3SC5,6: 10.2.3}

Zodoende, zullen in zekere mate, kinderen die onderwijs ontvangen op onze scholen, veel meer vooruitgang boeken, als zij gescheiden zijn van de familie cirkel, waar zij de verkeerde opvoeding hebben ontvangen. Het kan nodig zijn  voor sommige families, om zich te vestigen, daar waar zij hun kinderen op een kostschool kunnen plaatsen en de onkosten besparen, maar in vele gevallen, bewijst het slechts een hindernis te zijn in plaats van een zegen voor hun kinderen.” “Omdat zij getraind zijn om altijd verwend te worden en nooit getraind om te gehoorzamen, zou het, het beste voor hun vooruitgang zijn om van hun ondeskundige ouders verwijdert te zijn, en geplaatst worden onder strenge regels en exercitie zoals soldaten in een leger. Tenzij er iets gedaan wordt voor deze kinderen, die op zo een trieste wijze door de ontrouwe ouders zijn verwaarloost, zullen zij nooit door Jezus aanvaard worden, tenzij er een zekeren controlerende macht gebracht zal worden om over hen uit te oefenen, zullen zij waardeloos zijn in dit leven, en zullen geen deel hebben in het toekomstige leven.”-“Fundamentals of Christian Education,” p. 313, “Testimonies for the Church,” Vol. 4, p. 429. {3SC5,6: 10.2.4}

Daarom is het nu meer dan ooit, noodzakelijk, dat ouders in de Tegenwoordige Waarheid hun kinderen op de school van Mt. Carmel plaatsen, waar God voor hen in voorzien heeft, als zij wensen hen gered te zien. {3SC5,6: 10.2.5}

De Geest der Profetie zegt: “Studenten behoren geplaatst te worden onder de meest gunstige omstandigheden om heel veel van de opvoeding die zij hebben gehad te beveiligen.” (Life Sketches,” p. 352), want weinigen hebben de instructies die belangrijk is… Kinderen hebben grote behoefte aan het juiste onderwijs, zodat zij gebruikt kunnen worden in de wereld… Zonder deze kennis is het zeker dat de mens zijn eeuwige leven zal verliezen… De Heer roept de jeugd op, om onze scholen te bezoeken, en snel zichzelf geschikt maken voor actief werk. De tijd is kort.” – “Counsels to Teachers, pp. 168, 84, 13, 493. {3SC5,6: 10.2.6}

“De tijd is kort, wat gedaan moet worden, moet snel gedaan worden. Neem u voor om de tijd goed te besteden. Zoek niet uw eigen pleziertjes. Red uzelf” “De uren van de afsluiting van de genadetijd komen snel dichtbij. Wij hebben geen tijd—niet een moment te verliezen. Laat ons niet slapend gevonden worden tijdens de wacht.” – “Testimonies for the Church,” Vol. 9, p. 200; Vol. 8, p. 252. {3SC5,6: 11.1.1}

“In het plannen voor het onderwijs van hun kinderen buiten het gezin, zouden ouders moeten beseffen, dat het niet langer veilig is, om hen naar de openbare school te sturen, en moeten moeite doen hen te sturen naar de scholen waar zij onderwijs zullen verkrijgen gebaseerd op een Schriftuurlijk fundament. Op iedere Christelijke ouder, rust de plechtige verplichting van het geven aan zijn kinderen een opvoeding, dat hen zal leiden om kennis van de Heer te verkrijgen, en deelnemers te worden aan de goddelijke natuur door gehoorzaamheid aan Gods wil en weg.”-“Counsels to Teachers,” p. 205. {3SC5,6: 11.1.2}

“Onze kinderen moeten weggehaald worden van de kwade invloeden van de openbare school, en geplaatst worden, waar grondig bekeerde onderwijzers hen kunnen onderwijzen in de Heilige Schriften. Zo zullen studenten geleerd worden om het Woord van God de grote regel in hun leven te maken.”-“Counsels to Teachers,” p. 204. {3SC5,6: 11.1.3}

“Door kinderen naar openbare scholen te sturen, plaatsen ouders hen onder demoraliserende invloeden – invloeden die de morele gewoonten beschadigen. In zo een omgeving, ontvangen kinderen instructies, die hen trainen om vijanden van Christus te zijn. Zij verliezen het oog op vroomheid en deugd. {3SC5,6: 11.1.4}

“Vele openbare scholen zijn doordrongen van de verderfelijke invloeden van jongens en meisjes die experts zijn in de zonde. En de kinderen die toegestaan worden om op straat te spelen, verkrijgen ook een training waarvan achteloze ouders soms zullen leren, dat het leidt tot roekeloosheid en wetteloosheid.”-“Counsels to Teachers,” p. 200. {3SC5,6: 11.1.5}

“Ouders moeten hun eigen verplichtingen niet verwaarlozen ten gunste van hun kinderen. Zij moeten hen zo trainen, dat zij een zegening voor de maatschappij hier zijn, en de beloning van het eeuwige leven hierna mogen ontvangen.”-“Testimonies for the Church,” Vol. 4, p. 429. {3SC5,6: 11.1.6}

Dat vaders en moeders niet te kort schieten om deze grote noodzakelijkheid te beseffen, heeft God op  hen “de verantwoordelijkheid van het geven van een Christelijke opvoeding aan de kinderen die aan hen toevertrouwd zijn,” gelegd. Onder geen enkele omstandigheid, moeten zij toelaten dat  wat voor soort zaak dan ook hun verstand en tijd en talenten zo in beslag neemt, dat hun kinderen toegestaan worden af te dwalen totdat zij ver gescheiden zijn van God. Zij mogen hun kinderen niet toestaan uit hun greep te glijden, in de handen van ongelovigen. Zij moeten hen trainen, om arbeiders tezamen met God te worden. {3SC5,6: 11.1.7}

“Er is ernstig werk dat gedaan moet worden voor de kinderen. Voordat de overspoelende gesel val komen op allen die op de aarde verblijven, roept de Heer diegene die waarlijk Israëlieten zijn om Hem te dienen. Verzamel uw kinderen in uw eigen huizen, verzamel hen binnen van uit de groepen, die de woorden van Satan uitspreken, die de geboden van God niet gehoorzamen.”- “Fundamentals of Christian Education,” p. 545. {3SC5,6: 11.2.1}

“Deze ervaring van de Israëlieten was geschreven als instructies voor diegene die zouden leven in de laatste der dagen. Voordat de overspoelende gesel zal komen op degene die op de aarde verblijven, roept de Heer allen op die waarlijk Israëlieten zijn om zich voor te bereiden voor deze gebeurtenis. Aan de ouders stuurt hij de waarschuwende roep: “Verzamel uw kinderen in uw huizen, verzamel ze weg van degene die de geboden van God veronachtzamen, die het kwaad onderwijzen en daarnaar handelen.” – “ Testimonies for the Church,” Vol. 6, p. 195. {3SC5,6: 11.2.2}

“Als God in Zijn voorzienigheid, een school onder onze eigen mensen heeft opgericht [ op Mt. Carmel], en als in plaats van uw [kinderen] te zenden, waar [zij] in het gezelschap van en onder de invloed  zijn van diegene die van de waarheid houden, u [hen] plaatst in [een wereldse groep/klas], die geen eerbied hebben voor God of voor Zijn wet, vraag ik u, hoe verwacht u dat de Heer, zal werken om de kwade invloed, tegen te werken, die [hen] moet omringen, en die uzelf vrijwillig hebt gekozen. Zal Hij zijn engelen opdragen het werk te doen waarvan Hij het aan u gelaten heeft te doen? God werkt niet op die manier, Hij verwacht van ons om het licht te volgen, die Hij gegeven heeft in Zijn Woord. {3SC5,6: 11.2.3}

“Toen God op het punt stond de eerstgeborene van Egypte te slaan, gaf Hij het bevel aan de Israëlieten om hun kinderen te verzamelen van onder de Egyptenaren in hun eigen verblijven en hun deurposten met bloed te bestrijken, zodat de vernietigende engel het kon zien, en aan hun huizen voorbij kon gaan. Het was het werk van de ouders om hun kinderen te verzamelen. Dit is uw werk, dit is mijn werk, en het werk van iedere moeder die gelooft in de waarheid. De engel moet een teken op de voorhoofden plaatsen van allen die gescheiden zijn van zonde en zondaren, en de vernietigende engel zal volgen, om zowel oud en jong te vernietigen.”-“Testimonies for the Church,” Vol. 5, p. 505. {3SC5,6: 11.2.4}

Och voordat het voor eeuwig te laat is, moge de Geest van God, met machtige kracht, deze verschrikkelijke feiten, het hart van de ouders raken, zodat zij snel opgewekt mogen worden voor hun lange verdoving, en vechten voor de levens van hun kinderen, door hen te plaatsen waar God hen kan redden! {3SC5,6: 11.2.5}

In Welke Mate Is de Code Authentiek [Origineel]?

Vraag Nr. 162:

“Zullen wij, zonder na te vragen, de instructies van de “Code,” accepteren, of zullen alleen datgene accepteren waarvan wij zien dat het geschikt is om te accepteren?  Er wordt behoorlijk gesproken, dat drastische veranderingen in het toegezonden materiaal worden gemaakt. Persoonlijk zou ik de HStaf geschriften op dezelfde wijze willen zien als ik dat doe met die van Zuster White. {3SC5,6: 12.1.1}

Antwoord:

Het eerste gedeelte van deze vraag is beantwoord aan het einde van de Code zelf, paragraaf 2. {3SC5,6: 12.1.2}

De enige veranderingen die ooit gemaakt worden in het materiaal dat gezonden wordt voor de Code, zijn met betrekking tot de taalregels—grammatica en logica, maar nooit met betrekking tot leerstelling. Ander materiaal dat ingezonden wordt, is naar onze beste mogelijkheid, en met de hulp van de Heer, zorgvuldig gelezen en onderzocht, en alleen die bijdragen die in volkomen overeenstemming zijn met de verzegelende boodschap, en die zowel bemoedigend en verdienstelijk zijn voor allen die de “Code,” mogen lezen, worden naar de drukker gezonden. Vandaar dat diegene die slechts een gedeelte van de Code bestuderen, zichzelf een zegen ontzeggen, waarvan anderen wensten dat zij die mochten hebben. {3SC5,6: 12.1.3}

————-0————-

Wordt Er Iemand Gediskwalificeerd Om de “Code,” te ontvangen?

Vraag Nr. 163:

“Worden er iemand afgewezen om de “Code,” te ontvangen, omdat zij niet in overeenstemming zijn met de vereisten van ‘De Herder’s Staf,’ ? {3SC5,6: 12.1.4}

Antwoord:

Niemand wordt van de lijst van de Code gehaald tenzij hij verzoekt dat wij dat doen, of tenzij wij niet van hem horen, na een enquête, om vast te stellen of hij het wel of niet leest, naar hem toegestuurd wordt. {3SC5,6: 12.1.5}

——————0——————

Het Kwade dat de Wereld beëindigen zal, of de Luide Roep?

Vraag Nr. 164:

Wij vinden in ‘Testimonies to Ministers,’ blz. 49, dat het kwade in de kerk zal bestaan tot aan het einde van de wereld. Als dit waar is, hoe kan het dan mogelijk zijn, dat de kerk rein zal zijn, vrij van onkruid, gedurende de Luide Roep? {3SC5,6: 12.1.6}

Antwoord:

Vele Schriften zijn aan het licht gekomen, om te bewijzen dat de kerk rein is, zonder vlek of smet, of iets dergelijks, voordat de Luide Roep van de Drie Engelen Boodschap voort gaat. Dit wordt niet alleen in de Schriften onderwezen, maar ook in de geschriften van de Geest der Profetie. Vandaar dat “Testimonies to Ministers,” blz. 49, uitgelegd moet worden, zodat het niet andere delen van de geschriften van Zuster White of de Schriften, tegenspreekt. Dien ten gevolgen, kan “het einde van de wereld,” niet uitgelegd worden om de tijd na de tweede komst van Christus te betekenen of de aanvang van het millennium, maar eerder, de korte tijdsperiode, die het einde van de wereld brengt. {3SC5,6: 12.1.7}

Wanneer wij aan het laatste uur van de dag (van vijf tot zes ’s middags) zijn gekomen, erkennen wij het feit dat wij aan het einde van de dag zijn, hoewel de laatste minuten nog niet gekomen zijn. Op gelijke wijze, aangezien het gelijkenis van Christus van de wijngaard waar is voor het leven, dan kunnen wij volgens de fysieke gelijksoortigheid, begrijpen dat het laatste uur, (het elfde) van de symbolische dag van hedendaagse menselijke geschiedenis, slechts, “het einde van de wereld, “ moet zijn. {3SC5,6: 12.2.1}

De profetieën van Daniel zullen geopenbaard worden, “in de eindtijd,” (Dan. 12:4). Toch zou het onverstandig zijn als men concludeert, dat deze profetieën geopenbaard zullen worden na het einde van de wereld. Maar eerder, dat zij geopenbaard zullen worden, “ bij de voleinding van de wereld, wanneer Zijn  engelen zullen uitgaan en de slechten uit het midden van de rechtvaardigen afzonderen.” (Matt. 13: 49). KJV God heeft de kerk niet opgedragen het evangelie te prediken van een onreine kerk, maar om  [dit te doen]: Blaas de bazuin in Sion, kondig een vastentijd af, roep een bijzondere samenkomst bijeen. Verzamel het volk,
heilig de gemeente, breng de oudsten bijeen, verzamel de kleine kinderen
en de zuigelingen. Laat de bruidegom uit zijn binnenkamer gaan, de bruid uit haar slaapkamer. (Joel 2: 15-17) KJV.  Want, “Door het zwaard zullen sterven alle zondaars van Mijn volk, die zeggen: Het kwaad zal niet naderen en ons niet tegemoet treden. (Amos 9:10) KJV. “Dan zal het gebeuren dat wie in Sion overgebleven is, en wie in Jeruzalem overgelaten is, heilig genoemd zal worden, eenieder die in Jeruzalem ten leven opgeschreven is. (Jes. 3: 4). {3SC5,6: 12.2.2}

“Terwijl het onderzoeken oordeel voortgaat in de hemel, terwijl de zonden van berouwvolle gelovigen worden verwijdert uit het heiligdom, is er een speciaal werk van reiniging, van het wegdoen van zonden, onder Gods volk op aarde. Dit werk is nog duidelijker voorgesteld in de boodschappen van Openbaring 14. {3SC5,6: 12.2.3}

“Wanneer dit werk voleindigd zal zijn, zulle de volgelingen van Christus gereed zijn voor Zijn verschijning,” – “The Great Controversy,” p. 425. {3SC5,6: 12.2.4}

“Alleen zij, die verleiding hebben weerstaan en overwonnen in de kracht van de Machtige, zullen worden toegestaan om deel te hebben aan het verkondigen van deze boodschap, wanneer het zal zijn aangezwollen tot de Luide Roep.” – “Review and Herald,” Nov. 18, 1908. {3SC5,6: 12.2.5}

“Gekleed in de wapenrusting van Christus gerechtigheid is de gemeente gereed voor haar laatste strijd, ‘Schoon als de blanke maan, stralend als de gloeiende zon, geducht als krijgsscharen,’ is ze gereed om de wereld in te gaan overwinnende om te overwinnen.” –“ Prophets and Kings,” blz. 725. {3SC5,6: 12.2.6}

Zijn de Eerste Vruchten van de Doden Ook van de Levenden?

Vraag Nr. 165

“Als Christus de eerste vruchten van de doden is, is Hij niet ook de eerste vruchten van de levenden? {3SC5,6: 12.2.7}

Antwoord:

Deze vraag is beantwoord in traktaat Nr. 3, “De Oogst,” in de illustratie op blz. 44, waarin de gerst schoof van de eerste vruchten in type en anti-type wordt uitgebeeld, dat is, de ceremoniële schoof van gerst, vooraf symboliserend de opstanding van Christus de eerste vruchten, met inbegrip van diegene die met hem verrezen. Deze die opgestaan waren, bestonden uit de geestelijke schoof die, aan het begin van het oordeel van 1844, geofferd was voor de Vader als een schoofoffer van de levende eerste vruchten. {3SC5,6: 13.1.1}

Kan Openbaring 3 identiek zijn aan Ezechiël 2 en 3?

Vraag Nr. 166:

“Hoe kan u bewijzen dat het traktaat over Ezechiëls profetie, “De Dardenellen van de Bijbel, blz. 12, juist is, door te zeggen dat Openbaring 3: 14-18 identiek is aan Ezechiël  2: 1-7; 3: 4-7?” {3SC5,6: 13.2.1}

Antwoord:

De vragensteller, zal wanneer hij zijn verstand vrij heeft van vooroordeel en alleen met het betreffende onderwerp geabsorbeerd is, bij het nauw en onder gebed bestuderen van bovenstaande traktaat, zijn vraag duidelijk beantwoord daarin vinden. {3SC5,6: 13.2.2}

DE STEM VAN HET VELD

Bij Mijn Afwezigheid

Daar ik vanaf het begin in 1929 verwant ben geweest aan de “Herder’s Staf,” boodschap, en daar ik in actieve dienst was vanaf kort daarna, werd ik zes maanden verlof toegekend deze lente. Deze vakantie verschafte vele voordelen, waaronder de hoofzaak, een zeer noodzakelijke rust. Maar terwijl ik dit ontving, was ik in staat, bij mij bezoek aan de Zevende Dag Adventisten kerken, ook een algemene blik van het oogstveld te verkrijgen, met betrekking tot de vooruitgang van de boodschap aan de Laodiceanen, en de noodzaak voor hervorming onder Gods belijdende volk. {3SC5,6: 13.1.3}

Zij die in de kerk zijn, kijken uit naar, ‘de tijd der verdrukking,” die de Zondagswet zal brengen, slechts weinig beseffend, dat voorafgaand aan deze laatste poging om de heiligen te vernietigen, er een speciaal “afsluitingswerk voor de kerk, is, zoals die zelf beschreven is in de volgende verwijzingen: “The Great Controversy,” p. 425; “Testimonies for the Church,” p. 266; “Gospel Workers,” pp. 297-304. {3SC5,6: 13.1.4}

Terwijl ik luisterde naar de ongezifte waarheid en tegenstrijdige gezichtspunten in deze redevoeringen, hoorde ik de volgende gedachten tot mijn verstand komen: {3SC5,6: 13.1.5}

  1. De reiniging van de kerk en het werk dat zij in de laatste oogst tot stand moet brengen (“The Great Controversy,” p. 425; “Prophets and Kings,” p. 725; Isa. 52:1; “Testimonies for the Church,” Vol. 5, p. 82; etc.) {3SC5,6: 13.1.6}
  2. De ware betekenis van het zegel van Gods goedkeuring. (“Testimonies for the Church,” Vol. 5, p. 216; “Christ Our Righteousness,” p. 154; “Testimonies to Ministers,” pp. 444, 445.) {3SC5,6: 13.2.3}
  3. Het grote voorrecht dat de onze is, om lid van dit glorierijke “gezelschap,” de 144.000 , “de eerste vruchten,” (Openb. 14: 4), het antitype van de “eerstgeborene,” te worden, die in de nacht van het Pascha, ontsnapten aan het slachtwapen van de engel des doods. {3SC5,6: 13.2.4}

Dan als de heerlijke gedachte dat deze arme van waarheid uitgehongerde zielen bevoorrecht zijn, net zoals ik ben, te zijn van de anti-typische “eerstgeborene,” of “eerste vruchten,”, – de “zonen van God,” – groter en groter groeiden, zette het zichzelf langzaam om in de betreurenswaardige afbeelding van vee samengebracht binnen een afrastering van prikkeldraad, om hen van de groene weiden af te houden. Toen werden mijn gedachten gericht op het angstaanjagende en alarmerende bevel: “Doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens en vrouwen, tot verdervens toe; maar genaakt aan niemand, op denwelken het teken is.” (Ezech 9:6) KJV {3SC5,6: 13.2.5}

Maar dit geestelijk beeld, werd kort daarna ondergedompeld door een ander—dat van een groot leger, bestaande uit 200 miljoen predikanten zo triomfantelijk, dat Inspiratie hen symboliseert als “paarden,” wiens “hoofden als de hoofden van leeuwen zijn” (Openb. 9:17) die God “ook als priesters en tot Levieten zal nemen” (Jes. 66:21) KJV. {3SC5,6: 13.2.6}

Ik zei tot mijzelf:” als deze arme zielen toegestaan konden worden, om de prachtige profetie van Ezechiël Vier te horen, die, onder vele andere profetieën, geen enkele andere boodschap, dan “De Herder’s Staf,” in staat is geweest uit te leggen, binnen een logische strekking, zouden zij ontwaken en van vreugde springen, en vanuit hun harten uitroepen: “Eens waren wij blind, maar nu zien wij!” {3SC5,6: 13.2.7}

Al deze voorrechten en gevolgen, ja en veel meer, doemden voor mijn geestesoog, terwijl ik zat in de bijeenkomst van hen die verhongerden aan waarheid. Ik kan mijn dankbaarheid niet aan de Heer uitdrukken voor “De Herder’s Staf,” die de Schriften opent voor al diegene die gewillig zijn te luisteren naar een “Zo zegt de Heer,” en die gereed en gretig zijn, “ tot de hulp van de Heer te komen, tegen de machtige.” Zullen wij niet “op staan,” van onze geestelijke traagheid (“The Great Controversy,” p. 311, “Testimonies to Ministers,,” p. 458) en aldus aan allen tonen, dat “licht is gekomen,” en dat de heerlijkheid des Heeren over Zijn volk is opgegaan (Jes. 60:1) KJV?  {3SC5,6: 13.2.8}

Slechts door ijverige dienst, mogen wij hopen om de plaats die God voor elk van de eeuwig “levende heiligen,” heeft te vervullen. En als de onderdanen van het “koninkrijk van de hemel,” te vergelijken zijn met het oneindig kleine mosterdzaadje, dat opgroeide tot een grote boom,  zodat de vogels in de lucht een nest komen maken in zijn takken, zullen wij dan niet onszelf bewapenen met de kracht van de “Geest der waarheid,” (Joh. 16:13) en onder de weinigen zijn die “ ontkomen,” aan de toorn van het Lam en die “al hun broeders uit al de volkeren vergaderen” ? Is dit niet een meest glorierijke ervaring om naar vooruit te kijken en over te praten, dan dat zo vaak gediscussieerde ‘tijd die voorbij gaat,” die de conclusie met zich mee draagt, dat Gods volk zich zal gaan verbergen, in plaats van in heerlijkheid? {3SC5,6: 14.1.1}

Vanzelfsprekend is het voor mij te zeggen, dat ik gelukkig ben om terug te zijn bij mijn medearbeiders, en nu ik weer op mijn werkpost ben, smeek ik om uw meest noodzakelijke gebeden, dat ik, evenals mijn medearbeiders, altijd trouw zullen zijn aan onze verplichting en trouw aan de boodschap, volhardend “tot het einde.” {3SC5,6: 14.1.2}

Dat God ieder van ons moge helpen, om zo te leven, dat wanneer het “kwaad, in de laatste dagen,” valt (Deut. 31:29) KJV wij onder diegene zullen zijn, die hun namen in het boek des levens van het Lam hebben staan, en die gered zullen worden van de oordelen van God en van het zwaard van de goddeloze, is mijn oprecht gebed.- {3SC5,6: 14.1.3}

Mw. S. Hermanson

—————0————–

De Wijsheid Van Salomo, Leidde Mij Om De Herder’s Staf Aan Te Nemen

Toen ik een jonge kerel was, vond ik in de Schriften, hoe Salomo om wijsheid bad. Omdat ik aanvoelde dat zo een wijsheid in de dingen van God, ook goed voor mij was, begon ik te bidden voor licht en waarheid, en ben voortgegaan vanaf toen dat te doen. {3SC5,6: 14.1.4}

Later sloot ik mij aan bij een kerk, maar besefte spoedig dat er iets verkeerd erin was. Dit ontmoedigde mij echter niet. Ik bleef studeren, en hopen om betrokken te zijn in zelf ondersteunend evangelisatie werk. {3SC5,6: 14.1.5}

De Heer hielp mij in mijn zoektocht naar waarheid, en leidde mij om mij aan te sluiten bij de Z.D.A. kerk. Na het lezen van de boodschap van Zuster White, over dat “God oproept tot een geestelijke opwekking en geestelijke hervorming,” wist ik dat God spoedig een hervorming in de Z.D.A. kerkgenootschap zou beginnen. {3SC5,6: 14.1.6}

Toen leende een broeder van ———, mij enige tijd geleden, Deel Een van “De Herder’s Staf,” hoewel ik het opmerkelijk las, ik toen niet besefte, dat het de stem van God tot mij was. Maar traktaat nr. 2, die aantoonde dat God het leiderschap veranderde, overtuigde mij van de waarheid van “De Herder’s Staf,” en nu ben ik overtuigd over alle punten van deze boodschap en ben volledig tevreden dat het Tegenwoordige Waarheid is. {3SC5,6: 14.1.7}

De Heer heeft mij niet alleen gezegend met zijn schitterende verzegelende boodschap, maar ook met een goede gezondheid, en ik hoop de 144.000 bijeen te vergaderen, en samen met hen door te gaan. {3SC5,6: 14.2.1}

(Getekend) John H. Bertz

Wyoming

————-0————-

De Code Leest Mijn Gedachten

“Ik kijk verlangend uit naar de Code om aan te komen, en ben altijd heel gelukkig om het te ontvangen. Het helpt mij zo veel in mijn Christelijke ervaring, want het is vol van waardevolle instructies. Het beantwoord vragen die altijd weer in mijn gedachten opkomen. Ik kan nauwelijks wachten op haar aankomst.” {3SC 5,6: 14.2.1}

(Getekend) Mw. P.J.F.

Los Angeles, Calif.

———————0—————–

Alles Studerend, Gelovend en Ook Werkend

Geliefde Broeders en Zusters:

“Wij bestuderen nog steeds de boodschap van Tegenwoordige Waarheid, en geloven het al de tijd, nog sterker. Wij zijn zo dankbaar, dat het tot ons kwam, en doen hier, alles wat wij ervoor kunnen doen. {3SC 5,6: 14.2.3}

“Twee broeders bestuderen de traktaten, en wij bestellen Deel een van “De Herder’s Staf, om aan een van hen te geven. Ons geloof groeit, heel de tijd steeds sterker, en wij zoeken iedere dag naar iedere lichtstraal van Tegenwoordige Waarheid. Bidt voor ons. {3SC 5,6: 14.2.4}

“De beste wensten van uw

“Broeder en Zuster—–”

Florida

————–0————-

WAARSCHUWING

Val Niet Dieper In De Put, Maar Ga Eruit

Leraren van Tegenwoordige Waarheid, die het voorbeeld van de tragische resultaten voor zich hebben, veroorzaakt door tegenstrijdige leerstellingen door de Z.D.A. predikanten en als toevoeging daartoe, herhaaldelijk gewaarschuwd zijn, om alleen datgene te onderwijzen, dat geopenbaard is, en gepubliceerd, staan onder grote veroordeling voor God, wanneer zij tegenstrijdige of ongeautoriseerde gezichtspunten voort brengen, over een onderwerp. Wees volstrekt zeker,  dat u onderwijst volgens datgene wat geschreven is en niet volgens datgene wat u denkt zou moeten of eens op een dag geschreven zal zijn. {3SC 5,6: 14.2.1.5}

Tekort schieten om te voldoen aan deze vereiste, zal wie dan ook als een arbeider in deze zaak diskwalificeren. {3SC 5,6: 14.2.6}

HEALTH WAVE

WAT ZULLEN WIJ DRINKEN

Wat zullen wij deze komende zomer drinken? Deze vraag kwam de andere dag krachtig aan bij mij toen ik een lange rij mais aan het schoffelen was. De zon was heet, en ik was uren doorgegaan zonder water. Plotseling werden mijn overdenkingen onderbroken door een roep van de snelweg: “ ijscrème? Frisdrank?” Ik hief mijn ogen op naar de weg en daar zag ik een jongen met een fiets volgeladen en gereed voor dienst. Ik zei snel: Nee dank je hen hij reed weg, ongetwijfeld teleurgesteld en denkend dat ik niet alleen gierig was, maar ook dwaas om een lekkere koude drank op zo een warme dag te weigeren. {3SC5-6:15.1.1}

Was u geliefde lezer, geconfronteerd met deze, verzoeking, wat zou u gedaan hebben? Geloofd u niet dat God ons zeker heeft laten weten wat wij zouden moeten doen in zo een geval? Ik hoor Hem zeggen: {3SC5-6:15.1.2}

“In gezondheid en ziekte, is zuiver water een van ’s hemels allerbeste zegeningen. Haar juist gebruik bevordert de gezondheid. Het is de drank waarin God voorzien heeft om de dorst van dieren en mensen te lessen. Wanneer het vrijelijk wordt gedronken, helpt het de noden van het systeem te voorzien, en assisteert de natuur om ziekten tegen te gaan.” – “Ministry of Healling,” p. 237. {3SC5-6:15.1.3}

Duizenden zijn gestorven door gebrek aan zuiver water en zuivere lucht, die hadden kunnen leven.”- “Healthful Living,” Hoofdst. 4, . 56 {3SC5-6:15.1.4}

Frisdrank is gemengd met chemicaliën die schadelijk zijn voor de gezondheid, en wordt gemaakt om te verkopen, om uw lichaam arm te houden en uw portemonnee leeg. {3SC5-6:15.1.5}

De combinatie van melk en suiker, maakt uw maag tot een “alcohol vat.” Tussen maaltijden door eten zal uw avondeten alleen geschikt maken voor de sterke drank distilleerders. {3SC5-6:15.1.6}

“Voedsel moet niet weggewassen worden; er is geen drank nodig met de maaltijden. Eet langzaam en sta uw speeksel toe om zich met het voedsel te mengen. Hoe meer vloeistof  er in de maag opgenomen wordt met de maaltijden, hoe moeilijker het is voor het voedsel om te verteren; wat het vloeistof, moet eerst geabsorbeerd worden… Velen maken een fout door koud water bij hun maaltijden te drinken. Water vermindert de toevoer van de speekselklieren als het met de maaltijden genomen wordt, en hou kouder het water, hoe groter de schade aan de maag. Gekoeld water of gekoelde limonade, gedronken bij de maaltijden, zal de spijsvertering stopzetten, totdat het systeem voldoende warmte aan de maag heeft toegevoegd, om het in staat te stellen haar werk weer op te nemen. Hete dranken werken verzwakkend en daarnaast worden diegene die in het gebruik daarvan toegeven, slaven aan deze gewoonte. Water is het beste vloeistof om het weefsel te reinigen. Drink er een beetje van een korte tijd voor of na de maaltijd” – Review and Herald,”’84. Nr 31. {3SC5-6:15.1.7}

Wanneer in een koortsachtige toestand, water rijkelijk gegeven was om te drinken, en toepassingen ook uitwendig gemaakt waren, zouden lange dagen en nachten van lijden gespaard en vele kostbare levens gered zijn. Maar duizenden zijn gestorven met laaiende koortsen die hun verteren, totdat het brandstof dat de koorts voedde opbrandde, de edele delen verteerd, en zijn gestorven in de grootste kwelling, zonder toegestaan te worden om water te hebben om hun brandende dorst te bevredigen. Water, die toegestaan wordt om de laaiende elementen van een nutteloos gebouw uit te zetten, wordt niet aan menselijke wezens toegestaan om het vuur dat hun edele elementen verteerd uit te zetten.”- “How to live,” Chap. 3, pp. 62-63. {3SC5-6:15.2.1}

Men mag trachten zijn dorst te lessen door al de frisdrank te drinken, of “af te koelen,” door toe te geven aan al de ijscrème, sundaes, coca cola, waterijs, waar hij vat op kan krijgen, maar om uiteindelijk het gewenste resultaat te verkrijgen, moet men ten slotte toch roepen om de enige dorstlessende kuur van de Schepper:  water. {3SC5-6:15.2.2}

Gezondheid Bevorderende Zomer Dranken

Voor middag maaltijden, gedurende de zomer maanden, als u een voedzaam glas vloeistof als voeding tot u wil nemen, raden wij u de volgende dranken aan:  {3SC5-6:15.2.3}

Vruchten Drank

Prak met een vork twee ons banaan, aardbei of gelijksoortig fruit, en roer dan met een garde totdat het helemaal glad is. Voeg hieraan een theelepel honing, en genoeg water om een half liter glas te vullen. Roer opnieuw en dien op met een fruitmaaltijd. {3SC5-6:15.2.4}

Groenten Drank

Blender, wortelen fijn, en pers dan het sap uit door ze in een gaasdoek te plaatsen en de doek strak te draaien. Dit zal het sap gedeeltelijk scheiden. (Echter, omwille van het gemak en economie, heeft een sapcentrifuge de voorkeur. Men kan een al zo laag als een dollar aanschaffen) Voeg dan een kleine hoeveelheid honing, een beetje zout eraan toe, en dien op met een groente maaltijd. {3SC5-6:15.2.5}

Bieten, bleekselderij, spinazie, peterselie, snijbiet en vele andere soorten groenten kunnen op dezelfde wijze bereid worden. {3SC5-6:15.2.6}

Gezondheid bevorderende Winter Drank

Neem een ons van niet geroosterde notenboter en los het op door iedere keer een lepel met water eraan toe te voegen, totdat het mengsel glad is, voeg dan genoeg water toe om het glas tot een vloeistof te maken. Voeg een theelepel honing toe en roer met een garde. Dien op met of fruit of groente maaltijd. {3SC5-6:15.2.7}

AAN DE TWAALF STAMMEN, DIE IN EEN VREEMD LAND VERSPREID ZIJN”

In Het Belang Van De Z.D.A. Kerkgenootschap

Dit kleine blad is toegewijd ter overdracht van nieuws artikelen en hervormingsactiviteiten voor Tegenwoordige Waarheid gelovigen; om vragen te beantwoorden in verband met de verzegelende boodschap van de 144.000 (Openb. 7: 1-8) en de grote schare (Openb. 7:9), over de profetieën van Jesaja, Zacharia, Zefanja, Micha, Hosea, Joel, Daniel, De Openbaring, Ezechiël, Jeremia, etc., maar nog vollediger over de eerste acht boeken die hierboven genoemd zijn; over de gelijkenissen van Christus, over typen en symbolen, en ook over de geschriften van Mw. E. G. White. {3SC5-6:16.1}

Deze maandelijkse bezoeker, beloofd hoe dan ook, vragen te beantwoorden over zulke passages van de Geschriften, alleen zoals zij goddelijk geopenbaard zijn en gezaghebbend verkondigd—het bevestigende teken van waarheid dragend. Daarom zal het of een correct antwoord op de vragen geven of ander bekennen dat het onwetend is door te zeggen: “Ik weet het niet.” {3SC5-6:16.2}

Haar belangrijkste doel is het feit te openbaren dat de tijd gekomen is voor de Heer om Zijn macht te manifesteren, en de kerk van God te verenigen en te zuiveren—haar oproepend om te verrijzen van haar stoffige bed en haar kracht aan te doen, en haar geschenken van prachtige klederen, want “voortaan,” zal de onreine niet tot haar genaken. Jes. 52:1. {KJV}  {3SC5-6:16.3}

Daarom, eist het waarlijk, dat de boodschapper van “de grote en geduchte dag des Heeren,” onder haar supervisie, strikt al haar vereisten, instructies en adviezen, die het van tijd tot tijd tot hen draagt, moeten gehoorzamen. Het zal geen weerspiegeling zijn van hen die haar goddelijke autoriteit, negeren.—de kerk zal een licht zijn voor de hele wereld–schoon als de maan—helder als de zon, en vreselijk als een leger met legerscharen. Jes. 62:1-7; Prophets and Kings, p. 725  {3SC5-6:16.4}

De symbolen op de voorpagina, zijn een reproductie van de Openbaring, hoofstukken twaalf en negen, en Jesaja 7: 21, waarvan de symbolen in onze beschikbare literatuur zijn uitgelegd. {3SC5-6:16.5}

Deze maandelijkse trooster, roept verheugd alle Z.D.A.’s op , die hun deuren openen en haar bezoek verwelkomen. Het geeft vrijwillig haar tijd om diegene  te bedienen die erfgenamen tot verlossing zullen zijn, en collecteert noch vergoedingen, noch rekent het kosten voor haar onzelfzuchtige dienst. Het leeft van vrijwillige gaven, en vrijwillige offeranden—het belast niemand en vertroost allen. Haar constante gebed is dat al haar klanten welvarend zullen zijn en gezond zijn, gelijk uw ziel welvaart. (3 Joh.2) KJV {3SC5-6:16.6}

Stel u vragen helder en duidelijk, door de verwijzingen te geven en er zal voor ze gezorgd worden, zo spoedig als hun beurt op de wachtlijst dat toestaat. {3SC5-6:16.7}

Als u wenst dat deze gedrukte vriend regelmatig naar uw huis komt, evenals andere gratis literatuur, stuur uw naam en adres naar de Universele Uitgevers Ass. Symbolische Code Afdeling, Mount Carmel Center, Lake Waco, Texas. {3SC5-6:16.8}

DE UNIVERSELE UITGEVERS ASSOCIATIE

Mt. Carmel Center Lake Waco, Texas

GEDRUKT IN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERICA

>