fbpx

Deel 01 symbolische Code Nr. 10

De Symbolische Code

Nieuws Artikel

 Deel Een

 Nr. 10

 15 april 1935

                                                                              Los Angeles, Calif.                                                                             

         In Het Belang Van De Z.D.A. Kerkgenootschap

“AAN DE TWAALF STAMMEN DIE OVERAL VERSPREID ZIJN”

Al onze broeders en zusters verlangen ongetwijfeld te horen wat bereikt is met de reis naar Texas. We zijn nu gereed te rapporteren. {1SC10:1.1}

De verantwoordelijkheid die God in deze tijd op ons heeft geplaatst, is zo groot dat geen menselijke verstand het volledig kan bevatten of het te serieus kan nemen; dat is, God heeft ons de “woorden des levens,”gegeven  om tot Zijn dwalende kerk, te brengen, aldus het licht voor dit volk in onze handen plaatsend! Met andere woorden, we staan als het ware, aan het roer van het grote schip, waarvan aan boord Gods volk is, en als wij het schipbreuk doen lijden, zal iedereen overboord vallen. Vandaar dat als wij konden realiseren hoe groot de val zal zijn, ook wij “grote druppels bloed,” zouden zweten. Het kan zijn dat Hij Die de woeste wateren heeft gekalmeerd, met de woorden, “Wees stil,” de zee zal scheiden, en aldus, zonder de hulp van het schip, diegenen die niet verantwoordelijk is voor haar val, aan wal zal leiden. Maar wee over ons, als we of door een onbezorgde halfslachtige poging, of door een ijver die niet geïnformeerd is door goddelijke kracht, zo een angstaanjagende catastrofe te weeg zouden brengen. {1SC10:1.2}

Op dit moment gaan wij, vanaf de boodschap ons vond, de meest belangrijke stappen ondernemen. We smeken daarom ernstig de gebeden, van iedere Tegenwoordige Waarheid gelovige, zodat er niets gedaan kan worden, hetgeen God niet kan zegenen. {1SC10:1.3}

Het Woord van de Heer, klinkt in onze oren, zeggende: “En gij mensenkind, neem u een tichelsteen , en leg die voor u, en teken daarop een stad, Jeruzalem . En breng haar in staat van belegering; bouw een schans tegen haar, werp een wal op tegen haar, sla legerkampen tegen haar op breng aan alle kanten stormrammen tegen haar in stelling.” Ezech. 4: 1-2. {1SC10:1.4}

Vandaar dat we acht moeten slaan op de oproep, want anders zouden we het zwaar beladen schip op haar eeuwige vernietiging aansturen. {1SC10:1.5}

Om tegen “schansen” te bouwen en tegen haar een “wal” op te werpen, en “legerkampen” tegen haar op te brengen en “stormrammen”, zal een onbevreesde groep van Gideonnieten vereisen, die hun knie niet zullen buigen voor een slok. (Jud. &; 2-7). Gods volk uit oude tijden, reageerde terwijl ze de tabernakel bouwden, de twee tempels, en in de dagen van de apostelen, heel getrouw op hun roeping. Maar zullen wij nu aan het einde van deze wereld, terwijl we geschiedenis maken dat voor de eeuwigheid zal bestaan, ons terugtrekken of minder doen? God heeft ons grotere zegeningen verleend, dan Hij ooit op welk ander volk in welke tijd dan ook heeft verleend. Zullen we daarom door onze daden falen om Hem te laten zien dat wij Zijn grote gaven waarderen, net zoals zij deden? Laat iedere lezer van de Code deze vraag voor zichzelf beantwoorden. {1SC10:1.6}

Om de oproep te vervullen, moeten wij een “schans bouwen,” een wal opwerpen” en een legerkamp” en stormrammen  rondom opstellen”—Dit zal voor het huis Israels een teken zijn.” (Ezech. 4: 3) Vandaar dat de eerste vraag die gesteld moet worden is: “Waar zullen we bouwen? Het antwoord komt van Hem Die” het bestuur in Zijn eigen handen neemt (Testimonies to Mininsters, 300): “Te dien dag zal Israel….een zegen zijn in het midden van het land (Jes. 19: 24). {1SC10:1.7}

Aangezien iemand een lamp in een hoek zet, maar eerder in het midden van de kamer, zo bouwde ook de wijze “landman,””een toren in het midden van” Zijn “wijngaard.” We leven in die profetische tijd, waar mannen heen en weer snellen” (Dan. 12:4) en waarin de Heer een snel werk doet.” (Rom. 9: 28). {1SC10:1.8}

Als gevolg daarvan, is de Lone Star Staat, die in het midden van het land is voor beide America’s : Noord en Zuid, de plaats waar we het “kamp” moeten opzetten, zodat het licht gelijk verdeeld wordt naar het oosten en naar het westen, noorden en zuiden. Bovendien moet het “kamp,”waar vandaan de “stormrammen” uitgestuurd moeten worden, centraal gesitueerd zijn, zodat de afstand tussen de “rammen,”en het “kamp,” tot de helft gesneden is , zodoende de tijd en de kosten voor transport en voorzieningen evenals de post te reduceren. Wij danken God voor zo een wijs plan als deze. {1SC10:1.9}

Daarom heeft Hij ons een van Zijn prachtige heuvelachtige meerover, grenzend aan Waco, Texas, een stad van ongeveer 60.000, maar toch ver genoeg ervan om weg van de wereld te zijn en haar kwade omgeving—ongeveer 5 mijlen van het centrum van de stad, en ongeveer 2 en een halve mijl van de stadsgrenzen. Daar ligt 189 hectare land voor ons “kamp.” [p.2] {1SC10:1.10}

“Aldus zegt de HEERE God aan de herders: Wee de herders van Israel, die zichzelf weiden! Moeten de herders niet de schapen weiden? Het vet eet gij, met de wol kleedt gij u, het gemeste slacht gij, maar de schapen weidt gij niet; zwakke versterkt gij niet, zieke geneest gij niet, afgedwaalde haalt gij niet terug, verlorene zoekt gij niet, maar gij heerst over hen met hardheid en geweldenarij. Zij raken verstrooid, omdat er geen herder is, en worden tot voedsel voor al het gedierte des velds; zo raken zij verstrooid.” (Ezech. 34: 2-5). {1SC10:2.1}

Vanaf toen de apostelen  stierven, hebben Gods schapen hun herders overvloedig voorzien van wol en vet, maar de herders, van die dagen tot aan deze hebben weinig tot niets gedaan voor de schapen. “Daarom gij herders, hoort het woord des Heren, Zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here Here, omdat mijn schapen tot een prooi geworden zijn, omdat mijn schapen tot voedsel geworden zijn voor al het gedierte des velds, doordat er geen herder is- want mijn herders vragen niet naar mijn schapen; de herders weiden zichzelf, maar mijn schapen weiden zij niet—daarom gij herders, hoort het woord des Heren. Zo zegt de Here Here: Zie Ik ben tegen die herders!Ik eis mijn schapen van hen terug, en Ik zal een eind maken aan dat schapenweiden van hen; de herders zullen niet langer zichzelf weiden, Ik zal mijn schapen uit hun mond redden, zodat die hun niet meer tot voedsel worden.”( Ezech. 34: 7-10) {1SC10:2.2}

Glory aan God , want Hij “heeft beloofd, dat waar de herders ontrouw zijn,Hijzelf, de leiding zal nemen over de kudde.” (5 T. 80). {1SC10:2.3}

“Jubelt, gij hemelen, want de Here heeft het gedaan; juicht gij diepten der aarde, breekt uit in gejubel, gij bergen, gij woud met alle geboomte daarin, want de Here heeft Jakob verlost en Hij verheerlijkt Zichzelf in Israel.” (Jes. 44: 23). {1SC10:2.4}

“Jubel en verheug u, gij dochter van Sion! Want zie Ik kom in uw midden wonen, luidt het woord des Heren, en vele volken zullen te dien dage gemeenschap zoeken met de Here en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal in w midden wonen, Dan zult gij weten, dat de Here der heerscharen mij tot u gezonden heeft.” (Zach. 2: 10,11). “Hij zal als een herder Zijn kudde weiden, in Zijn arm de lammeren vergaderen en ze in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtkens leiden.” (Jes. 40: 11). {1SC10:2.5}

“Ontwaakt,”mijn broeders en zusters, “ontwaakt”! Ziet u niet dat u tot voedsel bent geworden voor de beesten van het veld? Ontvangt u hulp van de herders? Zullen de herders niet de schapen voeden? Zullen ze niet de “lijdenden,” versterken? Zullen ze niet de ‘zieken’ genezen? Zullen ze niet de “verbrokenen,”verbinden? Zullen ze niet zij die “afgedwaald zijn,” terug brengen? Of zult u hun wrede handen versterken, zodat ze door kunnen gaan met de schapen te doden en zichzelf te voeden? “Zoekt de Here, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoet; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des Heren.” (Zeph. 2: 3) {1SC10:2.6}

Het is daarom noodzakelijk, dat wij sommige van de broeders en zusters naar Waco, Texas zenden, om de weg voor te bereiden voor het verhuizen van het hoofdkwartier door een tijdelijk gebouw op te zetten etc. zodat wij misschien in de komende twee maanden kunnen verhuizen, waarna wij plannen kunnen maken om andere gebouwen te bouwen, zodat wij in staat zullen zijn, om succesvol de boodschap aan de kerk te verkondigen, werk verschaffen voor ons volk, en de armen verzorgen, de zieken, de bejaarden evenals voor de kinderen onder ons. {1SC10:2.7}

Met het zicht op deze formidabele verantwoordelijkheid die God op ons gelegd heeft, zullen we ons dan niet verenigen in gekweld gebed met het doel dat God ons mag zegenen en ons wijsheid van boven mag geven, en Zijn volk in deze dagen gewillig mag maken, want de Heer zegt: “Uw volk is een en al gewilligheid, ten dage van Uw kracht. “Als gij gewillig zijt, en luistert, zult gij het goede des lands eten; maar als gij weigert en weerspannig zijn, zult gij door het zwaard verteerd worden; want de mond des Heren heeft het gesproken.” (Jes. 1: 19: 20). {1SC10:2.8}

———————————–

Geliefde Broeders en Zusters in de Tegenwoordige Waarheid—

De vele bemoedigingsbrieven, die wij de afgelopen verschillende weken hebben ontvangen, de meeste die aantoonden, dat u ernstig aan het bidden was, dat de Heer Zijn dienstknechten zou leiden in wijsheid en advies, terwijl zij zochten naar een centrale locatie voor het hoofdkwartier, waar vandaan het werk van het verkondigen van de boodschap aan de kerk uit te voeren, is door allen buitengewoon gewaardeerd en in het bijzonder door hen die als het ware, het land bespioneerden, en wij waren inderdaad heel gelukkig, om een goed verslag en een paar druiven van deze reis aan u te brengen, in de taal van de getrouwen vanouds, kunnen wij zeggen: “Wij zijn wel instaat om de stad over te nemen, maar wij weten dat dit alleen gedaan kan worden, als wij doen zoals de twee stijders vanouds deden, namelijk: “de Heer volledig volgen.” [p.3] {1SC10:2.9}

Het was al geruime tijd overduidelijk, dat het spoedig noodzakelijk zou zijn, om een iets meer centralere locatie te zoeken voor het kantoor, om het hele veld efficiënt te bedienen, vandaar dat zij op het hoofdkwartier, vele maanden, heel ernstig aan het bidden zijn geweest over deze zaak, en als ze voortgingen te bidden voor licht, heeft de Heer uiteindelijk definitief aangegeven, dat het prachtige Zuid California, niet meer het centrum kon blijven van Zijn werk voor de “verloren schapen van het huis Israel”, maar dat een oostwaartse koers te zien was in de stroom van de “fontein,”die zou zwellen in de grote rivier van Ezechiel’s profetie, en plannen werden spoedig geformuleerd waarbij een grondig onderzoek gedaan kon worden in het gebied dat door de Heer aangetoond is, waar het toekomstige hoofdkwartier gevonden zou worden. {1SC10:3.1}

Als reactie op de uitnodiging om leden te worden van het gezelschap uitgekozen om uit te kijken naar een nieuwe locatie, ontmoeten drie van ons elkaar in San Antonio, Texas, rond 1 februari, en meer dan twee maanden lang, hebben we naar  onze beste mogelijkheid, iedere aanwijzing van onze goddelijke Leider gevolgd, het land grondig doorzoekend  van San Antonio, tot Dallas en Fort Worth, hetgeen binnen het aangetoonde gebied is, waar de Heer ons gelokaliseerd wilde hebben. {1SC10:3.2}

Een ding was helder in onze gedachten betreffende het nieuwe thuis voor ons werk, en dat was dat het een landelijke basis moest zijn waar vandaan te opereren—een met ruimte genoeg om te demonstreren, dat de Heer geen fout heeft gemaakt, toen Hij ons door Zijn boodschapper vertelde, dat wij uit de stad moesten zijn, en in een omgeving bevorderlijk voor de gezondheid, en een waar wij voor de behoeftigen onder konden zorgen, en werkgelegenheid verschaffen aan diegene die aan het leren zijn hoe de boodschap te geven. {1SC10:3.3}

Terwijl wij in Waco waren, werd onze aandacht getrokken naar een eigendom, ongeveer vijf mijlen gesitueerd van het centrum van de stad, en vlakbij een zelf gemaakt meer, waarvan de watervoorziening van de stad werd gehaald, en hoe meer we deze locatie overwogen, hoe meer we overtuigd raakten dat de Heer ons naar deze plaats dirigeerde, zoals bewezen  werd door , “vele onfeilbare bewijzen,”die wij niet durven in twijfel trekken, aangezien het hele scenario, in eerste instantie,  in tegenstelling was tot welke menselijke planning, van ons zelf dan ook. {1SC10:3.4}

Dit eigendom bestaat uit 189 hectaren, de ene helft die in een hoge staat van ontwikkeling verkeerde, de andere in hout, waarvan het meest ceder of verschillende formaten bomen, en sommige eiken en iepen, en een paar andere soorten kleidere bomen, die zouden kunnen voorzien, behalve in brandstof, een zeer grote hoeveelheid hout voor de constructie van schuttingen en funderingen van gebouwen. Het land heeft een aan de voorzijde een snelweg van ongeveer 1 mijl, waarvan de ene helft, dit prachtige meer overziet, welke in de lengte enkele mijlen uitgestrekt is en in volledige zicht van het woudgedeelte van de plaats van het noordoosten naar het zuidwesten. {1SC10:3.5}

Vanuit de voorzijde van het meer, is er een steile toename tot een verhoging van ongeveer 300 voet, en dan is de oppervlakte van het land overwegend vlak en met uitzondering van twee of drie ravijnen die het woud scheiden in  twee heuveltop gedeelten, die geleidelijk terughellen naar het oostelijke en zuidelijke zijde van het landbouwland, zodoende voorziend in uitvoerige bouwgebied, voor alles wat noodzakelijk is, in ieder geval op dit ogenblik. {1SC10:3.6}

Er is niet de geringste gedachten in het hoofd voor grote dure gebouwen, want dit is altijd in tegenstelling geweest, tot de instructies gegeven in zulke zaken, en des te meer in deze tijd, waarvan we weten dat er maar weinig tijd is om het werk af te ronden. Daarom moet “eenvoud,” het wachtwoord zijn voor alles wat we doen, daar de Heer op het punt staat  “de arbeiders te verrassen door de eenvoudige middelen die Hij zal gebruiken om Zijn werk in gerechtigheid te volmaken.”—Testimonies to Ministers.” 300 {1SC10:3.7}

Daar wij verder geen licht hebben , dan dat we een begin moeten maken, hopen we toch spoedig iets meer definitiefs te hebben. Maar we zijn het over eens om een uitnodiging te sturen naar alle medegelovigen in Tegenwoordige Waarheid, om ons in ernstig gebed te verenigen, dat er in deze tijd geen fouten worden gemaakt. We zullen ook ieder voorstel, met betrekking tot hoe wij snel iets kunnen ontwikkelen, dat het dichts bij datgene zal zijn wat wij allemaal naar verlangden onder ons tot stand te zien komen, om ieder onderdeel van ons werk te vertegenwoordigen, eerst aan de kerk en incidenteel aan de wereld, ter voorbereiding voor het grootste van alle demonstraties wanneer de grote schare, het “huis van de Heer,”zal  worden binnen gehaald door de poorten die nooit gesloten zullen zijn. (Jes. 60: 11). {1SC10:3.8}

Het laatste maar zeker niet het minst belangrijke onderwerp, in verband met deze reis door Texas, is dat betreffende de nieuwe gelovigen in Tegenwoordige Waarheid. Hoewel het belangrijkste doel van deze reis , het zoeken naar een nieuwe locatie was voor het hoofdkwartier, voelden we dat een tweevoudig doel, kon worden nageleefd, dus gebruikten we alle tijd, waarin we niet op een of andere wijze bezig waren, met het studeren met ons geliefde mensen, waarvan velen hongerig waren voor datgene waarvan ze weten dat ze het nu ontvangen, en als gevolg daarvan zijn wij verheugd bekend te maken, dat er verschillende kleine gezelschappen zijn, langs het pad bestreken door deze tour, die zich verheugen in het voortschrijdende [p.4] licht van de Derde Engel Boodschap zoals voorgezet in de HStaf, en er komen reeds goede verslagen van hen, met betrekking tot de interesse die opgewekt is in hun betreffende gemeenschappen. {1SC10:3.9}

Hoe ernstig zouden we moeten bidden, dat God ons dezelfde passie voor zielen, zal toebedelen die de Man van Calvarie karakteriseerde, en de zielenangst die bezeten was door Hem die huilde over de stad van Zijn liefde en zorg, zodat wij in staat mogen zijn te zeggen zoals Hij deed: “Vader vergeef hen, want zij weten niet wat zij doen,” wanneer onze geliefde broeder en zusters ons onvriendelijk behandelen, want hun lasten zijn veel, en zij zijn niet bekend met de gezegende boodschap van Tegenwoordige Waarheid, en zijn daarom te betreuren, in plaat van te worden terecht gewezen. {1SC10:4.1}

(Getekend) V.T. Houteff

M.L. Deeter, E.T. Wilson

————————–

De Groeten : voor hun die van “Tegenwoordige Waarheid,” houden . {1SC10:4.2}

Zef.2: 3 –“Om geborgen te zijn in de dag van de toorn des HEEREN,” is onze smeekbede. {1SC10:4.3}

Deze verzegelende boodschap is nog waardevoller dan ooit te voren. Er zijn negen Adventisten hier: zeven zijn gelovigen in tegenwoordige waarheid; bidt alstublieft voor de andere twee. {1SC10:4.4}

Dat wij “niets kunnen doen tegen de waarheid maar voor de waarheid,”wordt op indrukwekkende wijze gedemonstreerd door de volgende ervaring: {1SC10:4.5}

Een bezoekende predikant kwam om ons te verlossen van misleiding. Hij bracht Zr. Colvin met hem, die de redenen beluisterde die hij gaf tegen de HStaf. De Heer stuurde br. Houteff, Deeter en Wilson precies op tijd. Ze werden dankbaar aanvaard als Gods boodschappers, en als gevolg zijn wij hier niet alleen bevestigd in de boodschap, maar er zijn ongeveer vijftien gelovigen in de Waco kerk, en meer aan het studeren! {1SC10:4.6}

Nu hebben we de volgende waarschuwing ontvangen door de bladen van de conferentie: {1SC10:4.7}

“Er zijn mannen op dit moment aanwezig in onze conferentie die zich voorgeven Adventisten te zijn. Het nieuwe licht dat zij beweren te hebben wordt niet aanvaard door onze organisatie… Om hun leerstellingen te aanvaarden, betekend ontbinden van gemeenschap met onze organisatie. We geloven dat wanneer de Heer nieuw licht voor ons heeft, Hij het door de leiders van deze organisatie zal openbaren en niet aan diegene die het bekritiseren.” {1SC10:4.8}

Hoewel ze onze namen mogen verwijderen van de kerkverslagen, zijn wij verheugd, dat het niet zal zijn voor het ongehoorzaam zijn aan de Z.D.A. boodschap en dat zij het niet kunnen verwijderen uit het boek des Levens van het Lam. {1SC10:4.9}

Moge God ons helpen om trouw te zijn! Dat wij “luid mogen uitroepen en niet besparen.” {1SC10:4.10}

(Getekend) Mw. R. F. Mc Conathy

Temple, Texas

Ik besef hoe ver van God wij zijn geweest. Ik voel mij zo zwak en onbekwaam om deze boodschap aan de kerk te geven, maar ik heb mijzelf en mijn alles aan God gegeven en vraag Hem, om mijn wijsheid en verstand te geven, dat Hij door mij mag werken, door Zijn Geest voor het redden van zielen. {1SC10:4.11}

(Getekend) Mw. Mollie Hartman

Montrose, Colo

Wij waarderen de Code zeker. We hebben speciaal genoten van de laatste {1SC10:4.12}.

Onze kerk hier heeft de tijd van het Heilig avondmaal veranderd, etc. van ‘s morgens naar ’s avonds, in de hoop om de “verstotenen ,” te weerhouden van mee te doen. Dit is de eerste keer dat zij dit ooit hebben gedaan. Hoe dan ook, gaan wij het gelegen laten uitkomen om daar toch te zijn, zoals de zusters in Wyoming deden. Zij hebben ons medeleven, en wij bidden, dat zij tezamen met onszelf en al de anderen, voortgaan alles te ondergaan voor onze dierbare Verlosser, Die zo veel meer voor ons heeft gedaan. {1SC10:4.13}

Bidt u alstublieft voor onze kleine groep hier. Wij gedenken jullie allen continu. Wij wensen Gods rijkste zegen over jullie. {1SC10:4.14}

(Getekend) Mw. J.C. Campbell

Columbia, S. Car.

Ik onderhoud nog steeds bijeenkomsten hier; ook hebben wij een gebedsgroep georganiseerd, die op donderdagavond bijeenkomt. De nieuwe (leden) die recentelijk met ons zijn bijeengekomen, vertelden sommige van de andere kerkleden, dat zij de aanwezigheid van de Heer daar konden voelen. Wij hebben ook sabbat middag studies. {1SC10:4.15}

Ik ben verheugd u te vertellen, dat wij nog een lid erbij hebben in ons gezelschap. De kerk stemde hem weg gisteravond, 4 maart. Hij is vastbesloten mee te helpen de broeders en zusters  in Zion te redden. {1SC10:4.16}

Wij willen graag dat u bidt dat God met ons verder zal gaan, en dat om meer zielen te zegenen en te redden. {1SC10:4.17}

(Getekend) Oran Richardson, Muncic, Indiana

EEN INTERESSANTE ERVARING VANUIT COLUMBIA, S. CAR.

Van een interessante uiteenzetting van Dr. John H. Young van Columbia, S. C. “De Twaalf Stammen Die Verspreid Zijn,” groetend,  doen wij hierbij verslag van een recente ervaring welke het kleine gezelschap had, waarvan de dokter de leider is, gedurende de tijd dat een Generale Conferentie veldsecretaris, de kerk in Columbia bezocht met het doel, de HStaf leerstellingen neer te halen. {1SC10:5.1}

Hoewel de predikant van de kerk, de dokter beloofd had dat hij en de bezoekende broeder het kleine gezelschap op maandag, dinsdag en woensdag 6 uur ’s middags te ontmoeten van de aangewezen week, voor de bijeenkomst, waren ze allemaal verrast om aan den lijve te weten te komen dat hetzelfde procedure plan, dat gevolgd werd in Charleston, ook werd uitgevoerd in Columbia, terwijl de tirade tegen de HStaf in scene werd gezet.  Het plan was om in plaats van zoals afgesproken was, met de gelovigen van de Tegenwoordige waarheid  boodschap bij een te komen, en hen te tonen wat de voorgegeven dwalingen waren van de Staf, alle tijd werd besteed aan het verkondigen van de zogenaamde ketterij, vanaf het kansel, niemand toestaand, een vraag te stellen, die de spreker op welke wijze dan ook erbij zou betrekken, of zijn betreurenswaardige onwetendheid van de HStaf boodschap aan te tonen. Later kwamen wij te weten dat het hun strategie was, om ons een voor een te ontmoeten, zodat de twee ouderlingen tezamen in staat konden zijn om een arme schaap alleen in de hoek te drijven! {1SC10:5.2}

De arts verteld dan over de teleurstelling van het kleine gezelschap, “die in het licht stonden,”toen ze te weten kwamen dat de ouderlingen niet met hen zouden samenkomen, maar zegt de dokter, “ze waren niet verslagen.” Ze waren eerder opgewekt.”  We hadden een goede reden voor gebed, en dankten God voor alles dat Hij voor ons had gedaan. Ik werd herinnerd aan de gedachte: ‘Een enig man onder u , zal er duizend jagen; want het is de HEERE, uw God Zelf, Die voor u strijdt.”’ (Joz. 23:10). {1SC10:5.3}

Onze broeder stelt verder: “Ik smeekte en pleitte met deze ouderling om te komen en ons te ontmoeten, maar hij wilde niet. Hij dacht niet dat het, het beste was om de groep te ontmoeten, maar hij zei dat hij zou kunnen komen en persoonlijk met mij praten, hoewel  hij dat nooit deed. Hij ging wel in gezelschap van de predikant van de kerk, een van onze zusters bezoeken, maar kon niets over de HStaf benoemen. Denkt u dat de Heer ze ervan weerhield om op zo een manier, uit te buiten? Ik geloof dat Hij dat deed. Ze belden een andere zuster en vroegen haar of ze langs konden komen, maar ze antwoordde hen meteen dat als ze niet konden afspreken met de groep, zij er helemaal niet voor voelde om met hun  af te spreken. {1SC10:5.4}

“Mijn gebed is dat de God van alle waarheid, Zijn volk mag zegene, en ons heiligen mag in Zijn waarheid, door de genade die is in Christus Jezus onze God. Broeders en zusters, laat ons voor elkaar bidden. {1SC10:5.5}

EENS SCHUCHTER, NU DOEND EN DURVEND

Recentelijk, stond de predikant hier op en zei: “Ik ga duidelijke taal spreken deze morgen. De Heer Wilson, de heer Deeter en ene heer Houteff, zijn op reis in Texas. Geef hun geen enkele financiële of fysieke ondersteuning, want ze onderwijzen de HSTaf, welke hoewel het voorgeeft licht te zijn, alles behalve licht is.” {1SC10:5.6}

Alle ogen werden meteen op mij gericht.. Toen ontmoette ik na de dienst de predikant bij de deur en vroeg aan hem of ik even met hem mocht praten, dus ging hij aan een kant met mij en ik zei: “Weet u dat  ik voor geen miljoen dollars in uw plaats zou willen zijn deze morgen?” Hij zie: “Waarom?” Ik antwoordde: “Omdat u Gods dienstknecht en Gods boodschap hebt veroordeelt, waar u niets van afweet, behalve dat wat u gelezen hebt  in een boek dat u van het huidige bestuur van St. Louis hebt gekregen.” Toen adviseerde ik hem om Gospel Workers, te lezen, het hoofdstuk genaamd: “Gevaar,” en 5 T. 80-1 en ze aan mij uit te leggen. {1SC10:5.7}

Een zuster aan wie ik een partij van de HStaf delen had geleend zei tegen mij: “Het maakt me niet uit wat ze zeggen, ik lees en ik ga door met lezen.”Er zijn velen die lezen, maar die zich niet toewijden, uit vrees dat zij uit de synagoge worden gezet. {1SC10:5.8}

Ik dank God voor de moet die Hij mij gegeven heeft, want ik ben altijd het wegkrimpende soort geweest..Ik dank Hem voor het licht van tegenwoordige waarheid. Ik heb deel 1 van de HStaf twee keer door en door gelezen in de afgelopen week, en iedere keer als ik het lees ontvang ik meer licht—en hoe helpen de “Codes,” mij: ik lees ze altijd twee tot driekeer door, tel de bladzijden en wenste dat er meer waren. {1SC10:5.9}

Ik bid voor al de dierbaren en verlang naar de tijd wanneer wij een gereinigde kerk zullen genieten. Moge God Zijn werk en werkers zegenen. {1SC10:5.10}

(Getekend) Mw. A, Oswald

Tom Ball, Texas.

SCHADUWEN VAN HET VERLEDEN

Vanaf de presentatie van de boodschap door Br. Houteffe in Keene algelopen week, verheugen tien zich in Tegenwoordige Waarheid, en het resultaat was dat op woensdagavond, de bidstond ons herinnerde aan gelijksoortige bijeenkomsten gehouden in de Methodisten kerken tien jaar geleden, in het trachten de kudde op te beuren, en het tevreden te laten zijn met hun eigen conditie, nadat de Z.D.A. in de gemeenschap was geweest. {1SC10:6.1}

(Getekend) Mw. J. O. Conrad

Keene, Texas

Wij zijn verheugd om de Code familie te vertellen dat Zr. Mullenix, een moeder van Israel, die ernstig gewond was geraakt in een auto ongeluk, vroeg in januari, dat de geneeskundigen vreesden voor haar leven, nu hersteld is. Ze zegt: “Ik ben weer thuis sinds na mijn ongeluk, en vrijwel van al mijn wonden genezen. Ik ben dankbaar voor de HStaf boodschap en dankbaar aan mijn liefhebbende Verlosser. {1SC10:6.2}

“Ik wil getuigen dat tegenwoordige waarheid, voor mij een aanwezige hulp was in alle moeilijke tijden, en dat het van mij een betere Z.D.A. heeft gemaakt dan ik ooit tevoren was. {1SC10:6.3}

“Ik waardeer de Code en kijk uit naar haar maandelijks bezoek. Het draagt een boodschap van God, waarvan ik bid dat onze kerken het zullen ontvangen voordat het te laat is.” {1SC10:6.4}

Mary Mullenix

Florence, Colo.

DE BOODSCHAP GROEIT NOG MOOIER

Hoe dieper ik de HStaf boodschap bestudeer, hoe helderder het licht voor mijn voeten wordt. Elke dag schijnt het nog mooier voort. {1SC10:6.5}

Ik heb heel lang gevoeld, dat mijn tiende naar de opslagplaats moet gaan van tegenwoordige waarheid, om te helpen haar licht naar de Z.D.A broeders en zusters wijd en zijd te zenden. Dus besloot ik afgelopen maand het daarnaar toe te sturen, en zal doorgaan daarmee zolang ik iets te sturen heb, want ik geloof met heel mijn hart, dat deze boodschap de reinigende boodschap is, “voedsel op zijn tijd,”van de grote Voorziener, en dat wij alles moeten doen wat wij kunnen, om te helpen om het naar andere hongerige zielen te dragen. {1SC10:6.7}

Ik wil waardig geacht worden om, omwille van Christus te lijden. {1SC10:6.8}

(Getekend) Mw. Lillian Davidson

Belfair, Wash.

EEN ANDERE BEREAAN

Ik kon nauwelijks wachten totdat de boeken en de traktaten aankwamen, om te beginnen ze te lezen. Ik wist dat ze waarheid waren van al mijn voorgaande Bijbels studies en lezen van de Geest der Profetie. Toen ik Deel 1 van de HStaf las, kwam het steeds weer tot mij door: wat dwazen en tragen van hart wij zijn geweest om niet al wat de profeten zeiden te geloven.” Men wordt herinnerd aan de discipelen die niet konden zien nog begrijpen, tot na de opstanding wat Jezus hen duidelijk vertelde. Ik lees met mijn ogen wijd open, en vergelijk Schriftgedeelte met Schriftgedeelte, als ik van een punt naar een andere ga. Natuurlijk maak ik bij al het lezen, aantekeningen  van vele punten, waarvan ik u later enkele vragen zal zenden, als ik het antwoord daarop niet vind terwijl ik doorlees, zoals ik verschillende gevallen heb gedaan. {1SC10:6.9}

Het lezen tot zover, heeft mij geleid om terug te kijken naar de ervaringen in mijn leven, om de waarheidsgetrouwheid te zien van alles wat de HStaf zegt met betrekking tot  het Z.D.A. kerkgenootschap…. Ik weet uit ervaringen als jongen en in de jaren vanaf toen de leerstellige, onchristelijke manier, van onderwijzen van de waardevolle leerstellingen van ons geloof, mij terug zetten in wanhoop en veroorzaakten dat ik een hopeloze staat overgaf, en zo een hele lange tijd te blijven. {1SC10:6.10}

Toen ik een tiener was, was ik gewend te zeggen: “Moeder, ik heb opnieuw al de profetieën en leerstellingen bestudeerd, en al deze Bijbellezingen overgeschreven in een memorandum, en ik kan in dit hele systeem van waarheid, zien waar er voorzieningen zijn gemaakt voor het overwinnende leven. Waar is die kracht van God, die iemand weerhoudt van vallen en van het ervaren van Romeinen hoofdstuk 7? Waar is het overwinnende leven?” En zij zei dan: “Wel zoon, je onderhoudt toch de sabbat?”—“Ja”. “En je betaald tienden en gelooft in de Geest der Profetie en gehoorzaamd de gezondheidswetten toch?” “Ja.” “Wel dan is het goed met je, je hoeft je geen zorgen te maken.” {1SC10:6.11}

Maar ik schoot te kort om overtuigd te worden. Wanneer men in zwakheid valt, het belijdt en vergeven is, en dat hetzelfde steeds weer en steeds weer doet, is daar geen zielerust in; dat is niet wat God in het nieuwe verbond heeft beloofd. Toch is dit precies waar de moeilijkheid en het probleem ligt met de rust van de Zevende dags Adventisten. Het is jammer. De predikanten zijn fout, en toch zijn de predikanten zelf nooit geleid in de ware en levende manier door hen op hun beurt hen in de waarheid hebben gebracht. “Spaar uw volk, O HEERE en geef Uw erfenis niet over toe een smaadheid, dat de heidenen over hen heersen, waarom zouden zij onder de volken zeggen, Waar is hun God?” (Joel 2: 17) {1SC10:6.12}

Ik dank God voor deze nieuwe waarheden van de HStaf, en ze moeten ertoe leiden om Gods volk er toe te dringen om de gevaarlijke toestand voor hun te zien, en de noodzakelijke ernst van zoeken van hervorming, die al lang overtijd is. Velen zijn het eens over hervorming, maar de nieuwe opdracht moet zijn opwekking en hervorming,  want om alleen de buitenkant schoon te maken van een kop en schotel doet geen goed. Slechts de correcte jurk, haar en uiterlijk vertoon zal totaal geen voordeel brengen. Christus moet van binnen uit gevormd worden, de hoop der heerlijkheid, anders is het verlies eeuwig.. we moeten wederom geboren worden: dragen wij de tekenen van de nieuwe geboorte? Hij die in God geboren is zondigt niet. Hebben wij hoop op het eeuwige leven? Hij die deze hoop heeft reinigt zichzelf net zoals Hij rein is. {1SC10:7.1}

Ik bid God dat door Zijn genade, ik deel mag hebben met Zijn volk in dit werk en boodschap…die ons terugbrengt naar de levendige ervaring van die dagen toe de Geest der Profetie eert gegeven was aan onze pioniers en sommige ontvingen het en sommige verwierpen het geschenk, dat God gezonden had om Zijn volk te verlichten. Wat mij betreft, ik wil een medearbeider zijn met hen die de zaak van tegenwoordige waarheid voortdragen. {1SC10:7.2}

(Getekend) L.C. Forsythe

Wapakoneta, Ohio

BEMOEDIGING VOOR ALLEN

Niet dat ik of ziek of ijdel was, maar omdat ik aan het geniete was van de getuigenissen van anderen, is de reden voor mijn stilzwijgen gedurende de afgelopen drie maanden, maar ik wil ook graag mijn getuigenis toevoegen in de huidige uitgaven van de Code, want God is goed voor mij geweest, en heeft mijn zwakke pogingen opmerkelijk gezegend, in de kleine hoek waar ik aan het werk was. {1SC10:7.3}

Door de broeders Houteff en Deeter te vergezellen in San Antonio,Texas rond 1 febr en samen met hen de grootste centra in de Lone Star staat bezoekend, tijdens de afgelopen twee maanden, heeft de Heer onze pogingen gezegend door vrucht te dragen in bijna iedere plaats waar we gestudeerd hebben met de mensen, en wij hebben een groep van tien of twaalf achter gelaten in ieder van de twee plaatsen, volledig toegerust, met verschillende geïnteresseerden, die de boodschap aan het lezen en bestuderen zijn. {1SC10:7.4}

Het is interessant om op te merken dat een van deze groepen, precies in de schaduw van het Conferentie kantoor van de Unie is opgericht, en in het dorp, waar een onze oude scholen gelokaliseerd is, en waar vele werkers en leraren wonen, wat allemaal aantoont dat zelf de grootste mannen onder ons niets kunnen doen tegen de waarheid maar voor de waarheid, en al de tirades in scene gezet tegen de mooie boodschap van tegenwoordige waarheid die de HStaf bevat, slechts meer interesse erin schept. {1SC10:7.5}

In antwoord op Zr. J.A. Dundore’s vraag in de februari code, met betrekking tot de vooruitgang van het werk, wil ik zeggen dat ik aanwezig was in Charleston, S. Car, toen ouderling____________ daar was en een schelkannonade tegen de HStaf hield, en ik waarlijk zeggen dat in plaats van zijn” uitstampen van de HStaf leerstellingen daar,” zijn handelingen dienden om al diegene die het reeds geaccepteerd hadden, te bevestigen en een interesse schiep in anderen om de boodschap voor zichzelf te onderzoeken;  en een van de dames die hem aanhoorde, nodigde mij uit naar haar huis om een studie te geven, en merkte op aan het einde van de studie: Oh wat komen ze tekort in deze kleine kerk!” {1SC10:7.6}

Nooit in al mijn werk als een predikant in deze zaak heb ik een nog directere vervulling gezien van de treffende bewering  in deel negen die ons verteld dat de “laatste bewegingen snelle zullen zijn.” {1SC10:7.7}

Als een concreet voorbeeld van de bovenstaande bewering, zijn wij recentelijk getuige geweest van een groep van mensen in Waco, Texas, die na tien studies in tegenwoordige waarheid bevestigd werden en een nadere groep in Keene, Texas, die bevestigd werd na slechts zeven studies! Dus geliefde medearbeider, we zien werkelijk de waarheid van de verwante bewering in vervulling gaan in Eerste Geschriften, met het gevolg dat in de laatste dagen, sommigen in een paar maanden zullen moeten leren wat anderen jaren over hebben gedaan om te verkrijgen, dus laat ons ernstig bidden dat de Heer ons snel zal leiden naar precies de plaat s waar Hij wil dat wij arbeiden, terwijl de vervulling van Ezechiel 9 op zich laat wachten. {1SC10:7.8}

(Getekend) E.T. Wilson.

VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vraag: “ Is het nu begrepen, waarom het getal van het beest 666 zou moeten zijn? Wat bedoelt zr. White wanneer ze zegt in “Een woord aan de kleine kudde; A Word to the little flock,” blz. 19 dat ze zag dat het getal was opgemaakt?” {1SC10:8.1}

Antwoord: De boekrol, is nog niet ver genoeg gekeerd om te openbaren waarom het getal van het beest 666, zou moeten zijn, nog is het getal al opgemaakt,nog minder zullen wij in staat zijn om het volledig te begrijpen, tot nadat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden. {1SC10:8.2}

Vraag: “Eerste Geschriften, p. 281 zegt: Het plan van verlossing is tot stand gebracht, maar weinigen hadden ervoor gekozen het te accepteren. Deze bewering wordt heel uitvoerig gebruikt, tegen de leerstelling van de ‘grote schare,’ zoals onderwezen door de HStaf. Wilt u het alstublieft in harmonie brengen met de latere onderwijzing.” {1SC10:8.3}

Antwoord: Het is waar dat de woorden “weinig uitverkoren,” vaak verschijnen in heilige Schriftgedeelten. Het is echter on-Bijbels om het Woord eigenmachtig uit te leggen . We moeten de Schriftgedeelten zichzelf laten uitleggen. Het volgende voorbeeld zal tonen hoe fataal het is om de Schriftgedeelten door de menselijke manier van redeneren uit te leggen. {1SC10:8.4}

Paulus zegt:”Nu is Hij in de voleinding der eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijn zelfs offerende.”( Hebr. 9: 26) Als iemand de bovenstaande bewering zou beschrijven zoals sommigen de woorden beschrijven, “weinig uitverkoren,” zou hij geneigd zijn twee dingen te doen, namelijk: of zichzelf als een klein kind vernederen, en toegeven dat hij niet begrijpt wat Paulus schrijft, of anders gescheiden van goddelijke wijsheid, zijn menselijk oordeel uitoefenen en Paulus beschuldigen van verkeerd zijn in zijn bewering, want de wereld eindigde niet in de tijd dat Christus was gekruisigd. {1SC10:8.5}

Laat ons daarom de woorden onderzoeken, “weinig uitverkoren,” in het licht van de Bijbel. Terwijl Jezus verkondigd dat “velen zijn geroepen, maar weinig uitverkoren (Matt. 20: 16), zegt Jesaja, door dezelfde Geest: “Uw poorten zullen steeds open staan, zij zullen des daags of des nachts niet toegesloten worden, opdat men tot u inbrenge het heir der heidenen, en hun koningen tot u geleid worden…De kleinste zal tot duizend worden en de minste tot een machtig volk; Ik de Heere zal zulks te zijner tijd snellijk doen komen.” (Jes. 60: 11, 22) {1SC10:8.6}

Zacharia zegt ook, terwijl hij profetisch spreekt over onze tijd: “Vele heidenen zullen te dien dage de Heere toegevoegd worden.”(Zach. 2:11) De Heer zegt verder: “Het zal geschieden in het ganse land, spreekt de Heere, de twee delen daarin zullen uitgeroeid worden en den geest geven, maar de derde deel zal daarin overblijven. En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen, en Ik zal het louteren, gelijk men zilver loutert, en Ik zal het beproeven, gelijk men goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen, en Ik zal het verhoren: Ik zal zeggen : Het is Mijn volk; en het zal zeggen: De Heere is mijn God.” (Zach. 13: 8,9) {1SC10:8.7}

Bovendien, terwijl de Eerste Geschriften zegt: “Maar weinig hebben gekozen het te accepteren,” groepeert dezelfde schrijfster in De Grote Strijd, p. 665 de grote schare van Openbaring 7: 9 als een groep gescheiden van de martelaren en anderen die zullen opgewekt worden, het onmogelijk makend, te concluderen dat de “grote schare,”zullen worden opgewekt. {1SC10:8.8}

Nu is de vraag, als wij concluderen dat uit de bewering van Eerste Geschriften. p. 281 en Matt 20:16, slechts een paar gered zullen worden, wat zullen we doen met Jes. 60: 11, 22, Zach. 2: 11; 13:8, 9 en De Grote Strijd p. 665? Geen enkele onbevooroordeelde Bijbel student kan vanuit de bovenvermelde beweringen, tot welke conclusie dan ook belanden, die hem zou leiden om zijn interpretatie van het onderwerp op een Schriftgedeelte te baseren en de andere totaal negeren, maar zou eerder trachten zijn slotanalyse te maken, dat het in volmaakte harmonie is met alle geïnspireerde geschriften, of anders bekennen dat hij het licht op de Schriften niet heeft. {1SC10:8.9}

De enige leerstelling die, in het huidig verband, de test zal doorstaan en in volmaakte overeenstemming is met alle heilige geschriften is die ene dat de “weinigen,” die zijn die gered zijn gedurende de afgelopen eeuwen, welke periode figuurlijk is geclassificeerd in de gelijkenis van Christus als de tijd voor de “Oogst.” Maar in het afsluiten van ’s werelds geschiedenis, in de inzamelingstijd—de Oogst—zal er geen grote schare gered worden. Het is slechts normaal, dat er in vergelijking maar weinig gered waren in de afgelopen eeuwen, omdat het feit dat die periode in de tijd niet de Oogst was, en het op gelijke wijze net zo normaal is dat nu, “aan het einde van de wereld,”—de tijd van de Oogst (Matt. 13:30), –er een grote inzameling zal zijn van zielen, die niemand tellen kan. {1SC10:8.10}

“En de kinderen van Juda, en de kinderen Israëls zullen samen vergaderd worden, en zich een enig Hoofd stellen, en uit het land optrekken; want de dag van Jizreël zal groot zijn.” (Hos.1:11) {1SC10:8.11}

Aangezien het idee van een grote schare slechts tegengesteld is aan het plan van de duivel, laat ons daarom niet in zijn belang werken. {1SC10:8.12}

 Vraag: “Met betrekking tot de vernietiging van het beest aan het einde van de genadetijd, zou ik willen weten, of dit een letterlijke vernietiging is, en als dat zo is, wie wordt vernietigd of als het niet letterlijk is, wat is het dan? {1SC10:9.1}

Antwoord: De vernietiging van het Daniel 7 beest, is hoewel het een letterlijke vernietiging is, niet specifiek van personen, maar eerder van princiepen, zoals is bewezen door het feit dat de andere drie beesten van Daniel 7, die zijn samengevat in de twee samengestelde beesten van Openb. 13 en 17,– progressieve symbolen van onze huidige wereld,– voortgaan tot het einde, terwijl de vrouw (het principe van valse godsdienst) schrijlings zitten op het beest van Openb. 17 wordt vernietigd aan het einde van de genadetijd voor de mens, en hetzelfde ding openbaart dat het symbool van Dan. 7 beest, profeteert: namelijk de opheffing  van het principe van valse godsdienst zoals uitgedrukt door het instituut van godsdienstige-politicisme. {1SC10:9.2}

Echter, door deze opheffing, die het directe resultaat moet zijn van het opbreken, lijkt het onvermijdelijk, dat die mensen die onlosmakelijk in verwoven en bij het structuur van het instituut zelf  betrokken zijn, moeten verloren gaan als het valt; want revoluties van het soort dat hier gesymboliseerd zijn, baden de aarde altijd met bloed. In dit speciale geval, zal het ongetwijfeld diegene laten gaan die de hiërarchische bedienden (priesters, predikanten, en anderen) zijn van de “vrouw,” die de natiën hebben misleid. {1SC10:9.3}

Een nauwkeurige navolging van HStaf, Deel 2, blz 154, 155, 160, 161 zal beloond worden met een heldere begrip van het hele onderwerp. {1SC10:9.4}

Vraag: 5 T 212, onderaan de pagina, schijnt te onderwijzen, dat de vernietigings wapens , de zeven laatste plagen zijn. De HStaf leert dat Ezech. 9 de reiniging van de kerk is. Legt u de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid alstublieft uit. {1SC10:9.5}

Antwoord: In verhouding tot 5 T 212, laten we eerst een gelijkenis bekijken, in een zekere verband, vanuit de tijden voorafgaand aan Noah. Judas bewijst dat Henoch een boodschapper van God was, en dat hij toch zijn generatie waarschuwde voor de vernietiging van de wereld door de tweede komst van Christus, toen in feite de vloed de gebeurtenis was, die zou komen en die vervolgend ook de hele wereld van Henoch zijn tijd vernietigde! Henoch werd eenvoudig weg niet de waarheid van de vloed getoond. Vandaar dat hij de vernietiging toen predikte, in termen van de komst van de Heer. {1SC10:9.6}

Zo was het ook met Zr. White. Aangezien niemand het licht had over de vernietiging van Ezechiel 9, maakte zij de vergelijking ervan met de zeven laatste plagen, waar zij meer vertrouwd mee waren. Desalniettemin, later in 3 T 266; 5 T 210-212; TM 431, etc. paste zij Ezechiel negen toe, in tijd voor de zeven laatste plagen. Dus is Ezechiel negen toepasbaar op twee verschillende tijden—eerst in de tijd van de scheiding van de eerste vruchten, de 144.000; en ten tweede, in de tijd van de scheiding van de tweede vruchten, de grote schare van Openb. 7: 9. {1SC10:9.7}

Vraag: “5 T 216, sprekend tot de broeders en zusters, zegt dat sommigen zich voorbereiden op het “merkteken van het beest,” maar volgens de HStaf, zullen alle ontrouwe Z.D.A’s vernietigd worden voor het merkteken van het beest. Legt u alstublieft uit. {1SC10:9.8}

Antwoord:

Als de  vragensteller 5 T 216 opnieuw wil bestuderen, zal zij zien dat het niet de broeders en zusters zijn die voorbereiden op het “merkteken van het beest,”maar eerder : Zij die zich met de wereld verenigen, niet met de kerk. {1SC10:9.10}

Vraag: “Ik ben niet in staat mij te verzoenen met de onderwijzing dat Ezechiel 9 de onbekeerden verwijdert (de vijf dwaze maagden) uit de kerk aan het begin van de Luide Roep, met de gelijkenis van de tien maagden die de wijzen en de dwazen tezamen behoud tot aan de komst van de Heer. {1SC10:9.11}

Antwoord: De gelijkenis van de tien maagden kan de maagden niet behouden tot de komst van de Heer, maar eerder tot aan een bepaalde tijd voor de uiteindelijke afsluiting van de genadetijd, want, let iets nauwkeuriger op dat de Schriften zeggen: “En zij die gereed waren gingen in met Hem tot het bruiloft,”en de deur werd gesloten.” (Matt. 25: 10) De woorden “tot de bruiloft,” tonen aan dat de oproep werd gedaan en de door gesloten werd voordat de bruiloft plaatsvond, en aangezien Christus trouwt of gekroond wordt aan het einde van menselijke genadetijd (zie de Grote Strijd, 426, 427) en voor de zeven laatste plagen worden uitgestort, bewijst het dat de oproep, “Ziet de Bruidegom komt,”niet de komst van Christus op de wolken is, wanneer Hij Zijn volk”tot Zichzelf vergadert,”(Joh. 14:3), maar eerder Zijn komst tot het heiligdom voor het oordeel van de levenden. {1SC10:9.12}

Daar de vijf wijze maagden de 144.000 (Openb. 14:4) zijn, zien wij dat de oproep voor hen om te ontwaken, hetzelfde is als Jes. 52:1; welke de tijd van de roep hetzelfde maakt als “de verzegelingstijd van de 144.000,” (3 T 366) en hun ontmoeten met de bruidegom hetzelfde als Ezech. 9. Dan na de afsluiting van de genadetijd en na de uitstorting van de plagen, zal Hij komen en Zijn eigen meenemen, niet om getuige te zijn van de bruiloft, maar om het bruiloftsmaal te eten, nadat de ceremonie uitgevoerd is. {1SC10:9.13}

EEN VREUGDEVOLLE STEM VAN VERAF

Ik wacht gretig op het volgende nummer van de Code. Het is verrassend hoe het vragen van ogenschijnlijke moeilijkheden opheldert; aldus wijsheid van boven aantonend. {1SC10:10.1}

De Uwe, verheugend in de boodschap

(Getekend) Clara Opitz

Hamberg, Germany

—————————-

EEN VOORKEURS DIEET

“De Heer wenst dat zij die wonen in landen waar vers fruit, gedurende een groot gedeelte van het jaar verkregen kan worden, ontwaken tot de zegening die ze hebben in dit fruit. Hoe meer we afhankelijk zijn vers fruit, als het geplukt is van de boom, hoe groter de zegening zal zijn. 7 T 126 {1SC10:10.1}

“Het zou ons goed doen om minder te koken en meer fruit te eten in haar natuurlijke staat. Laat ons de mensen leren om vrijelijk te eten van de verse druiven, appels, perziken, peren, bessen en alle andere soorten fruit die verkregen kan worden. Laat deze bereid worden voor het gebruik in de winter, door het in te maken, zoveel mogelijk gebruik makend van glas, in plaats van blik.” 7 T 134 {1SC10:10.2}

“De overvloedige voorraad van vruchten van de natuur, noten en granen is uitgebreid, en jaar na jaar worden de producten van alle landen voor het grootste gedeelte meer gedistribueerd naar allen, door de toegenomen mogelijkheden van transport. Als resultaat daarvan, zijn vele voedingsartikelen, die een paar jaar geleden werden beschouwd als dure luxeartikelen, nu binnen het bereik van allen als voeding voor dagelijks gebruik. Dit is in het bijzonder het geval met gedroogd en ingemaakt fruit.” M.H. 297 {1SC10:10.3}

“Waar droog fruit, zoals rozijnen, pruimen, appels, peren en abrikozen te verkrijgen zijn tegen schappelijke prijzen, zal uitgevonden worden dat ze, veel vrijer gebruikt kunnen worden als basisartikelen voor het dieet, dan de gewoonte is, met de beste resultaten voor de gezondheid en kracht, voor alle klasse arbeiders.” M.H. 299 {1SC10:10.4}

“Granen en fruit bereid zonder vet en in een zo natuurlijke staat als mogelijk, moet het voedsel voor de tafels zijn van allen die claimen zich voor te bereiden voor overzetting naar de hemel.” 2 T 352 De bovenvermelde bewering houdt ook noten in, die de vruchten van de boom zijn en voor de gezondheid en voedingstoffen dagelijks gegeten moeten worden, in een of andere vorm, en grondig gekauwd, of zoals ze komen met de schil, of als noten cream of botersoorten. Ze zijn beter ongekookt, of geroosterd. {1SC10:10.5}

GEZONDHEIDS SUGGESTIES VOOR DE BOTERHAM

Volkeren of heel rogge brood, besmeren met avocado spread (voor zover wij weten kan advocaat gecombineerd worden met groenten), en voeg daar gehakte waterkers aan toe welke gemengd is met een beetje zout en citroen. {1SC10:10.6}

Volkeren tarwe brood, besmeren met geweekte of droge pruimen, die fijn gesneden zijn en gemengd met pecan noten en honing. {1SC10:10.7}

Volkoren tarwe brood, besmeren met dadels of rozijnen, geblunderd met een goede notenboter, die verdund is om het goed te kunnen mengen. {1SC10:10.8}

Peulvruchten, zoals bonen of linzen of gedroogde erwten, maken een volwaardige en smaakvolle boterham, wanneer met een vork geplet en met een beetje citroensap toegevoegd. {1SC10:10.9}

Volkoren tarwe brood, besmeren met geprakte bananen en gemalen dadels {1SC10:10.10}

Roggebrood of volkoren tarwe brood, besmeren met gemalen vijgen en walnoten waaraan honig en een of twee druppels citroensap is toegevoegd. {1SC10:10.11}

Volkoren tarwe brood of volkoren rogge brood, besmeren met avocado spread of noten boter met sla. {1SC10:10.12}

BELANGRIJKE OPMERKING

Wij willen alle lezers van de code tot voorzichtigheid manen, om de grootste zorg uit te oefenen niet welke literatuur dan ook in postbussen van individuen te deponeren, want ;het is een inbreuk op de postwet van de Verenigde Staten. {1SC10:10.13}

Onze zusters zijn gretig om liefdadigheidswerk te doen onder onze eigen mensen, en daarom verzoeken wij dat zowel zij die in kledingnood zijn etc. en zij die in de omstandigheid verkeren om zulke hulp te geven, het feit aan dit kantoor bekend maken, hun communicatie adresserend aan Mw. J.E. Wilson.

——————————–SCHEUR HIER AF————————————-{1SC10:10.14}      

Plaats alstublieft mijn naam op uw regelmatige postlijst voor u maandelijks blad: “De Symbolische Code.”

Straat

Naam——————————————-Postbus nr.———————————————————

Stad————————————————-Staat———————————————————–  {1 SC10:10.15}

De Universele Uitgevers Associatie, Afdeling Symbolische Code.

Station K, Box 68, Los Angeles, California

>