fbpx

Deel 07 Symbolische Code Nrs. 01-06

Deel 7 Symbolische Code Nr. 1-6, incl.

De Symbolische Code

Deel 7 Nr. 1-6 incl.

Januari – Juni 1941

Mt. Carmel Center

Lake Waco Texas

De Aarde Verlichtend

De Heer Gaf Het Woord:

Groot Was Het Gezelschap van Diegene Die Het Publiceerden”

Geliefde Broeders en Zusters:

Uw stipt en ijverig antwoord op de ernstige oproep, die wij in een brief een tijd geleden hebben uitgezonden, om tot de hulp van de Heer tegen de machtige te komen, door namen voor de literatuur te bevestigen, was een diepe voldoening, niet alleen voor ons hier in het centrum van het werk en voor u in het veld, maar zeker ook voor de engelen boven, die aan de bron staan van het werk! Overdenk slechts, Broeders, de heerlijke gelegenheid van het hebben van een deel in het werk waar engelen deel van zijn—het ongeëvenaarde voorrecht van het helpen “de stammen van Jakob te verheffen, en zij die bewaard zijn gebleven van Israël te herstellen” door hun namen en adressen te verzamelen! {7SC1-6:2.1.1}

Om zo bevoorrecht te zijn om betrokken te zijn in zulk een verhoogde poging moet diegene die zo vereerd is, constant aanvuren, om steeds toenemende ijver voort te zetten in zijn pogingen. En dit schijnt de ervaring te zijn geweest, van de meeste Tegenwoordige Waarheid gelovigen. {7SC1-6:2.1.2}

Vanwege de hoogste waarde van het werk dat op het spel is, en de korte tijd waarin het tot stand gebracht moet worden, spreken wij u in deze tijd weer aan, om u opnieuw aan te moedigen, door te gaan, en zelf indien mogelijk uw enthousiaste ondersteuning van de Naam-inzamelingscampagne op te voeren. Houdt u vast aan de belofte van de Heer: “Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen, hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zende.” Jes. 55: 11 KJV. Laat dit uw geloof zijn, en in het Koninkrijk zal u zeker zien op de vruchten van uw arbeid, en uw verheugen met een eeuwigdurende vreugde! {7SC1-6:2.1.3}

Wij zijn blij u verslag te doen, dat door u ijverige moeite, de Distributie Afdeling, gedwongen is haar diensten te vermeerderen, en dat het nu uitgerust is om vele toegevoegde namen te behandelen. Dus wees niet tevreden, totdat u ons overspoeld heeft met de namen en adressen van Z.D.A ’s. (Houdt contact met uw potentiele klant, en als u te weten komt dat iemand verhuist van zijn opgegeven adres, of iets dat betrekking heeft op een van hen, wat van beland is voor de Distributie Afdeling, informeer ons alstublieft meteen.) {7SC1-6:2.1.4}

Laat deze vernieuwde poging een nog vurige inspanning zijn dan ooit te voren om een ieder van de oprechten in de kerk te bereiken, zodat de “dienstknechten van onze God” snel naar hun post van verplichting worden geroepen, het Koninkrijk opgericht, en het licht verspreid tot de uiterste delen van de aarde. Dan “zullen vele volkeren heengaan en zeggen: Kom, laat ons opgaan tot de berg des Heren, tot het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons leere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden, want uit Sion zal de wet uitgaan en het Woord des Heren uit Jeruzalem.” Jes. 2:3 KJV {7SC1-6:2.1.5}

Maar aangezien niemand van ons het gevoel moet hebben, dat ons werk afgerond is totdat ieder ziel deze boodschap heeft ontvangen, en de gelegenheid gehad heeft zijn standpunt ervoor in te nemen, en de grote inzameling voleindigd is, laat ons daarom met vernieuwde kracht en ijver, voorwaarts oprukken, steeds voorwaarts, niets toelaten om ons te ontmoedigen, of ons af te keren van ons doel. In het bijzonder nu, daar er nooit tevoren in de analen van de kerk zo een interne strijd als deze geweest is, van datgene wat zich snel ontwikkeld door de rijen en geleden van Laodicea—het zevende deel van de kerk, en de laatste waarin het onkruid gemengd is met het tarwe. Deze strijd, die begon in 19290-1930, en die aan geen andere gelijk is in hoofdzakelijke aspecten, is bestemd om de zonde in de kerk tot een einde te brengen. Hoe noodzakelijk dan, dat iedereen de gelegenheid heeft, tot het punt van morele zekerheid te weten, dat hij aan de juiste kant staat. {7SC1-6:2.2.1}

Nu, zoals in de dagen van Christus, de leiderschap aan alle kanten, geloven dat zij het, handvest van geopenbaarde Waarheid, draagt erop gericht is, het Stuurwiel van het Oude Schip Sion te bevelen, om het veilig naar de haven van eeuwige vrede te voeren. Zijn de ouderen die het bevel van het schip hadden, vastbesloten dat de jongeren, noch de handen aan het wiel plaatsen, noch gehoord worden door de passagiers in het buitenland, hoewel “de feiten betreffende de ware toestand van het belijdende volk van God, luider spreekt dan wat zij belijden, en het duidelijk maken dat een macht de kabel die hen verankerde aan de Eeuwige Rots doorgesneden heeft, en zij wegdrijven naar de zee, zonder kaart of kompas.”—Christ Our Righteousness, pp. 50, 51. {7SC1-6:2.2.2}

Dat deze strijd snel in hevigheid toeneemt, als resultaat van de meest recente Naam inzamelingscampagne, wordt getuigt door opzwellende koor van stemmen van beide kanten. En nu dat allen voor zichzelf mogen weten aan welke kant, zij moeten “zingen voor de majesteit des Heren,” (Jes. 24: 14). Plaatsen wij beiden hier voor u, te beginnen met een paar van de {7SC1-6:2.2.3}

TEGENWERKENDE STEMMEN.

LITERATUUR VERSMAAD EN VERNIETIGD

De literatuur die u gezonden heeft naar dit adres vind haar weg naar de vuurhaard. Ik verkies ervoor om niet langer erdoor geërgerd te worden. Er is geen licht in uw publicaties voor deze familie. Wij weigeren, u te laten denken voor ons, of ons te leiden. Ik heb geen vertrouwen in uw beweging. {7SC1-6: 3.1.1}

C.B.

Beëindig alstublieft het sturen van welk dan ook van uw traktaten of brieven naar ons huis, daar wij niet geïnteresseerd zijn, en al deze in het vuur gezet worden. Wij zijn helemaal tevreden met de “Waarheid,” zoals die onderwezen wordt door de Zevende Dag Adventisten kerkgenootschap en willen geen  van de leerstellingen van de Herdersstaf. {7SC1-6: 3.1.2}

J.D.

Aangezien wij weten dat jullie de mensen dan de Herdersstaf zijn, bedanken wij u dat u onze namen van uw lijst laat. Alles wat u ons stuurt gaat rechtstreeks in het vuur—dus wees dienovereenkomstig in uw besluitvorming. Iedereen in—— weet wie u bent—gebruikt de goede Zevende Dags Adventisten naam om te misleiden en te frauderen. Waarom worden jullie verslaafden niet wakker en nuchter. Alle anderen hier die u tracht te misleiden, zegt, u heeft goed papier, — voor een goeie warme vuuraanmaak. Laat ons niet meer van u horen! {7SC1-6: 3.1.3}

L.S

Ik wenst dat u alstublieft deze rommel voor uzelf houdt. Ik wil het niet. Ik gebruik het als papier om een vuur te maken en ik heb het niet nodig want ik heb genoeg papier om vuur te maken. {7SC1-6: 3.1.4}

Ik weet niet wie mijn adres heeft ingestuurd, maar u hen vertellen, dat zij zeker een fout hebben gemaakt. {7SC1-6: 3.1.5}

V.W.

WEIGEREN ZELF OM TE ONDERZOEKEN

In antwoord op het boekje dat u mij toestuurde, en op alle andere literatuur dat u mij toegezonden heeft, zij gaan niet verder dan de vuurhaard en zijn niet gewenst  en niet gewaardeerd, dus stuur alstublieft niet meer naar mij toe. Als ik nog meer van uw literatuur ontvang, zal ik het Hoofdpost kantoor in Washington DC informeren. Dit is de eerste en de laatste waarschuwing. {7SC1-6: 3.1.6}

A.G.

Ik spreek u alleen maar aan dat de dodelijke literatuur die u mijn echtgenote toezend, niets baat, want het gaat in het vuur zodra het aankomt. U kunt de persoon die u het adres van mijn echtgenote heeft gegeven dit feit aangeven. Als u zo een belangrijke boodschap heeft, hoort u het aan de mensen in Babylon te geven, want het evangelie is voor de mensen die in Babylon zijn, want de Z.D.A. is geen Babylon. {7SC1-6: 3.1.7}

A.E.

U mag verzekert zijn dat ik al uw traktaten heb ontvangen en allemaal gaan meteen zonder geopend te worden in het vuur. Ik vraag u dit als gunst, stuur ze niet meer. Ik zal ze niet lezen. Ik ben een trouw lid van de Zevende Dag Adventisten kerk, en ben van plan dat te blijven. Ik ben niet van plan afvallig te worden. {7SC1-6: 3.1.8}

M.K.

Ik heb geen aandacht besteed aan geen van uw traktaten en ben verder ook niet geïnteresseerd. Ik ben in volledige overeenstemming met het kerkgenootschap en ben niet geïnteresseerd in meer van uw literatuur. Stuur alstublieft geen literatuur meer. {7SC1-6: 3.2.1}

B.H.

Wilt u alstublieft goed genoeg zijn om ons niet meer van uw literatuur toe te zenden, daar wij niet daarin geïnteresseerd zijn. Het zou beter zijn, het te geven aan iemand die het zou lezen. {7SC1-6: 3.2.2}

Persoonlijk willen wij niets te maken hebben met de Herder’s Staf, of iets dat daarmee verband houdt. {7SC1-6: 3.2.3}

Als u voortgaat ons met uw literatuur lastig te vallen, zullen wij gedwongen zijn naar het Hoofd Post kantoor te schrijven. {7SC1-6: 3.2.4}

H.D.S.

Ik heb u enkele weken geleden geschreven over het mij toesturen van uw literatuur en heb u verteld dat ik er niets meer van wil hebben. Dat is nu precies wat ik bedoel. Ik ben niet van plan mijn mening daarover te veranderen. Waar u nu de autoriteit vandaan haalt om de Titel van deze brieven en boeken als Uitgevers van Tegenwoordige Waarheid Series in het belang van De Zevende Dags Adventisten Kerkgenootschap te gebruiken gaat aan mij voorbij. Er is geen verband tussen die twee. Ik vertelde u al eerder, ik verbrand ze zo snel mogelijk als ze binnenkomen, zonder ze te lezen, dus geef alstublieft gehoor aan mijn wensen. {7SC1-6: 3.2.5}

W.

BEVREESD DAT ANDEREN VOOR ZICHZELF ZULLEN ZIEN

Wilt u alstublieft mijn naam van uw verzendlijst schrappen. Ik wens niet alleen uw literatuur niet te lezen, maar ik vernietig alles wat u mij toestuurt, zodat niemand anders het zal lezen. {7SC1-6: 3.2.6}

R.L.O.

VERTROUWT OP MANNEN VAN DE CONFERENTIE: WIL NIET LEZEN

Aangezien mijn echtgenoot te druk is om zich met zulk kwaad als dit te bemoeien, schrijf ik voor hem. Alles wat betreft lees materiaal wat u ons zal sturen, gaat de vuurhaard in zonder geopend te worden…. Wij stellen ons vertrouwen volledig op onze mannen van de conferentie, omdat wij weten dat zij door God geleid worden. {7SC1-6: 3.2.7}

(De volgende opmerking was op een enveloppe geschreven:) {7SC1-6: 3.2.8}

Ik heb het alleen geopend om het adres eruit te halen om het terug te sturen, en nu ik heb ik het, dus als u nog meer wil sturen zal het terug naar u keren, zonder geopend te worden. Uw boekjes gingen de vuurhaard in zonder geopend te worden. En dit gaat terug zonder gelezen te zijn, dus stuur alstublieft niet meer. Ik heb geen tijd om lastig gevallen te worden. {7SC1-6: 3.2.9}

H.H.T.

“TEVREDEN” NIET MEER TE WETEN

Ik weet niet waar u mijn naam vandaan heeft om uw leugens toe te sturen. En mag ik deze gelegenheid nemen te zeggen dat u uw post mag besparen, of misschien moet ik het ontvangen en vernietigen om iemand anders de tijd en moeite te besparen. {7SC1-6: 4.1.1}

Ik ben volkomen tevreden met de originele en laatste organisatie van de Z.D.A. kerk. Ik ben niet van plan te veranderen. {7SC1-6: 4.1.2}

(Niet ondertekend)

Los Angeles California

Ik ontvang al enige tijd literatuur. Ik heb sommige gelezen en vind dat het verschilt van mijn geloof. Ik voel dat ik de waarheid heb en ben tevreden met niets anders, dus verspil alstublieft geen literatuur meer aan mij. {7SC1-6: 4.1.3}

M.S.

Stuur ons alstublieft uw geen literatuur meer. Wij hebben de Bijbel en al de getuigenissen en hebben de zegeningen die hij meer dan vijftig jaren geleden heeft beloofd begrepen. {7SC1-6: 4.1.4}

A.O en R.N.

VERTOONT VOLLEDIG GEBREK AAN KENNIS

Hou uw verslaving thuis. De Bijbel is goed genoeg voor ons. Uw traktaten lopen ver achter in de tijd waar wij nu in leven. {7SC1-6: 4.1.5}

O.S.

BEZORGT OM DOOP IN PLAATS VAN WAARHEID

Wanneer er zo veel met waarheid gevulde literatuur gedrukt is door onze georganiseerde Z.D.A. kerkgenootschap, zou het inderdaad dwaas zijn om de beweringen die oor u gedrukt zijn te accepteren. Mag ik vragen in welke kerk u uw leden doopt? Hoeveel heeft u gedoopt  in 1940? Er is slechts een Z.D.A kerk en dat met het hoofdkwartier in Washington. D.C en niet in Waco, Texas. Ik studeer voor predikant en zal mijn uiterste best doen om uw onderhandse methoden te ontmaskeren. Wees zo vriendelijk uw literatuur te besparen voor iemand die gereed is afvallig te zijn. {7SC1-6: 4.1.6}

NIET VOORBEREID VOOR PROGRESSIEF LICHT

Aangezien de Bijbel ons verteld dat wij alle mensen moeten liefhebben, spreek ik u aan als “Vriend.” Uw recente brief, waarvan u tekort schoot de datum te vermelden, herinnert mij aan een verhaal over een winkel waar zij rotan meubels vervaardigden. Boven de deur was een geschrift: “Expert Verdraaien en Zwenken Hier Gedaan.” U schijnt een expert te zijn in het verdraaien van de Schriftgedeelten en Getuigenissen uit hun originele staat  om het met uw vooropgezette denkbeelden in overeenstemming te brengen. {7SC1-6: 4.1.7}

Als u werkelijk zo een belangrijke boodschap hebt al u beweert te hebben, waarom komt u niet op naar een meer strenger klimaat zo als de onze, en zet uw leven in het gebaar in het geven ervan? U schijnt de voorkeur eraan te geven om u in het meest ideale klimaat te lokaliseren, waar u in gemak kan zitten om uw breinkinderen uit te broeden. {7SC1-6: 4.1.8}

Wij hebben ongetwijfeld hervorming in onze levens nodig. Ik vind het echter al vrij moeilijk te leven naar het licht dat ik reeds heb. Wanneer ik in staat ben te leven naar het licht dat ik reeds heb, zal ik blij zijn dit “progressief licht,” van een overweging te geven. Tot die tijd, mag u de portkosten, die vereist zijn om uw verlicht materiaal aan deze Unie te zenden, besparen, en het bespaarde geld te gebruiken om meer olie voor uw lamp te kopen. Overigens het boekje dat u van plan was naar mij te posten over “extra olie,” hoeft helemaal niet gepost te worden. Laat mij er ook op wijzen dat de naam van onze unie is de “Caraïbische Unie,” niet de “Cribbische Unie,” zoals u het op de enveloppe had. Het is mijn observatie, dat een aantal van uw  zogenaamde “hervormers,” er goed aan zouden doen om een paar lessen in spellingswijze te nemen. {7SC1-6: 4.2.1}

C.A.E.

HARDVOCHTIGE GEDACHTEN

Uw erg onlogisch assortiment van citaten is deze morgen met de post aangekomen. {7SC1-6: 4.2.2}

Zou ik in woorden moeten uitdrukken wat ik van mensen denkt die zichzelf als Adventisten voorstellen, de naam van Zevende dag Adventisten op misleidend wijze verkrijgen, dan hen door elkaar halen door een verzameling beweringen die uit hun originele context zijn gehaald, om te laten lijken dat zij iets compleet anders betekenen van wat de schrijver van die beweringen bedoelde—Ik zeg als ik moest uitdrukken wat ik dacht van zulke [mensen] zou het heel hardvochtig zijn. {7SC1-6: 4.2.3}

Ik sta niet alleen in mijn gevoelens, want andere mensen die dezelfde soort valse informatie hebben ontvangen, sturen het of terug, of weigeren het of gooien het in de prullenbak. Zou u zo brutaal zijn om meer te sturen, dan zal het laatste het lot zijn van zulke nonsens achtige mengelmoes van woorden en zinnen. {7SC1-6: 4.2.4}

Verspil alstublieft niet meer van uw dwaasheid aan mij, neem noch minder mijn tijd om het ongeopend in de prullenmand weg te gooien. {7SC1-6: 4.2.5}

M.V.B.

BESTEMPELD GELOVIGEN “VOORAANSTAANDE LEUGENAARS”

Door de hele Atlantische Conferentie Unie, is er bekend gemaakt van de onderhandse  methoden van afvalligen die namen proberen te verkrijgen. Vooraanstaande leugenaars. Satan gebruikt middelen in zijn werk die God niet kan goedkeuren. Ik instrueer alle leden van mijn plaatselijke kerk met betrekking tot De Herder’s Staf. {7SC1-6: 4.2.6}

C.B.C.

MINACHTENDE WOORDEN DRUKKEN GEVOELENS UIT

Uw brief ontvangen en ik stuur het terug naar u. Ik ben vijftien jaren in de Derde Engelen Boodschap en een Zevende Dag Adventist, hetgeen ik nog steeds ben, en ik ben een met een geheel hart, niet slechts gedeeltelijk, als u begrijpt wat ik bedoel. Ik ben net van plan met iets te ploeteren, waarvan ik weet dat het als een varken is—wentelen zich in hun eigen vuil en eten het op. {7SC1-6: 4.2.7}

Stuurt u mij alstublieft niet meer literatuur, aangezien ik denk dat het u geld kost, en u het later nodig zal hebben. Houd u alstublieft uw brieven en bladen uit onze kerk. Wij hebben genoeg bladen. {7SC1-6: 5.1.1}

L.C.

Waarom werken jullie mensen zo achterbaks? Wij weten dat geen ware Zevende Dag Adventist, die van goede stand zo iets zou uithalen… {7SC1-6: 5.1.2}

Ik vertelde de andere man die mij een rondschrijven van Waco toezond, dat het als een bunzing, maar ik geloof dat een slang een nog geschiktere naam zou zijn. Waarom citeert u uit de Geest der Profetie? Het was aan de Zevende Dag Adventisten Kerk gegeven—niet aan welke Herder’s Staf of welke andere  zijtak dan ook, dus is uw gebruik van de geschriften diefstal. Jullie zijn allemaal hetzelfde, achterbaks, stelend… Lees de geschiedenis van deze zijtakken. Zij stierven allemaal uit en zo zal de Herder’s Staf ding ook. {7SC1-6: 5.1.3}

“VASTBESLOTEN”, WEIGERT TE ONTWIKKELEN

Verwijder alstublieft mijn naam van uw verzendlijst. Ik ben een vastbesloten Zevende Dag Adventist en ben niet geïnteresseerd in uw “bij zaken” of “zijtakken” organisatie of wat dan ook. U tracht slechts de meest schitterende organisatie in de wereld te ontwrichten en ik kan niet begrijpen waarom mannen en vrouwen zo zwak zijn om de kerk te verlaten en de Herder’s staf uitrusting te volgen. {7SC1-6: 5.1.4}

Zet dit in uw blad zodat de mensen kunnen zien wat ik erover te zeggen heb, want ik heb gemerkt dat u ervan houdt om getuigenissen te drukken in uw klein krantje. {7SC1-6: 5.1.3}

J.S.

GROEPEERT ROEDE MET AFVAL

Aan De Herder’s Staf laadstok. Ik heb lang geleden uw blad gelezen, en in het licht van redelijkheid en goed verstand, zal ik u ronduit zeggen wat ik vond. Ik vond de meest God verachtende, Hemel vervuilende ketterij dat ik ooit gelezen heb. Ik schreef u en die oude J. R. eveneens. Jullie zijn een geweldig team. Slechts dit, van de twee is staat hij aan top, want hij valt de Grote Tweede Advent Beweging niet aan. Ik retourneer een wijnvat. De rest gaat het afval en as in waar u tezamen met al uw broederen op een vroege datum zal eindigen. {7SC1-6: 5.1.6}

Ik wil u om een gunst vragen. Houdt alstublieft uw in het wol geverfde ketterij voor uzelf. Het zal tot stof verbranden met haar sponsor. De kaken van de Hel gapen. Geen Vriend {7SC1-6: 5.1.7}

J.S.

ZOU GEBEDEN TEGEMOET KOMEN MET “WAARDEBONNEN”

U kunt verzekerd zijn dat niemand buiten uw directe kleine mijnbouw kamp gelovigen dit geloofd. [De schrijver verwijst naar het brievenhoofd opschrift: “Uitgevers van Tegenwoordige Waarheid Series in het belang van De Zevende Dag Adventisten Kerkgenootschap”] Ik weet dat u zegt dat u “omwille van Christus,” gestraft wordt, maar alleen maar omdat u het over uzelf haalt. U heeft geen gronden voor uw ongeloof. {7SC1-6: 5.1.8}

Het heeft geen zin deze literatuur te zenden. Ik geloof niet dat het veel maanden zal duren, totdat uw leider u zal verlaten met alles wat u bezit. I begrijp dat hij u betaald met waardebonnen om uw boodschappen te betalen, etc. U kunt dit aan hem tonen. In feite zou ik hem graat ontmoeten! {7SC1-6: 5.2.1}

Uw leider heeft slechts een leven. {7SC1-6: 5.2.2}

NIET GEINTERESSEERD IN “IDIOTE” UITGAVES

Ik heb uw circulerende brief die de datum van 12 mei draagt en heb de inhoud. Ik kan u niet vertellen welke literatuur ik heb ontvangen, maar u mag mij evengoed van uw verzendingslijst afhalen want ik ben niet geïnteresseerd. {7SC1-6: 5.2.3}

O.R.S.

Stop alstublieft met het toesturen van uw idiote uitgaves. {7SC1-6: 5.2.4}

J. A.

Ik schrijf deze weinige regels om u te informeren, dat ik niets meer van de Herder’s Staf traktaten enz. wil, die naar mijn adres toegestuurd worden. Ik vernietig alles wat komt. {7SC1-6: 5.2.5}

Ik heb ongetwijfeld al de traktaten ontvangen die u mij toegezonden heeft, maar ik ben niet geïnteresseerd. Ze zijn allemaal in de prullenbak gegaan. U hoeft geen moeite te doen om meer te sturen. Het zal alleen verspilde moeite van uw kant zijn. {7SC1-6: 5.2.6}

E.H.

Uw literatuur en uw brief worden steeds in mijn brievenbus achtergelaten, hoewel ik u geschreven heb en gevraagd heb om te stoppen ze naar mijn adres te sturen. Als er nog meer komt zal ik deze zaak aan de Postautoriteiten doorgeven. Ik heb geen behoefte aan dat iets wat van uw uitgevershuis komt in mijn bus geplaatst wordt. Ik vertrouw erop dat ik dit niet hoef op te nemen met de autoriteiten. {7SC1-6: 5.2.7}

B.C.

PLAATST VERTROUWEN IN LEIDERS

Ik ben een alleenstaande gelovige in tegenwoordige waarheid. Ik heb niet de gelegenheid gehad om deze zaak te bespreken met onze werkers, maar ik ben overtuigd dat uw werk het plan van Satan is, om gelovigen weg te trekken van het georganiseerde werk. Ik stel groot vertrouwen in de leiderschap van de Z.D.A. kerk, en het is door dit orgaan dat het werk tot stand gebracht zal worden. {7SC1-6: 5.2.8}

F.C.

Ik ben niet geïnteresseerd in de literatuur die u mij wenst toe te sturen. Ik herken het als te zijn De Herder’s Staf, leerstellingen en weet alles wat ik wenst te weten ervan. {7SC1-6: 5.2.9}

Mijn vertrouwen in zowel de predikanten en de Z.D.A onderwijzing, blijft onveranderd, en ik ben niet geïnteresseerd in literatuur, dat het doel heeft datgene wat alles voor mij betekend, af te breken. {7SC1-6: 6.1.1}

A.W.

ZAL DE LIJN DOORSNIJDEN ZODAT HIJ DE STAF NIET HOEFT TE SLIKKEN

Zo, Mijnheer, weet u wat ik heb gedaan? Wel Ik begon met mensen te zoeken die Jezus accepteren, en ik denk dat wanneer een persoon dat volledig doet, dat zij geen last zullen hebben over de lokaas waar u van spreekt, tenminste ik niet. Want als een person het lokaas slikt, de haak en de lijn, zal hij of de lijn moeten doorsnijden of de Staf, slikken. Daarom ben ik bang voor lokazen. {7SC1-6: 6.1.2}

Ik begrijp dat er ongeveer honderd van uw lokazen hier zijn in Loma Linda. Ik ben slechts vier maanden hier. U moet een hele goede uitrusting hier hebben. {7SC1-6: 6.1.3}

Bespaar uw geld; u zult het later nodig hebben om brood te kopen. Stuur mij geen lokaas meer toe. {7SC1-6: 6.1.4}

G.C.

NEEMT DE STAF “ONDER VUUR”

Ik veronderstel dat ik een paar minuten van waardevolle tijd, een volkomen goed vel papier en een enveloppe en een zegel van drie centen verspil door u te schrijven, maar ik kan verkeerd zijn. Schrijf mij alstublieft niet van uw schitterende nieuwe boodschap, wanneer u zich toelegt op de verdraaide bedriegerij, die u en uw mensen bedrijven in uw werk van afbreken van het werk van de Drie Engelen Boodschap. U verspilt de kleine talent die u heeft aan een verloren zaak. Maar dat zal u rekening zijn om te betalen. {7SC1-6: 6.1.4}

Als ik schreef naar een man die de eerste principes van waardigheid begreep, zou ik blijmoedig mijn naam schrijven bij dit schot naar u, maar gezien de omstandigheden, zal ik dat niet doen. Maak er maar het beste van. {7SC1-6: 6.1.6}

Een Gelovige

LICHT LIJKT OP DUISTERNIS

Ik ontvang uw verfoeilijke literatuur nu al een tijd. Wie dan ook mijn naam ingezonden heeft, had totaal niet het recht dat te doen. Heeft het zonder mijn kennis en toestemming gedaan. Ik wil dat u mijn naam van mijn lijst afhaalt. Geen zin om met u in discussie te gaan, want u weet wel degelijk dat uw sekte profetie vervult, wanneer u voortgaat met de broeders en zusters aan te berispen en Zusters Whites’ Getuigenissen verkeerd toepast. U bent een van de “zijtakken,” en zal vroeg of later in vergetelheid gaan zoals andere “zijtakken,” dat gedaan hebben. Mijn gebed is dat u tot uw zinnen komt, voordat het te laat is. Ik heb uw literatuur tot in zekere mate gelezen en ik zie totaal geen licht in hen, dus stop alstublieft met het sturen van uw literatuur naar mij of naar wie dan ook. U neemt zeker een verschrikkelijke verantwoordelijkheid op uw door te trachten weg te leiden van het ware Z.D.A. geloof. Het laatste boekje dat ik ontving: Luister Naar Beide kanten van de Strijd, is de meest levenloze belediging die ik ooit gelezen heb en het te bedenken is de meest hoogstaande bondgenootschap op aarde. Denk ernstig na over de schade die u sommigen heeft aangedaan, maar wat mij betreft, u heeft mijn geloof in de Generale Conferentie en in deze gezegende waarheid alleen maar versterkt. {7SC1-6: 6.1.7}

U mag deze brief publiceren als een van uw getuigenissen die u ontvangen heeft. {7SC1-6: 6.2.1}

J.McA.

WENST EEN LANG LEVEN TOE EN KRACHT AAN  “GEK”

Verschillende van uw “goede,” (?) zusters, zijn geïnstrueerd, hoe geniepige methoden te gebruiken om adressen van trouwe Z.D.A mensen in ons veld te krijgen en spoedig zal een vloed van uw afval en brieven van zekere “eens gewezen,” ouderling beginnen te aan te komen. Wel, alle mensen kunnen soms voor de gek gehouden worden, en sommige mensen kunnen altijd voor de gek gehouden worden, maar u kunt niet alle mensen altijd voor de gek houden. Dat is in ieder geval wat Lincoln zei. Ons werd vertelt, dat de Drie Engelen Boodschap het brood des levens voor een uitgehongerde wereld bevat. Kunt u alstublieft zeggen waar u dit brood breekt? Het wordt gebroken aan uw eigen tafel, en dat is zover als het gaat, tenminste voor zover ik weet. Over verschopte leiders gesproken. U zou uw hoofden in schande moeten hangen. {7SC1-6: 6.2.2}

Ergens in uw organisatie is er een gek aanwezig. Moge hij lang leven bij u en veel kracht hebben, want hij is zeker veel van de kunstgrepen van duivel aan het ontwrichten. {7SC1-6: 6.2.3}

BUITEN ZICHZELF VAN MINACHTING

Ja, ik heb ze allemaal ontvangen, en heb u erover geschreven, en u weigert uw brieven te ondertekenen, en uw valstrik om Z.D.A’s in een doolhof te doen terechtkomen. U noemt mij in dit hoofdstuk, “Geliefde Gelovige.” Denk geen moment daaraan. Ik denk dat uw spul afval is en onzin. {7SC1-6: 6.2.4}

U zegt: “Alles waar wij geïnteresseerd zijn is de liefde van de waarheid vernieuwen in de harten van Gods volk.” Nee. Dit is niet waar. En u zult in het stof bijten, zoals allen die u zijn voorgegaan. {7SC1-6: 6.2.5}

U tracht een heleboel zeurkousen als uzelf te verkrijgen. Er is volstrekt geen Christelijkheid in uw werk. {7SC1-6: 6.2.6}

Hoe Universeel is uw Uitgevers Ass.? {7SC1-6: 6.2.7}

Ik misgun u de zegel van deze post. Stuur mij een terug. {7SC1-6: 6.2.8}

Ouderling A.B.

Hoewel wij het diep betreuren, dat onze Laodiceaanse broeders boos op ons zijn, zijn wij desalniettemin zeer bemoedigd, in plaats van ontmoedigd, door zulke vijandige tegenstand zoals in de voorgaande kritieken is geuit. Want ware onze pogingen nutteloos, dan zouden onze tegenstanders niet opgewekt zijn tot zo een bitterheid, door zo ver te gaan als ons te verscheuren of de literatuur te verbranden en dan de postzendingen te retourneren, met sarcastische opmerkingen. En ware onze boodschap vals en weerlegbaar, dan zouden zij niet zo bezig zijn en zo zorgvuldig zijn iedereen die onze literatuur leest, te verbieden met de straf van uitschrijven als lidmaten voor ongehoorzaamheid. In tegendeel zouden zij bij de leken erop aandringen het te lezen en voor zichzelf de valsheid van de Staf, in te zien, als dat het geval was. {7SC1-6: 7.1.1}

De geschiedenis toont aan dat diegene die aan de verkeerde kant staan vreesachtig zijn en zelf minachtend zijn tegenover welke literatuur dan ook, dat beweert meer licht te dragen dan wat zij reeds hebben. Alleen zij die verkeerd zijn en geen antwoord kunnen geven op voortschrijdende Waarheid, worden boos op haar verdedigers, weigeren ernaar te kijken, en worden bovenmate bezorgd om het te vernietigen, omdat zij het niet wensen te aanvaarden, of wie dan ook toestaan ermee in contact te komen. Terwijl aan de andere kant, diegene die aan de rechte kant zijn nooit verontrust zijn om met wat dan ook in contact te komen, zelf als het dwaling is. En of zij nou de leerstellingen daarvan aanvaarden of niet, is hun geweten vrij, niet angstig, om literatuur aan anderen door te geven om voor zichzelf te lezen, als zij dat wensen, net zoals trouwe Zevende Dag Sabbat gelovigen, zelf, nooit angstig zijn om in contact te komen, of om anderen in contact te laten komen met de leerstelling van de Zondag. Alleen diegene die het aan het rechte eind hebben zijn blij en “altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die [hen] rekenschap afeist van de hoop, die in [hen] is, met zachtmoedigheid en vreze. 1 Petr. 3:15.” {7SC1-6: 7.1.2}

In opmerkelijke tegenstelling tot de woedende opschudding die weerklinkt van het koor van stemmen die wij net gehoord hebben, luistert nu naar de zachtaardige harmonie, die met Christelijke nadrukkelijkheid, opstijgt van een paar uit velen. {7SC1-6: 7.2.1}

WELGEZINDE STEMMEN.

VOOR LICHT GEBEDEN, HET KWAM

Ik ben heel blij om te getuigen van de Tegenwoordige Waarheid en de schitterende beloften van God. Deze afgelopen zomer bad ik voor een hechtere wandel met de Heer en voor meer licht. Een paar maanden later ontving ik deze waardevolle Waarheid. Het heeft toenemende beproevingen en verzoekingen gebracht, en heeft ons gescheiden van vrienden, maar God heeft genade toegevoegd om te doorstaan. {7SC1-6: 7.1.3}

Het lezen van Traktaat nr. 7, bracht de overtuiging tot mij, dat de boodschap waarheid is en geen dwaling. Mijn echtgenoot zijn eerdere interesse in de symboliek van het Oude Testament versterkte zijn aandacht voor de boodschap, aangezien hij het hun geheimenissen zag ontvouwen. {7SC1-6: 7.1.4}

A.R.

VIND BOODSCHAP RIJK

Een zekere gelovige bleef maar achter mij aanzitten en liet mij niet met rust. Ik dacht dat hij gek was, maar besloot uiteindelijk naar zijn leerstelling te luisteren. Nu ben ik bijna even gek als hij is over de Waarheid. De boodschap is rijk, en God is goed voor mij om mij de belofte te geven van nooit door te gaan. Deze zekere gelovige en ik waren samen in de Z.D.A. kerk gedoopt, en nu hopen wij samen in het koninkrijk te zijn. {7SC1-6: 7.1.5}

J.C.

BEROUW VAN HET VERNIETIGEN VAN ROD UITGAVE

De kleine boekjes kwamen regelmatig aan en ik heb ze gelezen wanneer ze kwamen. {7SC1-6: 7.1.5}

Ik heb er nu berouw van dat ik mijn uitgave van de Rod heb vernietigd. Ik zal beide delen kopen wanneer ik kan. Te zeggen dat ik de boekjes waardeer zou het mild uitdrukken. {7SC1-6: 7.1.7}

M.D.

LEEST EN GELOOFD IEDER WOORD

Ik ben geïnteresseerd in de Advent beweging en heb de Rod gelezen en geloof ieder woord ervan. Kan iemand nu zeggen dat het een leugen is, wanneer het uit de Bijbel gehaald is? Ik kan dat niet. {7SC1-6: 7.2.2}

Zou u alstublieft de Code iedere maand naar mij kunnen sturen, en mijn naam op uw verzendlijst plaatsen? Ik zal ernaar uitkijken. Beantwoord mijn vragen alstublieft. {7SC1-6: 7.2.3}

W.C.

AANGESPOORD TOT ONDERZOEK DOOR HOUDING VAN Z.D.A.’S

De Geest van de Z.D.A’s  in mijn huis, toen sommige Herder’s Staf, gelovigen in huis kwamen, overtuigde mij dat iets ingrijpend verkeerd was. Zij weigerden de Herder’s Staf broeders te ontmoeten. Ik was toen aangespoord om beide kanten te horen, en als gevolg daarvan vond ik dat de Staf, de pure Bijbel waarheid had die niet tegengesproken kon worden. {7SC1-6: 7.2.4}

P.S.

KOESTERT DE WAARHEID

Wij hebben uw goede literatuur in het verleden ontvangen, en houden van ieder woord ervan. Hoewel wij van de dingen die het bevat houden en waarderen, vragen wij om uw ernstige gebeden in het belang van staan voor de werkelijke waarheid. Wij zijn blij om de persoonlijke getuigenissen te vinden van sommige van onze vrienden in uw blad, en zo gauw wij in staat zijn, willen wij u twee delen van waardevolle waarheid aanschaffen. Wij hebben de kleine boeken en koesteren hen allemaal. {7SC1-6: 7.2.5}

R.F.

VREESTE EENS, MAAR HOUDT NU VAN DE BOODSCHAP EN MENSEN

Ik schrijf dit om u te vertellen dat ik iedere dag meer en meer van “De Herder’s Staf hou. Ik lees mijn Codes steeds weer opnieuw. Sommige heb ik al enkele keren gelezen, en toch zijn ze steeds weer nieuw. Ik lees ze niet alleen, maar probeer te gehoorzamen wat ze zeggen. {7SC1-6: 8.1.1}

Terwijl ik bevreesd was voor De Herder’s Staf mensen, hou ik nu van hen en dank God dat ik hen ontmoette, en door Zijn genade ben ik van plan een met hen te zijn onder de 144.000. {7SC1-6: 8.1.2}

F.M.

BESCHULDIGING LEIDDE TOT ONDERZOEK EN LIEFDE VOOR WAARHEID

Toen ik thuis kwam van Sabbat School, ontmoette ik een zuster en liep met haar naar huis, niet wetende dat ze in De Herder’s Staf geloofde. Binnen een paar dagen kwam mijn Bijbel les onderwijzer naar mijn huis, en beschuldigde mij van een Herder’s Staf gelovige te zijn. {7SC1-6: 8.1.3}

Later vroeg ik aan de Staf, zuster, wat een Herder’s Staf is. Ik begon meer vragen te stellen over wat sommige Adventisten over spraken. Ze vertelde me alles over de Staf, en ik besloot dat, dat was wat ik wilde. Ik hou ervan en ben van plan door te gaan met Gods hulp! {7SC1-6: 8.1.4}

E.R.

GEHOORZAAMD DE VERMANING VAN DE GEEST OM TE ONDERZOEKEN

Enige tijd geleden werd mijn naam naar uw Associatie gezonden voor gratis literatuur. Ik ontving een paar traktaten en toen kwam een vragenlijst. Dit vulde ik nooit in vanwege problemen hier in de kerk over De Herder’s Staf beweging. {7SC1-6: 8.1.5}

Enige tijd geleden toen er iemand voort kwam bewerend de gave van profetie te hebben, was ik heel erg gretig om de beweringen te onderzoeken, hopend op een ware profeet. In onze plaatselijke kerk, werd een kleine groep van ons geïnteresseerd, en allen werden afgeschreven van de kerk als leden en heel schandelijk behandeld. Ik was nieuw in het geloof, en de ervaring was een verschrikkelijke schok voor mij. Het gaf mij het gevoel dat ik nooit het verlangen had iets anders te onderzoeken, maar ik had een klein gedeelte van de traktaten die mij toegezonden werden, gelezen, want ik weet dat Zuster White ons aanmoedigt om te onderzoeken. Dus ik ga zorgvuldig en onder gebed studeren. {7SC1-6: 8.1.1}

Nu heb ik de middelen om mijn eigen verzameling boeken op te vragen. Ik weet niet wat het precies kost, maar ik ben zeker dat deze check het bedrag zal dekken en het restant, als dat er is, gebruikt kan worden voor traktaten. {7SC1-6: 8.1.7}

A.B.

LEEST, GELOOFT EN GEEFT ZE DOOR

Ja ik lees uw boekjes, en ik denk dat wij dezelfde geloofslijn hebben als u dat heeft. Wij kunnen ietwat verschillen, maar ik geloof dat u op de juiste weg bent. Na het lezen van uw boeken, geven wij ze door aan anderen om te lezen. {7SC1-6: 8.1.7}

Ik ben niet in staat uw boeken te kopen, maar ik lees ze graag. Ik bestudeer de Bijbel al jaren, en met Gods hulp ben ik in staat veel ervan te begrijpen. Ik ben al veertig jaren een Sabbat gelovige. Wij geloven de Bijbel en houden van Gods Woord en leven Christelijke levens. Als u dat wenst, kunt u uw boeken sturen naar de bijgevoegde adressen. {7SC1-6: 8.2.1}

J.M.

GEEN KRITIEK TE LEVEREN

Ik zien niets verkeerd in geen van uw publicaties; zij onderwijzen de Bijbel, en dat is wat wij willen weten. Ik heb geen kritiek te leveren. {7SC1-6: 8.2.2}

N.J.

VRAAGT NAAR MEER

Ik heb een aantal van uw traktaten ontvangen maar ontbreek enkele van hen, volgens de lijst die u mij toegestuurd heeft om na te gaan. Ik ben al veertien jaar lang een Zevende Dag Adventist, en geloof in al Zuster White haar geschriften. Ik geloof dat zij de profeet van de kerk is. Ik hou ervan om al haar boeken te lezen en heb aardig veel daarvan, en ik zal ieder en al de traktaten die u mij toestuurt waarderen. {7SC1-6: 8.2.3}

Nu hoop ik vaker van u te horen. {7SC1-6: 8.2.4}

J.M.

OVERWINT DE STRIJD TEGEN VOOROORDEEL

Deze boodschap betekend veel voor mij. Ik ben zo blij met een boodschap die mijn zonden berispt en terechtwijst, en tegelijkertijd zo veel beloften van hoop inhoudt.  Om een van de 144.000 te zijn,  is zeker het streven naar waard en is welke soort vervolging dan ook waard, waaronder ik moet lijden vanaf ik deze boodschap heb aanvaard. {7SC1-6: 8.2.5}

Hoewel er tijden zijn geweest, wanneer ik vreselijke strijd had met vooroordeel, heeft het mij volledig verlaten. Ik ben bezorgd om al mijn zonden te overwinnen en verzegeld te worden. Ik wil helpen om deze verzegelende boodschap tot een afsluiting te brengen. {7SC1-6: 8.2.6}

W.P.

MANIFESTEERT GEES VAN ONDERZOEK

Ik begrijp dat u een serie traktaten en andere literatuur uitgeeft, die van speciaal belang zijn voor de Zevende Dag Adventisten in deze tijd. Ik begrijp dat het gratis is, en zou blij zijn deze selectie te ontvangen, daar ik heel graag de gelegenheid wil hebben om uw publicaties te bestuderen. {7SC1-6: 8.2.7}

M.M.

MOET VOOR ZICHZELF WETEN VOOR VEROORDELING

Veel mensen die veel langer dan ik Zevende Dag Adventist zijn geweest, en die beter de leerstellingen kunnen uiteenzetten dan ik, zeggen aan mij deze literatuur die u mij zend niet te lezen en te bestuderen. Ik hou er echter niet van om wat dan ook te veroordelen, totdat ik het voor mijzelf weet. {7SC1-6: 8.2.8}

A.F.

GEWILLIG MEER LICHT TE ACCEPTEREN

Ik mag u wel vertellen dat ik niet in staat ben geweest ze te begrijpen en dat ik ze niet allemaal volledig door heb gelezen. Ik ben volgende maand vier jaar een Adventist en vele van de dingen die u aanhaalt, zijn nooit aan mij uitgelegd. Wanneer ik mijn Bijbel lees, kom ik niet tot dezelfde conclusie over deze dingen. Daarin bedoel ik, ik neem de Bijbel zoals het leest en niet op een symbolische wijzen. Dit weerspiegel ik niet naar u toe, ik probeer u te vertellen waarom ik deze moeilijke dingen niet begrijp. {7SC1-6: 9.1.1}

Ik geloof zeker dat onze kerk, zoals het nu is, tekort schiet op vele manieren. Zoals ik reeds eerder zei, Ik ben vier jaar een Adventist geweest en vanaf toen was ik gewillig deze Waarheid te aanvaarden (onder de leiding van de Heilige Geest) en ben ik gewillig op dit moment meer licht te accepteren, als er meer licht te accepteren is. Ik geloof dat de kerkleden die jaren in deze Waarheid zijn en velen die erin zijn opgevoed, heel erg koppig zijn over deze dingen, en zich gedragen als de mensen buiten dat doen wanneer zij de Drie Engelen Boodschap horen. {7SC1-6: 9.1.2}

W.M.

ZAL BENARSTIGEN OM BEPROEFD VOOR TE STELLEN

Ik heb de brief en de folder ontvangen en heb ze allemaal gelezen. Ik zie niets anders van wat ik reeds heb bestudeerd en geloofd. Ik ben al vijftig jaren lid van de Z.D.A. kerk. {7SC1-6: 9.1.3}

Mijn nieuwsgierigheid is genoeg gewekt om te vragen: “Waar scheidt u zich van de originele kerk? U aanvaard de Getuigenissen, Sabbat, tiende, en leven in gehoorzaamheid aan Gods geboden. Dit is wat ik doe en leef dagelijks voor Hem, maar ik zou graag meer van uw onderwijzing willen horen. Ik zal alles lezen dat u aan te bieden heeft. Ik heb zelf licht ontvangen door te studeren en de Bijbel zegt: “Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt.”KJV {7SC1-6: 9.1.4}

Als er nieuw licht uit Gods Woord is, wat wij niet hebben gevonden, moet iemand ons dat vertellen. Hij moet de “wachter op Zions muren,” zijn. {7SC1-6: 9.1.5}

Wij zin te dichtbij het einde om onverschillig te zijn in dingen die betrekking hebben op het eeuwig leven. Laat mij horen wat u voor ons heeft. {7SC1-6: 9.1.6}

S.R.

VIND DE STAF PRECIES DE WAARHEID DIE NODIG IS.

Ik ben zeer geïnteresseerd in de kleine boekjes. Dit is precies de Waarheid die wij in deze laatste dagen nodig hebben. Ik waardeer alles wat u naar ons toe heeft gestuurd om te lezen. Ik wens allen maar, dat meer de Waarheid begrepen. {7SC1-6: 9.1.7}

J.

GEWAARSCHUWD TEGEN STAF; SCHOOT TEKORT DIEPGAAND GENOEG TE STUDEREN

Reeds een tijd denk ik erover na om u te schrijven met betrekking tot de traktaten die ik van u ontvangen heb. In het begin begreep ik ze niet en bestuurde ze niet diepgaand genoeg, aangezien wij tegen ze gewaarschuwd waren. Maar toen ik het traktaat ontving: “Hoort Beide Kanten van de Srijd,”

las ik het helemaal door, ging toen terug naar de andere traktaten en bestudeerde ze echt, en de Heer opende mijn ogen en dingen zijn nu heel helder voor mij. Ik ben een ernstige zoeker naar Waarheid. Ik heb mij zo vraag afgevraagd over Zuster White’s verklaringen, dat er een grote hervormingsbeweging onder Gods volk zou zijn, een opwekking van oorspronkelijke goddelijkheid. Ik verlang ernaar om deze opwekking onder Gods volk te zien, want waarlijk wij zijn in een lauwe toestand. Ik verlang ernaar om het in mijn leven te hebben, want dingen schijnen zo anders te zijn, vanaf toen ik deze boodschap zestien jaren geleden accepteerde. Ik zal blij zijn om meer traktaten te ontvangen, in het bijzonder “De Oogst.” {7SC1-6: 9.1.8}

R.J.F.

ZAL” DE GEESTEN BEPROEVEN OF ZIJ UIT GOD ZIJN”

In antwoord op uw brief, waar ik u voor dank, ben ik altijd gelukkig om welke informatie dan ook te ontvangen met betrekking tot meer licht vanuit Gods Heilige Boek. Het is waar, zoals uw brief stelt, wij moeten de Geesten beproeven of zij uit God zijn. {7SC1-6: 9.2.1}

Ik zal gelukkig zijn elke informatie die u heeft te ontvangen, en ik hoop dat ik spoedig meer van u mag horen. Stuur mij ieder licht wat u ook mag hebben, want ik heb een hele heilige positie in de kerk waar ik bij hoor. Ik ben ongeveer vijf jaar reeds de plaatselijke ouderling. Ik hoop dat ik spoedig meer van u mag horen, al dan niet door retourpost. {7SC1-6: 9.2.2}

I.J.

LEZEN VAN DE STAF RESULTEERD IN ONTWAKEN

Stuur mij alstublieft meer van de folders. U heeft mij nr. 1 en nr. 6 gestuurd. Zij zijn wonderbaarlijk. Er is in hen niets in tegenstelling tot de Geest der Profetie, voor zover ik lezen kan. De resultaten van de lezing is een ontwaking. Waarom zijn wij zo blind geweest? Dank u heel hartelijk ervoor. {7SC1-6: 9.2.3}

E.N.

ANTWOORD OP GEBED VOOR LICHT

Ik schrijf u dit om u te vertellen hoe dankbaar ik ben voor de traktaten die u mij toezend, want zij komen in antwoord tot mijn gebeden voor meer licht over het onderwerp dat ik nu lees. Ik dank u voor het gedrukte werken die u mij toegezonden heeft, Ik vraag Gods zegen over u en uw werk. {7SC1-6: 9.2.4}

S.R.

SCEPTICISME KEERDE OM IN GELOOF MET GEHEEL HART

Wanneer de boodschap van Tegenwoordige Waarheid voor het eerst tot ons kwam, waren wij sceptisch of het de waarheid was, grotendeels vanwege onze bevooroordeelde meningen van wat de waarheid inhoud, maar de boodschap was zo ontstellend dat wij wisten dat het onze taak was om onze toestand te onderzoeken, om te weten dat wij weten wat waarheid is, en door zo te doen, weten wij dat wij niet verkeerd kunnen zijn, want Getuigenssen voor Sabbat School Werk verteld ons, dat niemand zichzelf mag verontschuldigen van een onderzoek van een boodschap dat komt in de naam van de Heer tot Zijn volk. {7SC1-6: 9.2.5}

Toen wij later uit de kerk werden verworpen, omdat wij anderen vroegen hetzelfde te doen, wisten wij weer dat er iets verkeerd was. Dus kochten wij al de Getuigenissen, en bestudeerde als nooit te voren, de hele winter land en wij zijn overvloedig overtuigd, dat deze boodschap geen dwaling kan zijn, want het is de Ware Getuige Die spreekt. {7SC1-6: 10.1.1}

Hier is nog een overweldigend bewijs van de waarheidsgetrouwheid van deze boodschap: “Deze boodschap (de Drie Engelen), was aan mij voorgesteld als een anker voor het volk van God. Diegene die het begrijpen en ontvangen zullen behoed worden van weggevaagd te worden door de vele misleidingen van Satan.”—“Early Writings, p. 256. {7SC1-6: 10.1.2})

Wij willen een eerbewijs zijn aan de zaak van Tegenwoordige Waarheid. {7SC1-6: 10.1.3}

L.H.

VIND DE STAF “ONVERVALST”

Uw brief kwam vandaag aan en geloof mij het schijnt een van de meest aangename genoegens die ik ooit heb gehad. Ik heb geen woorden genoeg om mijn gevoelens van waardering met betrekking tot u uit te drukken. {7SC1-6: 10.1.4}

Ik heb het boekje getiteld: “Wat extra voorafgaat aan het Elfde Uur,” ontvangen en heb het vele malen gelezen en geloof eerlijk en waarlijk dat de Staf een onvervalst iets is. Ik voel mij er zo verzekerd van, dat ik een aantal kennissen heb bezocht en hen dezelfde boodschap heb gegeven die aan mij gegeven is. Sommige van hen zijn Adventisten, en sommige van hen zijn dat niet, maar zij zijn allen op dezelfde wijze geïnteresseerd als ik ben en zij geloven de leerstellingen die de twee traktaten bevatten die ik bezit. Als dit de laatste van deze traktaten waren en er niet meer verkregen konden worden, zou ik niet overwegen om voor wat dan ook in de wereld van ze gescheiden te worden, tenzij ik ze woord voor woord uit het hoofd had geleerd, zoals ze geschreven zijn, en spoedig hoop ik het geld te besparen waarmee de twee delen van de boeken verkregen kunnen worden. Ik zal een lijst van namen van anderen insturen, van wie ik weet dat zij literatuur wensen. {7SC1-6: 10.1.5}

Zo gauw als ik kan, ga ik een geldbedrag wat ik mij kan veroorloven, naar uw beweging sturen, om uw zaak verder te helpen, omdat ik waarlijk geloof, dat uw werk van God afkomstig is en dat er niets kan zijn dat de Heer meer welgevallig kan zijn dan dat ik alles en al het mogelijke doe om uw werk te assisteren door het te ondersteunen en het mogelijke te maken dat er meer literatuur gepubliceerd kan worden en uitgezonden kan worden naar een volk dat ernaar verlangd de echte Waarheid te kennen. {7SC1-6: 10.1.6}

Er is een verloop van twee en veertig uren geweest vanaf toen ik de bovenstaande regels beëindigde, en ben dus opnieuw begonnen en wil zeggen dat ik sinds toen het boekje Waarom Verloren gaan? heb ontvangen. Ik heb er vijf en zeventig pagina’s van gelezen, vanaf mijn lunch en wenste dat ik het kon afmaken voor het naar bed gaan ’s avonds. {7SC1-6: 10.2.1}

Ik heb nooit in mijn leven zo iets interessants en overtuigend gelezen. Het is moeilijk te gaan zitten en eten, vanwege het sterke verlangen, om de inhoud van elk boek steeds weer te herlezen, dat bezit van mij schijnt genomen te hebben.

Ik wenste dat jaren geleden met jullie kennis had gemaakt, maar aangezien die wens nooit waar gemaakt kan worden, ga ik zeker voordeel halen uit ieder moment dat het zichzelf aanbiedt, om alles te leren dat ik mogelijkerwijs in mijn geheugen kan verzamelen. De waarheden die door de Staf zijn gegeven, zijn de meest schitterende en fantastische dingen, waar ik ooit mee in contact ben gekomen, want voor het eerst voel ik dat ik iemand heb ontmoet die werkelijk geloofd in het Woord van God alleen, en werkelijk de Bijbel aanvaard als de enige standaard voor hun geloof. {7SC1-6: 10.2.3}

K.D.

BEHOUDT VRIJHEID OM BEWIJS AF TE WEGEN

Iemand heeft mij uw Extra, Voor het “Elfde Uur”  toegezonden, die de mysteries van Ezechiël uitlegt. Ik heb niet meteen gezien dat het uitging van V.T. Houteff, van wiens geschriften ik vooraf de kennis had dat onze Z.D.A leiders tegenstrijdig hadden gesproken; maar ook al had ik dat gezien, zou ik volkomen vrijheid hebben gevoeld om de gepresenteerde zaak voor mijzelf af te wegen. {7SC1-6: 10.2.4}

Ik merk op dat u aanbiedt om elf van uw traktaten te zenden, waarin verdere uitleg is gegeven, aan diegene die u aanschrijven, en ik schrijf om te vragen dat u mij gunstig bent met zo een gelegenheid voor verder onderzoek van uw stellingname. {7SC1-6: 10.2.5}

Ik ben niet onbewust van de pauselijke methoden die vaak ten grondslag liggen aan de tegenstand van onze broeders, die in hun blindheid geen acht slaan op of waarheid afwijzen, dat door anderen is ontdekt. Ik heb ook het gewicht van zo een tegenstand gevoeld, maar ik heb weerstand geboden tegen hun ijver, en behoud nog steeds lidmaatschap in een kerk die ik zelf heb helpen opbouwen, en die ik bediende tijdens mijn actieve bediening, en toen ik betrokken was in zendingswerk hier en in Mexico, evenals toen ik diende als algemene secretaris van de —— Religieuze Vrijheids-Associatie.

Dus als u mij de traktaten wil toesturen die u noemde, en welk ander materiaal dan ook, waar ik uw leiderschap van kan peilen, zal ik heel blij zijn om ze mijn aandacht te geven. Als ik uw stellingname Schriftuurlijk vind, zal ik blij zijn om u het adres van anderen toe te sturen. {7SC1-6: 10.2.6}

J.B.

BEWIJST IEDER PUNT; VIND BEWIJS VAN GELOOFWAARDIGHEID BIJ DE STAF

Ik was vanzelfsprekend blij om uw brief enige tijd geleden te ontvangen. Bedankt dat u aan mij dacht. Hoewel de citaten mij welbekend waren, las en herlas ik ze toch en hoe goed zij passen in de toestand die heden ten dage in de kerk bestaat. {7SC1-6: 11.1.1}

Ik ga langzaam maar zeker voort, trachtend ieder punt van deze nieuwe boodschap te beproeven, naar gelang ik voort ga. Ik wordt steeds meer overtuigd dat het bewijs van geloofwaardigheid bij De Herder’s Staf leerstelling is, en hoewel er sommige dingen zijn die ik nog steeds niet begrijp, begin ik te denken dat, ik spoedig mijn standpunt met uw mensen zal moeten innemen. {7SC1-6: 11.1.2}

Als u licht en waarheid voor mij heeft, wil ik het. Slechts een dag geleden, ontving een zuster een brief van een Bijbelwerker van de Conferentie, waarin zij zei: “De leerstelling van de Staf, bevat zo weinig dwaling, dat het moeilijk is het te ontdekken.” Ik vraag mij af hoeveel studie zij erin heeft gedaan. Het is moeilijk in een volledig andere richting te denken, dan wat wij gewend zijn te doen, maar ik zie langzaam de dingen anders. {7SC1-6: 11.2.1}

Houd alstublieft onze namen voor de troon van God, met de ernstige gebeden, dat wij allen rond de grote witte troon elkaar ontmoeten en God door de eeuwigheid heen dienen. {7SC1-6: 11.2.1}

C.L.N.

GETUIGENISSEN VAN DE CODE

Met gemende gevoelens van vreugde en droefheid, geliefde lezers, heb ik deze tegenstrijdige stemmen tot u gebracht—droefheid over de geest van de Tegenstander gemanifesteerd door de ene, vreugde over de geest van Christus gemanifesteerd door de ander. {7SC1-6: 11.1.3}

Nu u een dwarsdoorsnee voorstelling van uitingen van zowel voor en tegen de boodschap heeft gehoord, mag het zo zijn, dat u op de juiste wijze iedere kant afweegt en kiest voor de juiste, en moge diegene die vechten, de dwaasheid van hun blinde vijandigheid zien en zoals Paulus dat deed, zich ervan afkeren en ijverig zoeken, de boodschap te laten vooruitgaan, zodat Hij hen niet uit Zijn mond spuugt. En moge diegene die voor haar verdediging staan nu, nog dieper geworteld en gegrond zijn in de Waarheid. En ten slotte moge allen die mij lezen, de valkuilen vermijden  van de vorige, de “lauwe,’ en delen in de zegeningen van de heilige vreugde van de laatste—diegene die hun ogen gezalfd hebben met hemelse “ogenzalf,” hun vaten gevuld hebben met “extra olie,” en hun standpunt ingenomen hebben aan de kant van Waarheid en Recht in overeenstemming met de navolgende Stem van advies: {7SC1-6: 11.1.4}

“Kom, met bezielde belangstelling, met ernstig gebed, het Woord van God, zodat u mag weten wat de waarheid is, de zelfde geest manifesterend als Nathaniël deed, toen hij ernstig de Heer zocht zodat hij de waarheid mocht kennen. Licht zal komen tot iedere ernstige zoeker van waarheid, zoals het tot Nathaniël kwam… {7SC1-6: 11.1.5}

“Hoe makkelijk was Nathaniël overtuigd! En met wat een genoegen keek Jezus op zijn oprecht onschuldige geloof!… God eert nooit ongeloof en in twijfel trekken en twijfel. Wanneer Hij spreekt, moeten Zijn Woorden herkend worden en uitgevoerd worden in dagelijkse handelingen. En als het hart van de mens in levende verbinding met God is, zal de stem die van boven af komt herkend worden.”—Testimonies on Sabbath School Work, pp. 63,64. {7SC1-6: 11.1.6}

Ik zelf tezamen met de oprechten van hart, heb genade ontvangen van de Heer om te weten hoe een woord op zijn tijd te spreken, om mijn tong te beheersen, en geen kwaad met kwaad te vergelden, maar om kwaad met goed te overwinnen, altijd vriendelijk en voorkomend te zijn naar anderen toe, en doen en zeggen tegen hen, wat ik wil dat zij doen en zeggen tegen mij, als onze plaatsen verwisseld waren. {7SC1-6: 11.1.7}

En nu Broeders, daarom… “bidt ik u met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid,” dat allen zich “benaarstige te behouden de enigheid des Geestes door den band des vredes,” en “geen kwaad met kwaad. Bezorgt hetgeen eerlijk is voor alle mensen. {7SC1-6: 11.2.3}

Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen. Dierbare geliefden wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere. Daarom…Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede. Efez. 4;1-3; Rom. 12: 17-21. KJV {7SC1-6: 11.2.4}

Verleen godsdienstvrijheid aan allen, want het is iet onze taak om van anderen respect voor onze godsdienst op te eisen, maar het is onze taak in nederigheid en in vreze de Waarheid te onderwijzen aan diegene die het niet weten, nooit gehoorzaamheid eraan op te eisen. {7SC1-6: 11.2.5}

Ik doe daarom een beroep op u allen bij de levende God, om het na te laten anderen de voorwaarden te dicteren, en van het dwingen van uw religieuze standaarden op hen. Dring geen godsdienstige rechten aan niemand op of wordt niet boos op degene die het niet eens zijn met uw geloof, maar verenig u eerder met mij in overeenstemming zijn aan de volgende goddelijke bevel: {7SC1-6: 11.2.6}

“Dengene nu, die zwak is in het geloof, neemt aan, maar niet tot twistige samensprekingen. De een gelooft wel, dat men alles eten mag, maar die zwak is, eet moeskruiden.Die daar eet, verachte hem niet, die niet eet; en die niet eet, oordele hem niet, die daar eet; want God heeft hem aangenomen.

“Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht oordeelt? Hij staat, of hij valt zijn eigen heer; doch hij zal vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen. De een acht wel den enen dag boven den anderen dag; maar de ander acht al de dagen gelijk. Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd.” Rom. 14: 1-5. Onze taak is niet te forceren, maar slechts te onderwijzen in gehoorzaamheid aan de Waarheid. {7SC1-6: 11.2.8}

Dat de Heer diegene mag vergeven die weten dat zij dat doen, is mijn oprecht gebed. {7SC1-6: 11.2.9}

VRAGEN EN ANTWOORDEN

GETROUWHEID AAN ONZE OVERHEID

Vraag 209:

Is het verkeerd om te salueren voor de vlag? {7SC1-6: 12.1.1}

Antwoord:

Het enige bevredigingswaardige antwoord dat op deze vraag gegeven kan worden, is datgene wat op Bijbels principes gefundeerd is. {7SC1-6: 12.1.2}

“Geeft(…)de keizer wat des keizers is,” “(…) en God wat van God is.” “Zo geeft dan aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt. Zijt niemand iets schuldig.” Matt. 22:21; Rom. 13:7, 8.

{7SC1-6: 12.1.3}

Toen de “rijksbestuurders en de stadhouders een grond voor een aanklacht tegen Daniël trachten te vinden inzake het rijksbewind, (…) konden zij geen enkele grond voor een aanklacht of iets verkeerds vinden.” Dan. 6:5 {Eng, vs. 4}.  Omdat zij hem dus onberispelijk bevonden, “hebben” zijn vijanden “zich beraden, dat een koninklijk besluit behoort te worden uitgevaardigd en een verbod vastgesteld, dat ieder die binnen dertig dagen een verzoek richt tot enige god of mens behalve tot” de koning, “in de leeuwenkuil” zou “worden geworpen.” Dan. 6:8 {Eng., vs. 7}. Door de handtekening van de koning vast te leggen op het verbod, trachtten zij een situatie teweeg te brengen die Daniël noodzakelijkerwijs zou betrekken in een daad van rebellie tegen de koning. Zij wisten dat hoewel hij beoogde om onfeilbare trouw te bewijzen aan de koning, hij dat niet zou doen tegen de prijs van het tonen van ontrouw aan zijn God. En aangezien het bevel ontworpen was om hem tegen God te keren, was hij daardoor gedwongen het niet te eren, maar zijn smeekbede aan zijn God te richten zoals hij gewend was te doen., met het resultaat dat hij in de “leeuwenkooi,” geworpen werd. Maar Degene tot Wie hij bad redde zijn leven van de hongerige beesten. {7SC1-6: 12.1.4}

Dan is er het opmerkelijk geval van Jozef, die vanwege zijn onwankelbare trouw aan de regering van Egypte, werd verheven tot een positie waarbij hij de troon deelde met Farao.  {7SC1-6: 12.1.5}

Uit deze en andere Bijbelincidenten, erkennen wij dat iemands trouw aan zijn overheid, zijn wezenlijke gelofte van trouw eraan is—een saluut naar haar vlag.

Dus terwijl enerzijds de ontrouw van iemand aan God een zonde tegen Hem is, is iemands ontrouw aan zijn overheid anderzijds en zonde daartegen, en indirect ook tegen God; want ontrouw aan iemands regering is ongehoorzaamheid aan Gods uitgedrukte bevel. “Geeft(…)de keizer wat des keizers is,” “Want er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd. Wie zich dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods, en wie dit doen, zullen een oordeel over zich brengen.” Rom. 13:1, 2. {7SC1-6: 12.1.6}

Daar de vlag geen afgod of een fetisj is, maar een symbool, een vaandel, is een saluut ernaar geen afgodenaanbidding, zoals sommigen denken, maar eerder een openbare belijdenis van iemands trouw aan zijn regering, evenals de doop iemands belijdenis is van trouw aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.  {7SC1-6: 12.2.1}

Op bevel van God maakten de Israëlieten vaandels (vlaggen) naar hun stammen, met als doeleinden zowel ter identificatie als ter symbolisatie van hun trouw aan datgene waarvoor de vlag stond. (Zie Numeri 2). Het is dus duidelijk dat om afgoderij toe te wijzen aan diegene omdat hij zijn vlag salueert, zou een beschuldiging aan God zijn van het dwingen van afgoderij aan Zijn oude volk. {7SC1-6: 12.2.2}

Dus moet iedere Christen, als hij gehoorzaam zou willen zijn aan Gods geboden, trouw zijn aan het land waarin hij woont.  Daarom panden wij, als Christenen in Amerika, toegewijd aan God en aan de rechtvaardige beginselen van deze vrije “regering onder God,” onze trouw , aan de vlag van de Verenigde Staten van Amerika, en aan de Republiek waarvoor het staat, een Natie, ondeelbaar, met vrijheid en recht voor allen.” En zolang er Oude Glorie zich ontvouwt als het zinnebeeld van de ongeschonden beginselen van haar grondwet, zolang is onze gelofte van trouw eraan een ongeschonden zaak. {7SC1-6: 12.2.3}

IS HET TE LAAT OM IN HET NET TE KOMEN?

Vraag 210:

Er is onder ons iemand die leert dat als het net aan wal was getrokken (Matt. 13:47, 48) in 1930, (toen de Herder’s Staf gepubliceerd werd), diegene die niet in het niet waren in die tijd, (dat wil zeggen, die toen geen leden waren van de Zevende-dags Adventisten kerk) niet kunnen hebben gehoopt om deel te zijn van de 144.000. Indien dat waar is, waarom zou men dan nu trachten erin te komen, in plaats van te wachten tot de Luide Roep? Of, als iemand reeds in de boodschap is, waarom zou hij voortgaan ernaar te streven om ernaar te leven als zijn pogingen beslist zijn in nutteloosheid omdat hij de tijdslimiet niet heeft bereikt? {7SC1-6: 12.2.4}

Antwoord:

De vergelijkende handeling van het aan wal trekken van het net (dat de Heer Zijn werk voor een korte tijd stopzet), houdt niemand, in letterlijkverband, tegen om in het net (de kerk) te komen als zij de noodzakelijke inspanning tonen: want hoewel vissen, daar zij vissen zijn, feitelijk niet kunnen zwemmen naar een net nadat het aan wal is getrokken, toch kunnen zij als mensen, als zij dat willen, feitelijk de kerk binnenkomen tot aan de afsluiting van de genadetijd. {7SC1-6: 12.2.5}

Het is dan duidelijk, dat het idee van het tijdslimiet een misleidende opvatting is, en is ontworpen om diegene te ontmoedigen op wie het van toepassing is,  wat sommigen die reeds in de boodschap zijn veroorzaakt dat zij hun reden om eruit te gaan rationaliseren vanwege de nutteloosheid om erin te blijven, en anderen rechtvaardigt om niet de noodzakelijke inspanning te verrichten om het net van verlossing binnen te komen wanneer de gelegenheid zich voordoet. Inderdaad, het dwingt hen zelfs om hun huidige gelegenheid te verzaken en te wachten op één die nooit zal komen! “Heden,” zegt de Geest van God, “indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet.” Hebr. 4:7. {7SC1-6: 13.1.1}

HET KONINKRIJK VAN GOD IN ONZE HARTEN

Vraag 211:

Aangezien volgens Lukas 17: 21, “het Koninkrijk Gods is binnen ulieden” is, hoe dan, kan het een zeker land zijn? {7SC1-6: 13.1.2}

Antwoord:

Voordat het koninkrijk van God vastgelegd wordt op deze aarde, moet het binnen in ons gevormd worden, om ons geschikt te maken om daarin te vertoeven. Dienovereenkomstig is “het koninkrijk van God binnen …..ulileden” in allen die de principes van haar regels belichamen, terwijl zij nog onderdanen van het koninkrijk op aarde zijn. Nog fijner gezegd dan, “het koninkrijk van God…binnen ulieden,”is een morele en geestelijke regel van het leven—de onontbeerlijke toestand van toegang verkrijgen tot het letterlijke koninkrijk. {7SC1-6: 13.1.3}

IS DE TROON WAARMEE GOD REIST EEN LOCOMOTIEF?

Vraag 212:

Mij is verteld dat de Staf leert dat de troon van Jesaja 6, een trein is die door een rook oprispende locomotief wordt voortgetrokken, en dat het niet de permanente troon van God is. Zou u mij uw literatuur willen opsturen met betrekking tot dit onderwerp? {7SC1-6: 13.1.4}

Antwoord:

Wij verzekeren de vragensteller ervan, dat hij geen van zulke ideeën die voortgebracht worden, zal vinden in de leerstellingen van de Staf, en dat hij dit feit mag natrekken door een zorgvuldig lezen van de literatuur welke wij blij zijn hem toegestuurd te hebben. Het woord “trein,” wordt vanuit de Schriften geciteerd, en wat het ook mag betekenen, het wordt aangedreven door de vleugels van de cherubijn. (De rook kwam niet van de troon af) Zoals de profeet de “trein,” zag, gaan in de tempel, is duidelijke waarheid, dat wat het ook mag zijn, het verplaatsbaar is—een waarheid die de vleugels van de cherubijnen duidelijk bevestigen. En dat deze troon en die ene die Ezechiel zag twee verschillende tronen zijn, is duidelijk te zien van het feit dat ieder van de vier levende wezens( die hij ook zag) vier vleugelen had terwijl ieder van de engelen van Jesaja 6, zes vleugels hebben. Dit zal u ontdekken is wat de Staf leert. {7SC1-6: 13.1.5}

WEEST NIET ARROGANT

Vraag 213:

Toont het geen tekort aan geloof om voor de zieken te bidden en dan trachten hen te genezen? {7SC1-6: 13.2.1}

Antwoord:

Alleen bidden voor een die ziek is, zonder iets voor hem te doen, kan in de laatste slotsom alleen betekenen, dat de smekeling rechtvaardiger en erbarmelijker is dan God, en daarom tracht de Heer te overtuigen, om iets voor de zieke te doen, alsof Hij dat niet wil. {7SC1-6: 13.2.2}

Wanneer wij voor anderen bidden, maken wij God niet bekend met iets wat Hij in zijn oneindigheid niet reeds beter me bekend is dan wij dat zijn. Vandaar dat  omdat Hij alles over de zaak weet, is de reden waarom wij bidden niet om Hem te overtuigen, dat iemand Zijn hulp nodig heeft, maar om Zijn zegeningen te vragen, over datgene wat wij in staal mogen zijn te doen voor de behoeftige. De Leviet en de priester, deden niets voor de gewonde, en waren veroordeeld voor hun onbarmhartigheid, terwijl de Samaritaan dat deed, en geprezen werd voor zijn menslievendheid. Daarom, of wij nou voor onszelf bidden of voor anderen, bidden wij voor de zegeningen van de Heer op onze zwakke pogingen. {7SC1-6: 13.2.3}

ONDER WELKE NAMEN MOETEN CHRISTENEN GEDOOPT WORDEN?

Vraag 214:

Waarom worden niet de gegeven namen dan de Drie-eenheid gebruikt bij het dopen? {7SC1-6:13.2.4}

Antwoord:

Aangezien de Schriften verschillende namen geven voor de Vader en voor de Zoon (en geen voor de Heilige Geest), en daar wij niet verteld zijn welke deze te gebruiken wanneer er gedoopt wordt, moeten wij daarom, Hem op Zijn woord nemen en precies op de wijze die Hij beveelt: “in de naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest.” Matt. 28:19. Bovendien zijn de namen in de Schriften geen vaststaande namen, maar meer titels—gelijk aan de namen Vader, Zoon en Heilige Geest. {7SC1-6:13.2.5}

Verder nog, zelfs als de vaststaande namen van de Drie-eenheid bekend waren, zou hun gebruik leiden tot oneerbiedig toespreken. Bijvoorbeeld, stel dat de naam van de Vader, George is; de Zoon, Thomas, en de Heilige Geest, William. Zou welke God vrezend mens zelf durven denken dat het eerbiedig is te zeggen: Ik doop u nu in de naam van George, Thomas en William! Laat ons daarom gehoorzaam zijn aan het bevel van de Heer: “Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.” Math. 28: 19. (Voor verder licht op dit onderwerp, bestudeer ons traktaat nr. 11). {7SC1-6:13.2.6}

HECHT GEEN GELOOF AAN HOREN ZEGGEN

Vraag 215:

Wij worden verteld dat de Herder’s Staf een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven aan de overheid van de Verenigde Staten, over de positie die gehouden word door het reguliere lichaam van Zevende Dag Adventisten met betrekking tot dienstplicht. Zou u ons alstublieft willen vertellen wat u heeft gedaan? {7SC1-6:14.1.1}

Antwoord:

De enige verklaring die gedaan is naar de overheid door gelovigen van de Herder’s Staf wordt gevonden op bladzijde 11 van de Januari-Juni uitgave van de Symbolische Code met het antwoord van de overheid, hetgeen, zoals opgemerkt zal worden, gericht is aan DE HERDER’S STAF ZEVENDE DAG ADVENTISTEN hoofdkwartier, Waco, Texas, niet aan de Zevende Dag Adventisten hoofdkwartier, Washington, D.C. Onze verklaring aan de overheid werd gedaan in naam van De Herder’s Staf Zevende Dag Adventisten, die zeker niet een verkeerde voorstelling geeft van de Zevende Dag Adventisten kerkgenootschap,  als het al een verkeerde voorstellig geeft van wat dan ook. {7SC1-6:14.1.2}

Geloof alleen datgene wat u voor uzelf leest, niet datgene wat u hoort, en u zal geen problemen hebben met de Staf. {7SC1-6:14.1.3}

WIJ WETEN HET UUR NIET

Vraag 216:

De Herder’s Staf, Deel 2, trekt door de studie van de vloed de conclusie dat de Heer zal komen op een Woensdag nacht en Early Writings, p. 285, stelt dat God de dag en het uur van Zijn wederkomst zal aankondigen. Maar Christus zegt: “…van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen.” Math. 24: 36. {7SC1-6:14.1.4}

Antwoord:

Deel 2 van De Herder’s Staf stelt geen tijd vast, want hoewel Christus zoals verwacht in het midden van de week zal komen, weet niemand nog op welke woensdag nacht dat zal zijn. De Staf beweert niet die dag of het uur te weten. En Early Writings, is ook in volstrekte harmonie met Matheus 24: 36, want Christus sluit in dit Schriftgedeelte de mogelijkheid niet uit dat de dag en het uur van Zijn komst ooit bekend gemaakt zal worden. Want hoewel de Schrift zegt, dat de engelen het uur niet weten, zullen zij toch als zij ooit gereed moeten staan om met de Zoon aan Zijn tweede komst te beginnen, het duidelijk zal zijn, dat zij op een dag voorafgaand daaraan de tijd moeten weten. Zo is het ook met de heiligen, hoewel de Bijbel zegt, dat zij nog het uur weten, zal toch wanneer de Vader het gepast vind, het te verkondigen, zullen zij het weten, en niet eerder. {7SC1-6:14.1.5}

Bovendien, deze geheime komst van Matheus 24: 36, kan een andere zijn dan dat over het algemeen begrepen is als “de tweede komst,” (Voor verdere studie over dit onderwerp, lees ons Traktaat Nr. 9, Herziene Editie, pp. 80-86). {7SC1-6:14.1.6}

DE ZON IN OF BOVEN HET “UITSPANSEL?”

Vraag 217:

Traktaat nr.9, blz. 20, doet de verklaring dar de zonnestralen door het water boven het uitspansel schenen en zo in de beginne, gelijkmatig de aarde verwarmde, maar de Bijbel zegt dat de Heer de zon, de maan en de sterren in “het uitspansel aan de hemel,” plaatste. Gen. 1: 14-17. Als nu de zon geplaatst was in het uitspansel, en het water erboven, hoe kunnen de zonnestralen, die door de aarde schijnen door het water dat boven het uitspansel is? {7SC1-6:14.2.1}

Antwoord:

De reeds vastgestelde feiten, dat het uitspansel van de aarde (atmosfeer), naar verhouding slechts een maar mijlen dik is, terwijl de afstand tussen Aarde en de zon 93000000 mijlen is, maakt het vanzelfsprekend dat het uitspansel, waarin de Schepper de hemelse lichteenheden heeft geplaatst niet van de Aarde is. Bovendien, gaat het, het verstand te boven, zelf te denken, dat de Schepper, om geen enkele reden, het water meer de 93000000 mijl van de aarde zou verheffen en het boven de zon verplaatsen. {7SC1-6:14.2.2}

Vandaar dat , hoewel in vers 8 van Genesis 1, het uitspansel welke de Heer “de Hemel,” noemde, de atmosfeer die om de Aarde is, toch in vers 17, “het uitspansel van de hemel,” waarin de Heer de lichteenheden plaatste, welke de plaats is boven de atmosfeer en tussen de hemelse lichamen. Dientengevolge dan, terwijl in het ene geval, de term “uitspansel” van toepassing is voor de atmosfeer, is het in het andere geval van toepassing op de ruimte daarbuiten. {7SC1-6:14.2.3}

OORDEELT VOLGENS HET LICHT WAAROVER BESCHIKTE

Vraag 218:

Hoewel ik geen lid ben van de Z.D.A. kerk, toch omdat ik het licht op Ezechiël 9 en de 144000 heb, zal ik vallen onder de slachting als ik niet het licht volledig aanvaard en ernaar leef? En daaraan tegengesteld, zal ik deel uitmaken om de voorrechten te genieten van de 144000 en een van hen zijn als ik gehoorzaam ben aan al het licht van deze boodschap? {7SC1-6:14.2.4}

Antwoord:

Hoewel u geen lid bent van de kerk, zal u toch verantwoordelijk gehouden worden voor het licht van de waarheid, die u ontvangen heeft over het onderwerp van Ezechiël 9, net zoals welke Z.D.A. dan ook, die de Staf heeft ontvangen. {7SC1-6:14.2.5}

Op dezelfde logische wijze, of u nou slechts recentelijk in de boodschap bent gekomen, of een tijd geleden, bent u geschikt voor de gemeenschap van de 144000, als u leeft naar de boodschap die hen zal reinigen en verzegelen. Onvoorwaardelijk of niet echter, of u een van hen zal zijn, is het zeker dat als u trouw blijft aan de boodschap, u tenminste een met hen zal zijn. {7SC1-6:14.2.6}

       WIE VLUCHT NAAR DE BERGEN?

Vraag 219:

Als God volk in het Koninkrijk is gedurende de Luide Roep, hoe kunnen zij dan in de gevangenis gezet worden of naar de bergen gedreven worden in die tijd, zoals de Geest der Profetie stelt dat zij dat zullen? {7SC1-6:15.1.1}

Antwoord:

Aangezien, nadat de eerste vruchten verzegeld zijn en veilig met het Lam op de Berg Sion staan ( in het koninkrijk), tijdens de Luide Roep, zullen daarom zowel diegene die een schuilplaats vinden in de bergen en diegene die in de gevangenis gezet worden, van de tweede vruchten moeten zijn—diegene die de boodschap aanvaarden gedurende de Luide Roep, maar die het Koninkrijk nog niet bereikt hebben. (Zie ons Traktaat nr. 12, blz. 45-49) {7SC1-6:15.1.2}

WAT ZEI DE CODE?

Vraag 220:

Waarom zegt de Code dat niemand geschikt is om de boodschap te onderwijzen, terwijl Jezus opdraagt: “Gaat dan henen, onderwijst al de volken,” en “zaait aan alle wateren?  Bovendien, als wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons onze zonden te vergeven.” Waarom kunnen wij dan niet gaan en Gods Woord onderwijzen? {7SC1-6:15.1.3}

Antwoord:

De Code tracht niet het idee over te brengen dat niemand ooit gekwalificeerd zal zijn te onderwijzen, want zo een statische toestand als deel van Gods volk, zou hen voor altijd ongeschikt maken om de eerste en tweede vruchten te verzamelen. Het is duidelijk daarom, wat de Code wel zegt, slechts is dat niemand in die tijd gekwalificeerd was. Onze ongeschiktheid echter, in plaats van ons te ontmoedigen, en veroorzaken dat wij zitten en niets doen, zou, zoals de Code bedoelde, ons aanmoedigen, om ons gereed te maken voor dienst. Wij moeten daarom ijverig de boodschap bestuderen en getrouw aan al haar vereisten voldoen en terwijl wij ons aldus gereed maken, kunnen wij anderen helpen evenzo te doen. {7SC1-6:15.1.4}

“BRENG IN BEROERING, BRENG IN BEROERING, BRENG IN BEROERING”

Vraag 221:

Als gelovigen in de Staf denken dat zij een boodschap hebben, waarom zijn zij niet tevreden om hun weg te gaan en anderen die van hun te laten gaan? Waarom moeten zij hun boodschap in onze kerk in beroering brengen? {7SC1-6:15.1.5}

Antwoord:

Als we de geschiedenis van God kerken door de eeuwen heen naspeuren, vinden wij dat als allen dezelfde positie hadden ingenomen als de vragensteller, de voortschrijdende Waarheid zou nooit de kerk bereikt hebben. Als Gods boodschappers in verschillende perioden tekort geschoten waren met hun boodschappen hun eigen kerken te beroeren, hoe dan, zouden de verschillende hervormingsboodschappen Zijn volk bereikt hebben? Is Hij niet meer geïnteresseerd in hen, dan Hij is in de heiden? Johannes de Doper, Jezus en de apostelen, offerden allen hun leven op, om hun boodschappen aan hun eigen kerk te brengen. Waarom dan zouden de Staf gelovigen niet als zodanig doen? {7SC1-6:15.2.1}

“Tegen deze mannen (Wycliff, Hus, Luther, Tyndale, Baxter en Wesley) werden meedogenloos vervolgd en toch bleven ze de waarheid verkondigen. In de verschillende periodes van de kerkgeschiedenis is er steeds een bijzondere waarheid verkondigd die speciaal bedoeld was voor de behoeften van Gods volk in die tijd. Elke nieuwe waarheid heeft zich een weg moeten banen tegen haat en tegenstand in,”; diegene die met haar licht gezegend waren, werden, verzocht en getoetst.” De Heer geeft een speciale waarheid voor Zijn volk in een noodgeval. Wie zal durven te weigeren het te publiceren? Hij geeft de opdracht aan Zijn dienstknechten om de laatste uitnodiging van genade aan Zijn kerk af te geven. Zij kunnen zich niet onttrekken aan hun verantwoordelijkheid, behalve bij gevaar voor hun eigen zielen. (Zie The Great Controversy, p. 609) {7SC1-6:15.2.2}

DE ROEDE VAN MIJN ZOON

Vraag 222:

Leg alstublieft de “staf,” uit zoals die genoemd wordt in Ezechiël 21: 8-15) {7SC1-6:15.2.3}

Antwoord:

Dat Israël, “de roede,” van Zijn Zoon is, is beween door Psalm 74: 2; 110.2. De Israëlieten waren Gods roede, om de heidenen te bestraffen, net zoals Assyrië Gods roede was voor het straffen van Israël. (Jes. 10.5) {7SC1-6:15.2.4}

ZODAT U NIET VERGEET

Bij de conferentie vergaderingen in Los Angeles in de lente van 1934, wat het unaniem aangenomen dat iedere Vrijdag avond, op het aangewezen uur (5 uur ‘s middags West Amerikaanse Standard Tijd; 6 uur ’s avonds Noord Amerikaanse Standard Tijd; 7 uur ’s avonds Centraal Amerikaanse Standaard Tijd; 8 uur ’s avonds Oost Amerikaanse Standaard Tijd) gelovigen overal in Tegenwoordige Waarheid, aansluiten in het zoeken van God ten gunste van de boodschap, gelovende dat zulk een eensgezinde stem, in alle waarheid, “een krachtig gebed des rechtvaardigen [dat] veel vermag, op het Hemels altaar, zal neerleggen. {7SC1-6:16.1.1}

EEN WAARSCHUWING

Pas er voor op om opgelicht te worden van middelen zoals ongelukkiger wijs reeds is voorgekomen bij sommige broeders door zekere personen, die zich uitgeven als leraren van Tegenwoordige Waarheid. Voordat u wat dan ook toevertrouwd aan niet erkende personen; correspondeer met dit Ambt/Kantoor om hun positie vast te stellen. {7SC1-6:16.1.2}

EEN VERZOEK

De Correspondentie afdeling vraagt om u reactie op het brief paper van de kaart die zij recentelijk hebben aangenomen, dat u aangeeft wat u goed of slecht eraan vind. Zijn de verwijzingen, die gedrukt zijn aan de achterkant van elke pagina, waardevol voor u? Prefereert u deze nieuwe stijl van briefpapier boven de oude? {7SC1-6:16.1.3}

DE UNIVERSELE UITGEVERS ASSOCIATIE

Mt. Carmel Centrum Waco, Texas

Gedrukt in de Verenigde Staten van America

 

>