fbpx

Deel 02 Symbolische Code Nr. 03-04

Deel 2 Symbolische Code Nr. 3-4

De Symbolische Code Nieuws Artikel

In Het Belang Van De Z.D.A. Kerkgenootschap

“De Twaalf Stammen Die In een Vreemd Land Verspreid Zijn”

 Dit kleine blad is toegewijd ter overdracht van nieuws artikelen en hervormingsactiviteiten voor Tegenwoordige Waarheid gelovigen; om vragen te beantwoorden in verband met de verzegelende boodschap van de 144.000 (Openb. 7: 1-8) en de grote schare (Openb. 7:9), over de profetieën van Jesaja, Zacharia, Zefanja, Micha, Hosea, Joel, Daniel, De Openbaring, Ezechiël, Jeremia, etc., maar nog vollediger over de eerste acht boeken die hierboven genoemd zijn; over de gelijkenissen van Christus, over typen en symbolen, en ook over de geschriften van Mw. E. G. White. {2SC 3-4:2.1}

Deze maandelijkse bezoeker, beloofd hoe dan ook, vragen te beantwoorden over zulke passages van de Geschriften, alleen zoals zij goddelijk geopenbaard zijn en gezaghebbend verkondigd—het bevestigende teken van waarheid dragend. Daarom zal het of een correct antwoord op de vragen geven of ander bekennen dat het onwetend is door te zeggen: “Ik weet het niet.” {2SC 3-4:2.2}

Haar belangrijkste doel is het feit te openbaren dat de tijd gekomen is voor de Heer om Zijn macht te manifesteren, en de kerk van God te verenigen en te zuiveren—haar oproepend om te verrijzen van haar stoffige bed en haar kracht aan te doen, en haar geschenken van prachtige klederen, want “voortaan,” zal de onreine niet tot haar genaken. Jes. 52:1. {KJV} Daarom, eist het waarlijk, dat de boodschapper van “de grote en geduchte dag des Heeren,” onder haar supervisie, strikt al haar vereisten, instructies en adviezen, die het van tijd tot tijd tot hen draagt, moeten gehoorzamen. Het zal geen weerspiegeling zijn van hen die haar goddelijke autoriteit, negeren.—de kerk zal een licht zijn voor de hele wereld–schoon als de maan—helder als de zon, en vreselijk als een leger met legerscharen. Jes. 62:1-7; Prophets and Kings, p. 725 {2SC 3-4:2.3}

De symbolen op de voorpagina, zijn een reproductie van de Openbaring, hoofstukken twaalf en negen, en Jesaja 7: 21, waarvan de symbolen in onze beschikbare literatuur zijn uitgelegd. {2SC 3-4:2.4}

Deze maandelijkse trooster, roept verheugd alle Z.D.A.’s op , die hun deuren openen en haar bezoek verwelkomen. Het geeft vrijwillig haar tijd om diegene  te bedienen die erfgenamen tot verlossing zullen zijn, en collecteert noch vergoedingen, noch rekent het kosten voor haar onzelfzuchtige dienst. Het leeft van vrijwillige gaven, en vrijwillige offeranden—het belast niemand en vertroost allen. Haar constante gebed is dat al haar klanten welvarend zullen zijn en gezond zijn, gelijk uw ziel welvaart. (111 Joh.2) {KJV}{2SC 3-4:2.5}

Stel u vragen helder en duidelijk, door de verwijzingen te geven en er zal voor ze gezorgd worden, zo spoedig als hun beurt op de wachtlijst dat toestaat. {2SC 3-4:2.6}

Als u wenst dat deze gedrukte vriend regelmatig naar uw huis komt, evenals andere gratis literatuur, stuur uw naam en adres naar de Universele Uitgevers Ass. Symbolische Code Afdeling, Mount Carmel Center, Lake Waco, Texas. {2SC 3-4:2.7}

V.T. HOUTEFF

 WIJ HEBBEN GEBEDEN EN DE HEER HEEFT ONS GEROEP GEHOORD

—————–

In deze overgangsperiode van “De Symbolische Code,” terwijl wij oprijzen van een nederige met een stencilmachine gemaakt blad tot een gestandaardiseerd maandelijks tijdschrift, voelen wij dat het gepast zou zijn om een paar regels te citeren uit de eerste uitgaven, aantonend hoe het haar eerste hoofdstuk begonnen is, met een oprecht verzoek, door te zeggen: “Laat ons bidden teneinde het te laten groeien met de snelheid van een paddenstoel, het, het weefsel van een palmboom zal hebben; de greep van een inktvis zal hebben; helder zal zijn als kristal en glinsterend als doorschijnend goud; bewegend ‘als de gedaante van weerlicht’ (Ezech. 1:14); zoet als honing (Ezech. 3:3) voor diegene, die zoeken naar waarheid als ‘verborgen schatten’ (Matt 13:44) en bitter als ‘Alsem’ voor diegene die erop uit zijn, ‘voor een tijd, te genieten van de plezieren van de zonde!’ Moge God het zegenen, dat het vanwege de ‘overvloed van melk’ dat het zal geven, dat ‘een ieder,’ die ‘in het land achter gelaten is,’ ‘boter en honing,’ zal eten (Jes. 7: 22) want zo zullen zij ‘een groot en machtig volk zijn.’ De profeet zegt: “Gelijk er van ouds niet geweest is, en na hetzelfde niet meer zal zijn.’ (Joel 2:2)” {KJV}{2SC 3-4:3.1.1}

Het genadig toekennen van onze smeekbede in het bovenstaande gebed, hebben de lezers van deze maandelijkse profetische zaakgelastigde ongetwijfeld herkend door het feit, dat haar oplage evenals haar omvang elk zes keer groters zijn dan aan haar begin—het bekronend met het bestuurlijke getal van Openbaring 12: 1—en wij willen niet verzuimen te vermelden, dat vanaf haar uitgeversaccommodatie verhuist is van Los Angeles naar Mt. Carmel Center, onze abonneelijst bijna verdubbeld is, getuigend van het feit dat het verzoek van onze gebeden in de woorden: “Dat het zal groeien met de snelheid van paddenstoelen, “ is verhoord, terwijl haar solide standpunt tegen de inspanningen van de vijand, om de inhoud van de waarheid te verwerpen, haar invloed te vernietigen, en daarbij haar bestaan, bewijst dat Hij die de leiding in Zijn eigen handen neemt, in antwoord op ons verzoek, het palmachtig weefsel heeft gegeven, zodoende makend dat het rechtop staat, zelf tegen de meest felste windstorm. {2SC 3-4:3.1.2}

Vervolgens ook, aan de ene kant de vervolging en de onmenselijke behandeling, die haar abonnees ontvangen uit de handen van diegene die’ meer liefhebbers der wellusten zijn dan liefhebbers Gods,”  (II Tim. 3:4) {KJV} en aan de andere kant, de solide standvastigheid die haar volgelingen innemen, is een positief bewijs dat de greep  van waarheid op hen, zelf de greep van een “inktvis” overtreft. {2SC 3-4:3.1.3}

Bovendien, daar de eenvoudigste onder de eenvoudigen, zonder problemen haar onderwijzing kan begrijpen, en bekennen dat zij uit duisternis zijn gestapt in haar wonderbaarlijk licht, bewijst dat haar helderheid is als “zo helder als kristal en glinsteren als doorschijnend goud.” Verder nog, daar het zowel de Stille- als de Atlantische Oceaan gekruist heeft, toont het aan dat het voort beweegt, als de verschijning  van een lichtflits; aan de ene kant de rinkelende getuigenissen dragend van diegene die naar waarheid zoeken, zelf ijveriger dan diegene die naar goud zoeken, en aan de andere kant, het nieuws dat het brengt, over de strenge vervolging  en haat tegen de groep die zoekt naar waarheid, door de groep die zoekt naar goud, bewijst dat dit kleine waarheid dragende zaakgelastigde, zoet is als honing tot smaak van de vorige en zo bitter als Alsem, tot de smaak van laatstgenoemde, en aangezien diegene, die deelnemen van haar “boter en honing,” leren hoe “het kwade te verwerpen en het goede te kiezen,” bewijst het dat haar producten, “een grote hervormingsbeweging onder Gods volk….” tot stand zullen brengen, “een geest van voorbede… net zoals gemanifesteerd was voor de Grote Pinksterdag,” en zodoende zal de kerk in staat zijn de zieken te genezen en andere wonderen te doen.—Testimonies for the Church,” Vol. 9, p. 126;  Early Writings,” p. 278. {2SC 3-4:3.1.4}

 ——————-o———————

EEN WAARSCHUWING

——————-

Aan Het Kleine Gezelschap in Tegenwoordige Waarheid in een Vreemd Land Verspreid

Hoewel ik slechts een paar van u ooit persoonlijk heb ontmoet, voel ik mij vrij u aan te spreken alsof ik u altijd heb gekend, en ik prijs Hem, dat Hij het mogelijk heeft gemaakt door ons in Hem te verenigen als een familie, “en heeft ons mede opgewekt en  heeft ons mede gezet in de hemel in Christus Jezus,” {KJV}.{2SC 3-4:3.2.1}

Ik schrijf de volgende regels met een gebed, dat ik in staat zal zijn u te helpen steviger te doen staan op platform van eeuwige waarheid en dat u vervult mag zijn in uw vreugde, “tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus, in de hoop, die in u is. {2SC 3-4:3.2.2}

De geest van jaloezie en zelfzucht tracht de gelovigen in Tegenwoordige Waarheid te verzuren in sommige delen van het veld, en ik ben gedrongen om van te voren een paar woorden van advies te schrijven. Ten eerste, laat mij zeggen, dat sommige van degene die Tegenwoordige Waarheid hebben omarmt, nog steeds in duisternis schijnen te zijn, met betrekking tot de noodzaak van ons werk en van de methode waardoor het nu wordt uitgevoerd, en hoewel zij niet bewust mogen zijn van dit feit, verzwakt het hun geloof in de verzegelende boodschap en breekt het hun kracht om hetzelfde te verkondigen. Vandaar dat ik zal trachten, dusdanige informatie door te geven, die noodzakelijk schijnt te zijn op bepaalde punten van ons werk, ter verlichting van u. {2SC 3-4:3.2.3}

De oude duivel weet heel goed dat dit de laatste boodschap is, die de wereld ooit zal ontvangen en het hem 1000 jaren zal vastketenen, en tenslotte zijn bestaan zal verminderen tot as, alsof hij er nooit was. Daarom is hij als een “brullende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden.” {KJV} Vandaar dat, omdat wij niet voorzichtig genoeg kunnen zijn voor zijn valstrikken of te bijzonder in het volgen van “het Lam waar het ook heen gaat,” ik deze waarschuwing zend. {2SC 3-4:4.1.1}

Het advies van de apostelen: “Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle,” {KJV} toont aan dat wij die de boodschap hebben, en de volle verzekering “het zegel van God,” te ontvangen en eeuwig te leven, in hetzelfde gevaar verkeren als de Joden van ouds, die omdat zij de directe afstammelingen waren van Abraham en volkomen tevreden dat de belofte van hun was, niet op hun hoede waren, en het Koninkrijk verloren! Daar wij hun voorbeeld voor ons hebben, moeten wij klaar wakker zijn, zodat ook wij niet, door de oude brullende draak vernietigd worden. {2SC 3-4:4.1.2}

Satan geeft aan sommigen in bepaalde delen van het veld, dat zij meer doen voor de zaak van de waarheid, dan sommige anderen en dat zij die minder doen, de voordelen van hun arbeid oogsten, in plaats van hen zelf. {2SC 3-4:4.1.3}

Als dit zo was, en als zij volkomen in Die Gene vertrouwd hadden waar de wijngaard van is, in plaats van in de dienstknechten van Zijn middelen voor hun beloning, zouden zij gelukkiger zijn geweest, vanwege het feit, dat Hij Die zei:” De arbeider is zijn loon waardig,” {KJV} hen overvloediger zal belonen, dan wij dat zelf op ons best zouden kunnen doen. {2SC 3-4:4.1.4}

“Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren lang nacht en dag, niet opgehouden ben een iegelijk met tranen te vermanen. En nu, broeders, ik bevele u Gode, en den woorden Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven onder al de geheiligde. En Ik heb niemands zilver, of goud of kleding begeerd.  En gijzelve weet, dat deze handen tot mijn nooddruft, en dergenen die met mij waren gediend hebben. Ik heb u in alles getoond, dat men, alzo arbeidende, de zwakken moet opnemen, en gedenken aan de woorden van den Here Jezus, dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen. En er werd een groot geween van hen allen en zij vallende om den hals van Paulus kusten hem. (Handelingen 20:31-35,37) {KJV} {2SC 3-4:4.1.5}

U weet dat satan aan de ene kant vastbesloten is het “onkruid,” te vermenigvuldigen en Christus aan de andere kant, om hen buiten te houden. Het vooral is in deze tijd waar, terwijl Hij “de leiding in Zijn eigen handen neemt,” en daar Hij ons nu verzekerd, nadat de tijdsperiode waarin de “mensen sliepen,” bijna voorbij is, dat “ er voortaan geen onbesnedene noch onreine in u meer komen zal.” (Jes. 52:1) {KJV} Zijn belofte zal een realiteit worden—Hij zal in Zijn wijngaard, alleen die zenden die door hun werken openlijk bekennen door aan Zijn opdrachten te voldoen, dat zij volkomen op Hem vertrouwen—“verkrijg u nog goud, noch zilver noch kopergeld in uw gordels, nog male tot den weg, noch twee rokken, noch schoenen, noch staf.” (Matt, 10:9,10){KJV} {2SC 3-4:4.1.6}

De Geest der Profetie zegt: “Alleen zij die verzoekingen hebben weerstaan en hebben overwonnen in de kracht van de Almachtige, zullen toegestaan worden deel te hebben in de verkondiging van deze boodschap, wanneer het zal aanzwellen tot de “Luide Roep.”—Review and Herald,” 19 nov. 1908. {2SC 3-4:4.2.1}

God heeft mij in een verantwoordelijke positie geplaatst, en mijn menselijke zwakheid en onbekwaamheid beseffend, om mijn taken correct uit te voeren, zelf in het minst belangrijke plaats in Zijn dienst, kan ik het mij niet veroorloven om af te wijken, van Zijn heilig bevel, zelf niet een centimeter, als anderen dat doen of niet, en hoewel sommigen denken, dat ik schuldig ben, dat zij niet betrokken zijn bij het werk, kan ik alleen maar zover gaan als Hij mij leidt. Daarom, als zij zelf alleen schuldig zijn, door onterecht de schuld op mij te plaatsen, murmureren zij tegen Christus in plaats van tegen mij. {2SC 3-4:4.2.2}

Hoewel zij niet op dit kantoor zijn om te zien, dat als wij wat voor financiële tegemoetkoming dan ook, aan mensen aanbieden voordat men in het harnas gaat en aan het werk gaat, en zichzelf betrouwenswaardig bewijst te zijn in de dienst van Christus, en dat zij door Hem geroepen zijn, is het waar, dat wij zo bezig zouden zijn mensen in dienst te nemen voor dit werk, dat wij geen tijd zouden hebben voor niets anders dan dat. Maar weet u mijn broeders en zusters, dat onder hen er een menigte mensen zal zijn, die niet voor zielen, maar voor “het inhuren,” aan het werk gaan—een groep wiens dienst Christus niet kan accepteren. Bovendien zal zo een programma een kapitaal van een niet kleien som geld vereisen, terwijl wij niets hebben, en het feit dat wij niet hebben bewijst het dat Christus wil dat wij in Zijn wijngaard gaan zonder goud, zilver, of koper, en dat wij die op dit grondbeginsel zijn begonnen “niets,” tekort zijn geschoten (Lu. 22: 35), onze ervaringen bewijzen het feit, dat Hij ons “ons dagelijks brood,” geeft. (Matt. 6:11) {2SC 3-4:4.2.3}

Ons werk is te groot voor welke mens of groep van mensen dan ook, en het oogstveld is ruim genoeg voor “twee duizend, duizend duizenden.. mannen op paarden.” (Openb. 9: 16) {KJV} terwijl de arbeiders, juist nu, heel, heel weinig zijn, en de meeste van onze broeders en zusters beseffen niet wat het vereist, om het werk voort te laten gaan. Zij denken dat de tienden die hier komt, verondersteld is om alleen te voorzien in onze tijdelijke noden, en dat wij een geweldige fantastische tijd hebben, maar als zij in onze plaats waren, zouden de meeste van hun het zelf niet een maand volhouden, onder de vermoeiende omstandigheden. {2SC 3-4:4.2.4}

Wij als Zevende Dag Adventisten, doordat wij “beroofd en geplunderd,” zijn, hebben ene niet gezaghebbende lichtkrans van heiligheid geplaatst rondom de tiende, zodat het lijkt alsof het voor niets anders uitgegeven mag worden, dan het voeden, wonen, en kleden van de predikanten die niet alleen de tiende nemen maar ook de offeranden, en tevens het inkomen van het instituut, en wij allen in overeenstemming, en zonder een vraag, zo blind als vleermuizen op een heldere zonnige dag, zijn onder de last gegaan en hebben al de doelen bijeen vergaart; maar nu in “het ontvouwen van de boekrol,”  terwijl onze ogen geopend zijn geworden, gaan anderen over tot extremen, en zoals satan door de leiders in de Z.D.A.  kerkgenootschap misleidde, terwijl hij het kerkgenootschap met handen en voeten in zijn greep had, ons aanspoorde ons aanspoorde om alles wat wij hadden te geven, dringt er nu met zijn kwade voorstellen bij  diegene die Tegenwoordige Waarheid hebben omarmt op aan om hun middelen te onthouden!  Zijn aandringen bij hen om vrijgevig te zijn in de vorige en zijn voorstellen, om krenterig te zijn in de laatste, bewijzen des te meer, dat het kerkgenootschap zich aan hem verkocht heeft en dat wij de waarheid van het uur hebben. Verder ook, door ons in het vorige geval overmatig aan te sporen, om de bakstenen te produceren, en te veroorzaken dat de conferentie de middelen misbruikt, is hij Gods volk aan het beroven van hun kracht, terwijl nu in het laatste geval, door in te geven, aan hen die Tegenwoordige Waarheid hebben omarmt, om hun middelen te onthouden, het een poging is om verkondiging van de verzegelende boodschap te blokkeren, en Gods volk er ook van te beroven. Aldus heeft hij in beide gevallen getracht Christus zijn verdedigingslijn te verzwakken en zijn eigen te versterken. {2SC 3-4:4.2.5}

Onze offerande kwitanties zijn heel klein, terwijl het werk veel grotere middelen vereist in verhouding tot, dat van het kerkgenootschap vanwege het feit, dat wij niets hebben qua werktuigen, en nu moeten wij alles wat wij nodig hebben, kopen en bouwen, om de boodschap naar de kerk te dragen. Daarnaast, verspreiden wij vijf traktaten, “De Symbolische Code,” en de meeste van de boeken, etc., allemaal kosteloos, terwijl het kerkgenootschap alles neemt en niets geeft—wij moesten hen betalen voor a de paperassen, om onze bedieningswerk te doen, en best wel duur ook, en toch komen zij middelen te kort. {2SC 3-4:5.1.1}

Hadden wij druk geplaatst op onze broeders en zusters die Tegenwoordige Waarheid hebben omarmt, om in al de middelen te voorzien, waardoor het werk voort kon  gaan, maar ons te voeden, dan zouden zij een tweede tiende moeten geven, niet alleen een tiende van hun inkomen maar meer dan het dubbele daarvan, en ook voordat zij de boodschap aanvaarden, want wij moesten beginnen zonder dat wie dan ook volgde. Vandaar dat als wij op hen gewacht hadden, zou het werk nooit begonnen zijn. Daarom, waren zuster, Charboneau, zusters Hermanson en ik tezamen, gedwongen alles wat wij mogelijk konden doen, te doen om de boodschap te spreiden en de interesse te doen groeien, maar ongeveer drie jaren later, toen een paar bekeerden, uiteindelijk een vast standpunt innamen en hun tienden begonnen te betalen ten gunste van de vooruitgang van Tegenwoordige Waarheid, als ik “Nee, had gezegd, de tiende is heilig, — het is alleen voor mijn eigen gebruik, en voor het gebruik van de twee zusters, die geholpen hebben in het voorbereiden van dit werk,” zou de boodschap totaal niet zijn vooruit gegaan en zouden de mensen die zich nu verheugen in de Waarheid, nog steeds in duisternis zijn geweest, en naast de tiende die de schatkamer van Tegenwoordige Waarheid nu ontvangt, zouden de tegenstanders van de boodschap genomen hebben, en als een zweep gebruikt hebben, om de verzegeling van de heiligen te voorkomen. {2SC 3-4:5.1.2}

Sommige van onze broeders en zusters denken dat wij genoeg tienden krijgen om de arbeiders te voeden en te betalen voor het streek land van Mt. Carmel, een “kamp,” te bouwen etc., en zenden nu ijverig hun bezwaren en instructies over hoe wij het geld moeten uitgeven, alsof zij er meer over weten, dan diegene die God geplaatst heeft aan het hoofd van het werk en Wiens instructies alleen zij moeten navolgen. Zij denken dat het alleen gebruikt moet worden voor de ondersteuning van de arbeiders, maar zij bieden nooit aan om een beetje van hun middelen, naast de tiende te sturen, waarmee voor het land betaald kan worden, om de noodzakelijke gebouwen op te zetten, en om kantoorartikelen en landbouwgereedschappen aan te schaffen. Nee zelf niet voor de printkosten de kosteloze literatuur of post voor de distributie ervan, noch voor onze correspondentie, etc. {2SC 3-4:5.2.1}

Wij zouden wellicht volkomen tevreden zijn als deze broeders en zusters, ons hun geld zouden sturen, om deze dingen te betalen, zodat wij geen tiende hoefden te gebruiken, maar in plaats daarvan, aarzelen sommige van hen om zelf hun tiende te zenden, onder het voorwendsel van vrees, dat wij een gedeelte ervan kunnen gebruiken, aan iets anders dan voeding en kleding van de arbeiders of predikanten. Maar laat ze hun deel eerst doen, voordat zij ons vragen om te stoppen om ons deel te doen, want het werk van de Heer verwacht noch terugtrekken, noch slordigheid, hoewel het onze tienden of offeranden, bankrekeningen, huizen of land, ons alles mag kosten, ja zelf ons leven. Ongeacht wat het kosten zal, wij moeten “de grote en geduchte dag des Heren verkondigen.” {2SC 3-4:5.2.2}

Aan de ene kant beschuldigen zij ons van het verkeerd gebruiken van de tiende, en aan de andere kant beroven zij God, door het voor zichzelf te gebruiken! Stel dat wij verkeerd zijn, zou onze fout ? Als ik geen tiende betaler was geweest, zouden zij gerechtvaardigd zijn geen acht te slaan op de boodschap onder mijn handtekening, maar zouden zij dan ook niet gerechtvaardigd zijn geen aandacht te besteden aan hun vermeend wijs advies, als zij de tienden van de Heer onthouden en gebruiken voor zichzelf? {2SC 3-4:5.2.3}

Verder nog, kunnen wij vrij zeggen dat de tiende niet voldoende is geweest om te voorzien in iedere noodzakelijkheid in relatie tot het werk, noch de offerande voor de kosteloze literatuur en de correspondentie, en als gevolg daarvan, ben ik in schulden geraakt, en heeft God het mogelijk gemaakt, dat het werk zonder onderbreking voort is gegaan, en het mag onze zielen goed doen, te weten dat tot nu toe, wij niet een cent besteed hebben  van de tienden, voor het kopen van het stuk land, en als zij willen dat wij ervoor betalen met iets anders dan de tiende, mogen zij ons $ 7000 sturen, om datgene te betalen wat ertegen over staat, en ik ben ervan verzekerd, dat wij hun hartenwens, niet zullen teleurstellen, door te weigeren, hun vrijwillige offeranden te aanvaarden, voor deze waardige onderneming. Als echter diegene die vastbesloten zijn, dat wij al de tienden rijkelijk aan het onderhoud van de arbeider alleen besteden, in plaats van het te besteden aan een deel van het land, waarop dit noodzakelijke “kamp,” gebouwd moet worden, ten behoeve van beiden—predikanten en leken— hun motieven grondig onderzoeken, ben ik er zeker van dat zij zichzelf zullen vinden in het verhogen van hun banier van de verzegelende boodschap op een mast van “zelfzuchtigheid,” in plaats van op het Kruis van Calvarie! {2SC 3-4:5.2.4}

Zorg er zeker voor, mijn broeders en zusters, dat u niet gevonden wordt zich te bevinden onder diegene waarvan God de aandacht van de profeet riep, door te zeggen: “En gij, o mensenkind! De kinderen uws volks spreken steeds van u bij de wanden en in de deuren der huizen; en de een spreekt, met den ander, een iegelijk met zijn broeder, zeggende: Komt toch en hoort, wat het woord zij dat van den Heere voortkomt. En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht als Mijn volk, en horen uw woorden, maar zij doen ze niet, want zij maken liefkozingen met hun mond, maar hun hart wandelt hun gierigheid na. En ziet, gij zijt hun als een lied der minnen, als een, die schoon van stem is, of die wel speelt, daarom horen zij uw woorden, maar zij doen ze niet. Maar als dat komt (zie, het zal komen) dan zullen zij weten, dat er een profeet in het midden van hen geweest is.” (Ezech. 33:30-33) {KJV} {2SC 3-4:6.1.1}

“Paulus was een geïnspireerde apostel, en toch openbaarde de Heer hem niet onder alle omstandigheden nauwkeurig de toestand van Zijn volk. Zij die het welzijn van de gemeente aan het hart ging, en slechte dingen de kerk zagen binnensluipen, legden de zaak aan hem voor, en aan de hand van het licht dat hij eerder had ontvangen, was hij in staat de ware aard van deze ontwikkelingen te beoordelen. Omdat de Heer hem geen nieuwe openbaring had gegeven voor dat speciale moment, deden degene die werkelijk licht zochten, zijn boodschap niet af als een gewone brief. Zeker niet. De Heer had hem de moeilijkheden en gevaren getoond, die in de gemeenten zouden ontstaan, zodat hij, als ze zich zouden ontwikkelen, zou weten hoe hij ze moest aanpakken.’ {2SC 3-4:6.1.2}

‘Hij had als taak de gemeente te verdedigen. Hij moest over zielen waken als iemand die daarover aan God rekenschap moest afleggen, en zou hij dan geen acht slaan op hetgeen verteld werd over de toestand van chaos en verdeeldheid?  Zeker wel, en de vermaning die hij hun zond werd net zo zeer onder inspiratie van de Geest van God geschreven als welke van zijn andere brieven ook. Toen deze terechtwijzingen echter aankwamen, wensten sommigen echter  niet gecorrigeerd te worden. Zij stonden op het standpunt dat God niet door Paulus tot hen gesproken had, dat hij hun slechts zijn mening als mens had gegeven, en zij vonden hun eigen mening net zo goed als die van Paulus. Zo gaat het ook met velen onder ons volk, die zijn afgedwaald van de oude bakens en hun eigen inzicht hebben gevolgd.” Wanneer dit standpunt wordt ingenomen door onze lehden, kunnen de speciale waarschuwingen en adviezen van God door de Geest der Profetie geen invloed op hen uitoefenen, om een verandering in leven en karakter aan te brengen.” – Testimonies for the Church,” Vol. 5, pp. 684-685/”Getuigenissen voor de Gemeente,” Dl. 5, pp. 557. {2SC 3-4:6.1.3}

“’Waarom zijn deze predikanten niet berispt, aangezien wij hun onderwijzing volgen?”’ vragen sommigen. “Er is op deze wijze een deur geopend voor Satan, om de geloofwaardigheid van de visioenen te beproeven. {2SC 3-4:6.2.1}

“De broeders en zusters, zijn misleid en benadeeld. Zij geloofden, dat wij een eenheid vormden met deze leraren, en volgden hun instructies, terwijl zij allen verkeerd waren. Ik heb deze predikanten in zielsangst geschreven, omdat ik de zaak van God verwond zag door hun onoordeelkundige wijze. Hoe bevreesd heb ik het gevolg van deze boodschappen gadegeslagen. Maar zij legden ze aan de kant, en de broeders en zusters waren niet toegestaan iets daarvan af te weten, en konden daardoor geen profijt hebben van de instructies die de Heer geschikt zag hen te geven. {2SC 3-4:6.2.2}

“Mijn werk is zeer ontmoedigend geweest, aangezien ik heb gezien dat wat God ontworpen had, niet tot stand is gebracht. Vaak heb ik verdrietig gevraagd, waartoe dient al mijn werk? De broeders en zusters namen dit standpunt in: “Wij geloven de visioenen, maar omdat Zuster White, ze geschreven heeft, heeft zij haar eigen woorden erbij gezet, en wij zullen alleen dat gedeelte geloven, waarvan wij denken dat het van God is, en zullen geen acht slaan op het andere. Zij hebben deze koers bewandeld en hebben hun leven niet gecorrigeerd. Zij hebben beleden de visioenen te geloven, maar hebben in tegenstrijdig gehandeld. Hun voorbeeld en invloed heeft twijfel doen oprijzen in het verstand van anderen. Het had beter geweest voor de zaak van tegenwoordige waarheid, als zij zich tegen beiden, ook de gaven hadden verzet. Dan zou het volk niet misleid zijn geweest, en niet gestruikeld zijn, over deze blinde leraren. Wij hebben gehoopt en gebeden, dat zij goed zouden gaan doen, en een invloed ten goede zouden uitoefenen, op de kudde, maar de hoop is gestorven, en wij kunnen niet, en durven niet langer stil te zijn. Wij hebben de kerk van God verkeerd behandelt, door het feit dat wij niet eerder gesproken hebben.”—“Testimonies for the Church,” Vol. 1, pp. 233,234. {2SC 3-4:6.2.3}

Denk hier over na mijn broeders en zusters. Deze getuigenissen, zijn geschreven door diegene die  de grondlegger was van kerkgenootschap, en hoewel zij verteld werden: “De getuigenissen hebben of het teken van God of dat van satan,” (5 T 98), geloofden zij hen niet, en door zo te handelen, gehoorzaamden zij niet alleen God niet, maar tevens noemden zij de grondlegger van hun eigen kerkgenootschap een leugenaar, en toch bleven zij erin! Zullen sommige van u, nu  nadat u de resultaten van ongeloof heeft gezien, hun fouten herhalen. {2SC 3-4:6.2.4}

 Mijn broeders en zusters, ik zou u willen adviseren om geen kwade, zelfzuchtige motieven in uw harten toe te staan, of wat voor voorstel die er bij u op aandringt om diegene die God hun eigen werk heeft gegeven, in de gaten te houden, want Hij heeft niemand de leiding over hen gegeven, behalve de engel die verslag maakt, en wanneer Hij uiteindelijk komt om met Zijn dienstknechten af te rekenen, zal Hij geen van u, noch mij oproepen om Zijn beslissen te verifiëren of bepalen. Satan echter, zal allen van u tot het uiterste verzoeken, en als u uzelf onderzoekt, zult u uw handen vol hebben, zonder de tijd te nemen om te zien wat anderen doen. {2SC 3-4:7.1.1}

Als hij kan, zal satan u bezig houden anderen in de gaten te houden, zodat u zal vergeten, of geen tijd zal hebben  over uzelf te waken. Door de fouten en tekortkomingen van anderen aan te wijzen, die niet door Gods Geest geleid worden, zal hij u in constante vrees houden, dat zelf diegene die God Zelf leidt, fouten zullen maken. Op deze wijze tracht hij u blind te houden voor de fouten die u of reeds heeft gemaakt, of op het punt staat te maken, daarbij leidt hij u niet alleen in eeuwige vernietiging, maar tevens verhindert u het werk van God door de tijd te verspillen van Zijn dienstknechten om moeilijkheden weg te strijken, binnen hun eigen gelederen. Geef hem daarom geen gelegenheid om Gods dienstknechten te verhinderen van arbeiden voor hen die de waarheid moeten weten. {2SC 3-4:7.1.2}

Van deze groep arbeiders zegt Christus:  “Zij zullen alles bekritiseren en in twijfel trekken wat te maken heeft met het ontvouwen van de waarheid, zij zullen kritiek hebben op het werk en de positie van anderen, en kritiek uiten op elke tak van het werk waar zij zelf geen deel aan hebben zij zullen zich verlustigen in de zonden, vergissingen en fouten van anderen, ‘totdat,’ zegt de engel, ‘de Heer Jezus Zijn bemiddelend werk in het hemelse heiligdom zal eindigen, en Zich zal bekleden met de klederen der wraak en hen tijdens hun onheilige feest zal overvallen, en zij zullen ontdekken dat zij niet gereed zijn voor het bruiloftsmaal van het Lam.’ Hun smaak is zo verdorven, dat zij zelfs in het Koninkrijk nog geneigd zullen zijn, kritiek te uiten op de tafel van de Heer.” ..Testimonies for the Church, Vol. 5, p. 690. Getuigenissen voor de Gemeente, Dl. 5, p. 561-562. {2SC 3-4:7.1.3}

Wij pretenderen hervormers te zijn—roepen de broeders en zusters hun aandacht op voor hun laksheid in het volgen van de leerstellingen van de Geest der Profetie—maar zullen wij aan de ene kant hun bekritiseren vanwege hun ongeloof en aan de andere kant doen wij zelf datgene waarvan wij zouden willen dat zij zich bekeren? {2SC 3-4:7.1.4}

U die gereed bent de wijngaard van de Heer in te gaan, met de “houweel,” om de “doornen en distels,”  uit te roeien, zult veel te doen vinden. Ga daarom Zijn dienst in zonder goud, zilver of brons; dat wil zeggen; geef alles wat u heeft, en roep Hem aan en Hij zal voor u zorgen door de tiende die van Hem zijn En als wij tekort schieten in onze verplichting, zal Hij onze rentmeesterschap van ons afnemen en het geven aan anderen, die Zijn geld niet zullen verspillen en verkeerd gebruiken; en als de tiende mocht tekort schieten, zou Hij een raaf kunnen sturen, met wat voedsel of misschien je naar het huis van een weduwe brengen, en als deze middelen ook zouden tekort schieten om te voorzien, Heeft Hij genoeg manna in de hemel, waarmee Hij u de rest van uw leven kan voeden. Ja Hij kan zelf een engel sturen, “met een koek gebakken op kolen en een beker water,” en u vragen “Op te staan en te eten; want u heeft een lange reis te maken,” en als Hij het nodig acht, kan Hij het mogelijk maken, dat u “in de kracht van dat voedsel, veertig dagen en veertig nachten, naar Horeb gaat, de berg van God,” gaat, waar u nog meer kan verkrijgen. (1Kon. 19:7,8) {2SC 3-4:7.1.5}

Wat er ook gebeurt, als u trouw aan Hem bent, zal Hij u niet laten verhongeren, hoewel de wereld dat wel zal doen. Verkoop alles en “geef aan de armen”; dat wil zeggen, aan hen die verstoken zijn van de boodschap en die op het punt staan verloren te gaan door tekort aan kennis.” Zult u ook, mijn broeders en zusters die “veel bezit,” “bedroefd weglopen?” (Matt. 19:22) {2SC 3-4:7.2.1}

“Ik zag dat sommige onder Gods volk dom en slaperig, en slechts half wakker zijn; zij beseffen iet in welke tijd zij leven; en dat de man met de “bezem,” is binnengekomen, en sommigen in gevaar verkeren weggevaagd te worden. Ik smeekte Jezus om hen te redden, en hen nog een weinig langer te sparen, en hun, hun vreselijk gevaar te doen inzien, opdat zij zich klaar mochten maken, voordat het voor eeuwig te laat is. De engel zei: “Het verderf komt gelijk een wervelwind.” Ik smeekte de engel om zich te erbarmen over diegenen, die deze wereld liefhebben, en hen te redden, ook degenen, die gehecht waren aan hun bezittingen, en die niet gewillig waren om er zich van los te maken, en offers te brengen, ten einde de boodschappers sneller voort te helpen op hun weg om de hongerige schapen te voeden, welke omkomen door gebrek aan geestelijk voedsel. {2SC 3-4:7.2.2}

“Toen ik soms zielen zag lijden uit gebrek aan de waarheid voor deze tijd, en sommigen, die belijden in de waarheid te geloven de nodige middelen zag terughouden om Gods werk te  helpen voortzetten werd de aanblik ervan te pijnlijk voor mij, en ik smeekte de engel, het gezicht van mij weg te nemen. Ik zag, dat wanneer Gods zaak vroeg om een deel van hun bezitting zij, evenals de jonge man, die tot Jezus kwam (Matt. 19:16-22) bedroefd weggingen; en dat het dan te laat zou zijn om aardse goederen op te offeren, en schatten op te leggen in de hemel.” “Early Writings,” pp. 48,49./”Eerste Geschriften,” pp. 47,48. {2SC 3-4:7.2.3}

De uitnodiging is de uwe: “Komt allen tot mij, die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want mijn juk is zacht en Mijn last is licht.” (Matt. 11: 28-30) {2SC 3-4:7.2.4}.

Tien tiende betalende bekeerlingen zullen evenveel tiende opbrengen als het gehele inkomen van een van hen, en als zij van die hoeveelheid kunnen leven, kunt u dat ook, en als het twee keer zoveel zal nodig zijn voor je levensonderhoud, zoals het doet voor die van hun, is alles wat jij moet doen, is nog tien tiende betalende zielen erbij te gaan winnen. Zolang u dan in de dienst van Christus bent, en nergens anders in, en zolang u twintig bekeerlingen trouw blijven en ware tiende betalers, zult u een vast inkomen hebben. Ik ken geen makkelijkere manier, dan in je levensonderhoud te voorzien, dan deze. Ken jij een andere? Nog minder is er enige twijfel erin, voor het hebben van zoveel succes in het winnen van zielen voor Christus als uw harten oprecht is met God en als u werkt voor zielen en voor de vooruitgang van Zijn Koninkrijk in plaats van  voor “broden en vissen,” en voor zelf verheerlijking. Aldus zal het ingaan in de dienst van Christus, uw geloofsbrief (referentie) zijn—een bewijs dat God uw gezichtspunt van de waarheid goedkeurt, uw dienst accepteert, en dat u “uw roeping en verkiezing heeft zeker gesteld?” {2SC 3-4:8.1.1}.

EEN TEKEN VAN TERUGTREKKEN

De kerk die staat in de vallei van deze verhoogde heuvel, blaast luidkeels haar eigen aftocht trompet, onbewust verkondigend dat de Drie Engelen Boodschap van haar afgenomen is! Daarom kijkt Mt. Carmel met een gebroken hart  neer op de uitgestorven plek, zoals haar “nederige,” Koning deed, toen Hij huilde op de Olijfberg, als Hij neer keek op het oude Jeruzalem—de gedenkwaardige woorden herhalend: {2SC 3-4:8.1.2}.

“Jeruzalem, Jeruzalem! Gij die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! Hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeen vergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeen vergaderd onder de vleugelen, en gijlieden hebt niet gewild. Ziet uw huis wordt u woest gelaten. Want Ik zeg u: Gij zult Mij van nu aan niet zien, totdat gij zeggen zult: Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren!” (Matt. 23: 37-39) {2SC 3-4:8.1.2}.

Het welkomsteken, dat vele jaren op de muren van deze kleine kerk hing aan de voet van de berg van Mt. Carmel, is vervangen door een andere die aldus leest:

ATTENTIE{2SC 3-4:8.1.3}.

——————

Hierbij een kennisgeving aan het publiek, dat alle openbare bijeenkomsten in deze kerk voor onbepaalde tijd zijn opgeschort. Alle bijeenkomsten die in deze kerk gehouden zullen worden, zullen tot nader orde privé bijeenkomsten zijn. De toegang tot deze privé bijeenkomsten zullen alleen door een uitnodiging van de Predikant zijn. {2SC 3-4:8.1.4}

Getekend

Het Kerkbestuur

  1. L. Hassenpflug

Predikant—Voorzitter {2SC 3-4:8.1.5}.

Deze kaart:

U bent uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de privé bijeenkomst bij de Z.D.A kerk om 7.30 uur woensdag avond en om 9.30 uur Zaterdag morgen. 14 maart, 1936

Predikant B.L. Hassenplug

Geen Toegang Zonder Deze Kaart

 die alleen overhandigt werd aan zijn trouwe, maar geestelijk blinde leden, lieten zij zien aan de wachter bij de deur, en werden toegestaan binnen te gaan, terwijl diegene die verstoken waren van een kaart verhinderd werden onder het voorwendsel dat het alleen voor leden was, waardoor zij de wet aan hun kant zeker stelden, en allen die enige sympathie toonden ten opzichte van de leerstellingen van “De Herder’s Staf,” buiten hielden. {2SC 3-4:8.2.1}.

Desalniettemin, terwijl de verstotenen in het kleine openbare park, slechts een paar meters van de ingang van de kerk verwijderd, hun Sabbat School les zaten te bespreken, beïnvloeden de president van de conferentie en de predikant de arme, hongerige en nauw geschoren schapen om een broeder weg te stemmen, wegens het bekennen, dat “de Herder’s staf,” gebaseerd is op de “wet en de getuigenissen,” en een andere broeder voor het weigeren, te stoppen met het bezoeken van een familie, die in “de Herder’s Staf geloofd, die al een hele tijd een prominent lid is van de Waco ZDA kerk, en waren de volwassen zoon en de echtgenote van  deze specifieke broeder ook in de kerk geweest, geloven wij, dat ook zij uitgeschreven zouden worden als leden van de kerk, omdat zij sympathiseren met de vader. Hoewel wij aan de ene kant bezorgd zijn om deze kleine kerk als de vader van de verloren zoon dat was, zijn wij aan de andere kant gelukkig en dankbaar aan onze hemelse Vader, voor het horen van onze gebeden tegen diegene, die ons door kracht beroven van onze kerk eigendommen, want diezelfde morgen  zijn als beloning, deze laatste verstotenen aan onze groep toegevoegd en aan de kant van de Heer, Hij verzwakte de krachten van de vijand en versterkte de Zijne. {2SC 3-4:8.2.2}.

Aldus, zoals gewoonlijk, ongeacht wat men mag proberen te doen tegen de Waarheid, kan hij alleen haar rechtvaardige zaak promoten waarvan de Geest van God, die vooruit kijkt naar deze tijd, David aanzette te zeggen:

“Gij deedt een oordeel horen uit den hemel; de aarde vreesde en werd stil, Als God opstond ten oordeel, om alle zachtmoedigen der aarde te verlossen, want de grimmigheid des mensen zal U loffelijk maken; het overblijfsel der grimmigheden zult Gij opbinden.” (Ps. 76: 9-11) KJV {2SC 3-4:8.2.3}.

Wij zijn neerslachtig, wanneer wij denken aan deze trieste ervaringen, want als wij deze Farizeïsche handelingen niet met onze eigen ogen, hadden gezien, zouden wij nooit geloven, dat onze eigen Z.D.A. kerkgenootschap terwijl zij pleiten voor godsdienstvrijheid, gevuld is met mannen die gekleed zijn in een Z.D.A. gewaad, maar die met de geest van de tirannieke paus zijn doordrongen! {2SC 3-4:8.2.4}.

“Alzo zegt de Heere der heirscharen: Laat uw handen sterk zijn, gijlieden, die in deze dagen deze woorden gehoord hebt uit den mond der profeten, die geweest zijn ten dage, als de grond van het huis des HEEREN der heirscharen gelegd is, dat de tempel gebouwd zou worden. Want vóór die dagen kwam des mensen loon te niet, en het loon van het vee was geen; end e uitgaande en de inkomende hadden geen vrede vanwege den vijand, want Ik zond alle mensen, een tegelijk tegen zijn naaste. Maar nu zal Ik aan het overblijfsel dezes volks niet wezen, gelijk in de vorige dagen, spreekt de HEERE der heirscharen. Want het zaad zal voorspoedig zijn, de wijnstok zal zijn vrucht geven, en de aarde zal haar inkomen geven, en de hemelen zullen hun dauw geven; en Ik zal het overblijfsel dezes volks dit alles doen erven.” (Zach. 8: 9-12) KJV {2SC 3-4:9.1.1}.

PRIJS HEM VAN WIE ALLE ZEGENINGEN KOMEN”

Geliefde broeders en zusters:

Ik heb het boek, “Een antwoord aan de Herder’s Staf,” gelezen en ik moet toegeven dat het mijn geloof in de leerstellingen van “De Herder’s Staf heeft doen toenemen, indien dat mogelijk was. Wilt u alstublieft niet tekort schieten in het toezenden van iedere uitgave van “de Symbolische Code,” aan mij.

(Getekend) BEN GARRETT

East Jamestown, Tenn. {2SC 3-4:9.1.2}.

Geliefde broeders en zusters:

Ik heb pas het kleine boekje over Ezechiëls profetie ontvangen en gelezen, een van de beste traktaten, die ik ooit gelezen heb. Als u nog andere goede dingen heeft, laat ons het ook hebben.

(Getekend) E.TAYLOR

Cherryvale, Kan. {2SC 3-4:9.1.3}.

Geliefde broeders en zusters:

Ik heb nooit mijn waardering uitgeschreven tot deze meest wonderbaarlijke boodschap. God is zeker genadig voor Zijn opstandig volk. {2SC 3-4:9.1.4}.

Ik ben weer gelukkig, maar een jaar nadat Ik deze boodschap ontving, dacht ik dat mijn hart zou scheuren, toen diegene waar ik altijd contact mee had stopten om met mij te praten… De pijn was nagenoeg onverdraaglijk, maar ik wist dat ik verder moest gaan. Ik moest volharden, want ik kan God niet verloochenen… Wordt onze nieuw stuk land voor middelen op gehouden? Zullen wij ooit gevraagd worden naar middelen? Ik geloof dat u dat echter niet nodig zal hebben, want ik voel iedere dag de oproep, alsof u dat gevraagd had. {2SC 3-4:9.1.5}.

Ik kijk uit naar “De Symbolische Code,” zoals ik dat gewend was te doen met de “Review.”

(Getekend) MW. NAOMI HINDMAN

Sheridan, Wyo. {2SC 3-4:9.1.6}.

 Dierbare br. Houteff:

Ik hou zeer zeker van uw boodschap en ik weet dat God met u en uw werk is. Onze dierbare broeder Vories bracht de hier de boodschap voor ons en er is zeker een oproer geweest; velen aanvaarden het en ik bidt tot God dat niemand het zal verwerpen. Ik ben echter zeker dat er een scheiding onder ons zal zijn; maar de verzegelende boodschap zal uitvinden hoeveel aan de kant van de Heer zijn. {2SC 3-4:9.2.1}.

Broeder Vories en ik prediken de “Herder’s Staf boodschap op een indirecte wijze, hen in gradaties voorbereidend. Maar ten slotte moesten wij hen de boodschap vertellen, en ik ben verheugd te zeggen (God dankende ervoor), dat meer dan twee derde het heeft aanvaard. {2SC 3-4:9.2.2}.

Maar de ouderling van de kerk heeft ons nu gestopt de bijeenkomst te leiden, en zo kunt u zien dat het belijdende volk van God heden ten dage, net als vanouds, geen gefundeerde leerstellingen verdraagt. {2SC 3-4:9.2.3}.

Wij hebben uw gebeden nodig, en zo gauw wij in staat zijn, zullen wij wat geld sturen om te helpen met Gods grote werk. {2SC 3-4:9.2.4}.

God zegt: “Hoort mijn geliefde broeders en zusters; heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen des koninkrijks, hetwelk Hij beloofd degenen die Hem liefhebben.””

(Getekend)  L.F. OTTO

Logansport, Ind. {2SC 3-4:9.2.5}.

——————0—————-

MEEGESLEURD, NEER GESLAGEN, MAAR TOCH IN STAAT HET AAN TE  KUNNEN

 Broeder B. schrijft de volgende bezwaren tegen “De Herder’s Staf,” die niet de intentie mogen hebben om te vechten tegen de waarheid, zoals de priesters en Rabbi’s  in de dagen van Christus deden, maar om zichzelf helder te stellen, die punten die de vijanden van “De Herder’s Staf,” getracht hebben te verwarren en aan te dragen tegen de boodschap van vandaag. {2SC 3-4:9.2.6}.

Bezwaar Nr. 1: “ Wil zeggen dat het een beetje moeilijk voor mij is te begrijpen, dat Broeder Houteff zijn gehele claim op inspiratie, en zijn gehele systeem van Bijbel interpretaties hangt aan onfeilbaarheid op ieder punt, daar hij het op deze wijze mogelijk maakt dat het hele bouwwerk, zonder omhaal door welke fout dan ook weggevaagd kan worden,  die mogelijk een menselijk instrument zou kunnen maken. Bij voorbeeld, in Deel 1, blz. 333, 334 van “De Herder’s Staf,” geeft hij verschillende voorbeelden van de symbolische toepassing van het aantal letters in bepaalde namen, waarvan hij zegt, dat het, zijn systeem van Bijbel interpretaties bewijst. Ongelukkigerwijs, verschijnen in het originele Hebreeuws, het aantal letters dat gespecificeerd is, voor de klinkers in het Hebreeuws niet  als ze toegevoegd worden aan de Engelse vertaling van de namen. Als gevolg daarvan, door de voorwaarden die hij zelf heeft neergelegd, ontkracht hij door deze ene fout, zijn gehele systeem van Bijbel interpretaties en vernietigd volledig alle eisen op inspiratie. Het is niet mijn bedoeling om Broeder Houteff aan deze ondoordachte voorwaarden te houden. {2SC 3-4:9.2.7}.

Antwoord:

“De Herder’s Staf,” beweert niet dat het aantal letters in de bovenvermelde namen voorkomt in al de talen van de wereld—inclusief het Hebreeuws—maar het is juist daarin dat volgens de Engelse spellingsregels, de lessen afgeleid van de symbolische getallen van letters is de betreffende namen volmaakt is; en aangezien “De Herder’s Staf” niet beweert, dat deze namen samengesteld zijn door hetzelfde aantal letters die gevonden worden in de spellingsregels van al de talen in de wereld, zal het met betrekking tot deze vraag nu op zijn eigen benen staan, zoals het tegen al de afwijzingen gestaan heeft, die tegen haar aangedragen zijn de afgelopen vijf jaren. {2SC 3-4:10.1.1}.

Bovendien, hoewel Broeder B’s bewering juist is, dat God niets te maken had met de les verkregen uit het aantal letters die de namen bevatten, haalt zijn bewering het feit niet omver dat voor zover het de Engelse taal betreft, waar “De Herder’ s Staf, alleen gebruik van maakt, correct is en vrij van verwijten, hoewel de numerieke volmaaktheid slechts door toeval bereikt is. Ik zou echter eerder God de eer geven, want als ik ieder middel aanwend om de waarheid te benadrukken en het Woord te verhogen, ben ik ervan verzekerd, dat mijn daden op de oordeelsdag gerechtvaardigd zullen worden, ten opzichte van de daden van diegene die door zijn luiheid, de werken van God toeschrijft aan een toeval. Desalniettemin, ondersteund de Bijbel, de beweringen van “De Herder’s Staf,” daarin, dat er niets verborgen is voor God en dat alle dingen “naakt en geopend voor de ogen Desgenen met Welken wij te doen hebben (Heb. 4: 13) {2SC 3-4:10.1.2}.

Vandaar dat aangezien, zelf de haren op onze hoofden geteld zijn( Matt. 10: 30), ben ik ervan verzekerd dat God de spellingsregels van de Engelse tong kende voordat het Engels sprekende volk dat deed, en Hij wist ook dat Hij het Engels zou gebruiken in plaats van de Hebreeuwse tong, om de waarheid die “De Herder’s Staf bevat te openbaren, Hij instrueerde de profeet Jesaja om aldus te schrijven: {2SC 3-4:10.1.3}.

“Met stotterende lippen en door een andere tong zal Hij tot dit volk spreken.” (Jes. 28:11) KJV. Als het numerieke symbolisme  van de letters in de Hebreeuwse spellingsregel was, in plaats van in het Engels, zou het moeilijk te ontdekken zijn en zou het niet zo een groot wonder zijn; namelijk, niet Gods voorkennis tonend voor de taal die Hij zou gebruiken, ter vervulling van Jesaja 28:11 bij “het ontvouwen van de boekrol.” {2SC 3-4:10.1.4}.

Daarom, is het hier te zien dat wanneer iemand diep in de mijn van waarheid zinkt, “ontkrachten” de voortgebrachte feiten, “het systeem van Bijbel interpretaties,”, “De Herder’s Staf,” niet, noch “vernietigen zij haar beweringen van interpretatie,” maar ondersteunen haar volledig. {2SC 3-4:10.1.5}.

Bezwaar Nr. 2, zegt: “Br. Houteff, citeert de Getuigenissen met veelzeggende gevolgen tegen de misstanden van de leiding, en zijn geschriften vormen een onschatbare verzameling van citaten van de Geest der Profetie, maar er is reden te vrezen dat op hem de rechten van de individuele bedoelingen neerkomen, zoals zij bedoelt zijn door het Comité van de Generale Conferentie iemands eigen rechten, niet dat van anderen. Gelovend zoals hij dat doet, dat zijn inzichten geïnspireerd zijn, en hun verwerping de zonde tegen de Heilige Geest zijn, is het nauwelijks waarschijnlijk, dat zou hij de controle over de organisatie krijgen, hij nog minder bereid zou zijn, deze onvergeeflijke zonde te tolereren, dan het Comité van de Generale  Conferentie, is om enige twijfel van de interpretaties, geplaatst op de boodschap, door haar leden, als Gods hoogste autoriteit op aarde toe te laten. Ik zou daarom niets te winnen, en waarschijnlijk veel te verliezen hebben, in het helpen van Broeder Houteff in het verdringen van de huidige oligarchische bureaucratie, met een zijn eigen dictatorschap, maar ik kan en zal blijmoedig samenwerken met Broeder Houteff in een oprechte poging, het recht terug te krijgen voor de individu om te studeren en het Woord van God te kennen, voor zich zelf feiten en geschiedenis, en door zijn eigen geweten bestuurd te worden. Dit kan denk ik het beste gedaan worden, door het licht van publiciteit te werpen op wat het Comité van de Generale Conferentie bezig is te doen, in het trachten het licht te onthouden van het bereiken van het volk.” {2SC 3-4:10.2.1}.

Antwoord:

Het enige bezwaar in het bovenstaande hoofdstuk dat Broeder B. presenteert tegen “De Herder’s Staf,” is dat het “Inspiratie,” opeist; tegelijkertijd beschuldigd hij de Generale Conferentie van het niet toestaan van wat voor waarheid, dan ook in te gaan in de gelederen van het kerkgenootschap, maar hoewel onbewust van het feit, is hij tegen “geïnspireerde,” “waarheid,” en nu zou ik Broeder B. willen vragen: Als het niet geïnspireerd is, hoe kan het de waarheid zijn? En zou het een oproep van God zijn? {2SC 3-4:10.2.2}

Ik hoop dat Broeder B’s ogen geopend mogen worden dat hij mag inzien, dat zijn bezwaar niet aan hem is ingegeven door de Ene Wiens doel Het is te leiden in alle waarheid, want Broeder B’s bewering is dat niemand in alle waarheid geleid kan worden, welke gedachte in tegenstelling is aan de eisen en leerstellingen van Christus, want Hij zegt: “Wanneer … de Geest der Waarheid is gekomen zal Hij U in alle waarheid leiden; want Hij zal van zichzelven spreken; maar zo al wat Hij zal gehoord hebben, dat Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen (Joh. 16:13){KJV} {2SC 3-4:10.2.3}

Verder, aangezien de definitie van het woord “inspiratie,” betekend goddelijke instructie, vrij van menselijke vervalsingen communiceren, is het gevolg, dat het ultieme doel achter het bezwaar van wie dan ook, tegen “geïnspireerde waarheden, in plaats van “ongeïnspireerde,” betekend God uit het zicht plaatsen en de mens naar voren brengen—het enige kanaal afsnijdend waardoor God met Zijn volk kan communiceren en waardoor Hij de Schriften voor Zijn kerk kan interpreteren en foutieve beweringen van mensen uit de weg kan ruimen. {2SC 3-4:10.2.4}.

Verder nog, is deze groep mensen, die veronderstellen dat hun vraagstelling en betutteling een teken van intelligentie zijn, als de Joden van oudsher—zij erkennen de “Inspiratie,” van de profeten zoals Broeder B dat doet van Zuster White’s, door haar werken “De Geest der Profetie,” te noemen. De joden bekenden dat de geschriften van de profeten die hun generaties waren vooraf gegaan en die verworpen en gedood waren door hun vaderen, het Woord van God bevatten, en dat hun geschriften gerespecteerd en gehoorzaamd dienden te worden, maar de profeten die in persoon verrezen, om hen van hun eigen kwade daden te waarschuwen, of hun fouten te corrigeren, die zij zelf hadden belichaamd van ongeïnspireerde mensen, waren zij niet gewillig te accepteren. Aldus was het in de periode voor de Bijbel, aldus was het in de periode van het Oude Testament, aldus is het geweest vanaf het beging van het Nieuwe, tot aan de dag van vandaag. Dus zij die dachten dat hun twijfel, vraagstelling en betutteling een teken waren van intelligentie, bewijst de bovenstaande ervaring dat zij slechts een teken waren van onwetendheid. Vandaar dat, hoewel Broeder B als een slaapwandelaar, naar dezelfde valkuil stevent, hopen wij dat hij, voordat hij erin loopt, ontwaakt door het geluid van deze rampzalige, historische en steeds terugkerende fouten, en aldus ontsnapt aan het gevaar van deze lang actieve valkuil. {2SC 3-4:11.1.1}

Slechts enkele jaren terug in de geschiedenis, vinden wij deze zelfde groep in strijd met Zuster White, hoewel ze verteld was: “God en Satan werken nooit samen in partnerschap. De getuigenissen, dragen of het teken van God of dat van Satan. Een corrupte boom kan geen goede vruchten voortbrengen.” “Testimonies for the Church,” Vol. 5, p. 98. Maar zij beredeneerden. “Wij geloven de visioenen, maar Zuster White, heeft haar eigen woorden gezet toen zij ze schreef, en wij willen dat gedeelte geloven waarvan wij denken, dat het van God is, en zullen geen acht slaap op de ander.” –“Testimonies for  the Church.” Vol. 1 p. 234. {2SC 3-4:11.1.2}

Desondanks hun ongeloof in de geschriften van Zuster White, tot in deze huidige tijd, probeert deze zelfde groep mensen “De Herder’s Staf,” boodschap omver te halen, door precies die geschriften, waaraan zij twijfelden en bekritiseerden, toen hun profeet nog in leven was. Kan het mogelijk zijn, dat deze critici, meer zouden weten over wat zij zag en hoe ze het schreef, dan zij zelf? Zo is het nu- zij pretenderen meer te weten over Broeder Houteff”s ervaringen en hoe hij de waarheden schrijft in “De Herder’s Staf” dan hijzelf! Als zij zo wijs waren waarom heeft God hen als Zijn boodschappers gekozen in plaats van haar? {2SC 3-4:11.1.3}

Wij vinden dat zij Johannes zijn visioenen beschouwden zoals zij dat deden met die van Zuster White, want in de publicatie: “Gedachten over Daniel en de Openbaring,” p. 510, worden de symbolische paarden met hun leeuwachtige hoofden (Openb. 9:17) verdrongen door Arabische paarden met natuurlijke hoofden om het symbool te helpen en maken, dat het past in de strijd van de Turken! Het vuur en de brimstone, hebben zij bij wijze van “uitlegging,” verandert in “zwavel,” en de slangachtige staarten van vers 19, in gewone paardenstaarten! Dan vertellen zij ons, dat het “vuur,” “rook,” en “brimstone,” uit de geweren in de hand van een Turk kwamen, in plaats van uit de leeuwachtige monden zoals John het zag. Bovendien, om hun handelingen te rechtvaardigen, trachten zij ons te laten geloven, dat Johannes, niet duidelijk datgene wat God Hem toonde kon zien, en wat Hij bedoeld had om nauwkeurig vastgelegd te worden. Is het mogelijk dat deze mannen, zonder “geïnspireerde” visioen, die bijna 2000 jaren na Johannes zijn visioen in beeld kwamen, beter kunnen zien dan hem voor wie de vertoning was gemaakt! {2SC 3-4:11.2.1}

Als de Openbaarder in dit geval verkeerd was, kan hij dan niet ook in andere gevallen verkeerd zijn geweest? En als het boek van de Openbaring niet zoals het leest, op gerekend kan worden, hoe kunnen wij dan enig vertrouwen stellen in de rest van de Bijbel? Als de profeten niet de positieve waarheid konden verkondigen, wat zij toen zagen, hoe kan een Bijbel student dat dan, zonder hetzij visioen  of “inspiratie?” Bovendien, als God in verleden tijden kon veroorzaken dat mensen de waarheid en niets anders dan de waarheid schreven, waarom kan Hij hetzelfde nu niet doen? Heeft Hij Zijn macht verloren, of is Hij nu minder geïnteresseerd in Zijn kerk, dan van oudsher? Voorts, indien de geïnspireerde gezichten van de profeten in het verleden, de “oligarchische bureaucratie verving met een “eigen,” dictatuur, waarom zouden dezelfde gezichten, dat nu doen? En als dat het geval was, en toen gerechtvaardigd was, waarom zou het nu verkeerd zijn? {2SC 3-4:11.2.2}

Het is waar dat als “De Herder’s Staf,” de controle over de organisatie zou verkrijgen, het niet “meer bereid zou zijn, deze onvergeeflijke zonde te tolereren, dan het Comité van de  Generale Conferentie enige twijfel van uitlegging toe staat, geplaatst op de boodschap door haar leden, maar broeder B, ziet het feit over het hoofd, dat “De Herder’s Staf,” “inspiratie,” opeist,  en dat door haar goddelijke openbaringen van waarheid, Gods volk oproept tot een hervorming door gehoorzaamheid aan de waarheid, terwijl het Comité van de  Generale Conferentie zelf, “inspiratie,” niet opeist, noch doen hun werken noch tonen hun uitleggingen van de Schriften het aan—zij zijn niet gewillig om zonde onder zichzelf te verwerpen, en aldus de kudde van God naar hervorming te leiden. {2SC 3-4:11.2.3}

Bovendien bekend Broeder B, zonder het te wetendat Broeder Houteff, nooit zal trachten wat voor toeneming van waarheid, dat het volk bereikt, ooit zal verhinderen, ongeacht door wie het komt, niet minder dan wie dan ook van Gods “geïnspireerde,” boodschappers dat ooit deed. Bovendien, vanwege het feit, dat Zuster White’s “inspiratie,” zo volmaakt gevolgd door “De Herder’s Staf,” het volk niet belemmerde of weghield, van “De Herder’s Staf,” of van zichzelf, bewijst het dat de “inspiratie,” van de Roede, nog minder andermans “inspiratie zal weg houden. Voorts nog als Zuster White het kerkgenootschap onder controle had gehouden met al haar instellingen, zou het niet geworden zijn, wat het nu is. {2SC 3-4:11.2.4}

De eer voor de boodschap in “De Herder’s Staf, plaats Broeder Houteff, eenvoudigweg bij Diegene, waar het thuishoort, en diegene die zouden willen dat Broeder Houteff, het op zichzelf plaatst, doen dat niet omdat zij van hem houden, of omdat zij hem boven zichzelf willen verhogen, maar omdat zij de eisen van de stem van beneden goedkeuren, die God haat en de openbaring van het Woord, Broeder Houteff verzoekend zichzelf te verhogen, in plaats van God, zichzelf blind misleidend en anderen weg van de waarheid leidend, alleen maar omdat zij het haten om zichzelf nu te plaatsen onder de leiding van Christus, terwijl Hij de “leiding in Zijn eigen handen neemt.” “Testimonies to Ministers.” 300. Deze groep werkers hoorde Christus profetisch zeggen: “Wij willen niet dat deze man over ons heerst.” (Lukas 19:14). Voor verdere uitleg over deze verwijzing, zie het oktober nummer van 1935 van “De Symbolische Code.” p. 5. {2SC 3-4:12.1.1}

Laten diegene die zich moeten onderwerpen aan de heerschappij van God zichzelf nu afvragen, wat zij gedaan zouden hebben in de dagen van Mozes, die zoals de Roede, het mondstuk van God beweert te zijn? Zouden zij dan niet met Korah, tegen Mozes en Aaron zijn opgestaan, zoals zij nu doen tegen “De Herder’s Staf,” en zeggen: “Het is teveel voor u, want deze ganse vergadering zij allen, zijn heilig, en de Heere is in het midden van hen, waarom dan verheft gijlieden u over de gemeente des Heeren?” (Num. 16:3)KJV {2SC 3-4:12.1.2}

Als deze groep mensen niet gewillig is de “geïnspireerde,” uitleggingen nu te aanvaarden, zouden zij de boodschap van de Baptist, de apostelen van Christus, en Zuster White hebben geaccepteerd? Neen, inderdaad niet! In feite, zou hun houding tegen “Inspiratie,” tonen dat zij hen zelf nu niet accepteren, en als zij zichzelf niet onderwerpen aan “Inspiratie,” hoe zullen zij ooit de waarheid kennen? Want de Bijbel zegt: {2SC 3-4:12.1.3}

“Gewisselijk, de Here Heere zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten geopenbaard hebbe.” (Amos 3: 7) KJV “De Heere voerde Israel op uit Egypte door een profeet en door een profeet werd hij gehoed. (Hosea 12: 14) SV “Gelooft in de Heere, Uw God zo zult gij bevestigd worden, gelooft in Zijn profeten, en gij zult voorspoedig zijn.” 2 Kronieken 20:20) KJV {2SC 3-4:12.1.4}

“En Hij zeide tot hen: O, onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben.” (Lukas 24:25) SV. “En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is.” (Openb. 22: 19) KJV {2SC 3-4:12.2.1}

“En ik zal uw tong aan uw gehemelte doen kleven, dat gij stom worden zult en zult hun niet zijn tot een bestraffende man; want zij zijn een wederspannig huis. Maar als Ik met u spreken zal, zal Ik uw mond opendoen, en gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE, wie hoort, die hore en wie het laat, die late het, want zij zijn een wederspannig huis. (Ezech. 3: 26,27) {2SC 3-4:12.2.2}

“Ook maakten alle oversten der priesteren, en het volk der overtredingen zeer veel naar alle gruwelen der heidenen; en zij verontreinigden het huis des Heren dat Hij geheiligd had te Jeruzalem. En de Heere, de God hunner vaderen, zond tot hen, door de hand Zijner boden, vroeg op zijnde, om die te zenden, want Hij verschoonde Zijn volk en Zijn woning. Maar zij spotten met de boden Gods, en verachtten Zijn woorden; zij verleiden zichzelven tegen Zijn profeten; totdat de grimmigheid des Heren tegen Zijn volk opging, dat er geen helen aan was.”(2 Kron. 36: 14-16) KJV. “Die oren heeft, die hoore, wat de Geest tot de gemeente zegt.”(Openb. 3:22) KJV. Voor verder commentaar over deze Schriftgedeelten, lees ons traktaat nr. 1: “De Dardenellen van de Bijbel.” Blz. 25, 26. {2SC 3-4:12.2.3}

Als God ons niet langer in alle waarheid kan leiden, hoe kan Hij ooit eenheid brengen onder Zijn volk, zodat zij alle met zekerheid een ding spreken? Hoe kan Hij hen redden van satans veelvoudige misleidingen en foutieve uitleggingen van de Schriften? Zie ons traktaat nr. 5: “De laatste waarschuwing,” blz. 8-15. Daar de vijanden van de waarheid, trachten het stempel van Inspiratie te plaatsen op het boek: “Gedachten over Daniel en de Openbaring,” zelf pogen om Zuster White’s goedkeuring erop als gezaghebbend door te laten gaan, en tegelijkertijd de boodschap die “De Herder’s Staf,” bevat niet aanvaarden, omdat het “Inspiratie,” opeist, bewijst het dat hun houding in ieder geval, door satan is aangezet, met het gewenste doel om de Waarheid neer te halen en dwaling te verhogen. {2SC 3-4:12.2.4}

Aangezien ontelbare, onbevoegde ideeën van mensen de Christelijke kerk hebben gescheiden in snippers van alle maten en haar een “woonplaats van duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten en een bewaarplaats van alle onreine en hatelijk gevogelte,” hebben gemaakt, (Openb. 18:2) in plaats van een plaats voor verlossing en een woonplaats van heiligen. “God zal kenbaar maken, dat Hij niet afhankelijk is van geleerde, zelfingenomen stervelingen.” (“Testimonies for the Church,” Vol. 5, blz 82) De volgende citaten tonen duidelijk aan dat slechts “Inspiratie,” ( een man geroepen door God), de waarheid kan verkondigen en niets anders dan de waarheid. {2SC 3-4:12.2.5}

“De reden waarom God niet vaker hooggeplaatste en geleerde mannen kiest om hervormingsbewegingen te leiden, ligt hierin dat zij vertrouwen      stellen in hun geloofsopvattingen, hun theorieën en hun theologie en helemaal niet door God willen worden onderwezen. Alleen zij die persoonlijk in verbinding staan met de Bron der wijsheid kunnen de Schrift begrijpen of uitleggen. Mensen met weinig school kennis worden soms geroepen om de waarheid te verkondigen, niet omdat ze ongeschoold zijn, maar omdat zij niet zo hoog met zichzelf oplopen en zich door God willen laten onderrichten. Zij leren in de school van Christus en hun nederigheid en gehoorzaamheid maken hen groot. God geeft hun kennis van zijn waarheid en schenkt hun daardoor een prestige dat wereldse eer en menselijke grootheid in het niet laat verzinken.” “The Great Controversy.” p. 456/ “De Grote Strijd.” Blz. 423. {2SC 3-4:13.1.1}

Had “De Herder’s Staf,” niet openlijk God de eer gegeven van haar waarheid, zouden haar vijanden gezegd hebben: “Het is niet geïnspireerd, en wij hoeven geen acht te slaan op haar waarschuwingen.” Dit is precies de handelswijze, die de grote mannen in de dagen van Christus dat deden—aan de ene kant vonden zij fouten bij Johannes de Doper, omdat hij niets anders at dan wilde honing en broodvrucht, en aan de andere kant beschuldigden zij Christus van eten en noemden Hem “een vraat en wijnzuiper.” ( Matt. 11:18,19) KJV. Zij beweerden dat Hij niet door Gods gestuurd was, niet geïnspireerd, niet zoals Mozes, en vroegen Hem: “ … door wat macht Gij deze dingen doet; of wie Hij is, Die U deze macht heeft gegeven?” (Lukas 20:2) en de Geest der Profetie verkondigd: {2SC 3-4:13.1.2}

“Profetie moet vervult worden. De Heere zegt: ‘Zie, Ik zende u de profeet Eliah, voor de komst van de grote en geduchtige dag des Heeren. Iemand zal komen in de geest en kracht van Elia, en wanneer hij komt, zal men zeggen: ‘u bent te ernstig, u legt de Schriften niet op de juiste wijze uit. Laat mij u vertellen hoe u uw Boodschap met onderwijzen. ‘” – (Testimonies to Ministers,” p. 475.) {2SC 3-4:13.1.3}

 Wat Is Gezondheidshervorming? Deel 2

Wij kunnen geen “geboden-bewarend volk” worden genoemd tenzij wij al ons werk doen en dat op tijd doen, want één van de geboden luidt: “zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen.” Als wij een moment van onze tijd verspillen, behalve wanneer het gaat om een of ander onvermogen, dan zouden wij niet geschikt zijn om onszelf “geboden-bewaarders” te noemen. Vandaar dat wij moeten arbeiden; en dat met een glimlach, en getrouw, zes volle dagen van de week. Wij kunnen het werk ook niet iedere dag achter laten blijven en tegelijk beweren dat wij God’s geboden bewaren. Aangezien het werk dat God aan een ieder heeft toegewezen noch teveel noch te weinig is, dan zouden wij, als wij zes dagen getrouw arbeiden en al ons werk doen, geen ijdele tijd vinden gedurende de week, noch zouden wij iets ongedaan vinden aan het einde van de week. {2SC3, 4:13.1.4}

Zij die teveel tijd en niet genoeg werk hebben, laten hetzij onwetend of opzettelijk hun werk ongedaan, en zij die teveel werk en niet genoeg tijd hebben, zijn hetzij bezig de onnodige dingen in het leven te doen, te lui, of zij zijn onbekwaam en onsystematisch bezig. Als God iets ongedaan zou laten in Zijn scheppingswerk, dan zou dat geschapen ding tot een ramp uitlopen, en als Hij het niet op tijd doet zal de gehele schepping eronder lijden. {2SC3, 4:13.2.1}

Zij die zullen worden veranderd{opgenomen} zullen als God zijn (Zach. 12:8)—volmaakt in al wat zij doen. Verander daarom uw wegen, en weest gij “volmaakt, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is.” (Matt. 5:48.) {2SC3, 4:13.2.2}

Onderzoek wat uw werk is, sta dan vroeg op en doe het getrouw “op diezelfde dag” met een glimlach. Werk en zonlicht zullen u niet alleen veel goed doen, maar zij zullen u ook ervoor behoeden om een langzame zelfmoord te plegen, want zonder beweging, frisse lucht en zonlicht kunt u uw volledige leeftijd niet uitleven, en de tijd waarin u uw leven leidt zal onaangenaam zijn voor uzelf en lastig voor anderen. {2SC3:13.2.3}

“Zo zegt de Here: Laten uw handen sterk zijn, gij die in deze dagen uit de mond der profeten deze woorden hoort, uit de tijd toen het huis van de Here der heerscharen gegrondvest werd, opdat de tempel kon worden gebouwd.” (Zach. 8:9, KJV.) {2SC3:13.2.4}

“ God onderzoekt de daden van ieder mens. Ze worden opgetekend als ze goed zijn, maar ook als ze slecht zijn. Naast elke naam wordt elk verkeerd woord, elke zelfzuchtige daad, elk plichtsverzuim, elke verborgen zonde en alle huichelarij met buitengewone nauwkeurigheid in de boeken des hemels opgeschreven. De engel die de boeken bijhoudt, noteert alle waarschuwingen en berispingen van de hemel die niet ter harte zijn genomen en ook de verspilde tijd, de kansen die men heeft laten voorbijgaan, de positieve of negatieve invloed die men heeft uitgeoefend en alle verstrekkende gevolgen daarvan.” –“De Grote Strijd, blz. 445.{“The Great Controversy,” p. 482) {2SC3, 4:13.2.5}

Bedrieg Niet Opdat U Niet Tekort Schiet

Daar het menselijk mechanisme is geconstrueerd uit zestien verschillende elementen, en daar zij uitgeput geraken door het dagelijks gebruik van het lichaam, en daar deze noodzakelijke elementen op geen andere wijze kunnen worden bijgevuld dan alleen door onze dagelijkse voedselconsumptie, dan is het van hoogst belang dat het voedsel dat het voedsel waarvan wij gebruik maken dusdanig is dat het elk van de elementen bevat, als wij onze supermenselijke structuur in goede conditie willen behouden. {2SC3, 4:13.2.6}

Laat het door allen worden begrepen dat door het verzuimen om het menselijk organisme te voorzien van de bovenvermelde bouwmaterialen waardoor de uitgeputte weefsels en spieren worden hersteld, en die de conditie van de beenderen e.d. behouden, de schuldige daardoor, hetzij door onwetendheid of iets anders, zijn gezondheid schade zal doen lijden, en als zijn fout geen plotselinge dood zal teweegbrengen, zal het veel pijn, verdriet, en spijt veroorzaken en ten laatste een ontijdige begrafenisstoet vereisen. {2SC3, 4:14.1.1}

Zij die ernaar verlangen gezond te blijven zullen deze ene eenvoudige zaak gedenken; dat is: vervaardigde geraffineerde voedselproducten, van haast welke aard zij ook mogen zijn, zijn niet alleen volledig gebrekkig aan sommige van de elementen, maar zelfs de elementen die zij bevatten zijn uit de zorgvuldige en onveranderlijke chemische combinatie van de Schepper gehaald, waardoor zelfs de elementen die aanwezig zijn geen echte waarde kunnen hebben voor het systeem, en in sommige gevallen zijn zij zelfs een hindernis ervoor, want de afwezigheid van een element verandert de geaardheid van de ander, zoals de toevoeging van een vreemde {element} dat doet, welke handeling wordt aangetoond als volgt: {2SC3, 4:14.1.2}

Als er een chemische synthese{samenstelling} wordt uitgevoerd op melk door, indien mogelijk, het element ijzer in zijn organische vorm eraan toe te voegen, dan zal het ijzer de melk doen stollen{stremmen}—het veranderen tot kaas.  Als wij stikstof, waterstof en zuurstof zouden combineren, dan zouden wij huishoud-ammonia verkrijgen; en de chemische kunststoffen tonen aan dat als wij de stikstof scheiden van de zuurstof en de waterstof nadat het is gecombineerd, het (de stikstof) kooldioxide-gas wordt in plaats van weer stikstof te worden. Sta ons nogmaals toe om de bovenstaande feiten te illustreren: {2SC3, 4: 14.1.3}

Laten wij ons voorstellen dat de maag een kok is en laten wij de elementen waarmee het organisme het lichaam voedt ons voorstellen als brood. De kunst van het brood maken vereist bloem, water, vet, zout en gist. Veronderstel dat wij de kok al de ingrediënten geven behalve één; zou hij dan niet verhinderd zijn in het maken van het brood wat betreft het belang van het onderdeel? Als de bloem wordt weggelaten, zou hij helemaal geen brood kunnen maken; als het water wordt weggelaten, zou hij in een even erge netelige situatie verkeren; indien zonder zout, dan zou het zonder smaak zijn; indien zonder gist, dan zou het te zwaar zijn. Nogmaals, zou niet, door de afwezigheid van een of meer van de onderdelen, de percentage  van de bloem, of van het water, van het zout of van het gist toenemen, afhankelijk van welk van hen ontbreekt? Zo ja, wat voor soort brood zou de keuken kok dan in staat zijn te maken en ons daarmee te voeden, als sommige van de benodigdheden waren weggelaten, en hoe zouden wij het vinden? Zou niet hetzelfde beginsel het voedsel in het menselijk systeem moeten beheren zoals het dat doet in de keuken? Dit is wat vervaardigde voedselproducten iedere dag doen voor hen die ze gebruiken en toch verwachten zij hun menselijk supersysteem in goede conditie te behouden, zich goed te voelen en gelukkig te zijn! {2SC3, 4: 14.1.4}

Niemand behoeft een biochemicus of fysioloog te zijn om te weten hoe men moet leven. Zelfs de meest eenvoudige analfabeet behoeft niet te dwalen in de wetenschap van gezondheid als hij de volgende regels onderhoudt: {2SC3, 4: 14.2.1}

Gebruik geen voeding dat verboden is zoals de vrucht van de boom dat was, welke de Heer had geplant in het midden van de hof: “Onrein is het voor u.” Bestudeer Leviticus Elf, Deuteronomium Veertien, en Jesaja 66:17. {2SC3, 4: 14.2.2}

Nadat al deze dingen terzijde zijn gelegd, ga dan een stap verder met ons als u een soortgelijk werk verwacht te doen als dat van Johannes de Doper en als u ernaar verlangt om opgenomen te worden tot uw Edense thuis; dat betekent: reikt vooruit naar God’s oorspronkelijk dieet waarin Hij heeft voorzien voor het menselijk geslacht. Want aangezien wij nu gaan naar ons oorspronkelijk tehuis, dan zouden wij onszelf moeten gewennen aan ons oorspronkelijk dieet. “En God zeide: Ziet, Ik heb u al het zaaddragende kruid gegeven, dat op de ganse aarde is, en alle geboomte, waarin de vrucht van een zaad zaaiende boom is; het zij u tot spijs.” (Gen. 1:29.{KJV}) {2SC3, 4: 14.2.3}

Laat alle vervaardigde commerciële producten worden vervangen door voedsel dat in zijn oorspronkelijke staat verkeert—neem geen kansen. Zelfs de volkorenmeel en de maismeel die in de winkel wordt verkocht is in de meeste gevallen óf vervalst óf gedemineraliseerd. {2SC3, 4: 14.2.4}

Als u het soort materiaal kon zien wat uw gemeenschapsbakker gebruikt om uw brood te maken wat u bij uw kruidenier koopt, gesneden en verpakt in een meest aantrekkelijke verpakking, in het bijzonder in de zomertijd, dan zou u het niet eten. Er zijn slechts weinig uitzonderingen wat betreft andere commerciële voeding. Bovendien betaalt u vele malen meer voor uw voedselproducten dan wanneer u ze zelf zou bereiden. {2SC3, 4:14.2.5}

Het brood-onderdeel alleen zou u niet alleen vele, vele dollars elk jaar besparen als u het zelf zou maken van eigen geteelde meel, maar het zou ook de gezondheid van uw gezin in slechts korte tijd verbeteren, en uw juk verzachten door uw huishoudelijke uitgaven te hebben verminderd. Koop het volle graan van tarwe, mais en rogge, enz., en maak uw eigen meel. U kunt een molen voor eigen gebruik kopen vanaf $2,75 en hoger. Dus, naast het gezond blijven, kunt u de kosten voor uw levensonderhoud vele malen verminderen dan wat het nu is, en u zou niet haast iedere dag per jaar als een paard behoeven te werken om in uw levensonderhoud te voorzien. Ook zou u uw vitaliteit niet verspillen door een dagelijkse bezorgdheid, maar u zou in plaats daarvan de Heer dienen door de sterke banden van de vijand los te maken van de nek van anderen. Snijd u los, laat de wereld met rust, want wij gaan naar huis! {2SC3, 4:14.2.6}

Gedenk dat u, naast uw dieet, frisse lucht, zonlicht, en beweging in de buitenlucht nodig heeft. De beste en meest winstgevende manier om alle drie tegelijkertijd te verkrijgen is door een tuin te maken in uw achtererf, als er geen andere plaats is, en dagelijks wat arbeid daarin te verrichten. Zodoende zult u niet alleen uw gezondheid verbeteren en verse groenten hebben voor uw eettafel, maar ook uw kruidenierskosten verminderen. Voordat u echter uw tuin maakt, en voordat u de gelegenheid heeft om erin te werken, beroof uzelf niet van een dagelijkse stevige wandeling, en nadat u al de ramen van uw slaapkamer ‘s avonds heeft geopend, slaap niet met uw neus bedekt. {2SC3, 4:15.1.1}

“Moeders, er bestaat niets dat tot zulke kwaadheden leidt dan de lasten van uw dochters weg te nemen, en hen niets bijzonders te geven om te doen, en hun eigen bezigheid te laten verkiezen, misschien wat haakwerk of een ander buitensporig werk om zichzelf bezig te houden. Laat hen de ledematen en spieren bewegen. Als het hen moe maakt, wat dan? Raakt u niet vermoeid bij uw werk? Zal vermoeidheid, tenzij overwerkt, schadelijk zijn voor uw kinderen, meer dan dat het schadelijk is voor u? Volstrekt niet. Zij kunnen herstellen van hun vermoeidheid door een goede nachtrust, en voorbereid zijn om de volgende dag met arbeid bezig te zijn. Het is een zonde om hen te laten opgroeien in ijdelheid. De zonde en ondergang van Sodom was overvloed aan brood en ijdelheid.”—Testimonies for the Church, Vol. 2{Getuigenissen voor de Gemeente, Deel 2}, p. 371. {2SC3, 4:15.1.2}

LEERZAAM

De hedendaagse gebakjes zijn veel erger dan “de spijs des konings” welke Daniёl weigerde te eten, en zijn ongeschikt om in de maag te zetten, waardeloos voor het systeem, onnodig de spijsverteringsorganen vermoeiend, schadelijk voor het lichaam, en een verspilling van iemands kostbare tijd tijdens het maken ervan. Verder is zelfs het juiste soort gebakje niet de tijd waard die eraan wordt besteed om het te maken, en wanneer het wordt gebruikt als een nagerecht dan loopt het uit op overeten; maar als u één keer in de zoveel tijd een gebak moet hebben, geeft broeder Deeter, de kok van Mt. Carmel, het volgende recept: {2SC3, 4:15.1.3}

1 ¾ kop gezeefde volkoren tarwemeel; 3 eieren; 1 kop bruine of rauwe suiker; 1 ¾ kop zuivere honing; 1/3 kop water; ¼ theelepel zout; kies uw favoriete smaak{aroma}. Gebruik nooit bakpoeder, soda of wijnsteenpoeder bij geen van uw kookkunsten. {2SC3, 4:15.1.4}

U kunt een gebakskopje of bakblikken gebruiken die eerst zijn ingesmeerd met vegetarisch vet en dan met bloem voordat u het recept begint te mengen. {2SC3, 4:15.1.5}

Voor succes, volg de INSTRUCTRIES nauwgezet. Als u twee schalen heeft, elk van bijna een liter inhoud, schenk dan het eigeel van de eieren in de één en het eiwit in de ander. Voeg olie, honing, water, suiker, aroma en zout toe aan het eigeel, terwijl u het klopt zoals u dat zou doen voor mayonaise. Zet deze schaal aan een kant en neem de schaal met het eiwit en klop het tot het tamelijk stijf is. Neem nu de schaal die het eigeel mengsel bevat. Voeg de meel eraan toe en meng het goed, en giet dan dit beslag over het geklopte eiwit (niet het eiwit over het beslag), langzaam in een kleine stroom, terwijl u met een lepel het beslag in het eiwit vouwt. Aldus wordt, zonder de lucht te verliezen dat zich in het geklopte wit van de eieren bevindt, het opgenomen in het beslag. {2SC3, 4:15.1.6}

Bak dit ongeveer 15 minuten in een middel-hete oven. {2SC3, 4:15.2.1}

———————–0————————-

DANKBETUIGING

Wij danken iedereen hartelijk die zo vriendelijk kleding artikelen, beddengoed of voedsel hebben gestuurd naar Mt. Carmel. {2SC3, 4:15.2.2}

Hoewel wij de namen niet kennen van de zusters die kort geleden, wat droog fruit naar ons hebben gestuurd, willen wij hen op dit moment bedanken voor hun royale donatie, die door ons allen geweldig gewaardeerd werd. {2SC3, 4:15.2.3}

——————–

Zij die wensen dat wij hun namen weglaten van de gepubliceerde samenvattingen van hun brieven, kunnen ons daartoe adviseren als zij schrijven. {2SC3, 4:15.2.4}

———————-0————————–

GEZOCHT

Als een van de lezers van dit kleine blad extra boeken van de geschriften van Zuster White overheeft, en deze wil wegdoen, stuurt u ze alstublieft naar dit kantoor. Wij kunnen zo veel delen, als wij kunnen krijgen gebruiken. {2SC3, 4:15.2.5}

Als iemand een rekenmachine heeft die in goed staat is, en het zou willen doneren voor ons werk of het verkopen tegen een redelijke prijs, informeer ons alstublieft. {2SC3, 4:15.2.6}

———————0————————-

EEN VERKLARING

Vanwege de vele dringende taken en tekort aan tijd, naast het maken van de overstap van de stencilmachine naar het werk met de drukpers, is het maart nummer van ons tijdschrift, vertraagd en daarom verdubbelen wij het om aan het doel van de maanden maart en april te beantwoorden. Wij vertrouwen erop dat dit geen van onze toegewijde lezers van dit maandelijkse tijdschrift zal vreselijk zal teleurstellen. {2SC3, 4:15.2.7}

U kunt uw recepten boek gereed houden en zodra wij het kunnen krijgen, zullen wij trachten onze correspondentie met betrekking tot de Kook School te beginnen—volkomen voldoend aan de verwijzingen die hierboven geciteerd zijn. {2SC3, 4:15.2.8}

EEN DEEL DAT ALLEN MOGEN HEBBEN

Bij de conferentie bijeenkomst in Los Angeles aan het begin van dit jaar, is het unaniem aangenomen dat gelovigen in tegenwoordige waarheid, iedere vrijdag middag om 5 uur Pacific Standard time, God zouden zoeken in het belang van de boodschap, gelovend dat zo een gecoördineerde stem in alle waarheid, “het effectieve vurige gebed van een rechtvaardig man (welke) veel vermag,” op het hemels altaar zal leggen. {2SC3, 4:16.1.1}

We vragen ernstig dat allen op het aangegeven uur zich aansluiten, in deze machtige gebedsband, die de wereld zal schudden. “Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest, zegt de Heer der heerscharen,” zal ons werk gedaan worden. {2SC3, 4:16.1.2}

Om u te assisteren, om het uzelf tot een gewoonte te maken om deze afspraak te houden, stellen we voor dat u drie tot vier vrijdagen, als u ‘s morgens opstaat, u uw alarm op 5 uur ’s middags Pacific Standard Tijd zet; 6 uur ’s avonds Mountain Standard tijd; 7 uur ’s avonds Central Standard tijd; 8 uur ’s avonds, Eastern Standard tijd, volgens uw respectievelijke zones. {2SC3, 4:16.1.3}

Laten we van nu af aan op dit tijdstip op vrijdag, ons verheugen in de zin van vereende kracht, onze stemmen verheffen in eenheid tot God in machtige voorbede in het belang van onze eigen kerk en alle betrokkenen. {2SC3, 4:16.1.4}

——————-o——————–

 DEEL III

“De Heer heeft ons regel op regel gestuurd, en als wij deze principes verwerpen, verwerpen wij niet de boodschapper die ze onderwijst, maar de Ene Die ons de principes heeft gegeven. {2SC3, 4:16.1.5}

“Hervorming, constante hervorming, moet voor het volk gehouden worden, en door ons voorbeeld moeten wij onze onderwijzing benadrukken. Ware godsdienst en de wetten van gezondheid, gaan hand in hand. Het is onmogelijk te werken voor de verlossing van mannen en vrouwen zonder aan hen de noodzaak voor te houden, van het wegbreken van zondige bevredigingen, die de gezondheid vernietigen, de ziel verderven, en goddelijke waarheid weerhouden van een indruk te maken op het verstand.” Testimonies for the Church.” Vol. 7, pp. 136, 137. {2SC3, 4:16.1.6}

“Als wij de afsluiting van de tijd naderen, moeten wij hoger en steeds hoger stijgen, op het vraagstuk van gezondheid hervorming en Christelijke matigheid, het presenterend, op een positievere en besliste manier. Wij moeten ernaar streven om voortdurend het volk te onderwijzen, niet alleen door onze woorden, maar door onze handelingen. Richtlijn en praktijk, gecombineerd hebben een veelzeggende invloed.” “Testimonies for the Church.” Vol. 6, p. 112. {2SC3, 4:16.2.1}

—————0—————

KOKEN

Het is een godsdienstige plicht voor degenen die koken, om te leren gezond voedsel op gevarieerde wijze klaar te maken, zodat men er met plezier van eet. Moeders moeten hun kinderen leren koken. Welke tak van onderwijs kan voor een jonge dame zo belangrijk zijn als deze? Eten heeft met het leven te maken. Karig, armetierig en slecht bereid voedsel leidt tot voortdurende verarming van ons bloed, doordat de bloed producerende organen verzwakt raken. Het is hoogst noodzakelijk dat de kookkunst als een van de belangrijkste takken van onderwijs, wordt beschouwd. Er zijn maar weinig goede koks. Meisjes zien het als afdalen toe een slavenbaan wanneer zij kokkin zouden worden. Dit is niet het geval. Zij bekijken de zaak vanuit een verkeerde hoek. Kennis over hoe men gezond eten bereidt, vooral brood, is geen minderwaardige wetenschap. {2SC3, 4:16.2.2}

Aan jonge meisjes moet grondig geleerd worden te koken. Wat voor omstandigheden zij ook in het leven zullen tegenkomen, dit is kennis die praktisch nut heeft. Het ie een tak van onderwijs met de meest directe invloed op het leven van mensen, in het bijzonder van diegene die het dierbaarst zijn. Menig echtgenote en moeder die niet de juiste opleiding heeft gehad, en die op het punt van koken vaardigheid mist, zet haar gezin dagelijks slecht klaargemaakt voedsel voor, dat langzaam maar zeker de spijsverteringsorganen verwoest, een slechte kwaliteit aan bloed oplevert en dikwijls tot infectieziekten leidt en voortijdig sterven veroorzaakt.”—“Counsels on Health,” p. 145. {2SC3, 4:16.2.3}

Iedere Z.D.A., die de ‘Symbolische Code,” gratis, regelmatig naar hem gezonden wenst te hebben, vul alstublieft, het volgende blanco formulier in.

________________________________ SCHEUR HIER AF_______________________________

Plaatst u a.u.b. mijn naam op uw vaste verzendlijst van uw maandelijkse blad, ”De Symbolische code.”

Naam____________________________ Straat__________________________________________

Postbus nr.

Stad_________________________________________________Staat_______________________

>