fbpx

Deel 01 Symbolische Code Nr. 09

De Symbolische Code

Deel Een Nieuws Artikel Nr. 9

Los Angeles, Calif.

15 maart1935

In Het Belang Van De Z.D.A. Kerkgenootschap

WEES VAN GOEDE MOED

            “’Uw hart worden niet ontroerd, gijlieden gelooft in God , gelooft ook in Mij. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen, anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben: Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben.’ Joh. 14: 1-3. {1SC9: 1.1}

“Wij hebben lang gewacht op de terugkeer van onze Verlosser. Desalniettemin is de belofte waar. Spoedig, zullen we in onze beloofde thuis zijn.  Daar zal Jezus ons leiden langs de levende stroom, die vloeit van de troon van God en zal aan ons uitleggen de duistere voorzieningen waardoor Hij ons op deze aarde heeft gebracht om onze karakters te vervolmaken. Daar zullen we met onvage visie de schoonheid van het herstelde Eden aanschouwen. We zullen de kronen aan de voeten van de Verlosser gooien die Hij op onze hoofden geplaatst heeft en onze gouden harpen aanraken en de gehele hemel vullen met lofprijzing voor Hem die op de troon gezeten is.” 8 T. 254. {1SC9: 1.2}

VERDER IN DE VOETSPOREN VAN ROMANISME

“De Hoofdinspecteur van de Wyoming Zending was 12 januari hier en heeft 2 uur gepredikt tegen de HStaf. Voordat ze zich scheidden om de inzetting van nederigheid te vieren, heeft hij ze laten stemmen dat ze niemand zouden toestaan deel te nemen die vocht tegen de kerk, zoals hij het stelde, en aangezien hij de HStaf niet noemde, als wij het niet gewaagd hadden om deel te nemen, zou men geargumenteerd hebben dat we schuldig waren van vechten tegen de kerk, hetgeen vanzelfsprekend niet waar is. {1SC9: 1.3}

‘Toen de gemeente tenslotte gescheiden was en het water en de waskommen gereed waren, haasten ze zich en namen ze allen een voordat wij een konden krijgen, en zodra ze klaar waren met een, pakte een zuster die klaarstond ze snel en zette ze onder haar arm, ons zo weerhoudend van het te krijgen! {1SC9: 1.4}

“Zuster Hendricks ging tenslotte naar een [waskom] vragen, en de zuster sloeg haar in de maag, bijna haar adem uit  haar slaand en zei: “Nee,” eraan toevoegend: Ik zal niet toestaan dat een van jullie een krijgt.” Toen stelde zuster Hendricks voor dat we een lied zouden zingen, waarna een van de zusters meteen een lied begon, en we zongen mee. Bij het avondmaal dat volgde weigerden ze  ons te bedienen, aldus voortgaand met hun onheilige feest te voleinden. {1SC9: 1.5}

‘Die avond bij de huishoudelijke vergadering berispte de ouderling de zuster voor het beginnen van het lied, zeggend dat ze ons moest hebben toegelaten het te beginnen, zodat hij ons kon laten arresteren voor de verstoring ! Hij dankte haar echter voor het houden van de waskommen zodat wij er geen konden krijgen. {1SC9: 1.6}

‘Bij deze vergadering “verstoten,” ze de naam van een andere zuster als slecht, die verschillende dagen klaagde over de bespotting die plaatsvond tijdens de bijeenkomst. {1SC9: 1.7}

Tegelijkertijd stemden ze in om de deuren te beveiligen, en niet toe te staan dat een van ons in de toekomst binnen kwam. Toen ik naar de volgende gebedsbijeenkomst ging, barricadeerden ze de deur voor mij, en toen ze me buiten gesloten hadden, hoorde ik geweldig gelach. De volgende sabbat weigerden om Zr. Hendricks en mij binnen te laten, dus bleven we buiten staan totdat de sabbatschool over was, terwijl het 20 graden onder nul was. Afgelopen sabbat waren het vier van ons die buiten gelaten werden in de kou, maar wij bestudeerden onze sabbat school les en zij hadden een bestuursvergadering binnen, om vast te stellen wat ze met ons zouden doen. {1SC9: 1.8}

‘Nu zeggen zij dat wij alleen maar komen om hen tot vijanden te maken, en wij willen weten wat onze plicht is; moeten wij helemaal stoppen om te gaan of moeten we gewoon blijven gaan? Hij lijkt dat als wij niet meer zullen gaan, zal niet alleen ons eigen belang eronder lijden, maar zullen zij voortgaan de slaap des doods te slapen.” {1SC9: 1.9}

                                                          (Getekend) Mw. Faith Pruett,

                                                                             Sheridan Wyoming

(Bovenstaande vraag beantwoord in Symbolische Code, Nr. 8, 15 febr. 1935, blz. 8)

1

          `We ondervinden zeker heel veel tegenstand hier.` Ze hebben nu wachters bij de deuren, om ons ervan te weerhouden binnen te gaan, hoewel het heel koud weer was. Afgelopen sabbat heeft de ouderling een bekendmaking vastgespijkerd op de kerk. We werden verteld door de Huis Zendingssecretaresse, dat de bekendmaking onze Sabbat schoolles was. De waarschuwing hield in dat iedereen die stoorde onderhavig was aan een boete van 50 USD of 30 dagen gevangenis! De ouderling maakte de opmerking naar een van het gezelschap dat hij wenste dat we iets zouden doen, zodat hij ons in de gevangenis kon zetten! De haat die ze verspreiden is verschrikkelijk, en zij eisen het recht op, om de deuren te bewaken omdat God, Satan uit de hemel heeft geworpen, en omdat de engelen gouden kaarten bij zich moeten hebben voordat ze toegelaten worden in de Heilige Stad! {1SC9: 2.1}

`Een van de zusters pleitte met de bewakers, maar het mocht niet baten. {1SC9: 2.2}

Als ik een jaar geleden dat de kerk op zo een wijze zou handelen, zou ik het nooit geloofd hebben. Het dient alleen om ons te herinneren aan de geschiedenis van de kerk door de eeuwen heen, hoe ze iedere keer als ze haar geestelijke macht verloor ze zich wendde tot de arm der wet. {1SC9: 2.3}

Wij hebben zeker genoten van het laatste nr. van de Code, die een bron van kracht was voor een ieder van ons. Ik wenste dat het vaker verscheen. {1SC9: 2.4}

Wij hebben uw ernstige gebeden nodig.` {1SC9: 2.5}

                                                          (Getekend) Mw. Hazel Hendricks

                                                                             Sheridan, Wyoming.

 000000000000000

Toen de Geest der Profetie ons lang geleden waarschuwde dat vervolging het lot van iedere heilige zou zijn en dat het, het eerst en het ergst zou komen van binnenin de kerk, beseften we niet hoe dit mogelijk kon zijn, tot gedurende het laatste jaar toen zulke buitensporigheden zoals hierboven uiteengezet begonnen gepleegd te worden in de naam van waarheid en gerechtigheid. {1SC9: 2.6}

Zulke ontwikkelingen laten ons zonder twijfel tot waar we zijn in de loop van gebeurtenissen in tijd. Let nauwkeurig op de volgende uitspraken: {1SC9: 2.7}

“Christus zei van Zichzelf: “Meent niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde: Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar een zwaard.’ De Vredevorst, toch was Hij de oorzaak van scheiding. Hij die kwam om goede tijdingen te verkondigen en hoop en vrede in de harten van de kinderen en mensen te scheppen, opende een strijd die diep brand en intense emoties oproept in het menselijk hart. En Hij waarschuwt Zijn volgelingen: ‘In de wereld lijdt gij verdrukking.’ ‘Zij zullen hun handen aan u slaan en u vervolgen, u overleverende in de synagogen en gevangenissen; en gij zult getrokken worden voor koningen en stadhouders om Mijns Naams wil.’ ‘En gij zult overgeleverd worden ook van ouders, en broeders, en familie en vrienden; en zij zullen er sommigen uit u doden.’ {1SC9: 2.8}

“Deze profetie werd op duidelijke wijze vervuld. Iedere onwaardige behandeling, smaad en wreedheid, waartoe satan het menselijke hart kon aanzetten, hebben de volgelingen van Jezus ondergaan. En zij zal weer op duidelijke wijze worden vervuld. Want het vleselijke hart verkeert nog steeds in vijandschap met Gods wet, en wil zich niet aan Gods geboden onderwerpen. De wereld is vandaag evenmin in harmonie met de beginselen van Christus als dit in de dagen der apostelen het geval was. Dezelfde haat die tot het geroep: “Kruisig Hem, kruisig Hem” aanmoedigde, dezelfde haat die tot de vervolging van de discipelen leidde, werkt ook heden nog in de kinderen der ongehoorzaamheid. Dezelfde geest die in de donkere middeleeuwen mannen en vrouwen tot gevangenschap, tot verbanning en tot de dood veroordeelde, die de geraffineerdste folteringen der Inquisitie bedacht, die het bloedbad van de Bartholomeusnacht plande en ten uitvoer bracht, en die het vuur van Smithfield ontstak, werkt nog steeds met boosaardige energie in onbekeerde harten. De geschiedenis der waarheid is van oudsher een verslag geweest van een worsteling tussen goed en kwaad. De verkondiging van het evangelie is in deze wereld steeds verder gegaan, ondanks tegenstand, gevaar, verlies en lijden.” AA. 84.3 {1SC9: 2.9}

“ De apostel wist, dat hij van het volk  (de kerk) dat door zijn zonden de toorn Gods op zich deed neerkomen, geen rechtvaardigheid kon verwachten. Hij wist, dat hij, evenals de profeet Elia, veiliger onder de heidenen was dan onder degenen die het hemelse licht hadden verworpen en hun harten tegen het evangelie verhard. {1SC9: 2.10}

Zo gebeurde het dat wederom een dienaar Gods, door blinde ijver en zelfgerechtigheid en haat, gedwongen werd zich om bescherming tot de heidenen te wenden. Het was dezelfde haat die de profeet Elia dwong naar de weduwe in Serepta te vluchten om bijstand; en die de heiden van het evangelie noodzaakte zich van de Joden af te keren en hun boodschap aan de heidenen te verkondigen. En deze haat zal ook het deel zijn van het volk van God in deze eeuw. Onder velen die beweren volgelingen van Christus te zijn, heerst dezelfde hoogmoed, dezelfde vormendienst en zelfzucht,

2

dezelfde geest  van onderdrukking, die zulk een grote plaats innamen in de harten van de Joden. In de toekomst zullen mannen die voorgeven dat zij de vertegenwoordigers van Christus zijn een gelijksoortige houding aannemen als de priesters en oversten in hun bejegening van Christus en de apostelen aan de dag legden. In de grote crisis die de getrouwe dienaren van Christus spoedig zullen moeten doormaken, zullen zij met dezelfde hardheid van hart, dezelfde gruwzame vastberadenheid en dezelfde onverzoenlijke vijandschap te doen hebben. {1SC9: 2.11}

Allen die in die boze dag God onbevreesd willen dienen overeenkomstig de voorschriften van hun geweten, zullen moed vastberadenheid en kennis omtrent God en Zijn woord behoeven; want degenen die trouw zijn aan God zullen worden vervolgd. De juistheid van hun motieven zal in twijfel worden getrokken, hun beste pogingen verkeerd uitgelegd, en hun namen als slecht worden verworpen. Satan zal al zijn bedrieglijke macht aanwenden om het hart te beïnvloeden en het verstand te verduisteren, om het boze goed en het goede boos te doen schijnen. Hoe sterker en reiner het geloof van Gods volk is, en hoe vaster het besluit om Hem te gehoorzamen, des te feller zal satan ernaar streven om tegen hen de woede te doen ontbranden van hen die, hoewel zij beweren rechtvaardig te zijn, de wet van God met voeten treden. Het zal het sterkste vertrouwen, de meest heldhaftige vastberadenheid kosten om het geloof, eens aan de heiligen geschonken, te behouden.” A.A. 430.1. {1SC9: 3.1}

De dienstknecht des Heren zegt van Pilatus dat: “hij de fanatieke haat van de priesters voor Hem Die als het Licht der wereld hun duisternis en dwaling openbaar had gemaakt niet begreep. Zij hadden de schare bewogen tot een redeloze woede, en opnieuw hieven priesters, oversten en volk die verschrikkelijke kreet aan: “Kruisig Hem, kruisig Hem! ‘”D.A. 736. {1SC9: 3.2}

De ZDA kerk die de geschiedenis van de Joden herhaald ( 5 T. 160), zal heen en weer geslingerd worden door haar “priesters” en “heersers” heden tendage om een standpunt te nemen tegen “de trouwe dienstknechten van God gelijk aan datgene dat gevolgd werd door de priesters en heersers in hun bedreiging van Christus en de Apostelen.’” Terwijl de 144.000 meer en meer als hun Verlosser worden, “het Licht van de wereld,”de ‘duisternis en dwaling openbaar makend, die de kerk omringd, zullen de leiders in hun “fanatieke haat” van de heiligen de schare bewegen tot een redeloze woede tegen hen en in wanhopigheid geboren uit blinde en razende haat, uitreiken naar de burgerlijke arm van macht, om hun slechte doeleinden tot stand te brengen, het volgende type naar haar antitype laten samenvloeien. {1SC9: 3.3}

“Aldus had het Joodse volk, door een heidense heerser (Ceaser –een symbool van de macht van de wereld) te verkiezen, zich aan de theocratie onttrokken. (Zie hier 7 T 109, hfdst. 1 in verband met 5 T 75 laatste hfdst., en 5 T 456, onderaan de bladzijde) Zij hadden God als hun Koning verworpen. Voortaan hadden zij geen bevrijder meer. Zij hadden geen koning alleen de keizer.  Hiertoe hadden de priesters en de leraars het volk gebracht. Hiervoor en voor de verschrikkelijke gevolgen daarvan, waren zij verantwoordelijk. De zonde en de ondergang van een volk waren te wijten aan de godsdienstige leiders.” D.A. 738. {1SC9: 3.4}

De scheiding moet komen. De vernietiging van “Jeruzalem is een voorstelling van wat de kerk zal zijn als het weigert te ontvangen en wandelen in het licht dat God heeft gegeven. Jeruzalem was begunstigd door God als de opslagplaats van heilige waarheden. Maar haar volk verdierven de waarheid en verachten alle smeekbeden en waarschuwingen. Ze wilden Zijn adviezen niet eerbiedigen. De tempelhoven werden vervuild met handel en diefstal. Zelfzuchtigheid en liefde voor de mammon, nijd en strijd, werden gekoesterd. Iedereen zocht naar eigen gewin voor zijn buurt. Christus keerde zich van hen, zeggend: “O Jeruzalem, Jeruzalem, hoe kan Ik u opgeven? Hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergaderd onder de vleugelen en gijlieden hebt niet gewild!’ Matt. 23:37….{1SC9: 3.5}

“Het uitgevershuis is verandert in ontheiligde altaren, in een plaats van onheilige handel en verkeer. Het is een plaats geworden waar ongerechtigheid en fraude werden uitgeoefend, waar zelfzuchtigheid, kwaadaardigheid, nijd en wellust werden gezwaaid. En toch zijn de mannen die geleid worden in dit werken aan verkeerde principes, ogenschijnlijk onbewust van hun verkeerde handelswijze.” 8 T 67-8. {1SC9: 3.6}

Sprekend over de ZDA kerk, zegt de Geest der Profetie: “Wie kan werkelijk zeggen: ‘Ons goud is getest door het vuur; onze klederen zijn onbesmet door de wereld? Ik zag onze instructeur wijzen naar de klederen van zogenaamde gerechtigheid. Ze uittrekkend, legde hij de vervuiling eronder bloot. Toen zij Hij aan mij:’ Kan je niet zien hoe ze aanmatigend hun vervuiling en verrotting van karakter hebben bedekt? ‘Hoe is de trouwe stad een hoer geworden? Mijn Vadershuis is tot een handelshuis gemaakt, een plaats waar de heilige tegenwoordigheid en glorie van zijn geweken! Om deze reden is er zwakheid, en ontbreekt er kracht.”’8 T 250. {1SC9: 3.7}

“Laat ons niet zeggen: Trek uw hand af , o God. De kerk moet gereinigd worden en het zal geschieden.”1 T 100.

3

          Hoewel het voorgaande bewijst dat de kerk het nodig heeft en grondig gereinigd moet worden, openbaart het volgende, dat de SDA bediening zich niet eraan zal schikken: {1SC9: 4.1}

“De oude mannen, zij aan wie God groot licht heeft gegeven, en die als beschermers van het geestelijk goed van het volk hadden gestaan, hebben hun vertrouwen beschaamd.  Ze hebben het standpunt ingenomen dat we niet hoefden uit te kijken naar wonderen en de kenmerkende manifestaties van Gods Kracht zoals in voorgaande dagen. De tijden zijn verandert. Deze woorden versterken hun ongeloof, en ze zeggen: “De Heer zal geen goed doen, noch zal Hij kwaad doen. Hij is te barmhartig om Zijn volk met oordeel te bezoeken.  Aldus is vrede en veiligheid de roep van mannen, die nooit weer hun stemmen als een bazuin zullen verheffen om Gods volk hun overtredingen en het huis van Jakob hun zonden te tonen. Deze stomme honden, die niet wilden blaffen, zijn degenen die de rechtvaardige wraak van een beledigde God voelen. Mannen, vrouwen, en kleine kinderen, allen komen tezamen om.” {1SC9: 4.2}

In vervulling van hetgeen boven staat, bespot de bediening het idee dat het oordeel van Ezechiël 9 een letterlijke slachting is over “het huis van God” voor de afsluiting van de genade tijd van de wereld, eerder de beslissing aannemend dat het de zeven laatste plagen zijn, zeggen dus, we behoeven niet uit te kijken naar wonderen en de kenmerkende manifestaties van Gods Kracht zoals in vroegere dagen.(…) Aldus is vrede en veiligheid de roep van mannen, die nooit weer hun stemmen zullen verheffen.” Waarom? Omdat “allen” tezamen zijn omgekomen in de slachting, waarvan ze hadden verkondigd dat God “te barmhartig was”om “Zijn volk” te bezoeken. {1SC9: 4.3}

De nacht nadert en de schaduwen van de duistere eeuwen beginnen te vallen op Gods volk, wanneer alles dat godvruchtig wil leven in Christus Jezus, onder vervolging zal lijden. (2 Tim. 3: 12). De tijd is nader op ons waarvan profetie zegt: “De draak was toornig op de vrouw, en ging om oorlog te voeren tegen het overblijfsel (de 144.000) van haar zaad, die de geboden van God houden, en die de getuigenis van Jezus Christus hebben.” (Openb. 12:17). Maar wij rekenen erop dat lijden van deze tegenwoordige tijd niet te waarderen zijn (niet opwegen) om vergeleken te worden met de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.” (Rom.8:18) {1SC9: 4.4}

“Want de lichte last der verdrukking, die zeer haast voorbij gaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht, der heerlijkheid.” (2 Cor. 4: 17) {1SC9: 4.5}

Daarom “geliefden,” houdt u  niet vreemd over de hitte der verdrukking onder u, die u geschiedt tot verzoeking, alsof u iets vreemds overkwame, Maar gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, alzo verblijdt u opdat gij ook in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen. Indien gij gesmaad wordt om den Naam van Christus, zo zijt gij zalig want de Geest der heerlijkheid en de Geest van God rust op u, Wat hen aangaat . Hij wordt wel gelasterd, maar wat u aangaat, Hij wordt verheerlijkt….Want het is de tijd, dat het oordeel beginne van het huis Gods.” (1 Petr. 4: 12-14, 17) {1SC9: 4.6}

“Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd. Werpt al uw bekommernissen op Hem want Hij zorgt voor u. Zijt nuchter en waakt, want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briessende leeuw, zoekende wie hij zou mogen verslinden. Wederstaat hem vast zijnde in het geloof, wetende dat hetzelfde lijden aan uw broeders die in de wereld zijn volbracht wordt. De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke en fondere ulieden. Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.” (1 Petr. 5: 6-11). {1SC9: 4.7}

———————————–

EEN NIEUW GEMODELLEERD GEBED EN HUISHOUDELIJKE VERGADERING

Recentelijk, zijn een paar van de 600 leden van de Glendale Kerk in aanraking gekomen met wat zij verblijd waren te noemen, een gebed en huishoudelijke vergadering. Na een paar liederen gezongen waren, en een paar korte gebeden geofferd, gaf de president van de Conferentie een redevoering over valse profeten en dwaling die de kerk binnenkwamen. {1SC9: 4.8}

De bidstond werd toen snel verandert in een huishoudelijke vergadering met het doel om een andere zuster, die een gelovige in de boodschap van de HStaf is als lidmaat uit te schrijven, en de predikant kondigde aan, dat aangezien het een huishoudelijke vergadering was, allen die geen lid waren van de Glendale Kerk, vriendelijk verzocht werden te vertrekken. {1SC9: 4.9}

Behalve mijzelf, waren er twee of drie andere gelovigen in tegenwoordige waarheid aanwezig, die ook van de rechten van hun lidmaatschap waren beroofd. In plaat van vertrekken zoals de predikant verzocht, bleven we allemaal zitten, want de zuster, waarmee wij zaten, degene die zou worden “verworpen,” wenste dat we bleven. Maar toen ze onze intentie zagen om te blijven, riep de predikant mijn naam uit: zeggende {1SC9: 4.10}

4

“Zuster__________ u bent niet langer lid van onze kerk, dus verzoek ik u te vertrekken, ook degenen die met u zijn.” Ik bleef zitten, hopend dat ik in staat zou zijn om te blijven, maar meteen was de kerk in beroering, verschillende, die opstonden en ons verzochten te vertrekken. Toen gaf de predikant de diakenen opdracht om met ons af te rekenen, en besloten we uiteindelijk weg te lopen met onze escorte, de diakenen aan onze zijde. {1SC9: 5.1}

Ik dank de Heer voor de eenvoudige middelen die Hij gebruikt om voor het volk deze schitterende waarheid te brengen, dat Hij spoedig een kerk zonder smet of vlek of enig ding zal hebben, rein en volmaakt, waarmee de wereld in de Luide Roep gewaarschuwd zal worden en snel Zijn werk op aarde zal afsnijden zoals we lezen in 5 T 187: {1SC9: 5.2}

“Schudt uw geestelijke futloosheid af. Werk met al uw macht om uw eigen zielen te redden en de zielen van anderen. Het is nu niet de tijd om vrede en veiligheid te roepen. Het zijn geen sprekers met fluwelen tong die nodig zijn om deze boodschap te geven. De waarheid moet in al haar toegespitste (scherpe) strengheid (onverbiddelijkheid) gesproken worden. Actieve mannen zijn nodig, — mannen die zullen werken met ernstige, onophoudelijke energie voor de reiniging van de kerk en de waarschuwing van de wereld. {1SC9: 5.3}

“Een groot werk moet uitgevoerd worden; uitgebreidere plannen moeten voorgelegd worden; een stem moet voortgaan om de volkeren wakker te schudden. Mannen wiens geloof zwak en wankelend is, zijn niet degene die het werk voorwaard moeten dragen in deze belangrijke crisis. We hebben de moed van helden en het geloof van martelaren nodig. {1SC9: 5.4}

Ik dank de Heer voor het glorierijke licht dat op onze paden schijnt, en ik wil mijn Verlosser heel de weg volgen, wat het ook mag kosten. En met betrekking tot de leiders en leden van de Glendale kerk, vraag ik uw gebeden, dat ze op de Rots Christus Jezus mogen vallen en gebroken worden voordat de Rots op hen valt en hun in stukken vergruisd. (Lukas 20:18). {1SC9: 5.5}

                                                (Getekend) Mw.E.M. Crawford

                                                                             Glendale , Calif.

——————————–

EEN “ONHEILIG FEEST”

Op 22 januari ontving ik van de kerksecretaris een geregistreerde brief, waarin ik werd ingelicht dat de vraag over mijn lidmaatschap  in de Glendale ZDA kerk ter beschouwing zou worden genomen, de volgende avond, tijdens een huishoudelijke vergadering. {1SC9: 5.6}

Ik dank God dat, bij een oproep als deze, we geen tijd nodig hebben voor een speciale voorbereiding, maar de schitterende belofte van de Heer kunnen claimen, dat wanneer we overgeleverd worden aan de gemeenten of voor overheden en koningen gebracht worden, om Zijns Naams wil, we niet hoeven te denken over wat we zullen spreken, omdat het ons in hetzelfde uur gegeven zal worden. {1SC9: 5.7}

Toen ik aankwam bij de vergadering, waren een paar zusters, gelovigen in de boodschap van het uur, reeds daar; maar zij werden gevraagd de kerk te verlaten; en toen sommigen weigerden in mijn belang te vertrekken, werden ze ruw eruit gezet, waarna de ouderling van de kerk de belasteringen en beschuldigingen tegen mij las, waarin ik opmerkte dat hij niet altijd nauwkeurig was om de waarheid te uit te spreken. {1SC9: 5.8}

Toen ze me tenslotte de tijd gaven voor opmerkingen, herinnerde ik ze eraan dat als ik gedaagd zou worden voor een wereldsgerechtshof, ik toegestaan zou worden om mijn getuigen bij me te hebben, maar aangezien ze verkozen om met mij alleen te onderhandelen, verzekerde ik hun dat God met mij was, en als God voor ons is , wie kan dan tegen ons zijn ? {1SC9: 5.10}

Ik gaf toen mijn overtuiging dat de Z.D.A. kerk de enige kerk vandaag op aarde is, die God herkent als Zijn kerk, en dat deze beweging door zal gaat tot het Koninkrijk; maar dat de huidige geestelijke toestand  van de kerk zo betreurenswaardig is, dat een opwekking en hervorming noodzakelijk moet plaatsvinden om ons te redden, waartoe ik als bewijs verschillende beweringen uit de Getuigenissen las, totdat het zo ongemakkelijk voor hen werd, dat zij mij beperkten, en een rechtstreeks antwoord eisten op de vraag of ik wel of niet de HStaf geloofde. {1SC9: 5.11}

Ik verklaarde dat ik 100% geloofde in de Bijbel en de Getuigenissen als het Woord van God, ook ieder ander boek dat volledig in overeenstemming is met hen; en dat daarom als ze me uit de kerk stemden, ik geen zijtak ben maar een verschoppeling. {1SC9: 5.12}

Het climax kwam toen de president van de Conferentie opstond en zei: “Deze beweringen die deze zuster heeft gelezen, zijn niets anders dan veroordelingen, en we weten dat veroordelingen van de duivel komen! De beweringen die ik las waren allemaal van de pen van Zr. E.G White, waarvan sommigen als volgt waren: 5 T 217; TM 359; C.O.R. 50-51,67. enz. {1SC9: 5.13}

Wel zij stemden mijn weg op de gronden dat ik niet geloofde wat de kerk geloofde, maar hoe kan ik geloven wat zij geloven, wanneer ze zover van de oude landpalen afgedreven zijn door publiekelijk te verklaren dat de geschriften van Zr White van de duivel komen? God vergeef hen want ze weten niet wat ze doen. {1SC9: 6.1}z

                                                                   (Getekend)  Mw.Anna Engen

                                                                                       Glendale, Calif.

  ———————————–

VAN ONVERSCHROKKEN MOET    

Wij zaaien het zaad en bidden dat de Heer het zal bevochtigen. De mannen van de conferentie en de predikanten hebben de beangstigende vrees in de harten van de mensen ingeplant, dat het ze zelf angstig maakt om te lezen. Het is een zaal van spin en vlieg; de vrees is zo diep doorberekend dat als ze lezen de fabelachtige dodelijk zwarte spin hun zal pakken en hun stevig vast zal houden in de zielen vernietigende mazen van dwaling. Ik zie duidelijk dat de kerk Gods kerk is, maar dat zij die zo een werk doen niet Zijn volk zijn, want ze handelen precies als de pausgezinde deden in de tijd van Luther! {1SC9: 6.2}

Ik dank God dat Hij ons de houvast en de wilskracht gegeven heeft om op onze eigen been te staan, en door Zijn genade zullen we op ze staan, ook al moeten we alleen staan zoals we nu doen. {1SC9: 6.3}

Bidt voor ons, want onze harten en zielen zijn in de boodschap van de HStaf, die een grote verandering in onze levens heeft gemaakt, en met Gods hulp en begeleidende hand, gaan we door naar het Koninkrijk, gerekend onder de 144.000—Prijs God! {1SC9: 6.4}

                                                                (Getekend) Mw. W.L. Harper

                                                                                        Richmond, Va.

———————————–

NIEUWE ERVARING

In al de jaren dat ik een Z.D.A. ben geweest, ben ik nooit tevreden geweest met mijn Christelijke ervaring. Ik voelde een tekort aan iets. Ik wist niet wat, totdat een tijd geleden een broeder me Deel 1 van de HStaf gaf. Vanaf ik het gelezen heb, weet ik dat ik een betere Zevende Dag Adventist ben, en dat het een boodschap van God is, en ik bidt dat onze mensen het mogen accepteren. {1SC9: 6.5}

                                                               (Getekend) Charles Garvin

                                                                                       San Diego, Calif.

———————————

EEN GEHEIME STEMMING

Op 16 jan., ’s avonds na de bidstond, riep de president van de Conferentie het kerkbestuur samen, om met hem te vergaderen, nadat ze ons vooraf een persoonlijke uitnodiging hadden gestuurd om met hen samen te komen. Deze bijeenkomst was uitgeroepen met het specifieke doel om onze houding tegen de leerstelling van de HStaf te overwegen. Het comité, bestond uit zowel de president en de inspecteur van de Unie Conferentie. We werden de gelegenheid gegeven om uitspraken te doen aan de broeders en zusters, hetgeen wij deden, het duidelijk stellend dat we de HStaf leerstellingen accepteerden en dat wij onze broeders en zusters aandringen deze waarheid, voor zichzelf te onderzoeken, in overeenstemming met de instructies zoals gegeven door de dienstknecht van de Heer, met betrekking tot iedere nieuwe waarheid die tot ons komt.—“Testimonies on Sabbat School Work,” p. 65. {1SC9: 6.7}

Toen werd de president van de Unie voor advies ingeroepen, en stelde voor dat onze namen van de kerkrol gehaald werden. Aldus presenteerde op Sabbat 2 febr. de president van de conferentie die gepredikt had in de Clovis kerk, en die de leiding had over de dienst, de handelingen van het bestuur aan de kerk. We werden afgeschreven vanwege ons standpunt t.o.v. de HStaf. We werden wederom de gelegenheid gegeven te getuigen voor de Meester en trachten Hem het meeste van het spreken te laten doen, door te lezen uit het 5e hoofdstuk van Handelingen, verzen 27-40, tevens T.M.106-7, met betrekking tot gevaren om waarheid te verwerpen vanwege de beslissingen van onze leidinggevende broeders en zusters. {1SC9: 6.8}

Wij werden zeer droevig gemaakt omdat deze geliefde lieden hier het zelfde doen als de joden deden in de dagen van Christus, toe zij Hem kruisigden. Maar met Hem vroegen wij de Vader hen te vergeven want zij wisten niet wat zij deden. Als ze eens op een dag niet berouw tonen, zullen ze voor het oordeels baar staan en beschaamd zijn. Ondanks al dit verdriet zijn wij toch verheugd vanwege de vertroosting gevonden in Jesaja 66:5.” Hoort des HEEREN Woord, gij die voor Zijn Woord beeft! Uw broeders die u haten, die u verre afzonderen, om Mijns Naams wil zeggen: dat de HEERE heerlijk worde! Doch Hij zal verschijnen tot ulieden vreugde,

6

zij daarentegen zullen beschaamd worden.” {1SC9: 6.9}

Toen de vraag aan de kerk werd gebracht om te stemmen, werd het blijkbaar zeer benard voor de ouderling, aangezien vele seconden voorbij gingen, voordat wie dan ook in de bijeenkomst de moed had een motie te maken, en toen gingen veel meer seconden voorbij voordat een ondersteuning verkregen werd, en dat moest van de echtgenote van de ouderling komen. Natuurlijk werd een geheime stemming genomen, en degene die de calculatie deden verkondigden, dat geen negatieve stemmen werden geworpen. Wij begrepen echter dat sommige ongebruikte blanco’s werden ingestuurd. {1SC9: 7.1}

We ontvingen sommige van de leden bij ons voor het middageten, en bespraken de boodschap in zekere zin en geloven dat deze mensen een open visie hebben. Ze hebben zichzelf uitgedrukt als gewillig om voor zichzelf te onderzoeken, en doen dat ook op dit moment. {1SC9: 7.2}

Wij kijken voorruit, met de verzekering van succes, gebaseerd op de beloften van de Heer. Ik zal deze nieuwsbrief met de volgende woorden van het New Mexico grondgebied laten sluiten: {1SC9: 7.3}

“Wees sterk en heb goeden moed en verschrik niet, en ontzet u niet, want de HEERE uw God is met u alom waar gij heengaat.” Jos. 1: 9. “ Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht en der liefde en der gematigdheid.” 2 Tim 1;7.  {1SC9: 7.4}

                                                                     De Uwe voor “alle waarheid,”

                                                              O.E. Lovan Clovis, New Mexico

EEN VERDUIDELIJKING

Als waarschijnlijk de meest plezierige taak van hen die verbonden zijn met het werk in dit kantoor, is het lezen en beantwoorden van de vele inspirerende communicaties die dagelijks tot ons komen, betreuren we het diepgrondig dat de overvloed van correspondentie heeft veroorzaakt dat we vele broeders en zusters moeten teleurstellen door onze vertraging in beantwoorden. Maar aangezien dit duidelijk vanuit omstandigheden is dan uit keuze, voelen we ons verzekerd dat de broeders en zusters geduld met ons zullen hebben tot dat de kantoor faciliteiten voldoende vergroot kunnen worden, dat ze evenredig kunnen zijn met de altijd toenemende correspondentie. {1SC9: 7.5}

———————————-

BEHOEFTE AAN HULP

“Bij het lezen van de nieuwsberichten in onze Symbolische Code, merk ik op dat u een arbeidsbureau heeft, en ik zou het zeer waarderen als u mij zou kunnen helpen om op een of andere wijze werk te vinden; want ik kan geen werk hier vinden tenzij ik op de sabbat werk, hetgeen ik niet kan doen, omdat ik trouw wil zijn aan de Heer, zelf als ik honger moet lijden. {1SC9: 7.6}

“Ik heb een klein meisje op school die zeven jaar oud is en die boeken en kleding nodig heeft, die moeilijk voor haar zijn om zonder te gaan.” {1SC9: 7.7}

Ik wens dat jullie allen alstublieft voor me zouden bidden dat de Heer me kracht zal geven om iedere beproeving  en verzoeking te overkomen, want dit is het meest beproevende uur van mijn leven. Ik zal zo blij zijn als de Heere komt. {1SC9: 7.8}

“Broeders en zusters ik heel behoeftig en zal uw hulp op wat voor manier dan ook waarderen.” {1SC9: 7.9}

Het bovenstaande verzoek komt van een zuster uit South Carolina, en als iemand een of ander algemeen werk kent of heeft dat ze kan hebben, of als iemand haar kan ondersteunen op wat voor manier dan ook, in het ene geval of het andere, neem contact op met dit kantoor voor haar naam en adres. {1SC9: 7.10}

————————-

VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vraag: “Ik zou willen weten hoe Openb. 16:18 met Openb. 8:5 in harmonie te brengen. Als in Openb. 8:5 het betekend dat het oordeel weer was hervat, wat betekent het in Openb. 16: 18?” {1SC9:7 .11}

Antwoord: Het betekend hetzelfde (oordeel hervat),nadat de zeven plagen zijn vervuld (Openb. 15:8), hetgeen tegen de tijd van de aanvang van het oordeel der goddelozen tijdens de duizend jaar zou zijn. {1SC9: 7.12}

Vraag: “Hoe brengt u de leerstellingen van de HStaf in overeenstemming met het volgende: C.O.L. 72 en 72, die zegt dat het tarwe en onkruid samen moeten groeien tot het einde van de genade tijd, en C.O.L. 122 en 123 die zeggen : ‘Wanneer de missie van het evangelie is voltooid, zal het oordeel het werk van scheiding teweeg brengen’?” {1SC9: 7.13}

Antwoord: De vraag met betrekking tot C.O.L. 72 is als volgt te beantwoorden: Als de oogst de genadetijd eindigt, is de periode waarin het oogsten

7

wordt gedaan in en niet na de genade tijd. Aldus is vervuld Jer. 8:20: “De Oogst is voorbij, de zomer is ten einde (aantonend dat de oogst een tijdsperiode moet zijn die een begin en een einde heeft), en we zijn niet gered ( Bewijzend dat de oogst de tijd is voor het gered worden of in andere woorden, genade tijd). Dit is in overeenstemming met zowel E.W. 118 en Matt. 13: 28, waarvan de vorige zegt dat de Derde engel degene is die het oogsten doet, en de waarvan de laatste zegt dat de engelen het onkruid van het tarwe “in de oogsttijd” scheiden,” waarbij beide wederom bewijzen dat de oogst een tijdsperiode is en niet eenvoudig een moment of dag wanneer Christus komt op de wolkeren des hemels om zijn verlosten te verzamelen. {1SC9: 7.14}

De verklaring in C.O.L. 73 dat “valse broeders en zusters in de kerk gevonden zullen worden tot de afsluiting van de tijd” wijst naar de tijd van het einde”—die tijd waarvan Ezechiël profeteert in de volgende woorden: “De dagen zijn nabij, en uitwerking van iedere visioen.” Ezech. 12:22.) Vandaar dat wanneer Christus zegt: “Laat beiden tezamen opgroeien tot” het afsluiten van de tijd, verwijst Hij verder naar onze dagen, de “tijd van het einde,” de periode waarin de oogst moet worden uitgevoerd en om het “onkruid” van het “tarwe,” te scheiden.” De moeilijkheid die veroorzaakt heeft  dat velen C.O.L. 73 verkeerd begrepen, is dat ze tekort schoten te zien, dat we nu reeds precies aan “de afsluiting van de tijd” zijn Het is tevens dit tekort schieten correct te begrijpen wat de afsluiting van de tijd werkelijk betekend, dat hen veroorzaakt heeft te struikelen over de verwante onderwerpen van de oogst. {1SC9: 8.1}

C.O.L. 122 zegt dat “het net,” zowel goede en slechten in de kerk verzameld. Wanneer de zendingsopdracht van het evangelie is voleindigd, zal de oogst de het werk van scheiden tot stand brengen.” Het is onmogelijk dat de handeling van scheiden vooraf gaat aan de handeling van oordeel. In de natuurlijke gang van zaken, moet het oordeel plaatsvinden voor het scheiden. Aldus wordt de scheiding die bepaald was tijdens het. Dit is in volmaakte overeenstemming met T.M. 234 die zegt: “De tijd van het oordeel is een meest plechtige periode, wanneer de Heer De zijnen vergadert vanuit het midden van het onkruid.” {1SC9: 8.2}

Laat ons tevens de zaak vanuit een andere hoek beschouwen. Wij zijn het er allemaal over eens dat het Evangelie net, de kerk voorstelt, en dat “het uitwerpen van het net, het prediken van het Evangelie is.” Vandaar dat als de tijd wanneer het net aan de kant wordt getrokken en de Evangelie opdracht voltooid, aan het eind van de genade tijd was, dan zou de slechte vis in het net moeten blijven en niet weggeworpen, want dan zou het net niet langer meer nodig zijn, en daardoor niet nodig om de slechten eruit te werpen. Maar zoals het is, worden de slechten eruit geworpen, aantonend dat het net voorbereid (gereinigd) moet worden, om een tweede keer voort geworpen te worden. {1SC9: 8.3}

Bovendien was het eerste visioen dat Zr. White had, over de 144.000. Het kerkgenootschap heeft altijd geloofd dat haar doel was het overblijfsel van het volk te verzamelen, de 144.000.Vandaar dat toen het (het net) eerst in 1844 werd voort gezonden, het voor het verzamelen van de 144.000 was, waar van het nog steeds vaag geloofd, dat het erna is, maar waarvan de HStaf bewijst dat het reeds verzameld heeft. En daar de 144.000 eerste vruchten zijn, aantonend dat tweede vruchten moeten volgen, en verder, als het “net” door de jaren heen “van ieder soort, goed (de 144.000) en slecht gelijksoortig heeft verzameld, moet het “net” daarom aan de kant worden getrokken en de “goede” in “vaten” verzameld worden en de “slechte” “weggeworpen,” voordat de tweede vruchten (de grote schare—Openb. 7:9; Jes. 66:20) verzameld kunnen worden  (Openb. 18:4). {1SC9: 8.4}

Aldus, is de tijd waarover gesproken wordt in de verklaring die ter discussie staat, Ezechiël 9, wanneer het evangelie van de 144.000, voleindigd is, en zij – de eerste vruchten—over de wereld geoogst zijn; het evangelie hen verzegeld heeft voor de eeuwigheid, en haar werk in hun leven heeft volbracht, en ze gereed zijn om gezaaid (voort gezonden) te worden, voor het oogsten van de tweede vruchten in de Luide Roep, aan het einde van de tijd waarbij de oogst is afgerond en zij (de tweede vruchten) toegevoegd zijn geworden aan de 144.000 (de eerste vruchten), en allen gereed zullen zijn voor overzetting. {1SC9: 8.5}

Vraag: “Als het beest niet het pausdom is, waarom zou Zr. White erover spreken als het pausdom, in G.C. 439, 443, 445, 5797?” {1SC9: 8.6}

Antwoord: De reden dat Zr. White over het beest spreekt als het pausdom, is omdat (zoals uitgelegd in HStaf, Deel 2, pp. 85-89, 95-98) gedurende  de periode van 1260 jaren, waarvan zij in die gevallen in G.C. behandeld, zij zich  alleen met het pauselijke hoofd bezig houdt en niet met het beest in al heer verschillende aspecten—7 hoofden, 10 hoornen, etc. – maar alleen met het hoofd dat gewond was; welke omdat het op het beest is, en een belangrijk deel ervan, het correct maakt dat zij, om haar gedachten uit te drukken, zegt: “het beest—het pausdom,” door welke verklaring, echter ze niet verondersteld dat alle “zeven hoofden,” en “tien hoornen,”het  “pausdom”zijn, maar eerder slechts het hoofd dat

8

tot de dood gewond was, net zoals we vaak het vierde beest van Dan. 7, het pausdom noemen, ten volle beseffend dat zo een gebruik, de hoornen (10 koningen) uitsluit  en alleen de “kleine hoorn” betrekt die ogen van een man heeft.” {1SC9: 8.7}

Vraag: “Als iemand de HStaf ontvangt, en het volledig aanvaard, is er enige mogelijkheid om verloren te gaan? {1SC9: 9.1}

Antwoord: Als de HStaf de waarheid is, en iemand aanvaard het met heel zijn hart, en de waarheid doet, zou de mogelijkheid om verloren te zijn identiek zijn aan de mogelijkheid dat Paul verloren zou gaan voor het met heel zijn hart accepteren van de boodschap die Christus naar hem zond en waarvan hij zei: “Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte noemen den God der vaderen alzo diene, gelovende alles wat in de wet en in de profeten geschreven is. (Hand. 24:14) {1SC9: 9.2}

Bovendien, als de HStaf, de Elia boodschap is (T.M. 475) is het onmogelijk voor iemand die het accepteert en naleeft dood te gaan, want het type vereist overzetting. Aldus is het dat Elia als een type staat van de 144.00. (D.A. 421). {1SC9: 9.3}

Vraag : “Zouden de onderwerpen zoals gepresenteerd in de HStaf, bestudeerd moeten worden in onze Sabbat bijeenkomsten? {1SC9:9.4}

Antwoord: Er zou geen geval moeten zijn waar men op welk gegeven tijdstip dan ook, geacht wordt iets anders te onderwijzen bij HStaf bijeenkomsten. Als de HStaf tegenwoordige waarheid is, dan heeft het de voorkeur over iedere andere vorm van Bijbel waarheid, want de Geest der Profetie zegt: “Het is ‘Tegenwoordige Waarheid,’ dat de kudde nu nodig heeft,” (E.W.) 63. en T.M. 118, moedigt aan : “Bevorder nieuwe principes, en hoop de helder gesneden waarheid op.” {1SC9: 9.5}

Vraag: “Zijn er 3 decreten om alleen de tempel te bouwen, en dan één door Artaxerxes om de muren en restauratie van Jeruzalem te voleindigen{1SC9:9.6}

Antwoord: Ezra 6:14 beantwoord het eerste gedeelte van de vraag, aantonend dat er drie decreten uitgevaardigd waren voor het bouwen van het “huis?” —een door Cyrus, een door Darius, en een door Artaxerxes? {1SC9: 9.7}

Ezra 6:14 geeft ook antwoord op het tweede deel van de vraag, waarbij Cyrus, Darius en Artaxerxses genoemd worden als degene die de drie decreten maakten. {1SC9: 9.8}

Ezra 7: 1 bewijst dat Artaxerxes Longimanus, die het decreet maakte om het huis (vers 21)te verfraaien (niet te bouwen) en de stad te herbouwen, na de tijd en de gebeurtenis (“dingen”) kwam, die te boek gesteld zijn in de voorgaande hoofdstukken van Ezra. Vandaar dat het decreet van Artaxerxes van Ezra 6:14 voor het bouwen van de tempel, niet het decreet van Artaxerxes’ kon zijn van Ezra 7:1. {1SC9: 9.9}

Hoewel Ezra 6:15 aantoont dat er een ander decreet is behalve de drie die verslagen zijn in de Geschriften, spreekt Zr. White alleen van die hier opgenomen zijn. Dus verwijst ze naar Cyrus’ (P.K. 578; Ezra 1:1) als de eerste; Darius’ (T.M. 203; Ezra 6:1) als de tweede; en Artaxerxes Longimanus’ (P.K. 607,610; G.C. 326; Ezra 7:21) als de derde. {1SC9: 9.10}

————————————

GEZONDHEIDSHERVORMING

Het is een heilige plicht voor zij die koken, hoe gezond voedsel te bereiden. Vele zielen gaan verloren als gevolg van slechte kookkunst. Het vereist verstand en zorg om goed brood te maken; maar er is meer godsdienst in een schoof goed brood dan menigeen denkt.” M. H. 302. {1SC9: 9.11}

“ Voor het gebruik van brood maken is de super fijne witte bloem niet het beste. Haar gebruik is noch gezond noch economisch. Brood van fijne bloem heeft een tekort aan voedingselementen die te vinden zijn in brood gemaakt van hele tarwe. Het is een frequente oorzaak van obstipatie en andere ongezonde toestanden.” M. H. 300. {1SC9: 9.12}

“Zweiback, of dubbel gebakken brood, is een van de meest makkelijk te verteren en meest smaakvolle voeding. Laat normaal gerezen brood in sneetjes gesneden worden en gedroogd in een warme oven totdat het laatste spoor van vocht verdwijnt. Laat het dan lichtelijk bruin doorgebakken worden. Op een droge plek, kan dit brood langer dan normaal brood behouden worden, en als het verwarmd wordt voor gebruik, zal het zo vers zijn als wanneer het nieuw.” M.H. 301-2. {1SC9: 9.13}

“Het gebruik van soda en bakpoeder in het maken van brood is schadelijk en onnodig. Soda veroorzaakt ontsteking van de maag, en vergiftigd vaak het gehele systeem… Brood moet licht en zoet zijn. Niet de minste spoor van zurigheid moet getolereerd worden. De broden moeten klein zijn en zo grondig doorgebakken dat de gistkiemen zo veel  mogelijk zullen zijn  vernietigd.” M.H. 301. {1SC9: 9.14}

9

——————————–

RECEPTEN

100% VOLKOREN TARWE BROOD

Was grondig één grote aardappel en twee kleinere, en na ze in plakjes gesneden te hebben met de schil eraan, zet ze aan de kook in ongeveer een kwart water. Kook ze langzaam tot ze zacht zijn, haal ze door een zeef of vergiet, en voeg aan het water dat overblijft, genoeg koud water, totdat het een en een halve kwart water en aardappel is. {1SC9: 10.1}

Plaats dit in een grote bak, los een cake van Fleischmans gist op in een beetje water en voeg dit toe aan het mengsel. Ze dan hierop genoeg bloem om het sponsachtig te maken, en laat het op een warme plaats staan tot het zacht en licht is. {1SC9: 10.2}

Zet vervolgens 1 eetlepel zout, 2 eetlepels ruwe suiker of honig, en 2 eetlepels maïs- of noten olie, erin, meng het grondig en voeg genoeg volkoren tarwe toe om het deeg stijf genoeg te maken om te kneden, maar niet te stijf. Keer het op een met bloem bedekte plank en kneed het, door het steeds om en om te vouwen en het samen te drukken, totdat het elastisch aanvoelt. {1SC9: 10.3}

Nadat het door en door is gekneed, zet het aan een kant op een warme plek om te rijzen, en wanneer het licht is, vorm het in broden of bollen, en laat het weer rijzen, niet toelatend dat het te licht wordt. Plaat het dan in een hete oven, en de eerste tien minuten bakken zal het doorrijzen afronden. Na de eerste tien minuten in de oven, zet het vuur lager om af te bakken. {1SC9: 10.4}

Dit is een heel voedzaam brood, en als het op de juiste wijze gemaakt is, is het heerlijk. Hoewel niet zo licht als witbrood, zult u snel leren ervan te houden. Het is ene fijne Zweiback,–iets voor de tanden om op te oefenen. {1SC9: 10.5}

100% VOLKOREN TARWE STOKKEN

(ongegist)

Voeg aan zes koppen volkoren tarwe, ½ kop maïs, olijf of noten olie toe. Voeg hieraan genoeg water om een stijf deeg te maken. Keer het deeg uit op een met bloem bedekte plank, en kneed het door het om en om te vouwen, 7 tot 10 minuten of langer tot dat het licht en soepel is. Rol het een 1.27 centimeter (halve inch) dik uit, en snij het in repen. Rol dan deze tot potloodachtige proporties en bak ze in een medio warme oven, totdat ze goed gaar zijn en prachtig bruin. {1SC9: 10.6}

Dit maakt een goede voeding, waarmee bakkers brood vervangen kan worden, en waarlijk geclassificeerd kan worden als de “Staf van  het leven.” {1SC9: 10.7}

ERRATA (DRUKFOUT)

Symbolische Code, Deel 1, nr. 8,  15 febr. 1935, blz. 7, par 7, regel 2, moet de datum 18 jan., 18 maart zijn. {1SC9: 10.8}

Symbolische Code, Deel 1, nr. 8, 15 febr. 1935, blz. 11, “Recept: bijna botermelk, regel 5, moet de regel lezen: “meng en wrijf tot een cream een eetlepel pindakaas of amandel vlokken uitermate fijn met een eetlepel sinasappel- of rabarbersap.” {1SC9: 10.9}

Zr. McCune van Greeley, Colo. adviseerde ons dat wij in het overnemen van haar getuigenis, zoals gevonden op blz. 6 van de Feb. Code, een gedachte hebben toegevoegd, welke niet haar intentie was, dat het dat bevatte. Dus in rectificatie daarvan, herdrukken we haar getuigenis letterlijk, van het origineel, hetgeen als volgt is: {1SC9: 10.10}

“De tegenwoordige waarheid van de derde engel boodschap, waaraan de boodschap van de engel van Openb. 18:1 groot licht geeft, heeft mijn ziel vervult, en de kracht van de Heilige Geest heeft mij overtuigd dat een grote hervorming nodig is en nu gaande is, beginnend in mijn eigen leven. {1SC9: 10.11}

Moge God ieder van ons die eerlijk van hart is leiden om ijverig Zijn Woord te bestuderen, zodat we “de waarheid zoals het in Jezus is,”mogen hebben, en voorbereid zijn om het zegel van God te ontvangen. {1SC9: 10.12}

                                      (Getekend) Mary M. Mc.Cune

                                                  Greeley, Colo.

10

EEN DEEL DAT ALLEN MOGEN HEBBEN

Bij de conferentie bijeenkomst in Los Angeles aan het begin van dit jaar, is het unaniem aangenomen dat gelovigen in tegenwoordige waarheid, iedere vrijdag middag om 5 uur Pacific Standard time, God zouden zoeken in het belang van de boodschap, gelovend dat zo een gecoördineerde stem in alle waarheid, “het effectieve vurige gebed van een rechtvaardig man (welke) veel vermag,” op het hemels altaar zal leggen. {1SC9: 11.1}

We vragen ernstig dat allen op het aangegeven uur zich aansluiten, in deze machtige gebedsband, die de wereld zal schudden. “Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest, zegt de Heer der heerscharen,” zal ons werk gedaan worden. {1SC9: 11.2}

Om u te assisteren, om het uzelf tot een gewoonte te maken om deze afspraak te houden, stellen we voor dat u drie tot vier vrijdagen, als u ‘s morgens opstaat, u uw alarm op 5 uur ’s middags Pacific Standard Tijd zet; 6 uur ’s avonds Mountain Standard tijd; 7 uur ’s avonds Central Standard tijd; 8 uur ’s avonds, Eastern Standard tijd, volgens uw respectievelijke zones. {1SC9: 11.3}

Laten we van nu af aan op dit tijdstip op vrijdag, ons verheugen in de zin van vereende kracht, onze stemmen verheffen in eenheid tot God in machtige voorbede in het belang van onze eigen kerk en alle betrokkenen{1SC9: 11.4}

EEN VERZOEK

Wij sluiten hier een korte lijst bij, van sommige werkers in verschillende plaatsen, en doen een algemeen verzoek, aan de lezers van “De Symbolische Code,” die Z.D.A. kennissen hebben, of familieleden in deze plaatsen, dat u de werker in contact brengt met hen door een introductiebrief. De werkers zullen heel dankbaar zijn voor zo een ontvangen hulp. {1SC9: 11.5}

H.G. Warden, 2918 Umatilla St., Denver, Colo.; Mw. Hazel Hendricks, Fort. Mackenzie, Sheridan,Wyo.; H.F. Roller, 1016—23rd St. Anacortes, Wach.; Eugene Lipsey, 4022 Newton Ave., San Diego, Calif.; John Berolinger, R. 1 Box 325, Escondido, Calif.; R.T. Nash, R 2 Box 7A, Redlands, Calif.; Miss Esther O’Malley, 1155 W. 36 St., Los Angeles, Calif.; E. T. Wilson, R 5 Hendersonsville, N. Car.; Dr. Robt. L. Stokes, Brevard, N. Car. ; Dr. John H. Young, 2130 Wallace St. , Columbia, S. Car. Wm.Edwards, Gen. Del. , Hartford City, Ind. ; Perry M. Jones, 121 E. Olive Ave., Redlands, Calif. {1SC9: 11.6}

——————————

BELANGRIJKE INSTRUCTIES

De leiders van alle gezelschappen, worden verzocht iedere maand, op de blanco achterkant van het verslag, de volledige naam en het adres van ieder lid van het gezelschap uit te schrijven. Deze procedure is essentieel om op dit  kantoor efficiënt en succesvol voort te gaan. Tevens moet iedereen die de Code wenst te ontvangen zijn naam en adres opsturen, want alleen zij wiens naam op de lijst staan zullen de Code ontvangen. {1SC9: 11.7}

Om geld wisselen, voor tienden en offer, betalen van boeken etc. op de sabbat te elimineren, een Laodiceaans gebruik welke het Woord van God veroordeelt, laat ons nauwkeurig op de eerste dag van de week (1 Cor 16: 2), zorg dragen voor al dergelijke zaken, door alle gelden in enveloppen te plaatsen. Om dit doel te bereiken adviseren we ieder gezelschap, om zichzelf te voorzien van kleine goedkope enveloppen. Gebruik geen kerk materiaal, aangezien u niet langer ervoor betaald, want het is niet juist. {1SC9: 11.8}

Laten alle tegenwoordige waarheid gelovigen zichzelf geschikt maken om in het werk van de Heer te gaan, want Hij roept nu om arbeiders in Zijn grote oogst. {1SC9: 11.9}

——————————–

Iedere Z.D.A, die verlangt dat de “Symbolische Code, gratis, regelmatig naar hem toegestuurd wordt, vul alstublieft de volgende formulier.

——————————————————–SCHEUR AF——————————————————————–{1SC9: 11.10}

Plaats alstublieft mijn naam op uw regelmatige postlijst voor u maandelijks blad: “De Symbolische Code.”

Naam—————————————————Straat Postbus nr.———————————————————-

Stad—————————————————-Staat—————————————Land————————————-{1SC9:11.11}

11

De Universele Uitgevers Associatie, Afdeling Symbolische Code.

Station K, Box 68, Los Angeles, California

 

>