15 nov Deel 02 Symbolische Code Nr. 11
Deel 2 Symbolische Code Nr. 11
De Symbolische Code Nieuws Artikel
Deel Twee
November 1936
Mt. Carmel Center
Lake Waco Texas
De Aarde Verlichtend
MOUNT CARMEL’S GROTE NOODZAAK
Hoewel, ongeacht Mt. Carmels ongunstige water en huisvesting toestanden, haar inwoners constant toenemen, en toch deze twee kwellende problemen, reeds haar meest dringende materiele bekommernis worden, waardoor wij in feite ons gestemd voelen, het bekend te maken aan alle Tegenwoordige Waarheid gelovigen, een verzoek aan hen te doen, dat zij het tot hun speciaal gebedsonderwerp maken. Vandaar dat in het belang van alle betrokkenen, wij hierin bekendmaken, datgene wat wij doen om deze ongewenste toestand te verlichten. {2SC11:2.1.1}
Wij hebben bijna een ander gebouw met tien kamers afgerond, welke zal dienen om een korte tijd, de overvolle huisvesting situatie te verlichten, en hoewel wij een artesische waterbron, slechts een paar stappen van de keuken kunnen krijgen, blijft ons waterprobleem, verre van te zijn opgelost, om verschillende reden hetzelfde, met het resultaat, dat wij nog steeds water, voor menselijke consumptie van een afstand van ongeveer zes mijlen vandaan ophalen. {2SC11:2.1.2}
Aangaande het verlichten van het waterprobleem, zijn wij reeds tweehonderd voet naar de waterpeil omlaag gegaan, maar door een tekort aan middelen, zijn wij genoodzaakt het boren tijdelijk stop te zetten. {2SC11:2.1.3}
Het is te vermoeden dat wij 1000 tot 1500 voet diep zullen moeten boren, voor een bron dat voor de gehele behoefte van Mt. Carmel zal zorgen, met het oog waarop wij hard werken om een kleine dam te construeren aan het eind van een van de ravijnen, die ongeveer een halve mijn van het eigenlijke kamp verwijdert is, en als het een succes blijkt te zijn, zal het een goede voorraad water verschaffen voor irrigatie doeleinden en alle andere kampbenodigdheden, behalve drinkwater, omdat het voor het laatst genoemde doel, nauwelijks geschikt is zonder eerst behandelt te worden. Vandaar, dat hoewel de dam een succes bewijst te zijn, wij toch of een bron zullen moeten boren, of een filter systeem moeten bouwen, waardoor wij het water kunnen zuiveren. {2SC11:2.1.4}
De bron boormeesters zullen voor $2 dollar per voet werken inclusief behuizing. Een goede pomp en opslag tank kan verkregen worden voor ongeveer $1000 en hoewel wij het loodgieterswerk zelf kunnen doen, zullen wij toch het materiaal moeten kopen. Wij zouden echter volkomen tevreden zijn, als wij het water kunnen krijgen en het handmatig kunnen pompen tot die tijd, wanneer wij de kracht pomp en de opslagtank kunnen installeren. {2SC11:2.1.5}
Aangezien de dam ongeveer een halve mijl af ligt, zal haar water toevoer door pijpen naar het kamp moeten komen, hetgeen de noodzakelijke vereiste van ongeveer zes honderd dollar aan pijpen, naast de constructiekosten van de dam, welke niet zo veel is als de kosten van het boren van de bron, want voor de dam, doen wij het werk zelf, en een groot deel van het materiaal is beschikbaar op het landgoed, desalniettemin, zal het aan contanten in de buurt van $200 kosten. {2SC11:2.1.6}
Er is wat geld gekomen voor het neerzetten van een bron, maar het is niet genoeg om de kosten van het boren tot meer dan honderd voet te betalen, nochtans zijn wij niet ontmoedigd, want wij gedenken de ervaringen van de Kinderen van Israël, en als resultaat daarvan, zijn wij bedachtzaam om niet te klagen, want Hij Die ons tot zover geleid heeft in “de woestijn,” en die voorzien heeft in al onze node, is in staat ons helemaal door te leiden naar het Beloofde Land. {2SC11:2.2.1}
Wij verzoeken zeer dringend alle Tegenwoordige Waarheid gelovigen om als nooit tevoren, ernstig te bidden dat wij voortgaan Hem te vertrouwen, en dat niemand, noch op Mt. Carmel, of in het “oogst,” veld, terwijl hij verwacht deel te hebben aan al de voordelen, rustig zal staan, en zal toekijken hoe anderen onvermoeibaar hun gehele energie besteden, maar dat wij allen, als een, onze schouder onder het wil zullen zetten, om het “kamp,” te bouwen en in “belegering,” liggen tegen de stad, en zoals met de muren van Jericho, tot de grond de muren van vooroordeel, schijnheiligheid, en onverschilligheid neerhalen, “ en want hij zal den hoofdsteen voortbrengen met toeroepingen: Genade, genade zij denzelven!” (Zach. 4: 7) {2SC11:2.2.2}
ONDERWERP VOOR HET WEEK VAN GEBED
Dec. 19-26
Geef Gehoor, Zodat U Niet Ten Val Komt
“Maar gij, mensen zoon, hoort wat Ik tot u zeg; weest gij niet opstandig, zoals dat opstandig huis: Open uw mond, en eet dat wat Ik u geef.” (Eze. 2:8, KJV) {2SC11:2.2.3}
Met grenzeloze geduld en genade (of mededogen), heeft God negentig Jaren lang geduld gehad met het Israëls van vandaag in hun stijfnekkigheid tegen de getuigenissen van Zijn Geest, voordat hun voortdurende weigering om gehoor te geven aan de herhaaldelijke waarschuwingen, raadgevingen, en berispingen aldus verwoord, Hem uiteindelijk prikkelen {of er toe aanzetten} in goddelijke toorn, de vreselijke aanklacht over hun uit te spreken van “een opstandig Huis” te zijn. {2SC11:2.2.4}
Toch, ter wille van de uitverkorenen, die de knie niet voor de Baal hebben gebogen, keerde Hij genadig tot hen vanwege het grote gevaar dat zij ook in dezelfde onvermijdelijke put vallen, tenzij zij gehoor geven aan de duidelijke weergalmende echo van de ernstige waarschuwing: “Maar gij mensen zoon, hoort wat Ik tot u zeg; weest gij niet opstandig zoals dat opstandig huis,” en tegelijkertijd zich de weg toe-eigenen ter ontkoming aan de noodlottige ziekte van opstandigheid, waar goddelijke genade in heeft voorzien door de hoop toe te voegen, in het geven van leven in standhoudende woorden: “Open uw mond en eet wat Ik u geef” “en voed uw volk met uw staf.” (Ez. 2:8; Mi. 7:14.) {2SC11:2.2.5}
En nu, aangezien het al zeven Jaren voortgaat, vanaf God ons door de “Staf” heeft opgedragen om de overvloed van “melk en honing” te drinken die, in de substantie van waarheid (geestelijk voedsel), ongetwijfeld veel overvloediger is dan alle waarheid bij elkaar die de kerk tot nu toe gehad heeft, komt er tot iedere Tegenwoordige Waarheid gelovige de ernstige vragen: Weiger ik het kwade en kies ik voor het goede? Zie ik mijzelf getrouw wandelen in het heerlijk licht? Of ben ik opstandig zoals het opstandig huis? {2SC11:3.1.1}
Wie kan staan, in de vreze der rechtvaardigen, voor de grote Rechter, de – Machtige van Israël? Heeft Hij niet gezegd: “Hoort wat Ik tot u zeg,” “Hoort gij de staf, en wie het bestemd heeft.” Wat zult u doen als er wordt gevraagd: “Geeft rekenschap van uw rentmeesterschap?” Broeder, zuster, wat voor een verontschuldigen zult u aanvoeren voor verspilde tijd en verspilde kansen; voor het terugdeinzen voor verantwoordelijkheden, en geschuwde plichten; en zonder verontschuldiging voor zondige gewoonten en niet nagelaten handelingen; voor genegeerde hervormingen; en boosaardige gesprekken waaraan toegegeven werd? {2SC11:3.1.2}
“Hier, (…) is een onderwerp dat om uw biddende aandacht, en ernstige meditatie vraagt. Onderzoek nauwgezet uw eigen hart, zoals in het licht van de eeuwigheid. Verberg niets voor uw onderzoek. Zoek, o zoek, zoals voor uw leven! Veroordeel uw zelf, en doe, door het geloof, een beroep op Christus om de besmettingen te verwijderen van uw christelijk karakter. Vlei of verontschuldig uw zelf niet, handel waarlijk af met uw eigen ziel. En val dan, als u uw zelf als een zondaar beschouwt, geheel gebroken, aan de voet van het kruis.” – “Testimonies for the Church,” Vol. 2, p. 81. {“Getuigenissen voor de Kerk,” Deel 2.} {2SC11:3.1.3}
“Sla acht,” eerst op uw zelf , en dan op de leer. Laat uw hart niet worden verhard door de zonde. Onderzoek nauwgezet uw manieren en gewoonten. Vergelijk hen met het woord van God, en snijd dan weg van het leven iedere verkeerde gewoonte en toegeeflijkheid.” – “Gospel Workers,” p. 105 {“Evangelie Werkers,”} {2SC11:3.1.4}
“Ga elke dag na: Ben ik door en door gezond, of ben ik vals van hart? Raadpleeg de Heer om u te redden van alle misleiding op dit punt. Eeuwige belangen staan op het spel. Terwijl zovelen smachten naar eer, en gierig zijn om gewin, zoekt u, mijn geliefde broeders en zusters, verlangend naar de liefde Gods, uitroepend: Wie zal mij tonen hoe ik mijn roeping en verkiezing kan vastmaken?” – “Testimonies for the Church,” Vol. 5, p. 97 {“Getuigenissen voor de Kerk,” Deel 5.} ,”} {2SC11:3.1.5}
“Weest vastberaden om het ergste van uw geval te weten. Stel zeker als u een erfenis boven hebt. Handel naar waarheid met uw eigen ziel.” – “Testimonies for the Church,” Vol. 1, p. 163 {“Getuigenissen voor de Kerk,” Deel 1.} {2 SC11:3.1.6}
Met vasten en ernstig gebed, met diepe hart onderzoek, strenge zelfonderzoek, leg de ziel bloot; laat geen enkele handeling aan uw kritieke onderzoek ontsnappen. Draag dan, met het eigen ik dood, en uw leven verborgen met Christus in God, uw nederige smeekbeden op (.) {2 SC11:3.1.7}
“O, wat is het toch belangrijk dat getrouwheid in kleine dingen onze levens kenmerken, dat ware eerlijkheid al onze wijze van handelen markeren, en dat wij altijd in gedachte houden dat engelen van God nota nemen van iedere handeling!” — – “Testimonies for the Church,” Vol. 2, p. 158 {“Getuigenissen voor de Kerk,” Deel 2.} {2SC11:3.2.1}
Broeder, zuster, hoe staat het met uw ziel? Pauzeer hier en onderzoek uw zelf als u nu wel of niet op Godsdienstige wijze alles wat u hebt gehoord wat de Staf spreekt door de “Symbolische Code” en de andere publicaties van Tegenwoordige Waarheid, in praktijk hebt gebracht. Wat is uw antwoord? Kunt u zich verheugen dat u voor altijd afstand heeft gedaan van de vleespotten, kaas, specerijen, snoepgoed en rijke gebakjes? En dat u niet langer iemand bent die de natuur uitdaagt in het geweld aandoen van zijn maag door tussen de maaltijden door te eten, zijn voedsel op te schrokken, te veel te eten, fruit en groenten door elkaar te mengen, en het negeren van verkeerde combinaties? {2SC11:3.2.2}
Beledigt u God nog steeds door Zijn zegen te vragen aan de tafel waarop de verslavende en schadelijke peperpot, de mosterdfles, de specerijen doos, en de azijnfles staan? En moet u nog steeds vol schaamte uw verslaving aan alcohol, tabak, koffie, thee, cocoa, of koolzuurhoudende dranken bekennen? {2SC11:3.2.3}
Broeders hebt u zich ontdaan van de zinloze {of ijdele} dasspeld , de typische stropdas; de naar beneden gezakte of gerolde sokken; de aanmatigende zijden overhemd? Zusters, geeft u gehoor aan, of negeert u de instructies van de Apostel voor wat betreft het dragen van een hoofdbedekking tijdens het gebed en bij godsdienstige bijeenkomsten? Hebt van uw kledingstukken de hals verhoogd, de mouwen verlengd, en de zomen verlaagd? Hebt u uw rinkelende sieraden, sjaaltjes, kettinkjes, armbanden, vertoon van horloges, handschoenen, hoedjes, haarbandjes, ringen, overgooiers, broches, hoge hakken, lippenstift, mascara, parfum, enz., weg gedaan? Hetgeen eerder een bespottelijke vertoning van een stille clown weergeeft dan de natuurlijke schoonheid van een pauw! {2SC11:3.2.4}
Vaders, bent u nog steeds op dezelfde oude wegen – geen aandacht schenkend aan, of op schade berokkenende wijze omgaan met uw kinderen? Vervult u getrouw uw plicht, en als een echtgenoot, en als vader en hoofd van het gezin? Bent u nog steeds overtuigd in de talloze andere gruwelijke Laodiseese praktijken? {2SC11:3.2.5}
Moeders, geeft u nog steeds toe aan de nukken, stemmingen, en eigenzinnige eisen van uw kinderen; schiet u tekort om hun smaken, gewoonten, handelingen, woorden en gedachten, te beteugelen en te disciplineren; op ontrouwe wijze nalatend om hun wangedrag en verkeerde handelingen te corrigeren; verontschuldigt en verdedigt u hen tegenover anderen waar zij bijstaan; verliest u vervolgens uw temperament en valt u al schreeuwend over hen heen, al slaande hen naar de keel grijpend en door elkaar schuddend, wanneer u uiteindelijk een te late poging doet om zaken recht te trekken? {2SC11:3.2.6}
En met betrekking tot al het andere, hoe staat het met de specifieke instructies uitgebracht in de Code, maand in maand uit, betreffende het poetsen van de tanden; het verzorgen van de tanden borstel; ongekamd haar en vuile vingernagels; het onnodig slapen van twee {personen} in een bed; benen zonder kousen, en opgestoken haar? {2SC11:4.1.1}
Laat een ieder kritisch zijn woorden, handelingen en bewegingen onderzoeken, voordat hij te laat ontdekt dat hij zijn tijd vergooit met geestig te zijn in schertsen, grappen maken, lichtzinnigheid, met zinloze en dwaas gepraat, en onzuiver rede. {2SC11:4.1.2}
Vervolgens, stelt u zich de vraag als u op zelfzuchtige wijze uw eigen gemak zoekt door slechts te zorgen voor uw eigen persoonlijke behoeften, terwijl de zaak der waarheid smacht naar mensen en middelen! {2SC11:4.1.3}
Zijn uw gedachten, krachten, en middelen uitsluitend gewijd aan het verwerven van een huis, een auto, radio, meubilair, opschik {mooie kleren}, en allerlei andere luxe en weelde, terwijl u toestaat dat het “afsluitingswerk voor de kerk” zo goed als het kan voortsukkelt? {2SC11:4.1.4}
Bent u een van hen die van vertier houdt, die de vorst van deze wereld dient door het vergooien van Gods dubbeltjes en kwartjes aan bioscoop bezoeken, dansen, bowling, amusement feestjes, picknicks, twijfelachtige lectuur, kruiswoord en legpuzzels, komische strips en grappige plaatjes, enz.? {2SC11:4.1.5}
Veroordelen de nu volgende buiten huis amusementen u als zijnde meer een liefhebber van plezier, dan een liefhebber van God? – vissen, jagen, golven, schaatsen, tennissen, baseball {of voetballen}, basketballen? {2SC11:4.1.6}
Bevindt u zich, broeders en zusters, onder die knorrige (ontevreden, teleurgestelde) geesten {personen of gemoed stemmingen}, die, in een verkeerd begrepen zin van plichtsbesef, thuis zitten, hun tijd en kracht misbruikend, door het schrijven van doelloze en gemene klaagbrieven om hen lastig te vallen {of te bestoken} die de last van het werk dragen? {2SC11:4.1.7}
Bent u een zonderling of een liberaal met betrekking tot hervorming in kleding, gezondheid, Sabbat, of welk andere hervorming dan ook? {2SC11:4.1.8}
Bent u een van hen waarbij altijd het eigen ik in de weg staat, en die zich aan alles ergert; die uitdrukking geeft aan het onvermijdelijk gekwetst zijn van altijd blootgelegde gevoelens; of uiting gevend aan een beledigende {of gewelddadige}, onheilige temperament? {2SC11:4.1.9}
Of ben u een van de kostbare weinigen die aan niets aanstoot nemen, en die getrouw, en nauwgezet de Heer volgen door blijmoedige, onzelfzuchtige dienstbetoon? {2SC11:4.1.10}
Vreselijke, ernstige vragen! Hoe beoordelen zij u, broeder, zuster? Als een getrouwe, zelfopofferende, trouwe vriend van God, of als een opstandige {een rebel} tegen Zijn Woord? {2SC11:4.1.11}
“In een verdeeld halfslachtig leven, zult u twijfel en duisternis vinden. U kunt niet genieten van de vertroosting van godsdienst, noch van de vrede die de wereld geeft. Zit niet neer in de gemakkelijke stoel van Satan in het niets doen, maar sta op, en streef naar de verheven banier wat een voorrecht voor u is om die te verkrijgen. Het is een gezegende voorrecht om alles op te geven voor Christus. Kijk niet naar de levens van anderen om ze na te bootsen, waardoor u niet hogerop komt. U hebt slechts een ware, niet dwalende Voorbeeld. Het is veilig om alleen Jezus te volgen. Neem u voor dat wanneer anderen handelen overeenkomstig het principe van de geestelijke luiaard, u hen zult verlaten, en voort zult marcheren in de richting van de verheffing van het christelijk karakter. Vorm een karakter van de hemel. Slaap niet op uw post. Handel getrouw en naar waarheid met uw eigen ziel? — “Testimonies for the Church,” Vol. 1, p. 241 {“Getuigenissen voor de Kerk,” Deel 1.} {2SC11:4.1.12}
“Handel getrouw met uw eigen ziel – zoek zorgvuldig. Hoe weinigen kunnen, na een getrouwe onderzoek, opzien naar de hemel en zeggen: `Ik ben niet een van hen die aldus worden beschreven! Ik ben niet meer een liefhebber van plezier, dan een liefhebber van God! Hoe weinigen kunnen zeggen: `Ik ben dood voor de wereld; het leven dat ik nu leef, is door geloof in de Zoon van God! Mijn leven is geborgen met Christus in God, en wanneer Hij, Die mijn leven is, zal verschijnen, dan zal ik ook met Hem verschijnen in heerlijkheid’.” “Testimonies for the Church,” Vol. 2, p. 145 {“Getuigenissen voor de Kerk,” Deel 2.} {2SC11:4.2.1}
“Hoe kan ik de gedachte verdragen dat de meesten van de jongeren in deze eeuw zullen tekort schieten aan het eeuwig leven! O, dat het geluid van instrumentale muziek mag ophouden, en dat zij niet meer zo veel kostbare tijd verdrijven met kleding en zinloze gesprekken, en dat zij hun ernstige, hartverscheurende gebeden opzenden tot God, voor een gedegen {gezonde} ervaring. Er bestaat een grote behoefte aan nauwgezette onderzoek in het licht van Gods Woord; laat een ieder zichzelf de vraag stellen: `Ben ik gezond, of ben ik verdorven van hart, ben ik vernieuwd in Christus, of ben ik nog steeds vleselijk gezind van hart, met een nieuw kleed aan de buitenkant? Geef uw zelf op bij het grote tribunaal, en onderzoek in het licht van God om te zien als er enige geheime {of verborgen} zonde is die u koestert, iedere afgod die u niet hebt opgeofferd – bid, ja, bid zoals u nooit eerder gebeden hebt, dat u niet wordt misleid door Satans valstrikken, dat u niet wordt overgegeven aan een onoplettende, zorgeloze, ledige geest, en zorg draagt voor godsdienstige plichten om uw eigen geweten het zwijgen op te leggen.” — – “Testimonies for the Church,” Vol. 2, p. 144 {“Getuigenissen voor de Kerk,” Deel 2.} {2SC11:4.2.2}
Laat niemand denken dat, omdat hij geen jeugdige is, de valstrikken, in het hierboven geportretteerde geciteerde getuigenis, niet even zeker voor hem zijn neergezet als voor de jeugd. Hoort het woord van de profeet Jesaja: “Maar dit is een volk beroofd en uitgeplunderd; zij zijn allen verstrikt in holen, en zij zijn verborgen in gevangenissen.” (Jes. 42:22, KJV) {2SC11:4.2.3}
————————–
WOORDEN VAN HEILIGE VREUGDE
———–
TWEE IN DE SCHAAPSKOOI VIER OP DE WEG
Geliefde Zuster—–
Ik heb de boeken en bonnen in goede orde ontvangen, en wil u bekanken voor uw snelle reactie. Het kleine gezelschap hier ondergaat zeker een toets, maar allen die de Roede grondig hebben bestudeerd, staan standvastig. {2SC11:4.2.4}
De president van de conferentie kwam op 9 augustus hier en schreef twee af, en plaatste nog vier op een dertig dagen proeftijd.{2SC11:5.1.1}
Hoeveel andere HStaf gezelschappen zijn er nog aanwezig in Indiana? En kunt u mij vertellen waar ze zijn, en de namen van de leiders? Alstublieft. {2SC11: 5.1.2}
WIT WANNEER ZWART- ZWART WANNEER WIT!
Een van onze broeders heeft nooit in de Geest der Profetie geloofd, totdat hij de HStaf las. Ze hielden hem in de kerk tien jaren lang, wetend dat hij niet in de Getuigenissen geloofde, en wierpen hem toen eruit, het moment dat hij ze accepteerde! {2SC11: 5.1.3}
Bidt u voor het gezelschap hier, daar sommige van de nieuwelingen, een ernstige toets doormaken. {2SC11: 5.1.4}
Uw broederarbeider,
(Getekend) J.R. VORIES.
TIJD EN WAARHEID HEBBEN DE OVERHAND
Geliefde Broeder Houteff en anderen:
U kunt zich herinneren dat toen ik u laatst schreef, terwijl ik trachtte te besluiten of uw boodschap juist was of verkeerd, ik u vijfentwintig vragen toestuurde om te beantwoorden. Na lange tijd, toen u de eerste drie van mijn vragen, uiteindelijk beantwoorde, en door de antwoorden op deze vragen toelichte dat ik de andere zelf kon beantwoorden, door “De Symbolische Code,” te lezen, zijn velen van mijn antwoorden toen beantwoord…{2SC11: 5.1.5}
Vorig jaar was ik met Broeder en Zuster Lewis E. Tabor, die “De Herder’s Staf,” heeft, terwijl ik daar was las ik de delen. Ik kan mij veel herinneren van wat zij bevatten, waar met het meeste ik het eens ben, en ik verwerp de rest niet, want ik begrijp het niet ten volle. Ik merk echter op, dat u zich nauwlettend houdt aan de geschriften van Zuster White, en dat is meer dan het kerkgenootschap over het algemeen doet. {2SC11: 5.1.6}
Verwijzend naar uw antwoord, in de laatste Code over het “boek,” met de “zeven zegels,” van Openbaring Vijf, heb ik nooit geloofd dat dit boek, het boek van Daniel voorstelde, maar ik wist het niet totdat ik de “Code,” las. Ik geloof nu dat u juist bent, omdat de Geest der Profetie overeen komt met uw verklaringen. Er zijn andere dingen waarin het kerkgenootschap, de Geest der Profetie tegenspreekt, maar ik zal geen tijd en ruimte innemen om hier, daarover te schrijven. {2SC11: 5.1.7}
Ik ben nu overtuigd dat noch de broeders van de Generale Conferentie, noch welke andere departement u een eerlijke verhoor heeft gegeven, of uw geschriften onjuist of misleidend heeft bewezen, en ik geloof dat de tijd zal komen, wanneer zij, ze als gedegen leerstellingen zullen aanvaarden. U weet dat iedere boodschap van waarheid, in haar beginfase verworpen wordt, dan uiteindelijk aanvaard. Ik bidt dagelijks voor u en uw geloofsgenoten. {2SC11:5.1.8}
Ik kan niet begrijpen hoe een Adventisten ouderling zo een bewering tegen u kan maken, tijdens de bijeenkomst van Generale Conferentie te San Francisco, om uw naam in verband te brengen met de brand van het Dover Appartement. Ik denk dat deze ouderling nu naar u toe moet komen en zich verontschuldigen, maar ik vrees dat hij dat nooit zal doen. Het vergt een ware Christen om een verkeerde daad van deze aard te bekennen, en ware hij waarachtig, zou hij u nooit beschuldigd hebben, maar ik hoop dat hij zijn fout kan inzien en het bekennen. {2SC11:5.2.1}
(Getekend) EMIL A. POLZIN
Albany, Ga.
DE LEKKERNIJE VAN BABYLON, EN DE GEWOONTEN VAN DE HEIDENEN GEWORPEN VOOR DE MOLLEN EN VOOR DE VLEERMUIZEN
Deze boodschap groeit iedere dag, dierbaarder voor mij. Het vond mij met in een bob geknipt haar, en het eten van rund, kip, via en chocola snoepjes, drager van korte mouwen, en niet heel ijverig in het werk van de Heer. Maar ik wist dat er iets ontbrak in mij en onze kerk, dus bleef ik tot God bidden, om ons meer licht te zenden, zodat wij mochten ontwaken en gered worden, voordat het te laat was en God heeft mijn gebeden verhoort en de weg geopend voor mij, zodat ik van dit toegevoegde licht (E.W. 277) mocht horen, dat de aarde verlichtte met haar heerlijkheid. En ik dank God voor deze boodschap, en ik probeer hard te voldoen aan de voorwaarden, zodat ik een van de 144.000 mag zijn. Bidt alstublieft voor mij. {2SC11:5.2.2}
(Getekend) G.C.Ohio
EEN VAN DE VELE BEREANEN EN TROUWE RENTMEESTERS
Geliefde Broeders en Zusters:
Ik heb geen advies gezocht van de broeders die de leiding hebben, maar in gehoorzaamheid aan de “Testimonies to Ministers,” blz. 106, laatste alinea, heb ik de boodschap voor mijzelf bestudeerd, en ik kan niet begrijpen waarom onze broeders die de leiding hebben, dit meest schitterende licht op de Geschriften niet kunnen zien. {2SC11:5.2.3}
Ik heb met interesse het traktaat over Ezechiel Negel gelezen, “Het laatste nieuws voor Moeder,” ”De Laatste Waarschuwing,” “De Oogst,” “De Waarschuwende Paradox,” en ook “De Herder’s Staf,” Vol.1 en aangezien ik overtuigd ben van de waarheid van de boodschap, die het bevat, stuur ik mijn tiende naar Mt. Carmel, om deze Tegenwoordige Waarheid, voort te helpen. {2SC11:5.2.4}
Moge de Heer ons helpen om tot het einde trouw te zijn, is mjn gebed. {2SC11:5.2.5}
(Getekend) L.S.
“BESTRAF EEN WIJZE EN HIJ ZAL U LIEFHEBBEN”
Wij bestuderen de “boodschap,” reeds enige tijd, en geloven dat het een boodschap van waarheid is, maar ik vrees dat velen die het geloven en onderwijzen, hetzelfde doen, als velen die geloven in de 1844 boodschap, door het eigen ik zo vooraanstaand te maken, dat wanneer de studie beëindigd is, het enige dat men zich kan herinneren is, hoe de persoon zich gedroeg. {2SC11:5.2.6}
Ik ben zeer verdrietig als ik de geest zie die tot uiting gebracht wordt door sommigen die goed gekwalificeerd zijn om te onderwijzen, en die de boodschap in theorie kennen, maar veroorzaken dat het haar kracht verliest, door het eigen ik ten toon te spreiden in plaats van Christus. {2SC11:6.1.1}
Ik ben nu precies waar ik begon, met het verlangen om anderen te vertellen wat God in Zijn genade naar mij heeft gezonden, en ik bidt dat God mij zal helpen, dat ik het eigen ik eruit zal houden. {2SC11:6.1.2}
Mijn ideeën om het te presenteren kunnen helemaal verkeerd zijn, maar op de een of andere manier, voel ik dat iemand toestaan om een stil onderzoek te doen, beter is dan de bedreiging van Ezechiël Negen aan hen op te dringen. {2SC11:6.1.3}
(Getekend) — Georgia
“Er zijn sommige Tegenwoordige Waarheid leraren, die nauwelijks iets kunnen zeggen zonder met iets in hun handen te spelen, of hun handen gesticulerend in alle richtingen gooien, waardoor zij veroorzaken dat zij die in het gehoor zijn hun adem inhouden, vrezend als of bijna ieder moment hun handen in de lucht kunnen vliegen en op iemand vallen.” {2SC11:6.1.4}
“Die een mens bestraft, zal achterna gunst vinden, meer dan die met de tong vleit.” {2SC11:6.1.5}
HIER BEN IK, ZEND MIJ
Geliefde broeders en zusters:
“Ik en een standvastige gelovige in “De Herder’s Staf,” en ik hoop ermee door te gaan tot het einde. Ik ben zo blij dat de Heer mijn ogen heeft geopend voor het wonderbaarlijk licht van Tegenwoordige Waarheid, en als Hij mij toestaat, zal ik het naar anderen dragen, zodat ook zij, haar verzegelende waarheid mogen omarmen, en zich erin mogen verheugen zoals ik dat doe. Ik heb sommige van uw traktaten gelezen, evenals de delen een en twee, en ik geniet ervan om de Code te lezen. Het is waarlijk “fantastisch licht.”’ {2SC11:6.1.6}
(Getekend) E.J.A. Florida.
VRAGEN EN ANTWOORDEN
WANNEER WORDT HET ONKRUID VEROORDEELD?
Vraag Nr. 1:
“Als het onderzoekend oordeel voor de levenden niet begint tot na Ezechiël Negen, vertel mij alstublieft wanneer het ‘onkruid,’ in de Z.D.A. kerk veroordeeld wordt, want zij leven wanneer de verzegelende boodschap komt.” {2SC11:6.1.7}
Wij hebben geen speciaal licht op dit onderwerp anders dan dat het oordeel van de levenden begint na de slachting van Ezechiël Negen en als “het onkruid,” geoordeeld moet worden in de periode van de doden, dan moeten zij geoordeeld worden, hun namen uitgewist, na de slachting en vlak voor de aanvang van het oordeel van de levende heiligen. {2SC11:6.1.8}
WANNEER TE SCHRIJVEN EN WANNEER NIET?
Vraag Nr. 2:
“Is het toegestaan om op de Sabbat zendingsbrieven te schijven en abonnementen te nemen op Evangelie literatuur? {2SC11:6.2.1}
Antwoord:
Hoewel het waar is dat Christenen maar al te vaak, de mug uitzijgen en de kemel doorzwelgen, en zodoende het zicht op de feiten kwijtraken, zoals de Farizeeën dat deden, dat het wel goed is om goed te doen op de Sabbat, zijn er toch sommige werkzaamheden—zoals verkopen, of opdrachten in ontvangst nemen van Evangelie literatuur op de Sabbat—die, zelf als het gedaan wordt in het belang van het werk van de Heer, niet is toegestaan. (Zie: “Testimonies for the Church,” Vol. 1, pp. 471, 472; Vol. 8, p. 250) {2SC11:6.2.2}
Hoewel het schrijven van zendingsbrieven een goed werk is, en de voorkeur schijnt te hebben, boven het verkopen van Evangelie literatuur op de Sabbat, leidt het, het doel van de Sabbat af van een dag van rust, tot een dag van werk, en op de Sabbat heeft God gerust van al Zijn werk. (Gen. 2.2). Vandaar dat Christenen, die verondersteld worden betrokken te zijn in het werk van de Heer, ook moeten rusten van werken op de Sabbat. {2SC11:6.2.3}
Om te helpen begeleiden in deze zaak, zou het bij ons een algemene regel moeten zijn dat alles wat gedaan kan worden op een andere dag, dan de Sabbat, zonde is om in Gods Heilige tijd te doen. {2SC11:6.2.4}
Het gebouw van de Tabernakel en de offerdieren, waren van even groot belang in de aanbidding van God en het uitdragen van het Evangelie in die tijd, als in de verkoop van Evangelie literatuur en het schrijven van zendingsbrieven in deze tijd, toch legde God de kinderen van Israël aan banden om te werken op de Sabbat, terwijl zij de Tabernakel voor Zijn dienst oprichten, en dreef Jezus diegene die aan het kopen en verkopen waren met smalle koorden, uit de tempel, hoewel de dieren die gekocht en verkocht werden, gebruikt zouden worden in Gods heilige dienst. {2SC11:6.2.5}
De Geest der Profetie zegt: “De instructies voor de onmiddellijke oprichting van de tabernakel voor de dienst van God waren net gegeven, en nu had het volk kunnen concluderen, dat omdat het doel dat men voor ogen had, de heerlijkheid van God was, en ook vanwege hun grote noodzaak voor een plaats van aanbidding, dat zij het recht hadden om op de Sabbat aan het gebouw te werken. Om hen te beschermen van deze fout, werd de waarschuwing gegeven: “ Wie dan ook enig werk daarin doet, diens ziel zal afgesneden worden van zijn volk.” “Zelf de heiligheid en urgentie van dat speciale werk voor God, moest hen er niet toe leiden inbreuk te maken op Zijn heilige rust dag.” (“Patriarchs and Prophets,” pp. 313, 314; Ex. 31:14) {2SC11:6.2.6}
De meesten van hen die denken dat het toegestaan is om zendingsbrieven op de Sabbat te schrijven, tonen door hun handelingen dat zij heel weinig doen, als zij al wat doen, voor God gedurende de zes werkdagen en dat zij niet gewillig zijn Hem uit die tijd, zo min te geven als het kost om een brief te schrijven. Vandaar dat de brieven die zij schrijven in werkelijkheid, niet zendingsbrieven van uit het hart zijn, die vanwege liefde uitroept, maar eerder vanuit een behoefte van zelfzuchtige, alledaagse correspondentie, bedekt met godsdienst, met de bedoeling het geweten te sussen, en zichzelf verontschuldigingen te veroorloven, om de zonde van het gebruiken van de uren van de Sabbat, te bedekken en wat niet minder is dan een poging om God te misleiden! Satan inspireert zulke handelingen, om de zonde nog buitengewoon zondiger te maken en de overtreders eeuwige vernietiging te verzekeren. {2SC11:6.2.7}
DE ARMEN
Vraag Nr. 3:
“Wie zijn De Waardige Armen?” {2SC11:7.1.1}
Antwoord:
De waardige armen, zijn diegene gebrek hebben aan de noodzakelijkheden van het leven, en die oprecht trachten in al het licht te wandelen dat zij hebben. {2SC11:7.1.2}
“Ik wil hier speciale aandacht vragen voor de visie op dit onderwerp gegeven op bladzijde 57. Hier is een korte samenvatting. ‘Het doel van de woorden van onze Verlosser in Lukas 12: 33 is niet duidelijk voorgelegd. Ik zag dat het doel van verkopen, niet is om diegene te geven die in staat zijn te arbeiden en zichzelf te onderhouden, maar om de waarheid te verspreiden. Het is een zonde om diegene die in staat zijn te werken, en die toegeven aan luiheid te ondersteunen. Sommige zijn ijverig om deel te nemen aan de bijeenkomsten, niet om God te verheerlijken, maar voor de “broden en de vissen.’ Zulke mensen konden beter thuis, met hun handen aan het werk zijn, “datgene wat goed is, “te voorzien in de behoefte van hun families, en om iets te geven te hebben om het waardevolle doel te ondersteunen.’”—“Early Writings,” p. 95. {2SC11:7.1.3}
EEN DAG VAN ALLEEN SPECIALISTEN
Vraag Nr. 4:
“Zou u alstublieft uw standpunt willen uitleggen in verbant met de pensioen kwesties, die nu aan het publiek worden voorgelegd? Denkt u dat zij de moeite waard zijn, om onze aandacht daaraan te schenken? Zou dit een manier zijn om onszelf met de wereld te verenigen?” {2SC11:7.1.4}
Antwoord:
Wij worden vermaand dat de zaak van God, “geheel het verstand, de volledige aandacht in beslag moet nemen.”—“Early Writings. p. 118. Vandaar dat aangezien wij niet gewetensvol genoeg tijd aan de studie van politiek economische kwesties en van hun uiteindelijk intelligente resultaten kunnen toewijden, om er een oordeel over te vellen, kunnen wij niet gewetensvol daarover stemmen, want onze blindheid en tekort aan oordeelsvermogen, kan armoede en ontbering over sommigen bewerkstelligen, terwijl het ander op het pad van buitensporigheid kan leiden. “Ziet, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sodom; hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid.” (Ezech. 16: 49)KJV {2SC11:7.1.5}
Vandaar, dat wij en de wereld, er beter af zouden zijn om diegene, die hun gehele hart en verstand in de tijdelijke dingen van het leven hebben, en die genoeg tijd kunnen wijden om de voor en nadelen van het voorstel te bestuderen, alleen te laten deel te nemen in zulke belangen, en zij op hun buurt ons toe staan om onze volledige tijd te wijden aan het bestuderen van de geestelijke noden van de wereld, die eeuwig zijn en van veel grotere belangrijkheid dan de tijdelijke bekommernissen van het leven, en die spoedig zullen verdwijnen en vergeten worden. Aldus door specialisten te zijn in beide sferen, zal de menselijke familie beter bediend worden van beide haar noden, geestelijk en materieel, zonder een onwettige handeling te begaan, die of tot grote schade mag leiden en teleurstellingen, of tot eeuwige vernietiging. {2SC11:7.1.6}
“Wee dengenen, die in Egypte om hulp aftrekken, en steunen op paarden, en vertrouwen op wagenen, omdat er vele zijn, en op ruiters, omdat die zeer machtig zijn; en zien niet op den Heilige Israëls, en zoeken den HEERE niet.
Nochtans is Hij ook wijs, en Hij doet het kwaad komen, en trekt Zijn woorden niet terug; maar Hij zal Zich opmaken tegen het huis der boosdoeners, en tegen de hulp dergenen, die ongerechtigheid werken.
Want de Egyptenaren zijn mensen, en geen God, en hun paarden zijn vlees, en geen geest; en de HEERE zal Zijn hand uitstrekken, dat de helper struikelen zal, en die geholpen wordt, zal nedervallen, en zij zullen al te zamen te niet komen.” (Jes.31:3) KJV. “De rechtvaardige zal zich verblijden in den HEERE, en op Hem betrouwen; en alle oprechten van hart zullen zich beroemen.” (Ps. 64:11) KJV. “Ziet, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen?”(Job 13:15) KJV. ”Wat zal men dan antwoorden den boden des volks? Dat de HEERE Sion gegrond heeft, opdat de bedrukten Zijns volks een toevlucht daarin hebben zouden.” (Jes. 14: 32)KJV {2SC11:7.2.1}
HEMELS HEILIGDOM OF AARDS BESTUUR?
Vraag Nr. 5:
Verwijst het woord “reiniging,” waarvan gesproken wordt in Daniel 8: 14, naar het oordeel? Het schijnt dat het hele hoofdstuk handelt over aards bestuur. Is de kleine hoorn van Daniel 7: 8,25 niet een aardse koning? Als het aardse heiligdom vervuild was, waarom zou het hemels heiligdom verschoond moeten worden? Toon ons alstublieft aan hoe het heiligdom vervuild was geraakt.” {2SC11:7.2.2}
Antwoord:
Het probleem licht niet in de vastgestelde leerstelling van “Het Onderzoekend Oordeel,” of met de nadrukkelijkheid van de Bijbel in verband hiermee, maar meer met Gods volk die, heden ten dage, zo “ellendige en jammerlijk en arm en blind en naakt zijn” aan geestelijke onderscheidingsvermogen, als de Joden dat waren bij de eerste komst van Christus, en waarschijnlijk, zelf nog meer, en zoals Zijn volk nu, als de Joden toen, hun onwetendheid niet toegeven, vervullen zij tot de letter de profetische uitspraak, ”Gij… weet niet.” (Openb. 3: 17) KJV {2SC11:7.2.3}
Vandaar: “welke grotere misleiding kan in het menselijk verstand op komen dan het vertrouwen dat zij het juist hebben, terwijl zij allemaal fout zijn!” Als gevolg daarvan, zijn het dit soort Christenen die het meest moeilijk zijn om mee om te gaan en het meest hopeloos om te overtuigen. Maar als zij de stem van de Ware Getuige zouden horen, : “Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt.” (Openb. 3:18), worden als kleine kinderen, en als zodanig onderwezen worden, dan zou een grote vloed van licht vanuit het Woord van God, zoals nog nooit tevoren aanschouwd is, hen belichten. Deze ervaring zal hen ontwaken, alsof zij uit hun dromen opgeschrokken zijn, en zal hen in staat stellen de kracht van de Geest te ontvangen, en het “prachtige kleed,” aan te doen van Christus Zijn gerechtigheid, welk geschenk, door de smeekbeden van de profeet, Hij bij ons aandringt te ontvangen. (Jes. 52:1) KJV. Niemand echter met vooroordeel en zelfvertrouwen, kan ooit tot de kennis van de waarheid komen. {2SC11:7.2.4}
Het onderwerp waar de bovenstaande vraag over handelt, is te uitgebreid voor de beschikbare ruimte hierin, om er volledig over uit te wijden, dus zullen wij slechts oppervlakkig de aandacht vragen voor het feit, dat hoewel het heiligdom in de Hemel, en de ene op de aarde, in de ware zin des woord, ongetwijfeld op twee verschillende locaties zijn, toch is de ene noodzakelijkerwijs betrokken bij de ander, want beiden handelen over aardse zonde en zondaars, en daar de Hemel, niet geteisterd is met deze vloek, zij het niet door ons als zondaren, zou het geen behoefte hebben aan een heiligdom. Vandaar dat door de aardse te vervuilen, het hemelse ook vervuild wordt. Bijvoorbeeld, als sommige van de leden van de kerk op aarde afvallig zouden worden nadat ze eens bekeerd waren, zoals Achan (Jos. 7: 24-26), de profeet Bileam (Num. 24), Koning Saul (1 Sam 13), Judas (Matt. 26), Annanias en Sapphira (Hand. 5), etc. dat deden, wiens namen een in het boek des levens geschreven waren, maar nu onwaardig zijn van het eeuwige leven, zoude zij het heiligdom op aarde vervuilen door hun daden en de ene in de hemel door hun namen, want terwijl de vorige het volk bewaard, behuisd de laatste de verslagen. {2SC11:8.1.1}.
Bovendien, bewijst Openbaring 5: 8,9 dat al de verlosten van de aarde, symbolisch voorgesteld is in het hemels heiligdom door de beesten en de ouderlingen, want zij “zingen een nieuw lied zeggende: Gij zijt waardig het boek te nemen,.. want Gij .. hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie.” Dientengevolge, wanneer het aardse heiligdom vervuilt is, is het noodzakelijk ook de hemelse te reinigen. Bijvoorbeeld, als wij het aardse heiligdom zouden reinigen, zouden wij diegene eruit moeten werpen, die het vervuilen, terwijl tegelijkertijd, diegene in de hemel het hemelse zouden moeten reinigen, door de namen van de goddelozen in de kerk op aarde uit te wissen. Vandaar, dat de geschikte term voor zo een werk, “het onderzoekend oordeel,” moet zijn. {2SC11:8.1.2}.
Zoals de Bijbel echter duidelijk leert, dat dit speciaal werk slechts eenmaal plaats vind gedurende de genade tijd (Heb. 9:26), volgt daaruit dat diegene die zijn overleden, het eerst ter beoordeling voor God, de grote Rechter (Dan.7:9,10) zullen voorbijgaan, waarna de gevallen (verslagen) van al de levenden zullen worden onderzocht, en zoals wij verteld worden dat er twee klassen van mensen in de kerk zijn—“onkruid” en “tarwe,”(Matt. 13: 30)—is het overduidelijk, dat gedurende het onderzoekend oordeel van de doden, slechts het hemels heiligdom wordt aangedaan, vanwege het feit dat de “doden niets weten,” (Spreuken 9:5) en buiten bewustzijn in hun graf liggen, en niets gemeen hebben, met de levenden kerk op aarde, wanneer echter het oordeel van de levenden zal beginnen, dan zal vanzelfsprekend het heiligdom op de aarde evenals dat in de hemel gereinigd worden, zoals bewezen is door de profetie van Maleachi: {2SC11:8.2.1}.
Ziet, Ik zende Mijn engel, die voor Mijn aangezicht den weg bereiden zal; en snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des verbonds, aan Denwelken gij lust hebt; ziet, Hij komt, zegt de HEERE der heirscharen. Maar wie zal den dag Zijner toekomst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van een goudsmid, en als zeep der vollers. En Hij zal zitten, louterende, en het zilver reinigende, en Hij zal de kinderen van Levi reinigen, en Hij zal ze doorlouteren als goud, en als zilver; dan zullen zij den HEERE spijsoffer toebrengen in gerechtigheid. (Mal. 3: 1-3) KJV {2SC11:8.2.2}.
Het met de voeten vertreden van het heiligdom, is hetzelfde als het “neerwerpen van de waarheid op de grond,” (Dan. 8:12). Aldus werden, beide “de heerschaar,” en “de waarheid,” gedurende de periode van de heerschappij van de kleine horen van Daniel 7: 25 neergeworpen, dat is, tijdens de 1260 jaren dat de kleine horen de heiligen van de Allerhoogste uitputte, de waarheid van het heiligdom neerwierp, het priesterschap van Christus verving door het heidens priesterschap, en een heidens feestdag in de plaats van Gods Sabbat introduceerde, en dacht de “tijden en wetten,” te veranderen, en door in de kerk van God, een vloed van onbekeerde heidenen en hun gewoonten te brengen, vervuilde hij het heiligdom op aarde evenals die ene in de hemel. {2SC11:8.2.2}.
Voor verdere studie over dit onderwerp, zie: “De Herder’s Staf,” Deel 2, pp. 130, 131, en onze traktaat Nr. 3, “De Oogst,” pp. 14, 15. {2SC11:8.2.4}.
GERED OF VERLOREN?
Vraag Nr.: 6
“Zullen kleine kinderen en heidense mensen, die sterven zonder de gelegenheid te hebben, te horen over Christus, en Hem als hun Verlosser aanvaarden gered worden? Als zij zo in hun onwetendheid gered kunnen worden, waarom zendelingen naar hen toesturen? {2SC11:8.2.5}.
Antwoord:
Als de mens in haar onwetendheid gered kon worden, zou de wereld beter af zijn zonder het evangelie van Christus, want het zou dan geen evangelie van verlossing zijn, maar meer van verderf voor allen die zonder haar gered konden worden, maar het verwerpen. De Geest der Profetie zegt: {2SC11:9.1.1}
“De levende heiligen worden in een ‘binnen een moment verandert, in een oogwenk.’ Door de stem van God werden zij verheerlijk, en nu worden zij onsterfelijk gemaakt, en met de opgestane heiligen worden zij opgehaald om hun Heer in de lucht te ontmoeten. Engelen ‘brengen de uitverkorenen van de vier winden van de aarde, van het ene eind van de hemel tot de ander bij elkaar.’ Kleine kinderen worden door heilige engelen naar de armen van hun moeders gedragen. Vrienden die lang van elkaar gescheiden waren door de dood worden herenigd, om nooit meer van elkaar te scheiden en met gezonden van vreugde gaan zij tezamen omhoog naar de stad van God.” – “The Great Controversy,” p. 645. {2SC11:9.1.2}
“Zo werd het geloof van deze vrouw beloond. Christus de grote Levengever, herstelde haar zoon aan haar terug. Op gelijke wijze, zullen Zijn getrouwen, beloond worden, wanneer bij Zijn komst, de dood haar prikkel kwijt raakt en het graf beroofd worde van de overwinning die het heeft geëist. Dan zal Hij aan Zijn dienstknechten de kinderen teruggeven die door de dood van hen werden afgenomen. ‘Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord in Rama, een klage, een zeer bitter geween; Rachel weent over haar kinderen; zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat zij niet zijn.
Zo zegt de HEERE: Bedwing uw stem van geween, en uw ogen van tranen; want er is loon voor uw arbeid, spreekt de HEERE; want zij zullen uit des vijands land wederkomen. En er is verwachting voor uw nakomelingen, spreekt de HEERE; want uw kinderen zullen wederkomen tot hun landpale.—“Prophets and Kings,” p. 239. {2SC11:9.1.3}
“Doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens en vrouwen, tot verdervens toe; maar genaakt aan niemand, op denwelken het teken is, en begint van Mijn heiligdom. En zij begonnen van de oude mannen, die voor het huis waren.” (Ezech. 9:6) KJV. In dit Schriftgedeelte zien wij dat wanneer de “ouden,” verloren zijn, hun kinderen ook niet gered zijn. {2SC11:9.1.4}
Toen nam Jozua, en gans Israël met hem, Achan, den zoon van Zerah, en het zilver, en het sierlijk overkleed, en de gouden tong, en zijn zonen, en zijn dochteren, en zijn ossen, en zijn ezelen, en zijn vee, en zijn tent, en alles wat hij had; en zij voerden ze naar het dal Achor.
En Jozua zeide: Hoe hebt gij ons beroerd? De HEERE zal u beroeren te dezen dage! En gans Israël stenigde hem met stenen, en zij verbrandden hen met vuur, en zij overwierpen hen met stenen.” (Jozua 7: 24,25) KJV {2SC11:9.1.5}
“Ik zag dat de slavenhouders, rekenschap zal moeten geven over de ziel van zijn slaaf die hij in onwetendheid heeft gehouden, en de zonden van de slaaf zullen voor rekening van de meester zijn. God kan de slaaf niet naar de hemel meenemen, die in onwetendheid en ontering is gehouden, die niets van God afweet of van de Bijbel, niets anders vreest, dat de zweep van zijn meester, en die een lagere positie ingehouden heeft dan de barbaren. Maar Hij doet het beste voor hem wat een barmhartige God kan doen. Hij staat hem toe te zijn alsof hij nooit bestaan heeft; terwijl de meester de zeven laatste plagen moet ondergaan, en dan moet opkomen in de tweede opstanding en de tweede meest verschrikkelijke dood te lijden heeft. Dan zal de rechtvaardigheid van God bevredigd zijn.”—“Early Writings,” p. 276. {2SC11:9.1.6}
De bovenstaande verwijzingen duiden aan dat de kinderen van de rechtvaardigen gered zullen worden, en dat de kinderen van de goddelozen verloren zullen gaan. Niemand echter die geen gelegenheid had om gered te worden, zullen zelf bestraffing ondergaan. Daarom moeten zendelingen gezonden worden, naar iedere,” natie, stam, tong en volk, om hen te informeren van het verlossingsplan, zodat iedereen de zelfde gelegenheid gegeven zal worden, om gered te worden. (het schuingedrukte is van ons) {2SC11:9.2.1}
ZAL DE INZAMELING VAN ALLE VOLKEREN DE GEKLEURDE MENSEN OMVATTEN?
Vraag Nr. 7:
“Wat wordt bedoelt door dit Schriftgedeelte: ‘Ethiopia zal spoedig haar hand uitstrekken.’ Betekent het dat het gekleurde ras zich naar God zal keren?” {2SC11:9.2.2}
Antwoord:
Aangezien geen volk als natie wordt gered, toont het hierboven geciteerd Schriftgedeelte, samen met anderen, vanzelfsprekend aan dat er een grote inzameling zal zijn, niet alleen van uit Ethiopia, maar van alle rassen en dit rechtvaardigt de verklaring: “Ethiopia zal… haar handen uitstrekken.” Het is zo een inzameling van alle rassen en natiën, die de grote schare zal opmaken.” – “Prinselijke gezanten zullen komen uit Egypte,” zegt hetzelfde Schriftgedeelte (Ps. 68:31). En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. (Jes. 2:3) KJV {2SC11:9.2.3}
En de heidenen zullen uw gerechtigheid zien, en alle koningen uw heerlijkheid; en gij zult met een nieuwen naam genoemd worden, welken des HEEREN mond uitdrukkelijk noemen zal. (Jes. 62:2) KJV. Vooruitkijkend op deze grote inzameling, stelt hij de vraag: “Wie zijn deze, die daar komen gevlogen als een wolk, en als duiven tot haar vensters?” Dan antwoord de Here: “ Want de eilanden zullen Mij verwachten, en de schepen van Tarsis vooreerst, om uw kinderen van verre te brengen, hun zilver en hun goud met hen, tot den Naam des HEEREN uws Gods, en tot den Heilige Israëls, dewijl Hij u heerlijk gemaakt heeft. En de vreemden zullen uw muren bouwen, en hun koningen zullen u dienen; want in Mijn verbolgenheid heb Ik u geslagen, maar in Mijn welbehagen heb Ik Mij over u ontfermd. En uw poorten zullen steeds openstaan, zij zullen des daags of des nachts niet toegesloten worden; opdat men tot u inbrenge het heir der heidenen, en hun koningen tot u geleid worden. Want het volk en het koninkrijk, welke u niet zullen dienen, die zullen vergaan; en die volken zullen gans verwoest worden. De heerlijkheid van Libanon zal tot u komen, de denneboom, de beuke boom en de busboom te gelijk, om te versieren de plaats Mijns heiligdoms, en Ik zal de plaats Mijner voeten heerlijk maken. Ook zullen, zich buigende, tot u komen de kinderen dergenen, die u onderdrukt hebben, en allen, die u gelasterd hebben zullen zich nederbuigen aan de planten uwer voeten; en zij zullen u noemen de stad des HEEREN, het Sion van den Heilige Israëls.” (Jes. 60: 8-14) KJV . “Want de dag van Jizreël zal groot zijn.” {2SC11:9.2.4}
EERST OP DE AARDE, DAN IN DE HEMEL
Vraag Nr.8:
“’De Herder’s Staf schijnt te bewijzen dat de grote schare van Openbaring 7: 9, de levende heiligen zijn in de tijd van de zesde zegel, voor de afsluiting van de genadetijd, en kunnen daarom niet de opgestane doden zijn. Maar Zuster White, leert duidelijk in ‘Profeten en Koningen,” pp. 720,721, dat dit tafereel zich afspeelt op de nieuwe aarde. Is zij verkeerd?” {2SC11:10.1.1}
Antwoord:
In “Profeten en Koningen,” is het niet het doel van Zuster White om uit te leggen wie de grote schare zijn, of hoe zij opgemaakt worden, maar om ons dichterbij de heerlijkheid van het koninkrijk van de nieuwe aarde te brengen. {2SC11:10.1.2}
Het probleem is niet met “Profeten en Koningen,” maar met diegene die oppervlakkige lezers zijn in plaats van Bijbel studenten. Terwijl de vragensteller leest, als hij zou stoppen en een moment het onderwerp overdenken, zal hij in vele gevallen in staat zijn, zijn eigen vragen te beantwoorden. Laat hij zichzelf afvragen: “Hoe kan de grote schare op de nieuwe aarde zijn, als zij niet eerder voor haar vernieuwing op de aarde waren?” Dan zal hij waarnemen, dat de verklaring in “Profeten en Koningen,” zelf niet suggereert, dat de grote schare niet de levende heiligen van de laatste generatie kunnen zijn, nog minder dan Deel Negen, p. 268, uitgelegd kan worden om dat te suggereren, omdat van hetzelfde gezelschap heiligen gezegd wordt dat zij de levende heiligen op de door zonden vervloekte aarde zijn van de laatste generatie, kunnen zij niet de verlosten in de nieuwe aarde zijn. {2SC11:10.1.3}
HOE ZIT HET NU MET MELK EN EIEREN?
Vraag Nr. 10:
“Zullen wij doorgaan met het gebruik van melk, eieren en boter?” {2SC11:10.1.4}
Antwoord:
Wij dragen positieve getuige tegen tabak, gedistilleerde alcohol, snuiftabak, thee, koffie, vlees, boter, specerijen, rijke gebakjes, kleine taartjes, grote hoeveelheden zout en alle pikante (hete) stoffen, die gebruikt worden als voedingswaren.”—“Testimonies for the Church,” Vol. 3, p. 21. {2SC11:10.1.5}
“De tijd zal komen dat wij sommige van de artikelen die wij nu in ons dieet hebben zullen moeten afschaffen, zoals melk en room en eieren, maar het is niet nodig om verwardheden op onszelf te brengen, door voortijdige en extreme beperkingen. Wacht totdat de omstandigheden het vereisen, en de Heer de weg ertoe voorbereid…{2SC11:10.2.1}
‘Ik heb de instructies gekregen om hen te vertellen, het voedsel te eten, wat het meest voedzaam is. Ik kan niet tegen hen zeggen: “U moet geen eieren eten of melk of room. U moet geen boter gebruiken in de bereiding van uw voedsel.’ Het evangelie moet aan de armen gepredikt worden, maar de tijd is nog niet gekomen om het strengste dieet voor te schrijven.”—“Testimonies for the Church,” Vol. 9, pp. 162, 163. {2SC11:10.2.2}
Vraag Nr. 11:
“Vereisen de huidige ‘omstandigheden’ niet dat wij melk en eieren uit ons dieet afschaffen?” {2SC11:10.2.3}
Antwoord:
Wij zullen trachten de boven gestelde vraag te beantwoorden, door de volgende vragen te stellen: Is er een ongebruikelijke epidemie onder het vee en gevogelte in uw gebied? Kent u iemand die kort geleden ziekte heeft verkregen door het gebruik van melk of eieren? Als dat het geval is, is de tijd voor u aangebroken om deze voedingswaren te vervangen door vervangers. {2SC11:10.2.4}
Tot dusver, zijn wij ons nog niet bewust, dat de tijd gekomen is om onvoorwaardelijk, gevogelte en zuivel producten aan de kant te zetten, maar wij moeten een vervanging voor hen vinden, zodat wanneer de noodzaak dat vereist, wij ons ervan weerhouden hen te gebruiken en God de weg opent, zodat wij zonder problemen ons deel kunnen doen. {2SC11:10.2.5}
“Laat de hervorming van het dieet progressief zijn. Laat de mensen geleerd worden, hoe voedsel te bereiden zonder het gebruik van melk of boter. Vertel hen dat de tijd spoedig zal komen, wanneer er geen veiligheid zal zijn in het gebruiken van eieren, melk, room, of boter, omdat de ziekte in dieren evenredig aan de wreedheid onder de mensen toeneemt. De tijd is nabij, wanneer, vanwege de ongerechtigheid van het gevallen ras, de gehele dierlijke schepping zal kreunen onder de ziekten waarmee onze aarde vervloekt is.”Testimonies for the Church,” Vol. 7, p. 135. {2SC11:10.2.6}
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Bij het opsturen van checks, geldovermakingen via de post, geldovermakingen via express, etc. stuur ze alstublieft in naam van De Universele Uitgevers Ass.
{2SC11:10.2.7}
Als u volledig werkt aan het onderwijzen van de verzegelende boodschap, zend dan uw maandelijkse verslag-formulieren naar dit kantoor. {2SC11:10.2.8}
ALS NOAH HET VEE NIET HAD BEHOUDEN, WIE ZOU DAT DAN DOEN?
Vraag Nr. 12:
Is het Z.D.A.’ s toegestaan om koeien en kippen te houden? {2SC11:11.1.1}
Antwoord:
Als de tijd nog niet gekomen is om melk en eieren uit ons dieet af te schaffen, is het beter, indien mogelijk, om deze voedingswaren uit onze eigen vee en gevogelte te verkrijgen. {2SC11:11.1.2}
Degene die denken dat Z.D.A’ s geen koeien en kippen moeten houden, hoewel zij erop mogen aandringen, dat de Geest der Profetie haar mening ondersteunt, nemen een extreme positie in, volledig gebaseerd op eigen aanname. Wij moeten niet verleidt worden door vonkjes van menselijke ontvlamming, maar eerder geleid worden door het licht van het Woord. {2SC11:11.1.3}
Vanaf de tijd dat er licht kwam op de gezondheid hervorming, tot op heden, hebben de instituten van het kerkgenootschap, evenals de personen, vee en gevogelte gehouden. Had de Geest der Profetie het houden van deze dieren verboden, dan zouden onze mensen duidelijk geïnstrueerd worden dat niet te doen. Vandaar, dat aangezien er niet zo een verslag bestaat waar wij van af weten, diegene die zulke extreme standpunten doorsturen, de Geest der Profetie datgene trachten te laten verdedigen wat het niet doet. {2SC11:11.1.4}
Blijf in “het midden van de weg,” en sta niet toe dat extremisten u leiden naar de rand van de weg, door een misleidende stem of suggesties. Toon hen aan dat twee plus twee niet altijd vier maakt, want twee dollar en twee kwartjes kan nooit vier dollar maken. {2SC11:11.1.5}
Leer om andermans eigendom te respecteren, door noch toe te voegen, noch af te trekken van hun uitgegeven werk. {2SC11:11.1.6}
GEZONDHEIDSGOLF VOOR NOVEMBER
“Als Zevende Dag Adventisten in praktijk brachten wat zij belijden te geloven, als zij oprechte gezondheid hervormers waren, zouden zij inderdaad een schouwspel zijn voor de wereld, voor engelen en voor mensen. Zij zouden een grotere ijver tonen voor de verlossing van degene die onwetend zijn van de waarheid. {2SC11:11.1.7}
“Grotere hervormingen zouden gezien moeten worden, onder het volk dat opeist uit te kijken naar de spoedige verschijning van Christus. Gezondheid hervorming moet onder ons volk een werk doen, dat nog niet gedaan is. Er zijn diegene die ontwaakt moeten worden tot het eten van vlees, die nog steeds het vlees van dieren eten, en aldus de fysieke en geestelijke gezondheid in gevaar brengen. Velen die half overtuigd zijn op het vraagstuk van vlees eten ga van Gods volk, tot het niet meer met hen wandelen.”—“Counsels on Health,” p. 575. {2SC11:11.1.8}
“Het zou beter zijn om minder te koken en meer fruit in haar natuurlijke staat te eten. Laat ons de mensen leren om vrij te eten van de verse druiven, appels, perziken, peren, bessen, en alle andere soorten fruit die verkregen kan worden.”—“Counsels on Health,” p. 477. {2SC11:11.1.9}
“ Laat onze mensen alle onheilzame recepten wegdoen. Laat hen leren hoe gezond te leven, en anderen leren wat zij geleerd hebben. Laat hen hun kennis doorgeven net als hoe zij Bijbel instructies door zouden geven. Laat hen de mensen leren, hun gezondheid te behouden, en hun kracht te vermeerderen, door het vermijden van het koken van grote hoeveelheden, hetgeen de wereld heeft vervult met chronische invaliden. Maak door voorschrift en voorbeeld duidelijk dat het voedsel dat God aan Adam gaf in zijn zondeloze staat, het beste voor het gebruik van de mens is, om zijn zondeloze staat terug te krijgen.” – “Counsels on Health.” pp. 478, 479; Gen. 1:29. {2SC11:11.2.1}
“Zij die de wetten van de gezondheid begrijpen, en die door principe bestuurd worden, zullen extremiteit vermijden, zowel van toegeeflijkheid als van beperking. Hun dieet is gekozen, niet slechts voor zelfbevrediging, maar ter opbouw van het lichaam. Zij trachten iedere kracht in de beste staat te behouden, voor de hoogste dienst aan God en mens. De eetlust is onder de controle van het verstand en geweten, en zij worden beloond met gezondheid van lichaam en geest. Hoewel zij hun visie niet aanvallend aan anderen opdringen, is hun voorbeeld een getuigenis ten gunste van de juiste principes. Deze personen hebben een wijde invloed ten goede.” – “Ministry of Healing,” p. 319. {2SC11:11.2.2}
Wanneer u het zware proteïne dieet aan een kant zet, moet u het vervangen met noten maaltijden, zoals niet geroosterde of geblancheerde pindakaas, amandelschijven, walnoten, pecannoten etc. Omdat de meeste mensen hun voedsel niet voldoende kauwen, moeten noten maaltijden, geschaafd of in boter gemaakt worden om voedingswaarde en spijsverteringsstoornissen te voorkomen. {2SC11:11.2.3}
De volgende recepten bevatten noten en zullen de menselijke machine voorzien van de noodzakelijke proteïne en andere vereiste elementen. {2SC11:11.2.4}
SAMENGESTELDE SALADE
3 stengels bleekselderij, 1 middelgrote tomaat, 2 groene uien, een halve krop sla. Snij/rasp de bleekselderij en uien overdwars. Geschilde tomaten zijn smakelijker, maar voordat men tracht het vel te verwijderen, kunt u het los maken door het of in heet water te laten vollen, of het een minuut lang te koken, of door het vel van de tomaat met de rand van een mes weg te wrijven, van de onderkant af tot de steel. De laatste methode verdient de voorkeur voor het behouden van de natuurlijke smaak. Snijd de tomaat in blokjes en hak de sla fijn. {2SC11:11.2.5}
Los ongeveer een ons pindakaas op met het sap van een halve citroen en voeg genoeg warm water eraan toe om de dressing tot de gewenste samenstelling te brengen, waaraan indien gewenst, een theelepel honing, en een snufje zout toegevoegd mag worden. {2SC11:11.2.6}
DE UNIVERSELE UITGEVERS ASSOCIATE
- CARMEL CENERLAKE WACO TEXAS
GEDRUKT IN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERICA