fbpx

Deel 02 symbolische Code Nr. 01

Deel Twee Deel 2 Symbolische Code Nr. 1

De Symbolische Code Nieuws Artikel

In Het Belang Van De Z.D.A. Kerkgenootschap

HOREN IS PRETTIG, MAAR ZIEN IS BETER

Aangezien vele van onze mensen, wiens harten voor het doel van tegenwoordige waarheid zijn, een beetje meer, wensen te weten dan woorden kunnen uitdrukken, trachten wij deze keer het nieuws van onze bouwprogramma op Mt. Carmel door middel van tekeningen in plaats van door woorden alleen over te brengen. {2SC1:1.1}

Tekening nr. 1

Tekening nr. 2

Nr. 1 is ons Kantoor. Het is zoals de rest van onze gebouwen, een raamwerk van 8 kamers—5 beneden en 3 boven. {2SC1:1.2}

Nr. 2 is een woonhuis van 6 kamers—4 kamers beneden en 2 boven. Dit is het gebouw, waar onze dierbare Zuster Charboneau, stierf. {2SC1:1.3}

Nr. 3 is onze tijdelijke school en kerkgebouw, de beneden verdieping is verdeeld in vijf garages waarvan één nu gebruikt wordt als een timmermans- winkel. {2SC1:1.4}

Nr. 4 is onze opslagplaats, keuken en eetkamer waarvan een deel gebruikt wordt als woonkamer. {2SC1:1.5}

Behalve deze zijn er twee andere kleine gebouwen en twee woonwagens. {2SC1:1.6}

Wij hebben meer gebouwen nodig, zoals eerder gepubliceerd is, behalve onze weg, de leidt naar de hoofdweg #67 bij de ingang van Carmel #1 (zuidelijk)in een betere conditie krijgen, door een helling te making naar de top, en dan een bocht in de hoek van onze opslagplaats oostelijk, richting ingang #2, naar dezelfde hoofdweg (#67) –bijna een volmaakte “L”  makend van ongeveer twee mijlen lang welke wij noemen “De Koninklijke Hoofdweg.” Wij hebben verder behoefte aan landbouw gereedschappen en een dam in een van de kloven, dan zullen wij beter in staat zijn om de drukkende behoeften van ons werk en mensen te vervullen. {2SC1:1.7}

Vandaar dat wij al onze vrienden van Tegenwoordige Waarheid heel oprecht oproepen om zich met ons in een ernstig gebed te verenigen, zodat de Heer dit noodzakelijke werk zal zegenen en dat wij ernstig de weg voorbereiden om Hem volledig het bestuur in Zijn eigen handen te laten nemen (‘Testimonies to Ministers,” 300) zodat de boodschap voorspoedig mag zijn en Zijn volk gered en verzegeld mag zijn, zodat allen die geïnteresseerd zijn, in de verlossing van hun ziel en in de verlossing van hun eigen broeders en zusters, gehoor geven aan dit meest gezegende voorrecht, van deel te hebben in dit glorierijke werk in de afsluitingstonelen van de geschiedenis van de aarde onder zonde, en in de tot stand koming van dit eeuwige bestuur van vrede en gerechtigheid! {2SC1:2.1}

Tekening nr. 3.

“Het werk dat gedaan wordt onder de leiding van de Heilige Geest, uit liefde voor God en voor de mensheid, zal de goddelijke handtekening dragen, en zal haar indruk hebben op het menselijk verstand….{2SC1:2.2}

“De Heer roept onze jongen mensen op om de scholen te betreden, en snel zichzelf geschikt te maken voor dienstbaarheid….{2SC1:2.3}

Tekening nr. 4

“Hij zal mannen roepen van achter de ploeg en van andere beroepen, om de laatste waarschuwingsnotities te geven, aan zielen die verloren gaan. Er zijn vele manieren, waarop men voor de Meester kan werken, en de grote Leraar, zal het verstand van deze arbeiders openen, en hen in staat stellen wonderlijke dingen te zien in Zijn Woord.”—“Testimonies for the Church,” p. 170. {2SC1:2.4}

HET DOEL VAN ONS KAMP

De vele vragen en verslagen van ver en nabij, dragen het bewijs dat de meeste van onze mensen niet volledig het doel en het karakter begrijpen van het werk waarvoor Mt. Carmel Center wordt ontwikkeld. Daarom wensen wij dat verder uit te leggen. {2SC1:2.5}

Het belangrijkste doel en de eerste oorzaak voor dit project is de opdracht te vervullen volgens Ezech. 4:2: “ En maak een belegering tegen haar, en bouw tegen haar sterkten, en werp tegen haar een wal op en stel legers tegen haar en zet tegen haar stormrammen rondom.” Dat is, bouw een tijdelijke plaats (kamp), waar u arbeiders ( legers, kantlijn: leiders) kunt trainen, die kunnen gaan en moedig de situatie kunnen inschatten, om welk doel, “Ik uw gezicht sterk heb gemaakt.. als een diamant harder dan een rots heb ik uw voorhoofd gemaakt; vrees hen niet en ontzet uw niet voor hun aangezicht, omdat zij een wederspannig huis zijn.” (Ezech. 3: 8, 9) {2SC1:2.6}

Ten tweede, moet dit kan Jesaja 58: 7-10, 12 vervullen, om de hongerigen uw brood te delen, en de armen, verdrevenen in huis te brengen? Als gij de naakte ziet, dat gij hem dekt, en dat gij u voor uw vlees niet verbergt? Dan zal uw licht voortbreken als de dageraad, en uw genezing zal snellijk uitspruiten, en uw gerechtigheid zal voor uw aangezicht heengaan, en de heerlijheid des HEEREN zal uw achtertocht wezen. Dan zult gij roepen, en de HEERE zal antwoorden, gij zult schreeuwen, en Hij zal zeggen: Ziet hier ben Ik, Zo gij uit het midden van u wegdoet, het juk, het uitsteken des vingers, en het spreken der ongerechtigheid; En zo gij uw ziel opent voor den hongerige, en de bedrukte ziel verzadigt; dan zal uw licht in de duisternis opgaan, en uw donkerheid zal zij als de middag. En die uit u voortkomen,” vb .. zij die met hart en ziel in dit werk met u zijn, “zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen, de fondamenten, van geslacht tot geslacht verwoest, zult gij oprichten en gij zult genaamd worden ; Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt om te bewonen.” {2SC1:2.7}

Vandaar dat, buiten deze twee groepen, — de arbeiders voor training en de waardige armen, die onze hulp nodig hebben— buiten in het veld moeten zijn, datgene doen, wat zij kunnen  om het licht van de waarheid te brengen naar onze broeders en zusters, de hele wereld door, welke het zegel van God op hun voorhoofden zal plaatsen, zodat zij kunnen ontkomen aan de slachting van de Heer (Jes. 66:16) en dan gezonden te worden naar al de natiën om de tweede vruchten in het huis van de Heer ( verzen 19, 20) te brengen, en dan zal het einde komen. (Matt. 24:14) {2SC1:3.1}

Vandaar, dat Mt. Carmel, niet voor Z.D.A. ’s is om vestigen, zoals zij ergens anders gedaan hebben in het verleden, maar het is om hen wakker te schudden tot  het besef, dat zij zich overal moeten verspreiden, zoals mieren om de kerk en de wereld te wekken. {2SC1:3.2}

“HERZIE UW WEGEN”

“Omdat niet haastelijk het oordeel over de boze daad geschiedt, daarom is het hart van de kinderen der mensen in hen vol om kwaad te doen.” {2SC1:3.3}

De meeste van onze mensen zijn zo diep in slaap, en zo vreselijk verstomd, dat het schijnt, dat er niets is wat hun volledig kan wekken van de “Laodiceaanse treurige misleiding.” Zij bestuderen de boodschap en geven toe dat het de waarheid voor deze tijd is, verheugen zich erin en spreken erover met anderen, maar zij worden niet geraakt door de punten die hun eigen persoonlijke zonden en zorgeloosheid vermanen, waardoor zij zowel de morele als de fysieke wetten van God verbreken. {2SC1:3.4}

Studeert u alstublieft de gehele boodschap—de twee delen van “De Herdersstaf,” de traktaten en de Code, en tracht uit te vinden, waarin u zelf niet wandelt in haar brandende licht. Corrigeer dan die fouten meteen als u verwacht, de beloften van God te verkrijgen. Negeer niet uw enige verplichting die “uw geheel verstand in beslag” moet nemen, de gehele aandacht, en  geschikt moet maken voor Zijn eeuwige Koninkrijk. {2SC1:3.5}

De meeste van onze mensen zijn ziek, omdat ze nog niet geleerd hebben hoe te leven. Corrigeer uw gewoonten.” Werpt van u weg al uw overtredingen, waardoor gij overtreden hebt, en maakt u een nieuw hart en een nieuwen geest, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls? Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere HEERE daarom bekeert u en leeft.” (Ezech. 18: 31,32) {2SC1:3.6}

U zult misschien niet alles erover verstaan, maar dat zal u niet verontschuldigen, om uiteindelijk de kleine dingen te doen, die u reeds volledig weet. Begin met de A, B, C in de wetenschap van hervorming, zoals u dat zou doen op een lagere school, geleidelijk klimmend op de ladder van volmaaktheid zoals u dat zou doen van de eerste klas tot aan een opleiding aan de universiteit. Zoals u niet in staat bent op de scholen van de wereld de hogere klassen vooraf aan de lagere te begrijpen, zo zal u nooit alle wetenschap in fysiologie of de mysteries van de wetten van God van boven af naar beneden in een keer leren. Bovendien, als u niet gewillig bent de kleine dingen in het leven correct te doen, wat zal u dan dringen in gebed uw ziel te kwellen voor de kracht die u nodig heeft om de grote dingen te doen? {2SC1:3.7}

Niemand kan succesvol, naar een hogere positie gepromoveerd worden, totdat hij bewijst trouw en bekwaam te zijn op een lagere plaats. De apostel Paulus zegt: “Zo wij eten, of drinken, of wat gij ook doet, doe het al ter verheerlijking van God.” Dat wil zeggen, niemand kan op een lukrake manier de noodzakelijke dingen van het leven doen en toch onschuldig staan voor de Heer.  Zijn opdracht is: “Weest gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.” (Matt. 5: 48) {2SC1:3.8}

GETUIGENISSEN

‘Heel hartelijk dank voor de Symbolische Code.’ Ik heb ze allemaal gelezen en velen herlezen. Ze hebben mijn sterk verlangen te helpen in het werk van de Heer aangewakkerd. Ik heb mij vaan terneergeslagen gevoeld omdat de weg gesloten leek naar allen behalve zij met de hoogste opleiding. {2SC1:3.9}

Ik dacht dat iedere Adventist geloofde in de geschriften van Zr. White, maar de Symbolische Code heeft mijn ogen geopend. Ik weet dat velen roekeloos waren, en niet getrouw stonden aan de waarheid, maar ik dacht nooit dat deze boze koers vanwege ongeloof kwam. Ik ben blij dat de Herdersstaf kwam. Ik had het nodig. {2SC1:3.10}

(Getekend) Mw. E.N.

Geliefde mensen in het Geloof:

‘Wij zijn bezig geweest, en zijn nog steeds bezig in te kijken en de boodschap te bestuderen. Wij zijn steeds meer overtuigd dat het een tijdige boodschap is voor de Z.D.A. kerk. {2SC1:4.1}

“Toen onze kerkleiders broeder G’s lidmaatschap weg stemden, voor geen enkele andere reden dan zijn geloof in dit toegevoegde licht aan de Derde Engel Boodschap, en toen zij zichzelf rechtvaardigden, terwijl zij tegengesteld gingen aan goddelijke autoriteit, is het genoeg om wie dan ook te overtuigen dat onze broeders en zusters hun ruggen gekeerd hebben ‘tegen Christus hun Leider.’” (Testimonies for the Church.” Vol. 5, p. 217) {2SC1:4.2}

(Getekend) N.K.

Geliefde broeders en zusters in Christus:

“Woorden kunnen niet mijn vreugde en genot en waardering uitdrukken, voor het goede werk van de Herdersstaf. Ik ben overtuigd dat het verloren of gered uitspeld, voor iedereen die het ooit leest. Het is zeker de laatste boodschap voor ons volk (de Zevende Dag Adventisten), om het te ontwaken tot een besef van hun eigen toestand. Oh, moge de Heer ons helpen om dit licht meer te bestuderen, en volledig te aanvaarden door Zijn genade en door geloof. Ik hou ervan en moge Zijn zegeningen met u en blijven en met allen die het bestuderen. Het is wat wij lang geleden nodig hadden, en mag ik eraan toevoegen? Als u geld nodig heeft voor ondersteuning, mag u mij aanspreken en hoe weinig ik door Zijn genade kan geven, zal ik blij zijn om te helpen.” {2SC1:4.3}

(Getekend) E.W.

“Door de voorzienigheid van de Heer, kwam ik ongeveer een jaar geleden naar Denver, en werd aldus in contact gebracht met de boodschap van de Herdersstaf. Ik ben dankbaar voor dit waardevol licht en voor de heerlijke waarheid die ik leer, en voor de toegevoegde kennis over gezondheidshervorming. Ik heb geen dosis medicijn genomen, vanaf ik deze waardevolle boodschap heb geaccepteerd, terwijl voor die tijd, ik niets minder was dan een medicijn vriend. {2SC1:4.4}

“Ik bezoek iedere bijeenkomst die ik mogelijk kan bezoeken, en mijn gebed is dat mijn geloof sterker mag groeien, en dat de Heer mij zal zegenen met gezondheid, dat ik ook mag meehelpen deze wonderbaarlijke waarheid te verkondigen. {2SC1:4.5}

“Oh dat Gods volk hun ogen mogen openen en de grote zegeningen mogen ontvangen, waarop Hij wacht om hen ten dele te laten zijn.” {2SC1:4.6}

(Getekend) Mw. B.T.A.

Geliefde broeders en zusters,

Ik ben zo gelukkig in staat te zijn, om de waarheid voor deze tijd te zien, en terwijl ik in slaap was, heb ik ooit licht verworpen en ik dank de Heer voor de Herdersstaf. Ik ben een betere Z.D.A hierdoor, en ik ben vastbesloten tot aan het einde toe te gaan met de waarheid in “de Herdersstaf.” Ik geniet van de studies en ik denk dat het verschrikkelijk is te weten dat de leiders zo ver zijn gegaan, als ze dat gedaan hebben, en zij leiden nog steeds onze mensen in duisternis. Ik kan u niet vertellen hoe gelukkig ik ben, dat ik een Herdersstaf volger genoemd mag worden. {2SC1:4.7}

(Getekend) Mw. B. J.

EEN SMEEKBEDE VAN OVER DE OCEAAN

Geliefde broeder Borolinger:

Heb net het liefelijke traktaat van de profetie van Ezechiel ontvangen. Het was een hele aangename en interessante, en van grote waarde voor mij. Ik zal vanmorgen de deur van mijn kantoor sluiten en op mijzelf blijven zodat ik het nauwkeuriger deze wonderbaarlijke uitlegging van de profetie van Ezechiel kan bestuderen... {2SC1:4.8}

Enkele dagen geleden kwam een gezelschap van elf inclusief drie van ons in de familie, bij elkaar om sommige van de interessante punten in De Symbolische Code te lezen, en selecteerden citaten van de geschriften van Zuster White. Wij waren in het bijzonder geïnteresseerd in de bewering gevonden in ‘Early Writings,” blzdn. 269-272 en 277 en “Testimonies to Ministers,” blz. 469, met betrekking tot de schudding,… waarna ik De Herdersstaf moest brengen en hen de gehele geschiedenis ervan moest geven. Zij die aanwezig waren, namen een besluit om te bidden en te vasten in het belang van onze kerkleden die afwezig waren, dat zij dit wonderbaarlijk licht mogen inzien, en deze boodschap geloven en de geschriften van de Geest der Profetie. Wij besloten de laatste Sabbat van elke maand te reserveren voor gebed en vasten, en wij vragen oprecht dat u broeders en zusters, die een deel van deze hervormingsbeweging zijn, ons gedenken, op deze bepaalde data. {2SC1:5.1}

(Getekend)       J.J.K.

VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vr.: “Als de kerk gereinigd moet worden voor de afsluiting van de genadetijd en rein moet blijven zonder enige zondaar erin, wat gaat u dan doen met de bewering in “Early Writings,” p. 71, waar het zegt: sommigen zullen komen tot aan de tijd van het vallen van de plagen en zien dat het nodig was dat zij gehouwen en glad gemaakt moesten worden voor het gebouw”?” {2SC1:5.2}

Antw.: Hoewel “Early Writings,”p. 71 suggereert, dat zondaren in de kerk zullen blijven tot na de afsluiting van de genadetijd, zijn er andere citaten die het bewijs geven, niet door suggestie, maar door positieve woorden, dat God een volk zal hebben als een kerk, “rein en trouw.” Zie “The Great Controversy,” p. 425; “Prophets and Kings,” p. 725; “Testimonies for the Church,” Vol. 5, p. 80; Jes. 52:1, etc. lees dan de Code van december, blzdn. 7-10. {2SC1:5.3}

Er is genoeg bewijs om aan te tonen dat de kerk gereinigd zal worden, en daar deze bewijzen net zo origineel zijn als “Early Writings,” p. 71, hoeven wij niet al deze als waardeloos af te doen, terwijl wij vasthouden aan  wat de bewering van “Early Writings, schijnt te suggereren, als de basis om de waarschuwing die God gestuurd heeft te verwerpen, maar beter “Early Writings,” in harmonie brengen met al de rest van de geïnspireerde openbaring. {2SC1:5.4}

Zij die gewillig zijn alles te riskeren, op grond van een geïnspireerde bewering, en een andere te negeren, met de bedoeling zekere eigen gekoesterde ideeën uit te voeren, doen dat op dezelfde gronden als zij die de gedachte van de onbewuste toestand van de doden doen, de eeuwige marteling van de goddelozen, de doop door besprenkeling, de Zondagviering in plaats van de Sabbat, de toestand van de millennium, enz. Vandaar dat als deze populaire leraren die moeite hebben met een mug, maar een kameel doorslikken,  teneinde hun valse leerstellingen te uit te dragen, zij de duivel dienen, en dan zij die de boodschap van de reiniging van de kerk verwerpen, wanneer zij geconfronteerd worden met groter bewijs dan het idee van een onreine kerk, dienen ook de duivel, want zij verwerpen het op dezelfde voorwaarden als deze populaire onderwijzers van gekoesterde fabelen de waarheid van de bovenvermelde leerstellingen verwerpen. {2SC1:5.5}

Wij zouden nooit een idee moeten trachten vast te stellen op basis van het eens zijn met een Schriftuurlijke passage en het oneens zijn met een ander, want zulk een conclusie is even zeker foutief  te zijn, als wanneer iemand zou concluderen, dat wanneer de zon ’s avonds ondergaat, het nooit meer in de morgen zal opkomen. De student der waarheid zou “Early Writings,” in harmonie moeten brengen, met de verwijzingen gevonden op de bladzijden 7-10 van de Code van december 1935. {2SC1:5.6}

Hier bieden wij gedachten aan, die indien zij niet iedereen tevreden stellen, zij tenminste voldoende bewijs zullen geven, dat er een ander rechtmatige manier is, om harmonie in stand te houden, met de bewering gevonden in “Early Writings,” en met de reiniging van de kerk, naast het idee van een onreine kerk. Ten eerste, beweert eerste geschriften niet, dat diegene, die “weigeren gehouwen te worden,” leden van de kerk waren. Nog minder bewijzen de woorden “ zullen opkomen tot aan de tijd van het vallen van de plagen,” dat deze plagen de “zeven laatste plagen,” zijn, want er moeten andere plagen zijn voor de zegen, om ze dus “de zeven laatste,” te maken, want anders kunnen zij niet de laatste zijn. {2SC1:5.7}

Er zijn drie voor de zeven laatste. Zie ook Openbaring 9:20. lees ons traktaat nr. 5, “De Zeven Bazuinen,” blz. 62-93. Nog minder maakt de bewering: “Hij die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe, en die vuil is, dat hij nog vuil worde, en die rechtvaardig is, dat hij nog rechtvaardig worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde,” het zo, want wat waar is bij de uiteindelijke afsluiting van de genadetijd, is niet alleen waar voor de afsluiting van de genadetijd voor de kerk, maar ook op ieder moment wanneer de genade tijd van welk volk dan ook afsluit. De angstaanjagende verkondiging van de uiteindelijke afsluiting van de genadetijd was ook uitgesproken toen Noah de ark binnenging en de goddeloze menigte van de antediluviaanse wereld aan de barmhartigheid van de vloed overliet, zoals onze moderne wereld zal worden overgelaten om verloren te gaan in de plagen. {2SC1:6.1}

“Early Writings,” werd geschreven aan het begin van de Advent boodschap en niet bij haar einde. Vandaar dat zoals de reiniging van de kerk in die tijd niet was geopenbaard, wordt het gevaar voorzegt op blz. 71 en het advies daarin gegeven, niet op een andere mogelijke manier gesteld worden en toch, begrepen, zij die toen betrokken waren, de bedoeling om hun te waarschuwen voor de consequenties van de feiten die zij reeds begrepen; dat wil zeggen, als het gesteld was op dezelfde manier, waarop wij het nu begrijpen, had de Heer hen in die tijd, de boodschap die wij nu aan het ontvangen zijn moeten geven, want anders zouden zij geen idee hebben gehad van het uiteindelijke resultaat van hun geestelijke toestand. {2SC1:6.2}

Vandaar dat zij die verder licht weigeren op welk onderwerp dan ook, even slecht zijn als de beschuldigende joden in de dagen van Christus, en als de rebellerenden tegen de boodschappen tijdens de lange reformatie tijdsperiode. Bovendien, werd de bemoediging gevonden in “Early Writings,” p. 71 en ergens anders, in eerste instantie geschreven om diegene die in die tijd leefden te instrueren; ten tweede voor diegene die nu leven, en ten derde voor diegene na de reiniging van de kerk. Vandaar dat hoewel die niet belijdende zondaren, die nu in de kerk zijn, nooit de zeven laatste plagen mogen zien, zoals zij die leefden in de tijd dat “Early Writings,” was geschreven, zullen diegene, die een kans krijgen gehouwen te worden voor het gebouw, in de Luide Roep van de Drie Engelen Boodschap en zich tot de kerk te voegen, maar die het houwende proces voor zich uit schuiven, tot aan de tijd van de zeven laatste plagen komen en aldus zal het gekoesterde idee van de bewering van de vragensteller, op deze wijze haar volmaakte vervulling ontmoeten. {2SC1:6.3}

Als er iemand zou zijn, die de mogelijkheid van het bovenstaande in twijfel trekt, dan kunnen zij evenzo beweren, dat Zuster White helemaal fout was, vanwege het feit dat diegene aan wie de bemoediging toen was geschreven, reeds dood zijn zonder dat zij gekomen zijn tot aan het vallen van de plagen. {2SC1:6.4}

Zij die vastbesloten zijn om alles vastgesteld te hebben zoals zij het willen hebben, zouden als zij leefden in de tijd van de apostelen, en als zij de voorkeur eraan gaven hun standpunt in te nemen met de goddeloze joden in plaats van beschuldigingen te dragen aan de kant van de gehate apostelen, zouden zichzelf hebben verontschuldigd van de zegeningen van het Evangelie van Christus en een open deur vinden om weg te gaan, door de Handelingen van de Apostelen1:18 te beschuldigen als tegenstrijdig aan het Evangelie volgens Matt. 27:5, want Mattheus beweert dat Judas,” de zilverstukken in de tempel gooide, en vertrok en ging en zichzelf ophing,” terwijl de Handelingen zegt: “Deze dan heeft verworden een akker, door het loon der ongerechtigheid, en voorwaarts overgevallen zijnde, is midden opgeborsten en al zijn ingewanden uitgestort.” {2SC1:6.5}

De Geest der Profetie zegt: “Het overblijfsel dat hun zielen reinigt door de waarheid te gehoorzamen, vergaren kracht van het beproevende proces, de schoonheid van heiligheid vertonend, te midden van de omringende afvalligheid… Het grote kwestie, die op het punt staat te gebeuren, zal diegene die God niet aangesteld heeft uitwieden, en Hij zal een reine, trouwe geheiligde bediening  hebben, die gereed is voor de late regen.” (B—55” 1886) {2SC1:6.6}

“De engel moet een merkteken op de voorhoofden plaatsen van allen die zich gescheiden zijn van zonden en zondaren, en de vernietigende engel zal volgen, om volledig zowel oud en jong te slachten.” – Testimonies for the Church,” Vol. 5.p. 505. {2SC1:6.7}

Het bovenstaande citaat heeft geen uitleg nodig, even als “Early Writings, p. 71. Het is vaststaand, dat voordat Gods volk het zegel ontvangt, zij zichzelf moeten afscheiden van zonde en zondaren, terwijl de tegenstanders van de Herdersstaf beweren dat de scheiding plaats vind nadat de verzegeling voleindigd is—na de afsluiting van de genadetijd. {2SC1:6.8}

Geliefde br. Houteff,

In de brief van mijn echtgenoot sluit ik verschillende vragen bij, waarvan ik zou willen dat u ze uitlegt: {2 SC 1.7.1}

Hoe kunt u de tienden gebruiken voor het kopen van eigendom, en toch in harmonie zijn met wat Zr. White heeft geschreven in “Testimonies for the Church, Vol. 9, pp. 247-252, met betrekking tot haar gebruik? Als zij het juist heeft, bent u zeker fout. {2 SC 1.7.2}

Antw.: Wij zijn verheugd om publiekelijk deze vraag te beantwoorden, en danken deze zuster voor haar oprechte poging om ons recht(vaardig) te houden met onze God. Wij zijn ook blij da zij wenst in volledige overeenstemming te zijn met Zr. White’s geschriften en dat zij zich houdt aan de instructies gevonden in de bladzijden, waartoe zij onze aandacht vraagt, en waar wij van citeren: {2 SC 1.7.3}

“Maak uw klachten duidelijk en openlijk, en in de juiste geest, kenbaar aan de juiste personen. Stuur uw verzoeken in voor dingen die aangepast moeten worden, en op orde gezet; maar trek u niet terug van het werk van God, en bewijs zo niet uw ontrouw, omdat anderen het niet goed doen.” (9 T. 249) {2 SC 1.7.4}

Onze enige doel in het leven is om trouw te zijn aan het Woord van God—De Bijbel en  de Geest der Profetie—trouw in onze taken en een zegening voor Zijn volk—wij hebben geen andere plannen. Daarom nemen wij de vrijheid om de bladzijden door te lezen waar onze aandacht voor gevraagd is, met de intentie om streng te voldoen, aan de instructies die daarin gevonden worden. {2 SC 1.7.5}

De lezers van de Code zullen duidelijk zien, door het bestuderen van de bovenstaande bladzijden waarnaar verwezen wordt, dat de instructies daarin voor hen zijn, die tiende te betalen hebben, en dat zij niet voor zichzelf moeten beslissen wat ermee gedaan zou moeten worden, en aan wie het betaald zou moeten worden, maar dat zij streng aan Gods vereisten moeten voldoen, zoals zij zegt: “Sommige zijn ontevreden geweest en hebben gezegd: “Ik zal niet langer mijn tiende betalen; want ik heb geen vertrouwen in de manier waarop dingen in het hart van het werk beheerd worden.’ Maar zult u God beroven, omdat u denkt dat het beheer van het werk niet correct is ?” (Id. 249) {2 SC 1.7.6}

Daarom, of ons beheer van de tiende goed of fout is, nadat de tiende naar de “voorraadschuur,” is terug gegeven, hebben de tienden betalers hun taak gedaan en staan zonder schuld voor God, terwijl alleen de rentmeesters van Gods voorraadschuur van die tijd af haar verantwoordelijkheden dragen. Dit is de optelsom, van de inhoud in de bladzijden waartoe onze aandacht is geroepen, behalve dan te zeggen, dat de tiende voor het werk van de Heer gebruikt moet worden, en niet voor wat voor ander werelds doel dan ook. {2 SC 1.7.7}

Vandaar, dat als wij de tiende voor wat voor wereldse lijnen dan ook hebben toegepast, of het voor het kopen van land , of voor welke ander onderneming dan ook is, dan zijn wij, als rentmeesters van Gods “voorraadschuur,” schuldig en staan dan ter vermaning op gronde van verkeerd beheer, maar als wij het geld van de Heer wijselijk gebruiken voor de vooruitgang van Zijn zaak, of het, het investeren van land, in literatuur, of voor arbeid gebruiken, etc, hebben wij niet gezondigd. {2 SC 1.7.8}

De tiende behoren aan de dienstknechten van God – aan de bedienaren van Zijn heilige dienst. Nu is de vraag: Wat moeten Gods dienstknechten ermee doen? Men kan zeggen: Zij moeten het Evangelie ermee prediken. Dat is waar, maar dollars op zichzelf kunnen niets prediken, behalve als zij uitgegeven worden voor dingen die nodig zijn in verband met het Evangelie. Dientengevolge zijn wij geconfronteerd met de vraag, welke dingen vereist zijn om dit zo belangrijke werk uit te voeren. Wij als Z.D.A, ’s, zijn opgevoed, als regel, dat de tiende verondersteld wordt het salaris van de predikanten te betalen, hetgeen zij uitgeven aan verblijf, kleding en schoenen, reiskosten etc. en daar stoppen wij, het feit over het hoofd ziend dat de predikanten, evenals de leken, ook vereist zijn tiende te betalen (Num. 18: 26-28), offers en goede doelen fondsen. Dit is wat wij gedaan hebben. {2 SC 1.7.9}

Stel dat er een behoefte is aan een zeker project, zoals de ene die gelanceerd is (voor het bouwen van het “kamp) op Mt. Carmel, en de leken kunnen niet de noodzakelijke fondsen voor haar afronding aanleveren, terwijl de bedienaren dat kunnen, maar daar zij geen ander inkomen hebben dan de tiende, zouden zij dan om deze reden hun overvloedige voorraad tiende aan zichzelf besteden voor extra zaken, terwijl zij verzuimen de plannen voor het grootst nodige project in het werk van God uit te voeren, alleen omdat als zij geven uit hun middelen, zij het uit de tiende moeten nemen? {2 SC 1.7.10}

Wij denken, dat als de tiende des Heren is, en als het alleen voor de vooruitgang van het Evangelie gebruikt moet worden, dan mogen de bedienaren van het Evangelie, niets gemoeid laten voor haar ontwikkeling, of het nu hun  tijd of tienden vereist. Als zij de tienden op geen enkele andere manier konden gebruiken, behalve door zichzelf te voeden, dan zou de tiende niet langer van de Heere zijn voor de vooruitgang van Zijn zaak, maar eerder ter bevoorrading van de tijdelijke node van diegene die verondersteld worden, betrokken te zijn bij het Evangelie. Zo een programma zou een middel zijn, om de Evangelie bediening de meest zelfzuchtige van godsdienstige mensen in de wereld te maken—net als de priester en de Leviet die voorbij de gewonde man gingen die dieven, aan de kant van de weg gelaten hadden om te sterven. (Lu. 10:31,32) {2 SC 1.7.11}

Wij hebben het geld van de Heer in niets werelds geïnvesteerd, en zouden niet kunnen, vanwege het feit, dat onze enige zaak de zaak van de Heer is Het stuk land en het bouwprogramma van Mt. Carmel is niet een wereldse; het is in het plan van God. Zie Ezechiël 4:2. Bovendien, daar het gebruikt moet worden te bate van de bedienaren even als de leken, en aangezien de bediening door het betalen van tienden hun eigen huur moeten betalen en hun eigen huizen moeten bouwen waarin zij wonen, als wij geen tiende gebruiken voor dit vereist invloeds-centrum, dan zouden de bedienaren door niet aan haar voleinding een bijdrage te doen geen recht op zichzelf hebben op deze heuvel, die de “komst van de grote en geduchte dag van de Heer,” zal verkondigen en als wie dan ook van hun, voor wat voor tijd dan ook hier zou komen wonen, zouden zij zich aan de leken opdringen. {2 SC 1.8.1}

Dientengevolge, zou ieder ander plan dan die ene die wij volgen voor de investering van de middelen die God aan ons heeft toevertrouwd, het werk van de verzegelende boodschap vertragen, wreed ten opzichte van de leken, ongunstig voor onze Christelijke karakters, en ons laten handelen als parasieten-zoals diegene die God verwijt, door de volgende scherpe woorden: “En deze honden zijn sterk van begeerte, zij kunnen niet verzadigd worden, ja het zijn herders, die niet verstaan kunnen , zij allen keren zich naar hun weg, elkeen naar zijn gewin, elk uit zijn einde.” (Jes. 56: 11) Zie traktaat nr. 4 : “Het Laatste Nieuws voor Moeder,” blz. 80-84; Code nr. 14 (augustus), blz. 2-7; Code nr. 16 (oktober), blz. 4,5; Code nr. 14(augustus), blz. 9. {2 SC 1.8.2}

Wij gevoelen zeker dat de vijand van De Herdersstaf, deze vraag in het verstand van deze zuster heeft geplaatst, want het hoofddoel van de duivel is om te beschuldigen, door het witte, zwart te laten lijken en het zwarte wit; hij verteld nooit de waarheid. Daarom zijn wij niet verbaasd om zijn streken en staan wij gereed hem op zijn eigen gronden te ontmoeten. Hadden wij niet zo een investering gemaakt van de tienden dan zou hij ons beschuldigd hebben van het op te potten, maar wij danken God voor het leiden van ons in alle waarheid, en zodoende, iedere keer de tegenstander te overwinnen wanneer hij zijn draakachtige mond open doet. {2 SC 1.8.3}

Vr.: Heeft broeder Houteff enig licht op wie de “koning van het noorden,” of de “koning van he zuiden,” vertegenwoordigt? {2 SC 1.8.4}

Antw.: Het antwoord op de bovenstaande vraag wordt gevonden in “A Word tot the little flock/Een Woord aan de kleine kudde,” een van de eerste Z.D.A uitgaven, waarin Zuster White zegt: “Ik zag allen die ‘niet het merkteken van het Beest zouden ontvangen, en van zijn Beeld, in hun voorhoofden of in hun handen, niet zouden kunnen kopen of verkopen. Ik zag dat het nummer (666) van het Beeld van het Beest was opgemaakt’.”—p. 19. “Michael zal opstaan in de tijd dat de laatste macht in hoofdstuk 11, tot zijn einde komt, en niemand zal hem helpen. Deze macht… wordt in het zicht gebracht in Openb. 13:11-18. Zijn nummer is 666.”—pp 8,9. {2 SC 1.8.5}

Het bovenstaande legt uit dat het twee hoornig beest die ene is aan wie het nummer 666 toebehoort, en dat dit beest van “Openbaring 13: 11-18,”en de “Koning van het Noorden,” van Daniel 11: 45, dezelfde macht zijn. Vandaar, dat de natiën die voorgesteld worden door dit bijzondere beest, en de “Koning van het Noorden,” of de “man,” die het hoofd moet zijn—koning—van de natiën in de tijd wanneer dit “beeld van het beest” (het twee-hoornig) de aanbidding afdwingt van “zijn beeld,” wiens beeld niets minder is dan het ding dat hij gemaakt heeft, om een gelijkenis te maken van het religieus-politiek systeem van het “beest voor hem,” (het luipaard-achtig beest van Openbaring 13: 1-10): dat is, een gelijkenis van het pauselijk systeem in de periode voordat het luipaardachtig beest, zijn dodelijke wonde ontving. {2 SC 1.8.6}

Aangezien de vervulling van deze profetie in de toekomst is, kunnen wij niet nu vertellen wie dan het hoofd (koning van het noorden) zal zijn, van deze profetische natiën (modern Babylon) dat gesymboliseerd wordt door het twee-hoornig beest. {2 SC 1.8.7}

Vr.: Is er een manier om te weten wanneer of ongeveer hoe lang het zal zijn voordat de slachting van Ezechiël Negen of eigenlijke reiniging van de Z.D.A. kerk plaats vind? {2 SC 1.8.8}

Antw.: Wij hebben geen idee hoe lang het zal duren voordat de zondaren uit het midden van ons, als volk, eruit gehaald zullen worden zoals getoond aan Ezechiël , maar wij weten dat wanneer de boodschap de kerk als geheel heeft bereikt, en iedereen ervoor of ertegen heeft besloten, dan zal de slachting meteen plaatsvinden. {2 SC 1.8.9}

Vr.:  De Herdersstaf leert, dat de schudding veroorzaakt zal worden door een boodschap aan de kerk (“Early Writings” 270), maar het kerkgenootschap leert dat de schudding veroorzaakt zal worden door de “Zondagswet.” As het kerkgenootschap juist is, zoals wij geloven dat zij is, dan is De Herdersstaf zeker verkeerd over het onderwerp van de schudding. {2 SC 1.9.1}

Antw.: Aangezien De Herdersstaf altijd in de hoogste mate wordt getest om haar leerstellingen te bewijzen en het kerkgenootschap altijd zonder twijfel geaccepteerd  wordt door haar leden, zijn wij gedwongen het standpunt te bewijzen dat door de Roede wordt ingenomen, ten eerste door de Geschriften, ten tweede door de Geest de Profetie en ten derde door gezond verstand. {2 SC 1.9.2}

De Bijbel leert dat de Heer “Jeruzalem, (de kerk) met lantarens zal doorzoeken, en Ik zal bezoeking doen over de mannen, die stijf geworden izjn op hun droesem, die in hun hart zeggen: De HEERE doet geen goed, en Hij doet geen kwaad”; eigenlijk zeggen zij: De Heer heeft het aan ons overgelaten om Zijn zaak te verdedigen en de duivel het zijne, waartegen de Heer Zijn antwoord is: Ik zal Jeruzalem doorzoeken,” niet onzorgvuldig, en in duisternis, maar nauwkeurig met lantarens belicht. (Zef. 1:12) “Ik zal het huis Israëls onder al de heidenen schudden, zoals goud geschud wordt in een zeef en niet een steentje zal er ter aarde vallen. Alle zondaars van Mijn volk zullen door het zwaard sterven, die daar zeggen: Het kwaad zal tot ons niet naderen, noch ons overkomen.” (Amos 9:9,10) “Want in het binnenste van het land, in het midden van deze volken, zal het alzo wezen, “gelijk de afschudding van de olijfboom, gelijk de nalezingen wanneer de wijnoogst geëindigd is. Die zullen hun stem opheffen, zij zullen vrolijk zingen vanwege de heerlijkheid des HEEREN, zullen zij juichen.” (Jes. 24: 13,14) {2 SC 1.9.3}

De bovenstaande Schriftgedeelte verklaart, dat de kerk nadat zij geschud is, zal “zingen van de heerlijkheid des HEEREN,” dat wil zeggen, de schudding zal de kerk maken wat zij hoort te zijn.” : Maar wie zal de dag van Zijn komst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van de goudsmid, en als zeep van de voller.” (Mal. 3: 2) Het volgende zal de vraag beantwoorden, met betrekking tot welke middelen de Heer zal aanwerven om de schudding te bewerkstelligen? {2 SC 1.9.4}

‘Ik vroeg de betekenis van de schudding, die ik gezien had en mij werd getoond, dat die veroorzaakt zou worden door het rondborstige getuigenis, dat uitgelokt wordt door de raad van de Waarachtige Getuige, aan de Laodicensen gegeven. Dit zal zijn uitwerking hebben op het hart van degene, die het aanneemt, en zal er hem toe brengen, om de standaard omhoog te heffen, en de naakte waarheid te spreken. Sommigen zullen dit direkte getuigenis niet kunnen verdragen. Zij zullen er zich tegen verzetten en dit zal een schudding onder Gods volk veroorzaken.” (Early Writings,” p. 270/ Eerste Geschriften. Blz. 325) {2 SC 1.9.5}

“In de grote zifting, die spoedig zal plaatsvinden, zullen wij beter in staat zijn om de kracht van Israël te meten. De tekenen openbaren, dat de tijd nabij is waarin de Heer zal laten zien dat Hij de wan in Zijn eigen hand heeft en de dorsvloer grondig zal zuiveren.” (Testimonies fort he Church,” Vol. 5, p. 80) {2 SC 1.9.6}

Aldus verklaren beiden, de Geschriften en de Geest der Profetie, dat Hij Zelf de kerk zal reinigen en dat wanneer het aldus gereinigd is, “de Heidenen,” haar “Gerechtigheid zullen zien, en al haar koningen” haar ,”heerlijkheid.” Bovendien, legt Christus in de gelijkenis uit, dat het Satans vastbesloten voornemen is om het onkruid te midden van het tarwe te zaaien. (Matt. 13:38) {2 SC 1.9.7}

Aangezien de “Zondagse wet,” door Satans eigen wil moet worden uitgevaardigd, niet door die van God, dan zou zo een methode om de kerk te reinigen, niet alleen in tegenstrijd zijn tot iedere geïnspireerde bewering, maar ook tot Satans vastbesloten voornemen, want zijn doel is niet om de het onkruid te brengen en hen dan eruit te plukken, maar eerder om het tarwe te laten verstikken door hun constante aanwezigheid. Nog minder is het zijn bedoeling de profetie te vervullen, want dat is wat hij zou doen, als hij de Zondagse Wet zou uitvaardigen, maar eerder hen verslaan. Vandaar dat als de kerk gereinigd moet worden door de wet van Satan, dan zou hij het werk doen wat God opgedragen heeft aan Zijn dienstknechten en hetgeen Hij Zelf moet doen. {2 SC 1.9.8}

Werkt Satan in het belang van God en Zijn kerk of ertegen?  Als hij ertegen werkt, zal hij nooit iets doen om de kerk te reinigen en profetie in vervulling te laten gaan. {2 SC 1.9.9}

Het enige wat hem ertoe zou dwingen om de Zondagse wet te laten doorgaan, en te gaan, “om oorlog te voeren tegen het overblijfsel en haar zaad.”(met degenen die overgebleven zijn, Openb. 12:17) is de reinheid van de kerk wanneer God door de slachtwapens van Ezechiël Negen het onkruid verwijdert dat het merkteken niet heeft ontvangen, en zelf dan zal satan de “zondagse wet,” niet uitvaardigen, tot nadat hij ieder ander wapen tegen de kerk heeft uitgeput. Vandaar dat, zolang de kerk  in haar huidige Loadiceaanse toestand blijft, er geen zondagse wet  of “oorlog,” tegen haar zal zijn, maar slechts een bluf, alleen om haar leden te laten denken dat zij vrij zijn van zijn valstrikken, en nog steeds tracht hen te laten vallen. Maar het ergste van het alles is daarin, dat zij diep in slaap zijn, hetgeen te zien is door het feit, dat denken dat satan verschrikkelijk hard werkt om Gods Woord in vervulling te laten gaan, om de zondagse wet uit te vaardigen, en niet bewust zijn, dat hij slechts met hen speelt net als een kat met een muis speelt, en de broeders en zusters, “aan wie de Heer het geestelijk belang van het volk heeft toevertrouwd,” (Testimonies for the Church,” Vol. 5, p. 211) zijn in plaats van het alarm te laten klinken om de kerk op te wekken, vastbesloten om zelf de stem het zwijgen op te leggen, van de Roede, en zodoende, wiegen ze haar tot een nog diepere slaap! {2 SC 1.9.10}

 UW GEZONDHEID IN DIT LEVEN VERLIEZEN, IS EVEN SLECHT ALS UW ZIEL TE VERLIEZEZN IN HET TOEKOMSTIGE LEVEN

“Een groep onderzoekers, die werkzaam zijn in een van de grote universiteiten van America hebben aangetoond, ten eerste:  dat tandplak veroorzaakt wordt door een bacterie genaamd bacillus acidophilus, die acteert op de koolhydraten van voedseldeeltjes (suiker en zetmeel), die aan de tanden vastkleven, en die zodoende een zuur ontwikkelt die het glazuur uit elkaar laat vallen, en zo holtes produceert; ten tweede: dat hoe schoner de tanden gehouden worden, hoe minder kans dat deze zuurvormende bacterie haar vernietigende werk kan beginnen; ten derde: dat in sommige gevallen, tot nu toe onbekend, een degelijk gebalanceerd dieet, rijk aan de noodzakelijke minerale zouten en vitamines, het aantal van deze bacteriën laat en  de frequentie van hun aanval doet afnemen. {2 SC 1.10.1}

“Zij hebben aangetoond dat van de kinderen op de openbare school, 85 tot 95 procent actieve tandbederf hebben. Maar in instituten die een eenvoudig maar adequaat dieet voeden dat laag is in suikers, slechts 5 procent actieve tandbederf heeft. {2 SC 1.10.2}

“Het Tijdschrift van de Amerikaanse Medische Associatie, de leidende autoriteit op het medische veld, heeft recentelijk de situatie redactioneel opgesomd door te zeggen: “Collectief genomen, demonstreren deze experimenten, dat tandbederf op grote schaal genomen, een ziekte is die gerelateerd is aan een dieet dat tekort schiet.” En verder: “Resultaten bewijzen dat pogingen om te voorzien in een verbeterd dieet in het algemeen worden beloond met een toename in weerstand tegen tandbederf.’ {2 SC 1.10.3}

“Op dit moment kan geen specifiek dieet worden geformuleerd. Maar aan de moeder die gretig is om de tandarts zo veel mogelijk te helpen, met betrekking tot haar familie tegen tandbederf, worden de volgende suggesties gegeven. {2 SC 1.10.4}

“Beoefen de kinderen om ‘hun vaatwerk schoon te maken’. Voorkom overvloedige hoeveelheden zoetigheid, gebak, en toetjes, aangezien dit vaak weigering veroorzaakt om genoeg hoeveelheden van andere voeding te eten. Dien voedsel op “zoals alle soorten fruit, tomaten, bieten, koolraap, wortelen, radijzen, kool, sla, spinazie, selderie, hele granen, noten en zuivere vegetarische oliën, “als toevoeging aan wat voor soort voeding gewenst is” en in overeenstemming met de instructies van de Heer. “Zij zullen de mineralen en vitaminen voorzien, die nodig zijn om bijna welke andere voedingscombinatie dan ook te balanceren, en dienen als een bescherming tegen voedingstekorten.”—Diet Dentistry Dentifrice,” pp 8,9. {2 SC 1.10.5}

————————

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Diegene, die zendingswerk zouden willen doen, door het gebruik van broeder Browns “Observaties van de ‘Eerste Vruchten,’, mogen zoveel kopieën als zij willen, gratis verkrijgen, door hun bestelling te zenden naar het kantoor van de Symbolische Code. {2 SC 1.10.6}

Wij danken allen die hun vriendelijke uitdrukkingen van hartgrondige sympathie hebben betoond, bij de dood van Zuster Charboneau. {2 SC 1.10.7}

—————————-

De Universele Uitgevers Associatie

Mt. Carmel Centrum

Waco Texas

>